Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Standpunt op advies Nieuwe risico`s

Nieuwe risicos kunnen de gezondheid van werknemers bedreigen. Ondanks vele initiatieven op dit terrein, is de kennis van de nieuwe gezondheidsrisico's onvoldoende. Dit concludeert de Sociaal Economische Raad (SER) in zijn advies over Risicos, externe gezondheidsdeterminanten en het bedrijfsleven. In deze brief verwoorden de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en VWS het kabinetsstandpunt op het SER-advies.

Standpunt op advies Nieuwe risico`s
1.
Standpunt op advies Nieuwe risico`s

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag POG/OGZ-2342150 28 februari 2003 Onderwerp Bijlage(n)
Uw brief SER-advies Nieuwe Risico's VWS-02-653

1. Inleiding

Nieuwe risico's kunnen de gezondheid van werknemers bedreigen. Ondanks vele initiatieven op dit terrein, is de kennis van de nieuwe gezondheidsrisico's onvoldoende. Dit is de conclu- sie van de SER. En die conclusie onderschrijven wij. Het gebrek aan kennis belemmert zowel het tijdig signaleren van nieuwe risico's als de preventie van eventuele gezondheidsschade als gevolg van deze risico's. Het is van groot belang om zo vroeg mogelijk valide methoden te ontwikkelen om zo de nieuwe risico's tijdig aan te kunnen pakken. Op die manier kan pre- ventief gezondheidsbeleid voor werknemers gestalte krijgen. Vandaar dat SZW en VWS voorstellen hiervoor de programmeringstudie Nieuwe Arbeidsrisico's op te starten.

Op 4 februari 2000 heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de SER advies gevraagd over het onderwerp Risico's, externe gezondheidsdeterminanten en het bedrijfs- leven. Daarbij heeft zij de volgende twee vragen gesteld: 1. Op welke wijze kan het bedrijfsleven actiever worden betrokken bij een betere preventie van ziekten en ongevallen?
2. Hoe kan publiek-private samenwerking van overheid en verzekeraars bij dit onderwerp worden uitgewerkt?
De SER Commissie Bedrijfsleven en Gezondheidsrisico's heeft het verzoek opgevat als een vraag om zich uit te spreken over de aanpak en verzekering van nieuwe gezondheidsrisico's gerelateerd aan het verrichten van arbeid. Hieronder verstaat de raad risico's waaraan werk- nemers door gewijzigde productieprocessen en werkmethoden of andere veranderingen in arbeidsomstandigheden worden blootgesteld. Nieuwe arbeidsgerelateerde gezondheidsrisi- co's zijn in belangrijke mate het gevolg van gewijzigde productieprocessen, werkmethoden en arbeidsomstandigheden.Daarom geven wij een gezamenlijke visie op het advies van de SER.

Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
2
Kenmerk
POG/OGZ-2342150

2. Advies van de SER

In zijn advies behandelt de SER de vragen aan de hand van de volgende twee onderwerpen: 1. de aanpak van nieuwe arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's. Dit heeft betrekking op het signaleren van deze arbeidsrisico's, de preventie van gezondheidsklachten die door deze risico's ontstaan en het behandelen van deze klachten; 2. het verzekeren en het schadeloosstellen voor de materiële en immateriële schade die het gevolg is van gezondheidsklachten die nieuwe arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico`s veroorzaken. Centraal staan daarbij de functie en de rol van het aansprakelijkheidsrecht en de algemene aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven.

Wat betreft het tweede onderwerp concludeert de SER dat er op dit moment geen urgente problemen bestaan in de risicodekking en in de financiering van de algemene aansprakelijk- heidsverzekering van bedrijven. De SER heeft in zijn advies Werken aan arbeidsgeschiktheid1 aangekondigd in een later stadium in te zullen gaan op het vraagstuk van de civielrechtelijke aansprakelijkheid en aansprakelijkheidstelling, mede in relatie tot zijn voorstellen over het WAO-beleid. Daarom beperken wij onze reactie eveneens tot de aanpak van nieuwe risico's.

