Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DN. 2003/458
datum
03-03-2003
onderwerp
Opruiming van met Phytophtora ramorum besmette rododendronstruiken
TRC 2003/1510
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij informeer ik u over de tenuitvoerlegging van maatregelen, ter voorkoming van de verspreiding van de schimmel Phytophtora ramorum in Nederland. Het betreft het opruimen van aanplantingen van rododendrons, die zijn aangetast door deze schimmel. De Plantenziektenkundige Dienst is begonnen met de verwijdering van opstanden van aangetaste rododendrons.
Phytophtora ramorum, de veroorzaker van deze besmettelijke plantenziekte, is vanaf het midden van de negentiger jaren van de vorige eeuw in verschillende Europese landen (onder andere Engeland, Duitsland, Frankrijk, Denemarken) aangetroffen, tot dusver alleen op rododendronstruiken. Een variant van deze schimmel heeft in Californië geleid tot massale afsterving van eiken- en beukenbossen.
datum
03-03-2003
kenmerk
DN. 2003/458
bijlage
Naar aanleiding van deze ontwikkeling heeft de Commissie van de
Europese Unie de lidstaten opgedragen, het vóórkomen van deze schimmel
te onderzoeken en maatregelen te treffen, om de verspreiding tegen te
gaan. Daarop heb ik de Plantenziektenkundige Dienst opdracht gegeven,
om een survey uit te voeren. Er worden inspecties uitgevoerd op 800
locaties in het buitengebied (bos, natuurterreinen, landgoederen) en
op locaties in circa 500 gemeenten (twee inspecties per gemeente; de
helft in het stedelijk gebied en de andere helft op de grens van
groene ruimte en stedelijk gebied). Ook de boomkwekerijsector is in de
survey betrokken. Deze survey loopt van september 2002 tot juni 2003.
Tijdens de survey zal een 'no-regret'-beleid worden gevoerd. Dit houdt
in dat indien een aantasting wordt vastgesteld, de eigenaar dringend
wordt geadviseerd om de besmette planten op te ruimen volgens een door
de Plantenziektenkundige Dienst vastgesteld protocol. Vatbare planten
binnen een straal van twee meter om de zieke plant dienen ook
verwijderd te worden. Eveneens wordt geadviseerd om de eerste drie
jaren niet te herplanten met vermoedelijk vatbare soorten, zoals eik,
beuk en bosbes.
Door de vertegenwoordigers van de terreinbeherende organisaties en
particuliere boseigenaren is volledige medewerking toegezegd aan de
uitvoering van deze maatregelen. Voor de boomkwekerijsector zijn in
overleg met de sector maatregelen getroffen, die worden uitgevoerd.
Er is ook een begin gemaakt met een onderzoeksprogramma. Het onderzoek betreft: waardplantonderzoek, populatieonderzoek, epidemiologie en verspreidingsmechanismen onderzoek en opties voor bestrijding. Op grond van de uitkomst van de survey en van de resultaten van diverse lopende onderzoeken, zal ik besluiten welke structurele maatregelen nodig zijn. Deze vervolgaanpak is mede afhankelijk van de aard en de omvang van de verspreiding, de kans op succesvolle bestrijding, de mogelijke inschatting omtrent het beheersbaar houden en de kennis over de mogelijke risico's voor inheemse planten en bomen.
Inmiddels is op diverse plaatsen Phytophtora ramorum aangetroffen; tot
dusver alleen in rododendron. In enkele gevallen gaat het om vondsten
in grootschalige aanplantingen, sommige daarvan zijn reeds meer dan
100 jaar oud en landschapsbepalend. Onder andere is recent een
uitgebreide aantasting gevonden op een terrein waar de belangrijkste
collectie van rododendronsoorten van Nederland wordt gehouden. De soms
decennia oude aanplantingen kunnen een grote landschappelijke en
emotionele waarde vertegenwoordigen. Betrokkenen zullen hieromtrent
goed geïnformeerd worden.
In overleg met betrokkenen is daartoe een communicatieplan opgesteld.
Onderdeel daarvan is ook het op de hoogte houden van het algemeen
publiek, onder meer via informatie op de website van LNV.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
---