Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Voorbereidingen op mogelijke gevolgen militair optreden tegen Irak

28 februari 2003

Het kabinet heeft ingestemd met een overzicht van voorbereidingen op een mogelijk militair optreden tegen Irak dat minister Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft opgesteld. Vanwege de huidige situatie in het Midden-Oosten heeft het kabinet besloten om voorbereidingen te treffen voor een adequate reactie op de mogelijke gevolgen van een inval in Irak. In het overzicht staan maatregelen die soms al eerder door het betrokken vakdepartement aan de Tweede Kamer zijn gemeld.

Hieronder staat de integrale tekst van de brief aan de Tweede Kamer.
---

Gelet op de ontwikkelingen ten aanzien van de situatie in het Midden-Oosten heeft het kabinet de voorbereidingen ter hand genomen voor een adequate reactie op de mogelijke gevolgen voor de Nederlandse samenleving van een eventueel militair optreden tegen Irak. Hierbij bericht ik u, namens de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie, over de volgende aspecten.

Interdepartementale coördinatie
Ten behoeve van de interdepartementale coördinatie van de voorbereidingen zijn de volgende gremia betrokken.

- Ministerraad:
de besluitvorming door de Ministerraad wordt voorbereid door een ministeriële stuurgroep. In de ministeriële stuurgroep hebben zitting: de minister-president, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Defensie, de minister van Economische Zaken, de minister van Financiën, de minister van Justitie, de minister van Verkeer en Waterstaat, de minister van Vreemdelingenbeleid en Integratie en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
- Ambtelijke Stuurgroep Resolutie 1441:
dit overleg, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de meest betrokken ministeries, te weten de ministeries van Algemene Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken, Financiën, Justitie, Verkeer en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Ambtelijke Stuurgroep bespreekt alle aspecten die te maken hebben met de uitvoering van VN-resolutie 1441 ten behoeve van de ministeriële stuurgroep.

- Interdepartementaal Beleidsteam:
de besluitvorming ten aanzien van de effecten met betrekking tot de binnenlandse veiligheid ten aanzien van de situatie in Irak wordt gecoördineerd en afgestemd door het Interdepartementaal Beleidsteam (IBT), waarin alle ministeries zijn vertegenwoordigd.
- Interdepartementaal Overleg Host Nation Support: in dit overleg vindt afstemming plaats tussen de meest betrokken ministeries (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken, Financiën, Justitie, Verkeer en Waterstaat, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu) en de betrokken uitvoerende organisaties over de consequenties en maatregelen in verband met de doorvoeroperaties van militair materieel en personeel van de Verenigde Staten van Amerika over Nederlands grondgebied.

Naast deze interdepartementale besluitvormende en voorbereidende overleggen is ook voorzien in overleg, afstemming en informatie-uitwisseling op operationeel en bestuurlijk niveau en binnen de onder de betrokken departementen ressorterende beleidsvelden.

Host Nation Support
In het kader van de afspraken in NAVO-verband over host nation support heeft het kabinet medewerking toegezegd aan het transport van Amerikaans materieel over Nederlands grondgebied. De ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie hebben u hier eerder over geïnformeerd (TK 2002-2003, 23432, nrs. 65, 84 en 86). De afgelopen week zijn, zoals de minister van Defensie heeft geantwoord op schriftelijke vragen van de leden Van Bommel en Van Velzen, Amerikaanse militaire goederen over Nederlands grondgebied vervoerd. Tussen de betrokken bestuurlijke, justitiële en operationele autoriteiten vindt afstemming plaats van de te ondernemen activiteiten ten behoeve van de uitvoering van de host nation
support-verplichtingen.

Bescherming vitale infrastructuur
Uw kamer zal binnenkort worsden geïnformeerd over het rapport van TNO en de afronding van de eerste fase van het project Bescherming Vitale Infrastructuur. In het kader van de mogelijke gevolgen van een eventueel militair optreden tegen Irak is bij het opstellen van de lijst van vitale objecten uitgegaan van de inschatting van de inlichtingendiensten dat sprake is van een verhoogde kwetsbaarheid van enkele vitale sectoren. In overleg met de betrokken departementen en de betreffende sectoren uit het bedrijfsleven is vervolgens een lijst samengesteld van (bijzondere) vitale en symbolische objecten. Aan de verantwoordelijke overheden is verzocht om in overleg met de eigenaren / beheerders van de betreffende objecten de geëigende maatregelen te nemen ter bescherming van de bewuste objecten.
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft mij verzocht haar te informeren over de beveiliging van gebouwen in Nederland en over het inzetten van leger en marechaussee in dat kader. Ik zal de commissie daar separaat over informeren.