Over signalering en aanpak van nieuwe arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's doet de SER de volgende aanbevelingen aan de overheid:
1. het bedrijfsleven stimuleren en faciliteren bij het signaleren van nieuwe arbeidsgerela- teerde gezondheidsrisico's en het ontwikkelen en uitwisselen van kennis over nieuwe risico's;
2. onderzoek verrichten naar het bestaan van nieuwe arbeidsgerelateerde gezondheidsri- sico's;
3. intensiveren van epidemiologisch onderzoek om nieuwe arbeidsgerelateerde gezond- heidsrisico's te signaleren. Bevorderen en coördineren van wetenschappelijk onderzoek in Nederland en de Europese Unie;
4. ervaring opdoen met het opzetten en uitvoeren van een structureel onderzoeksprogram- ma waarin de relatie tussen arbeid en een nader te bepalen (relatief) nieuw gezondheids- risico centraal staat en met betrokkenheid van het bedrijfsleven; 5. systematisch monitoren van wetenschappelijke kennis over nieuwe risico's in nationaal en internationaal verband;
6. verbeteren van de werking van de arbokennisinfrastructuur; 7. nut en noodzaak van de inzet van het voorzorgsbeginsel onderzoeken om gezondheids- schade te voorkomen als gevolg van (nieuwe) arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's; 8. bevorderen dat de gezondheidszorg in preventieve, diagnostische en curatieve zin bij- draagt aan een alerte en adequate aanpak van arbeidsgerelateerde gezondheidsschade, met bijzondere aandacht voor vroegdiagnostiek.

3. Kabinetsreactie

Het signaleren van nieuwe risico's en het zo vroeg mogelijk ontwikkelen van valide metho- den om deze risico's aan te pakken is van groot belang om preventief gezondheidsbeleid voor werknemers gestalte te geven. Terecht constateert de SER dat er al veel activiteiten zijn die meer of minder relevant zijn voor het vraagstuk van signalering en aanpak van nieu-

1 SER-advies, Werk maken van arbeidsgeschiktheid, publicatienummer 02/05, Den Haag, p. 173.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
3
Kenmerk
POG/OGZ-2342150

we arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's. Deze activiteiten, die met name de overheid heeft geïnitieerd en medegefinancierd, zijn niet altijd expliciet opgezet met het doel de signa- lering en aanpak van nieuwe arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's te verbeteren. Zo is er de afgelopen jaren veel kennis beschikbaar gekomen over de aanpak van arbeidsgerelateerde aandoeningen, waaronder psychische klachten en klachten aan het bewegingsapparaat (o.m. RSI). Daar waar leemtes bestaan is nader aandacht nodig. De komende tijd zal in ieder geval ingezet moeten worden op overdracht en implementeren van al bestaande inzichten. Het is de verantwoordelijkheid van werkgevers om met deze kennis een goed bedrijfsge- zondheidsbeleid te voeren om gezondheidsrisico's te voorkómen. Er is echter onvoldoende kennis over de ontwikkeling van nieuwe arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's. Daardoor kunnen de betrokken actoren nieuwe risico's onvoldoende tijdig signaleren en eventuele ge- zondheidsschade op effectieve wijze voorkomen en behandelen. De huidige verantwoor-de- lijkheidsverdeling vormt bij de aanpak van nieuwe risico's geen belemmering en hoeft daar- om niet te worden aangepast. Nieuwe regelgeving of andere institutionele aanpassingen zijn daarom niet nodig.

Om deze reden willen wij inventariseren welke van de bestaande initiatieven relevant zijn voor de invalshoek van nieuwe risico's, in welke mate de kennis op een hoger plan gebracht kan worden door deze inzichten gericht te bundelen en hoe deze kennis op een effectievere manier toegankelijk kan worden gemaakt voor het bedrijfsleven. Vervolgens kan dan ook be- oordeeld worden of en zo ja welke aanvullende activiteiten nodig zijn en welke verantwoor- delijkheid de overheid en de sociale partners hierbij dienen te nemen. Daartoe zal binnenkort een programmeringsstudie Nieuwe Arbeidsrisico's gestart worden.

Wij willen als volgt omgaan met de aanbeveling omtrent het voorzorgsbeginsel: Bij de uit- voering van SOMS (Strategie Omgaan Met Stoffen) speelt het voorzorgsbeginsel een be- langrijke rol.Het voorzorgsbeginsel houdt in dat bij het ontbreken van volledig wetenschap- pelijk bewijs, maatregelen uit voorzorg genomen kunnen worden op basis van voorlopige objectieve en aannemelijke risico-evaluaties. Op dit moment gaan in nauw overleg met so- ciale partners zeven proeftuinen van start in diverse sectoren. In een aantal van deze proef- tuinen zal het voorzorgbeginsel nader worden uitgewerkt. Vooralsnog willen wij de resul- taten van deze proeftuinen afwachten en gebruiken voor het bepalen van het nut en de noodzaak van de inzet van het voorzorgsbeginsel.

Programmeringstudie Nieuwe Arbeidsrisico's

SZW en VWS zullen gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor de programmeringstudie Nieuwe Arbeidsrisico's, uiteraard naar gelang de beleidsverantwoordelijkheid voor de diverse onderdelen.

De vele initiatieven en activiteiten die relevant kunnen zijn voor nieuwe arbeidsrisico's (bij- lage 1) zullen in de programmeringstudie betrokken worden en beoordeeld op samenhang en effectiviteit voor het signaleren en aanpakken van nieuwe risico's.

De programmeringstudie zal daarom gericht zijn op de volgende vragen: 1. Welke kennis is noodzakelijk om het bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid te laten nemen, welke kennis is noodzakelijk voor de beleidsontwikkeling van de overheid en welke lange termijn kennisontwikkeling is gewenst;

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
4
Kenmerk
POG/OGZ-2342150

2. In hoeverre kunnen lopende initiatieven ­ ook internationaal - de hiervoor genoemde kennisbehoeften vervullen en welke lacunes resteren; 3. Op welke wijze zou voorzien kunnen worden in die lacunes en wie dient daar de ver- antwoordelijkheid voor te nemen;
4. Wat is nodig om ontwikkelde kennis toegankelijk en bruikbaar te maken voor de di- verse doelgroepen (kennistransfer) en hoe kan de kennis op een goede manier toege- past worden (kennisimplementatie)

De SER geeft in zijn advies aan dat het bedrijfsleven een eigen verantwoordelijkheid heeft op het gebied van kennisvermeerdering en -verspreiding. Wij onderschrijven dit standpunt na- drukkelijk. Het bedrijfsleven heeft een groot belang bij goede signalering van arbeidsrisico's en onderbouwing van effectieve maatregelen. Daarom zijn wij van mening dat werkgevers en ook arbodiensten op het terrein van onderzoek een actievere rol moeten spelen. SZW neemt het initiatief om het bedrijfsleven inhoudelijk te betrekken bij deze programmering- studie.

Op grond van de resultaten is het mogelijk meer specifiek op de aanbevelingen van de SER in te gaan en met concrete voorstellen voor verbetering te komen.

4. Conclusie

Wij hechten groot belang aan een betere signalering en aanpak van nieuwe risico's. Zoals de SER al aangeeft zijn er zeer veel relevante lopende initiatieven. Om die reden lijkt ons als eerste stap van belang om al die initiatieven in een gezamenlijke programmeringstudie te be- oordelen op relevantie voor "nieuwe risico's". Op grond daarvan komen we met nadere voorstellen voor verbetering van de signalering en aanpak van nieuwe risico's. Tenslotte zullen we voor wat betreft het voorzorgbeginsel eerst de resultaten van de Proeftuinen SOMS afwachten.

Met bovengenoemde activiteiten richten we het beleid op een duurzame verbetering van de aanpak van nieuwe risico's. Door zowel in te zetten op kennis, op infrastructuur en op im- plementatie. Over een jaar rapporteren wij u over de resultaten van de programmeringstudie.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, De Staatssecretaris van Sociale Zaken Welzijn
en
Sport,
en
Werkgelegenheid,

drs. Clémence Ross-van Dorp

drs.
M. Rutte

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
5
Kenmerk
POG/OGZ-2342150

Bijlage
Meest relevante activiteiten en initiatieven die van belang zijn voor de programmeringstudie "nieuwe risico's"

Bij de programmeringstudie nieuwe arbeidsrisico's zullen veel lopende activiteiten en ini- tiatieven worden betrokken die relevant kunnen zijn voor de signalering en aanpak daarvan

