Beantwoording Kamervragen van de leden Van Aartsen en Blok over
mogelijke opvang vluchtelingen uit Irak
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken
Afdeling Asiel- en Migratiezaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
24 februari 2003
Behandeld
DPV/AM
Kenmerk
DPV/AM-080-03
Telefoon
070 - 348 4517
Blad
1/1
Fax
070 - 348 5046
Bijlage(n)
1
E-Mail
dpv-am@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Van Aartsen en Blok (beiden VVD)
over voorbereidingen in EU- en / of UNHCR-verband inzake de mogelijke
opvang van vluchtelingen in de buurlanden van Irak
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Aartsen en Blok (beiden VVD) over voorbereidingen in EU- en / of UNHCR-verband inzake de mogelijke opvang van vluchtelingen in de buurlanden van Irak. Deze vragen werden ingezonden op 4 februari 2003 met kenmerk 2020306640.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens de heer Nawijn, Minister van Vreemdelingenzaken en
Integratie, op vragen van de leden Van Aartsen en Blok over
voorbereidingen in EU- en /of UNCHR-verband inzake de mogelijke opvang
van vluchtelingen in de buurlanden van Irak.
Vraag 1
Bent u bekend met de brief van Vluchtelingenwerk dd. 30 januari 2003,
waarin aangedrongen wordt op het treffen van voorbereiding in de
buurlanden van Irak voor opvang van de mogelijke stroom van
vluchtelingen ten gevolge van de oorlogsdreiging in Irak?
Antwoord
Ja.
Vraag 2 en 3
Waren in Europees en / of UNHCR-verband reeds maatregelen getroffen om
opvang in de buurlanden van Irak te kunnen realiseren? Zo ja, wat
houden deze maatregelen in?
Antwoord
Zowel in Europees verband als binnen de VN worden voorbereidende
maatregelen getroffen voor het geval er een conflict uitbreekt in
Irak.
UNHCR is, in samenwerking met andere VN-organisaties zoals UNICEF en
WFP, bezig voorzorgsmaatregelen te treffen voor opvang in de regio van
eventuele vluchtelingen, voor het geval het tot een militair ingrijpen
komt. UNHCR gaat uit van meerdere scenario's inzake vluchtelingen,
waarbij de grootte van de uitstroom en het al dan niet openstellen van
de grenzen door de omringende landen variabelen zijn. In geval van een
militair conflict wordt uitgegaan van maximaal 1,45 miljoen Iraakse
vluchtelingen die hun toevlucht zullen proberen te zoeken in de regio.
De aannames over aantallen mensen variëren sterk (van 0,5 tot 1,45
miljoen) en zijn afhankelijk van de aard en omstandigheden van een
mogelijk conflict. In het geval van een grootschalige uitstroom en
gesloten grenzen met de buurlanden gaat UNHCR er van uit dat het de
vluchtelingen aan de grens in Irak zal opvangen. Overigens is het
geenszins zeker dat er vluchtelingenstromen op gang zullen komen
direct volgend op een militair ingrijpen in Irak. UNHCR verwacht geen
grote asielstromen naar Europa. Verwacht wordt dat veel burgers een
veilig heenkomen zullen zoeken binnen de landsgrenzen van Irak, met
name op het platteland.
Ook ECHO, de instelling van de Europese Unie voor humanitaire hulp,
houdt rekening met eventuele calamiteiten in Irak. Momenteel werkt
ECHO aan contingency plannen. In dit kader heeft de organisatie een
Irak Task Force opgericht en de veldkantoren versterkt.
Voor nadere details over de voorbereidingen op eventuele humanitaire
nood verwijs ik u graag naar mijn brief aan uw Kamer van 10 februari
2003.
Vraag 4
Zo nee, bent u bereid initiatieven te ontplooien om in internationaal
verband voorbereidingen te treffen zodat, bij het onverhoopt uitbreken
van een oorlog in Irak, adequate opvangvoorzieningen voor
vluchtelingen aanwezig zijn?
Antwoord
In internationaal verband worden reeds voorbereidingen getroffen ten
behoeve van humanitaire noden die zouden kunnen ontstaan als gevolg
van een mogelijk militair conflict. Ik acht het van groot belang dat
door de relevante VN-instellingen maatregelen genomen worden voor de
opvang van vluchtelingen. Daarbij ben ik bereid, indien daartoe de
noodzaak bestaat, te overwegen extra middelen voor opvang in de regio
beschikbaar te stellen.