Actueel

Kort geding rechter wijst vordering inwoners Irak tegen Staat af
Bron: Rechtbank Amsterdam

Datum actualiteit: 1-03-2003

In een kort geding aangespannen door enkele inwoners van Irak en de Vereniging van anti-fascistische oud-verzetsstrijders tegen de Staat der Nederlanden en de heren Balkenende en Bos heeft de vice-president van de rechtbank Amsterdam als volgt beslist:
eisers zijn niet ontvankelijk in hun vordering tegen Balkenende en Bos, omdat de laatsten als privé-persoon zijn gedagvaard. Van dreigend onrechtmatig optreden van de Staat in de zin dat de Staat voornemens is in strijd te handelen met het krachtens internationale verdragen geldende geweldsverbod is geen sprake. Uit hetgeen namens de regering in overleg met de volksvertegenwoordiging door de minister van buitenlandse zaken is verklaard, blijkt dat de Staat zich bewust is van de ernst van de situatie en van de verdragsrechtelijke verplichtingen, en dat de Staat beoogt zich in te spannen en daartoe alle rechtmatige middelen wil gebruiken, om door verder overleg op nationaal en internationaal niveau het uitbreken van een oorlog te voorkomen.
Als uitgangspunt dient te gelden dat de ingestelde vorderingen betrekking hebben op vragen betreffende het beleid van de Staat op het gebied van buitenlandse politiek en defensie, welk beleid in sterke mate zal afhangen van politieke afwegingen in verband met de omstandigheden van het geval. Dit betekent dat de burgerlijke rechter, zeker in kort geding, een grote mate van terughoudendheid aan de dag zal moeten leggen bij de beoordeling van dergelijke vorderingen, die ertoe strekken handelingen ter voorbereiding en uitvoering van politieke besluitvorming op het gebied van buitenlandse politiek en defensie als onrechtmatig en dus als verboden aan te merken. Het is niet aan de burgerlijke rechter om deze politieke afweging te maken.