Infectieziektenbestrijding
Het beleid inzake infectieziektebestrijding waarover de staatssecretaris van VWS u heeft geïnformeerd bij brief van 13 december 2002 (TK 2002-2003, 25295, nr. 9) wordt afgestemd met Duitsland en de Scandinavische landen. Doel hiervan is het voorkomen van een tipping-effect tussen de verschillende landen, wanneer een land tot (massa)vaccinatie tegen pokken overgaat. Inmiddels wordt met de EU contact gezocht of er tot een gezamenlijk
(massa)vaccinatiebeleid gekomen kan worden. De Health Security Council (HSC) van de EU werkt inmiddels aan een dergelijk plan. VWS volgt de internationale ontwikkelingen op de voet, ook ten aanzien van andere (bio-)terroristische mogelijkheden.
De samenhang tussen (massa)vaccinatie en de handhaving van de openbare orde en veiligheid is inmiddels bezien.

Zorg voor Nederlanders in het Midden-Oosten
Met behulp van reisadviezen en per land opgestelde civiele evacuatieplannen zet het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich actief in om de veiligheid van de Nederlanders in het Midden-Oosten zo goed mogelijk te waarborgen. Het betreft in de regio woonachtige Nederlanders, reizigers en stafleden van de Nederlandse ambassades ter plaatse. Voor drie landen, te weten Irak, Koeweit en Jemen, geldt inmiddels het formele advies deze landen tijdelijk te verlaten. Uit laatstgenoemde landen zijn voorts de familieleden van de ambassademedewerkers en de niet-essentiële stafleden gerepatrieerd. Afhankelijk van de ontwikkeling van de situatie kan deze maatregel van formeel advies tot vertrek aan de Nederlanders en repatriëring van ambassademensen worden uitgebreid naar andere landen in de regio. Overigens is alle Nederlanders in de regio gevraagd verhoogde waakzaamheid te betrachten en zich te laten registreren bij de ambassade ter plaatse.

Voorbereidingen algemeen
Naast de genoemde voorbereidingen treft het kabinet, in overleg en afstemming met betrokkenen, veel maatregelen, zodat adequaat kan worden gereageerd op mogelijke situaties wanneer het tot een eventueel militair optreden tegen Irak komt. Zo wordt in overleg met het bedrijfsleven en de agrarische sector onder meer gericht aandacht besteed aan een onverstoord verloop van de voedsel- en olievoorziening en industrieën.
Het NCC heeft een handreiking ten behoeve van de preparatie opgesteld (Leidraad preparatie). Deze leidraad bevat (multidisciplinaire) maatregelen met betrekking tot het handhaven van de openbare orde en veiligheid in Nederland indien er sprake is van een reactie in en effecten op de Nederlandse samenleving. De leidraad is beschikbaar gesteld aan de betrokken departementen alsmede de bestuurlijk en operationeel betrokkenen.

De commissarissen van de Koningin, de voorzitter van het college van procureurs-generaal, korpsbeheerders en korpschefs van politie, regionale brandweercommandanten en regionaal geneeskundige functionarissen zijn geïnformeerd over de voorbereidingen en hun rol daarbij.
Ten behoeve van de operationele diensten zijn nadere werkafspraken gemaakt met betrekking tot detectie, protectie en ontsmetting in geval van een aanslag met biologische en chemische wapens. De scholen wordt gevraagd zich voor te bereiden op heftige discussies over een eventueel militair optreden en hen wordt hulp aangeboden voor het begeleiden van deze discussies.
Overleg met de in dit verband relevante minderhedenorganisaties wordt voorbereid.
Ook de informatievoorziening aan de bevolking heeft voortdurend de aandacht.

Zodra zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, zal ik u daarover informeren.

DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

R.H. Hessing

---

© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -