Ministerie van Financiën

Aan:

de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten Generaal

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

28 februari 2003 BZ 2003-00301 M

Onderwerp

Voorlopige Rekening 2002

1. Inleiding en samenvatting

De Voorlopige Rekening geeft een eerste en voorlopig inzicht in de realisatie van inkomsten en uitgaven over het afgelopen jaar.De economische neergang die reeds in 2001 is ingezet, heeft zich in 2002 voortgezet. Werd bij het indienen van de begroting 2002 nog uitgegaan van een economische groei van 2%, naar het zich nu laat aanzien is de economie in 2002 slechts met ¼% gegroeid. Deze groeiverslechtering heeft uiteraard zijn weerslag op de overheidsfinanciën. Het EMU-saldo is uitgekomen op -1,1% BBP. Dit houdt een verslechtering in ten opzichte van de Najaarsnota van 0,4%-punt. Deze verslechtering is toe te schrijven aan tegenvallende belastingontvangsten, en dan met name bij de vennootschapsbelasting. Overigens werd bij het indienen van de begroting 2002 nog uitgegaan van een overschot van 1,0% BBP.

In tegenstelling tot de ontvangstenkant laat de uitgavenkant juist een meevallende ontwikkeling zien. Er is per saldo sprake van onderuitputting bij de uitgaven onder het uitgavenkader van 0,2 miljard euro. Wel is er sprake van een forse overschrijding bij de budgetdisciplinesector Zorg van 0,6 miljard. De per saldo opgetreden onderuitputting is voldoende om de resterende 'in=uit-taakstelling', uit hoofde van het gebruik van de eindejaarsmarge, van 0,3 miljard te realiseren.

De EMU-schuldquote zal naar verwachting uitkomen op 52,6%. Bij Najaarsnota werd nog uitgegaan van een schuldquote van 51,7% BBP. De verslechtering is toe te schrijven aan het verslechterde EMU-saldo.

De Voorlopige Rekening geeft een voorlopig overzicht van de verschillen ten opzichte van de Najaarsnota. De definitieve rekening over 2002 wordt opgemaakt in het Financieel Jaarverslag. Daarin zal ook worden ingegaan op de verschillen tussen de Ontwerpbegroting en de uiteindelijke realisatie. Een uitgebreide analyse van de inkomstenontwikkeling zal in het Financieel Jaarverslag van het Rijk worden opgenomen, en niet meer in de Voorlopige Rekening, zoals tot nu toe gebruikelijk was. Hetzelfde geldt voor de Verticale Toelichting.

2. Ontwikkeling van de netto uitgaven

In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkeling van de netto-uitgaven ten opzichte van de Najaarsnota. De netto-uitgaven onder het uitgavenkader vallen ten opzichte van de Najaarsnota per saldo 0,2 miljard mee. Naast meevallers bij het kader RBG-eng en SZA is sprake van een forse tegenvaller bij het uitgavenkader Zorg.

Tabel 1 Ontwikkeling uitgaven 2002: van Ontwerpbegroting tot Voorlopige Rekening (in mld euro)

MiljoenennNajaarsnotaVoorlopigeVerschil 2003 2002 Rekening

(1) (2) (3) (3) - (2)

Rijksbegroting in enge 88,1 87,9 87,6 -0,3 zin

Sociale Zekerheid en 53,5 53,4 53,3 -0,1 Arbeidsmarkt

Zorg (ijklijn) 32,1 32,7 32,9 0,3

Totaal 173,8 174,0 173,8 -0,2

EMU-saldo (in %BBP, -0,5% -0,7% -1,1% -0,4% '-' is tekort)

Op de rijksbegroting in enge zin doet zich een uitgavenmeevaller voor van per saldo 0,5 mld, welke groot genoeg is om de nog openstaande in=uit-taakstelling van 0,2 mld op te vullen. Het restant ad 0,3 mld leidt tot een grotere onderschrijding van het uitgavenkader dan in de Najaarsnota werd aangenomen.

De meevallers betreffen vooral onderuitputting die zich over de hele linie voordoet. De oorzaken voor de onderuitputting zijn divers maar liggen in veel gevallen in vertraging van projecten en declaraties. Bijvoorbeeld projecten natte waterstaat en regionale infrastructuur van het Infrafonds en vredesoperaties binnen de HGIS. Tevens ontstaat een meevaller door een wijziging het kapitaalmarktberoep en rente en zijn de EU-afdrachten lager dan voorzien.

Bij het uitgavenkader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt is per saldo sprake van een uitgavenmeevaller van 0,2 mld euro ten opzichte van de Najaarsnota. Dit is eveneens meer dan voldoende om de resterende in=uit-taakstelling in deze sector (ad 0,1 mld) te realiseren. Het gaat om diverse (veelal kleine) posten met uitzondering van enkele grotere, namelijk Sluitende Aanpak, Kinderopvang ABW, Casemanagers en Terugontvangsten WSW.

De overschrijding in de Zorg blijkt ongeveer 0,2 mld euro (in ijklijn-termen) hoger uit te vallen dan bij Najaarsnota werd voorzien. Zo vallen de uitgaven aan de AWBZ een kleine 0,1 mld euro hoger uit. Dit betreft met name de GGZ en de Gehandicaptenzorg. Verder vallen de eigen betalingen in de AWBZ-sector lager uit wat een tegenvaller van ongeveer 0,1 mld euro tot gevolg heeft aan de ontvangstenkant. Daarnaast zijn de uitgaven aan de ZFW een kleine 0,1 mld euro hoger. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de opwaartse bijstelling van de lasten van ziekenhuisverpleging en medisch specialistische hulp.

Tabel 2 geeft de resulterende uitgaventoetsing per kader weer. De uitgaven zijn 0,2 miljard euro binnen het totale uitgavenkader gebleven. Tegenover de onderschrijding van het uitgavenkader RBG-eng en het kader SZA is sprake van een forse (en zoals hierboven aangegeven na Najaarsnota verder opgelopen) overschrijding van het kader Zorg.

Tabel 2 Toetsing van de netto-uitgaven van de drie budgetdisciplinesectoren aan de ijklijnen (in miljarden euro)

Uitgaven VRUitgavenkadOnder-/overschrijding 2002

Rijksbegroting in enge 87,6 88,1 -0,5 zin

Sociale Zekerheid en 53,3 53,5 -0,3 Arbeidsmarkt

Zorg 32,9 32,3 0,6

Totaal 173,8 174,0 -0,2

BOX Het voorlopige karakter van de Voorlopige Rekening

De Voorlopige Rekening geeft een eerste en voorlopig inzicht in de realisatie van inkomsten en uitgaven over het afgelopen jaar. Deze box geeft inzicht in de waarde van de cijfers en de kans dat het cijferbeeld in de komende maanden nog zal moeten worden bijgesteld. Voor een goed begrip dient onderscheid te worden gemaakt tussen de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven en tussen de belastinginkomsten en de premie-inkomsten.

Voor de uitgaven en inkomsten die via de rijksbegroting lopen is het goed mogelijk om de omvang medio februari met grote zekerheid vast te stellen. De analyse van de achtergrond van mee- en tegenvallers kan wat langer op zich laten wachten omdat aanvullende informatie zo vroeg in het jaar nog niet beschikbaar is. Het Financieel Jaarverslag is het geëigende moment om meer duidelijkheid te verstrekken over de achtergrond van de mee- en tegenvallers.

De verantwoording van de premie-inkomsten en de premiegefinancierde uitgaven lopen niet via de rijksbegroting maar via de sociale fondsen. Voor de rijksbegroting wordt het kasstelsel gehanteerd en voor de sociale fondsen het transactiestelsel. Dit betekent dat uitgaven na afloop van het kalenderjaar nog wel aan dat betreffende jaar kunnen worden toegerekend. Dit is een van de oorzaken waardoor definitieve informatie later in het jaar beschikbaar komt.

Voor de sociale zekerheidsfondsen komen eerste voorlopige realisaties in januari en meer definitieve gegevens in maart beschikbaar. Het afgelopen jaar is het gelukt om de uitvoeringsinformatie van de sociale zekerheidsfondsen beter te monitoren, waarmee de kans op grote afwijkingen is verminderd.

Voor de zorgsector, en hiermee ook de zorgfondsen, is in 2001 een plan van aanpak opgesteld om de informatievoorziening in de toekomst te verbeteren en te versnellen. Daarna heeft de ambtelijke werkgroep integratie van de premiesectoren aanbevelingen gedaan welke ertoe hebben geleid dat sindsdien in de Voorlopige Rekening meer informatie verwerkt is dan in voorgaande jaren. Meer definitieve cijfers zijn evenwel eerst in het Financieel Jaarverslag te verwachten.

3. De totale ontvangsten

De totale overheidsinkomsten (belastingen, premies en gasbaten) voor 2002 conform EMU-definitie komen naar huidige inzichten 1,9 miljard euro lager uit dan in de Najaarsnota werd geraamd. Vooral de winstontwikkeling is neerwaarts bijgesteld terwijl de loonontwikkeling op peil is gebleven hetgeen tot uiting komt in de lagere winstbelasting en het op peil blijven van loongerelateerde inkomsten.

Bij Najaarsnota was al een lagere ontvangstraming ten opzichte van de Vermoedelijke Uitkomsten (zoals opgenomen in de Miljoenennota 2003) gemeld van 0,6 miljard euro. De totale daling van de inkomsten vanaf Vermoedelijke Uitkomsten is de som van bovengenoemde bijstellingen en bedraagt derhalve 2,5 miljard euro.

Tabel 3: Ontwikkeling van de overheidsinkomsten 2002 (in miljarden euro's) conform EMU-definitie

Miljoenen- Najaars- Voorlopige mutatie mutatie

nota 2003 nota RekeningVR tov NJN VR tov VU

Belastingen 108,3 107,5 105,1 -2,4 -3,2

Premies 60,5 60,7 61,2 0,5 0,7

Gasbaten 2,4 2,4 2,3 0,0 0,0

Totaal 171,1 170,5 168,6 -1,9 -2,5

* Premieopbrengst betreft een raming o.b.v. voorlopige inzichten

De belastingontvangsten

In 2002 is in totaal 105,1 miljard euro aan belasting ontvangen. Ten opzichte van de raming bij Najaarsnota is dat een daling van 2,4 miljard. De lagere ontvangst is met name het gevolg van lagere ontvangsten bij de vennootschapsbelasting (-1,5 miljard), de dividendbelasting (-0,4 miljard) en de belasting op een milieugrondslag (-0,4 miljard). Tegenover de lagere ontvangsten staan hogere ontvangsten bij de loon- en inkomstenbelasting. De definitieve grondslag van de vennootschapsbelasting wordt met vertraging vastgesteld. Dit leidt ertoe dat de tegenvaller in de kasontvangsten in 2002 voor een groot gedeelte betrekking heeft op bedrijfswinsten uit oudere jaren. Van de tegenvaller bij de vennootschapsbelasting heeft ¤ 0,2 miljard betrekking op ontvangsten over het transactiejaar 2002 en 1,3 miljard euro over oudere transactiejaren (2001 en ouder). De neerwaartse bijstelling van het transactieniveau werkt structureel door. Op basis van het economisch beeld van het CPB kan niet verwacht worden dat de winsten na 2002 zich sneller zullen ontwikkelen dan ten tijde van de NJN werd aangenomen, waardoor het oorspronkelijk geraamde winstniveau weer zou worden bereikt.

Gesaldeerd met de neerwaartse ramingsbijstelling van de Najaarsnota van 0,8 miljard euro zijn de belastingontvangsten 3,2 miljard euro lager uitgekomen dan in de Vermoedelijke Uitkomsten geraamd. In hoeverre het geheel van de lagere belastingontvangsten structureel doorwerken naar 2003 wordt momenteel nog bezien. Het structurele deel van de tegen- en meevallers wordt samen met nieuwe inzichten in de economische ontwikkeling 2003 gemeld en verwerkt in de belastingraming bij de Voorjaarsnota 2003 en toegelicht in de Financiële Jaarrekening van het Rijk 2002.

Tabel 4: Verschil belastingontvangsten 2002 Voorlopige Rekening t.o.v. Najaarsnota 2002 (in miljarden euro)

Mutatie t.o.v. NJN 2002

Kostprijsverhogende belastingen -0,8

Belasting op personenauto's en motorrijwielen -0,2

Belastingen op een milieugrondslag -0,4

Overig -0,3

Belastingen op inkomen, winst en vermogen -1,5

Loon- en inkomstenbelasting 0,4

Dividendbelasting -0,4

Vennootschapsbelasting -1,5

Overig -0,1

Totaal belastingen op kasbasis -2,3

KTV -0,1

Totaal belastingen conform EMU definite -2,4

De premieontvangsten

Op basis van de huidige inzichten zijn de premieontvangsten op EMU basis in 2002 0,5 miljard euro hoger dan verwacht bij Najaarsnota 2002 en 0,7 miljard euro hoger dan bij Vermoedelijke Uitkomst. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door zowel hogere inkomsten bij de volksverzekeringen (0,4 miljard euro) als de werknemersverzekeringen (0,1 miljard euro). In hoeverre de premieontvangsten structureel zijn wordt momenteel nog bezien en wordt gemeld in de Financiële Jaarrekening van het Rijk 2002.

De premieontvangsten betreffen nog ramingen aangezien het voor de werknemersverzekeringen om een transactiecijfers gaat. De realisatiecijfers 2002 voor de uitvoeringsinstellingen komen later dit jaar beschikbaar. Bij de Miljoenennota 2004 zullen de definitieve premieontvangsten beschikbaar zijn.

Nadere informatie over de inkomsten bij de sociale zekerheidsfondsen is te vinden in de Voorlopige Rekening Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt.

Aardgasbaten

De voor de inkomstenontwikkeling relevante aardgasbaten (niet-belastingontvangsten exclusief FES) komen vrijwel overeen met de raming ten tijde van de Najaarsnota 2002.

4. Ontwikkeling van het EMU-saldo en de EMU-schuld

Onderstaande tabel geeft aan welke oorzaken ten grondslag liggen aan de verslechtering van het EMU-saldo ten opzichte van Najaarsnota. Zoals blijkt uit de tabel is de verslechtering per saldo geheel te wijten aan lagere inkomsten.

Tabel 5 Ontwikkeling van het EMU-saldo 2002 (+ = overschot, in %BBP)

1. EMU-saldo stand Najaarsnota 2002 -0,7%

2. Nominale aanpassing uitgavenkader 0,0%

3. Onderschrijding uitgavenkader 0,0%

4. Belasting- en premieinkomsten -0,4%

5. EMU-saldo lagere overheden 0,0%

6. Noemereffect 0,0%

7. Overig (ktv's en financiele transacties) 0,0%

8. EMU-saldo stand Voorlopige Rekening 2002 -1,1%

Tabel 6 laat de nominale ontwikkeling van de EMU-schuld 2002 zien. Naast het EMU-saldo is er nog sprake van zogenoemde financiële transacties en kas-transcorrecties die volgens Europese richtlijnen niet van invloed zijn op het EMU-saldo maar wel op de EMU-schuld.

Tabel 6 De (nominale) ontwikkeling van de EMU-schuld 2002 (in miljarden euro; min betekent schulddaling)

1. EMU-schuld ultimo 2001 226,8

2. EMU-saldo 2002 5,1

3. Financiële transacties en 1,9 kas-transcorrecties

4. Mutatie schuld 7,0

5. EMU-schuld ultimo 2002 233,8

DE MINISTER VAN FINANCIEN

BIJLAGE 1 BUDGETTAIRE KERNGEGEVENS

Tabel 1.1: Budgettaire kerngegevens in miljoenen euro (in lopende prijzen; min betekent uitgaven)

2002

1. Netto-uitgaven onder het kader RBG-eng -87.577

2. Netto begrotingsgefinancierde uitgaven SZA -14.130

3. Netto uitgaven niet relevant voor enig kader* 767

4. Netto uitgaven wel relevant voor RBG-eng maar niet voor saldo -378

5.Netto begrotingsgefinancierde uitgaven (5=1+2+3+4) -101.317

w.v uitgaven -131.521

w.v.ontvangsten 30.204

6. Belastingen 104.949

7. Uitgavenreserve 0

8. Overig -7.917

9. EMU-saldo Centrale Overheid -4.286

10. EMU-saldo Lokale Overheid 837

11. EMU-saldo Sociale Fondsen -1.606

12. EMU-saldo (- = tekort) -5.055

idem, in % BBP -1,1%

BBP (in miljarden euro's) 444

*excl. aflossing en uitgifte vaste schuld en incl. verkooptaakstelling

Tabel 1.2 Uitgaventoetsing Rijksbegroting in enge zin in miljoenen euro (min betekent onderschrijding)

2002

1. Raming uitgaven Miljoenennota 2003 88.121

2. NB-deflator MEV2003 1,000

3. Reële ijklijn 88.121

4. NB-deflator 1,0000

5. Uitgavenreserve (aanwending) 0

6. Overboekingen -13

7. Statistisch 0

8. Uitgavenkader RBG-eng in lopende prijzen 88.108

9. Actuele raming uitgaven 87.577

10. Over/onderschrijding (10=9-8) -531

Tabel 1.3 Uitgaventoetsing Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt in miljoenen euro (min betekent onderschrijding)

2002

1. Raming uitgaven Miljoenennota 2003 53525

2. NB-deflator MEV2003 1,0000

3. Reële ijklijn 53525

4. NB-deflator 1,0000

5. Uitgavenreserve (aanwending) 0

6. Overboekingen 15

7. Statistisch 0

8. Uitgavenkader SZA in lopende prijzen 53.540

9. Actuele raming uitgaven 53.324

w. v. begrotingsgefinancierd 14.130

w.v. premiegefinancierd 39.194

10. Over/onderschrijding (10=9-8) -216

Tabel 1.4 Uitgaventoetsing Budgettair Kader Zorg in miljoenen euro (min betekent onderschrijding)

2002

1. Raming uitgaven Miljoenennota 2003 37076

2. NB-deflator MEV2003 1,0000

3a. Reële BKZ 37076

3b. Reële IJklijn Zorg 32163

4. NB-deflator 1,0000

5. Uitgavenreserve (aanwending) 0

6. Overboekingen -2

7. Statistisch 180

8. BKZ in lopende prijzen 37.254

9. Actuele raming uitgaven 37.924

w.v. particulier gefinancierd/WTZ -5025

10. Over/onderschrijding BKZ (10=9-8) 670

11. IJklijn Zorg in lopende prijzen 32318

12. Totaal netto uitgaven onder ijklijn Zorg 32899

13. Over/onderschrijding (13=12-11) 581

Tabel 1.5 Uitgaventoetsing totaal kader in miljoenen euro (min betekent onderschrijding)

2002

1. Reële ijklijnen 173.808

2. NB-deflator 1,0000

3. Uitgavenreserve (aanwending) 0

4. Overboekingen 0

5. Statistisch 156

6. Uitgavenkader in lopende prijzen 173.965

7. Actuale raming uitgavevn 173.800

8. Over/onderschrijding (ijklijn-termen) -165