Onderstaande opsomming geeft aan welke in elk geval aan bod zullen komen: 1. Signaleringsrapport
beroepsziekten van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten; dit is een jaarlijkse rapportage over de trends in aard en omvang van bestaande en nieuwe beroepsziekten. Het signaleringsrapport beroepsziekten vloeit voort uit de jaar- lijkse subsidie die SZW aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten verstrekt; 2. Onderzoek naar nieuwe risico's uit de TNO Doelfinancieringsprogramma's van SZW en VWS, bijvoorbeeld epidemiologisch onderzoek naar de effecten van chemische aller- genen en het project `Hoog risico branches'. Dit is een jaarlijks project dat valt binnen het TNO Doelfinancieringsprogramma Arbeidsmilieu. Het doel van het project is bran- ches (situaties) te identificeren met een hoog risico op gezondheidseffecten door bloot- stelling aan gevaarlijke stoffen. Daarmee kan SZW tijdig inspringen op problemen die in deze branches kunnen ontstaan;
3. De programmeringstudie naar de causaliteit van RSI, alsmede de effectiviteit van inter- venties en behandelmethoden bij RSI, naar aanleiding van het Gezondheidsraadadvies over RSI;
4. Het RGO-advies betreffende onderzoek op het gebied van Arbeids- en bedrijfsgenees- kunde, dat binnenkort wordt verwacht;
5. Arbomonitor, de jaarlijkse monitor die het CBS uitvoert en de laatste jaren is uitgebreid met onderwerpen die betrekking hebben op blootstelling aan stoffen en gassen, micro- organismen en ongevallen;
6. Arbobalans. Sinds 1998 worden de belangrijkste ontwikkelingen op het arbeidsomstan- dighedenterrein, zoals die blijken uit een aantal statistieken en onderzoeken, periodiek bijeengebracht in de `Arbobalans' van het Ministerie van SZW2. De inspanningen op het gebied van monitoring en signalering leveren ten behoeve van de Arbobalans informatie op over de blootstelling aan risico's, over de gezondheidseffecten daarvan en over in- spanningen om risico's te beperken;
7. Een pilot om te komen tot een Nationale Verzuimstatistiek die het CBS uitvoert ­ in sa- menwerking met de Brancheorganisatie Arbodiensten en ondersteund door SZW. Daarin onderzoekt het CBS ook of het mogelijk is (de oorzaken van) ziekteverzuim van werkne- mers volledig te registreren. Een dergelijk bestand zou op termijn inzicht kunnen geven in het ontwikkelen van nieuwe risico's op de werkplek; 8. Arbokennisinfrastructuur. In eerdere brieven heeft de Staatssecretaris van SZW u ge- informeerd over de arbokennisinfrastructuur3. Aanleiding voor deze rapportage over de voortgang in de arbokennisinfrastructuur was het SER-advies Tweedelijnsinfrastructuur Arbeidsomstandigheden (97/35). In deze brieven heeft SZW een duidelijk beeld neerge-

2 Meest recent is de Arbobalans 2002.
3 Zie de brief over de arbokennisinfrastructuur, Tweede Kamer, vergaderjaar 2002-2003, 25883, nr. 10.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
6
Kenmerk
POG/OGZ-2342150

zet van de verantwoordelijkheidsverdeling. Een goed werkende arbokennisinfrastructuur is noodzakelijk om de doelstellingen van het arbeidsomstandighedenbeleid te realiseren. De kennisinfrastructuur moet bedrijven en instellingen in staat stellen om op effectieve wijze te werken aan veiligheid en gezondheid. SZW speelt een ondersteunende rol als het gaat om informatie en kennis toegankelijk maken voor actoren in bedrijven en be- drijfstakken. Centraal hierin staat de vraaggestuurde kennisontwikkeling, dat wil zeggen kennis die doorstroomt en landt in de bedrijven, dus waar behoefte aan is. De kennis dient praktisch toepasbaar te zijn en te passen op concrete vraagstukken in de praktijk van de bedrijven en instellingen. Dit is een noodzakelijke voorwaarde voor de implemen- tatie van kennis. Daarom zal de betekenis die de arbokennisinfrastructuur voor kennis- transfer op het gebied van nieuwe risico's kan hebben in de programmeringstudie wor- den meegenomen;
9. Betere aanpak arbeidsrelevante klachten.VWS en SZW willen de (zorg voor de) gezond- heid van werknemers verbeteren. VWS en SZW hebben de afgelopen jaren tal van maatregelen genomen om de aanpak van arbeidsrelevante klachten te verbeteren. Er zijn diverse projecten uitgevoerd op het gebied van samenwerking tussen en deskundig- heidsbevordering bij relevante beroepsgroepen. Verder zijn er vier Nederlandse Kennis- centra op het gebied van arbeidsrelevante klachten gerealiseerd, die nauw samenwer- ken met het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) en het Stichting Exper- tisecentrum Reïntegratie (STECR). Ook is er een landelijk dekkend netwerk (Medwerk) opgezet van 15 regionale centra voor arbeidsrelevante aandoeningen. De kenniscentra en Medwerk verzamelen, bewerken en verspreiden wetenschappelijke en praktijk ken- nis. Verder stimuleert het netwerk dat de professionals in de zorg deze kennis in de dagelijkse praktijk toepassen voor mensen met arbeidsrelevante aandoeningen. Er zal worden bezien welke functie deze activiteiten kunnen hebben als het gaat om het sig- naleren en de aanpak van nieuwe arbeidsrisico's. 10. Een andere belangrijke ontwikkeling is dat VWS en SZW begin 2003 een nieuwe `ge- bundelde' commissie voor vier jaar installeren als vervolg op de Commissie Psychische Arbeidsongeschiktheid en de Commissie Arbeidsgehandicapten en Werk. Deze gebun- delde commissie kan een belangrijke bijdrage leveren aan agendering, signalering en gedragsverandering in bedrijven op het gebied van arbeidsgebonden risico's en van preventie, begeleiding, integratie en reïntegratie van arbeidsgehandicapten.