Vereniging Nederlandse Gemeenten


---

VNG wil één budget voor Economische Structuur Versterking (24/02/03)

Investeren in lokale economie, juist nu het er economisch niet rooskleurig uit ziet, is een absolute noodzaak. Gemeenten moeten daarom gebruik kunnen maken van voldoende middelen voor de versterking van de lokale en regionale economie. Behalve extra geld, is het belangrijk dat bestaande middelen op een eenvoudige en heldere wijze verdeeld worden. Volgens de VNG zijn er te veel verschillende budgetten, die ook nog eens op verschillende manieren worden toegekend. Hierdoor ontstaat versnippering en verspilling en worden kansen voor samenwerking gemist.

De VNG stelt het komende kabinet voor, om alle budgetten samen te voegen in één budget voor Economische Structuur Versterking (ESV), waarvoor via één loket aanvragen kunnen worden ingediend. Voor de periode 2005 t/m 2009 is een bedrag van tenminste 500 miljoen nodig voor investeringen ter versterking van de lokale en regionale economische structuur.

Middelen in één budget
De VNG stelt voor om alle gelden die betrekking hebben op de versterking van de economische structuur samen te voegen. In dit budget moeten de huidige middelen voor de 'economische pijler' van het Grote Stedenbeleid (GSB), de middelen voor (duurzame) bedrijventerreinen, en de economische gelden uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) worden opgenomen .

Als basis voor de verdeling van het ESV geldt een programmatische aanpak, waarmee in het GSB al veel (positieve) ervaring is opgedaan. In deze door de gemeenten op te stellen programma's, is de intensiteit van de lokale of regionale behoefte leidend. Voor de grote steden kan dit ESV-programma eenvoudig de positie van de huidige economische pijler van het GSB innemen. Daardoor sluit de ESV-aanpak nauw aan bij de huidige praktijk. Geen nieuwe procedures dus, wel eenvoudiger.

Middelen vanuit één loket
De VNG stelt voor om deze ESV-programma's slechts bij één loket te laten indienen. Deze werkwijze komt sterk overeen met het systeem voor de huidige Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Dat betekent dat de grote steden bij het rijk hun aanvraag indienen en de overige gemeenten bij de provincie. Hierdoor hebben gemeenten maar met één subsidieverstrekker te maken. Dit maakt het geheel van geldstromen veel overzichtelijker. De VNG is van mening dat hierdoor de meest eenvoudige verdeling van middelen tot stand kan komen, waardoor maximaal gebruik gemaakt wordt van bestaande ervaring en gewenste samenwerking tussen gemeenten.

De VNG hecht zeer aan de 'bottom-up' benadering, zoals die nu een aantal jaren werkt. Hierdoor kunnen de gemeenten zelf bepalen welke knelpunten voor de lokale en regionale economie het eerst worden aangepakt.

Den Haag, 24 februari 2003