Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
http://www.minbzk.nl
ROB: Uitruil politie en brandweer
Raad voor het openbaar bestuur: uitruil politie en brandweer
De brandweertaken in het kader van de rampenbestrijding dienen te
vallen onder een regionaal veiligheidsbestuur dat gaat over onder meer
brandweer en politie. De brandweer wordt daarmee meer regionaal, maar
tegelijkertijd dient de politie meer lokaal te worden. Alleen dan is
een regionaal veiligheidsbestuur acceptabel.
Dit stelt de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) in zijn advies
Veiligheid op niveau, een bestuurlijk perspectief op de toekomst van
de veiligheidsregio's. De Rob spreekt zich in dit advies uit over de
bestuurlijke organisatie van de veiligheidsregio's.
De Rob is van mening dat de politie in een aantal opzichten te sterk
regionaal is georiënteerd, terwijl bij de rampenbestrijding gesproken
kan worden van een te lokale gerichtheid van de brandweer. Er is een
voortdurende druk richting verdergaande centralisering, terwijl een
beweging in de richting van de burger ontbreekt. De Rob stelt daarom
een combinatiemodel voor waarbij schaalverkleining en schaalvergroting
samengaan.
In het combinatiemodel vormen de gemeenten van een regio een regionaal
veiligheidsbestuur. De bestuurlijke vorm is een wettelijk verplichte
gemeenschappelijke regeling waarbij het minimum takenpakket en de
deelnemende gemeenten bij wet worden vastgesteld. Het
veiligheidsbestuur vervangt het Algemeen Bestuur van de
Brandweerregio, het Algemeen Bestuur van de Geneeskundige Hulp bij
Ongevallen en Rampen (GHOR) en het Regionaal College van de
politieregio.
De vorming van een regionaal veiligheidsbestuur leidt ertoe dat de
middelen van de politieregio naar de veiligheidsregio gaan. Een deel
van die middelen moet worden ingezet voor lokale
veiligheidsactiviteiten. De rijksoverheid stelt de omvang van de
bedragen per gemeente vast. De beslissing over de besteding van deze
middelen ligt op lokaal niveau. De omvang van de bedragen is de
uitkomst van een politieke discussie, waarbij verantwoord zal moeten
hoeveel aandacht daadwerkelijk wordt besteed aan de lokaal bepaalde
veilige leefomgeving.