Gemeente Barendrecht

Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht, gehouden op maandag 3 maart 2003 om 20.00 uur.

Aanwezig:
de heer M.Th. van de Wouw, voorzitter, de dames W.S. Batenburg-van Veen, S.J.A. ter Borg, A. Feenstra-Keijzer, I.C. Monhemius-van der Veen, M.Th. van Wilgenburg-Beernink, de heren A. Aarssen, F. van Bodegraven, M. de Graaf, Joh. van Harten, W.B. van der Hoek, J.B. de Jager, S.D. Kelder, P.J. Kleinjan, M.H.J. van Kruijsbergen, A. Luijendijk, B.J. Nootenboom, K.J. Orsel, D. Vermaat, C. Versendaal, A. van Wingerden, J.T. IJzerman, S.N. Zuurbier, leden en mevrouw G.E. Figge, griffier.

Mede aanwezig:
de heren G.A.C. Schoehuizen, C. Silvis en P. van Vugt.

Afwezig:
mevrouw C.W. Righolt-Dam.

Notulist:
mevrouw A.L. Mak.

De voorzitter
opent de vergadering en heet een ieder van harte welkom. De heer Aarssen wordt van harte gefeliciteerd met zijn benoeming tot griffier in de gemeente Albrandswaard.

PUNT 1
Vaststelling van de agenda.

Op verzoek van de heer Nootenboom wordt ingekomen stuk 12 als punt 7 aan de agenda toegevoegd.

PUNT 2
Notulen van de vergadering gehouden op 27 januari 2003

De voorzitter zegt toe dat de schriftelijke beantwoording van de heer Silvis, zoals staat vermeld op blz. 5 bij punt 6 noot notulist, alsnog zal worden toegevoegd.

PUNT 3
Ingekomen stukken


1. Een motie van de gemeente Langedijk inzake wachtlijsten jeugdhulpverlening en bepaalde vormen van onderwijs.

De heer Vermaat zou graag willen weten hoe dit in de gemeente Barendrecht is. Aan de ene kant de uitvoering van de taak die we hebben en aan de andere kant de problemen waar we tegenaan lopen.

Wethouder Schoehuizen merkt op dat de Stadsregio Rotterdam aanzienlijke sommen geld extra heeft geïnvesteerd in het bureau Jeugdzorg met de doelstelling wachtlijsten te verminderen en spreker moet zeggen dat hij enigszins geschokt was over de resultaten daarvan want die wachtlijsten zijn nauwelijks geslonken, integendeel, zelfs nog wat toegenomen. Exacte, goede cijfers waren niet beschikbaar, maar zodra die beschikbaar zijn dan zal de raad die zeker ontvangen.

Mevrouw Van Wilgenburg verzoekt de raadsleden deze motie te ondersteunen.

De voorzitter concludeert dat alle fracties deze motie ondersteunen.


2. Een motie van de gemeente Woensdrecht inzake imam El Moumni.


3. Een motie van de gemeente Putten inzake vergoeden kosten voor de aanschaf van flitspalen en bijbehorende apparatuur.

De heer Van Wingerden verzoekt de voorzitter te inventariseren of een meerderheid van de raad steun wil betuigen middels een door de griffie opgestelde brief.

De PvdA, GroenLinks, D66 en VVD (met uitzondering van één lid van de fractie), ondersteunen de suggestie van de heer Van Wingerden.

De CDA ondersteunt dit niet.

De heer Orsel vraagt zich naar aanleiding van de lijst van ingekomen stukken af wat "voor kennisgeving aannemen" betekent.

De voorzitter antwoordt hierop "voor kennisgeving aannemen" en er verder niets mee doen.


4. Schrijven van 23 januari 2003 van Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen waarbij het meerjarenbeleidsplan 2003-2006 wordt aangeboden.


5. Schrijven van 27 januari 2003 van Stadsregio Rotterdam waarbij nadere informatie wordt verstrekt over de beleidsnotitie WGR-plus.


6. Een besluit van 28 januari 2003 van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland waarbij goedkeuring wordt verleend aan bestemmingsplan "Riederhoek".


7. Schrijven van Bestrijding Akoestische Milieuvervuiling inzake het schaden van de gezondheid door elke vorm van (geluids)overlast.


8. Schrijven van 6 februari 2003 van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland waarbij aanvullende gegevens worden verstrekt inzake de vergunningaanvraag van de gemeente Barendrecht voor de aanleg van een waterpartij Gaatkensplas fase 2b.


9. Een besluit van 6 februari 2003 van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland waarbij goedkeuring wordt verleend aan bestemmingsplan "Sportpark Smitshoek".


10. Schrijven van 11 februari 2003 van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat inzake reactie van de minister van Verkeer en Waterstaat betreffende de primaire spoorverbinding Rotterdam-België (RoBel).


11. Schrijven van 10 februari 2003 van Afval Overleg Orgaan inzake nieuwe gemeentelijke doelstellingen voor restafval en bronscheiding van huishoudelijk afval (stedelijkheidsklasse 3).

De heer Vermaat wil dit punt graag in de commissie behandeld hebben.


12. Een antwoordbrief van burgemeester en wethouders aan de CDA gemeenteraadsfractie Barendrecht op de gestelde vragen inzake de sloop van huizen aan de 1e Barendrechtseweg.


13. Schrijven van 21 januari 2003 van het Comité 4 mei herdenking waarin om subsidie wordt verzocht voor het jaar 2003.


14. Schrijven van 16 januari 2003 van de heer dr. N.B.M. Brantjes inzake bedenkingen en bezwaar tegen het verlenen van een sloopvergunning voor 7 woningen ten noorden van de A15 en het verlenen van een kapvergunning voor het kappen van bomen.


15. Schrijven van de bewoners van de woningen 1e Barendrechtseweg 41, 43, 45, 47 en 49 inzake bedenkingen en bezwaar tegen het verlenen van een sloopvergunning voor 7 woningen ten noorden van de A15 en het verlenen van een kapvergunning voor het kappen van bomen.


16. Schrijven van 14 januari 2003 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties waarbij wordt aangeboden een verkennende notie over de invoering van de direct gekozen burgemeester.

De heer Vermaat merkt op dat de PvdA dit geen stuk vindt wat in handen van het college van b&w gesteld zou moeten worden, en stelt voor dit in de commissie te behandelen en te laten voorbereiden door de griffie.


17. Verzoek van 5 februari 2003 van de heer P. Schuitemaker om toekenning van planschadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wegens waardevermindering van de woning Schoener 103.


18. Schrijven van 4 februari 2003 van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland inzake financieel toezicht in een duaal stelsel en een schrijven van 19 februari 2003 van de griffier van de gemeente Barendrecht eveneens inzake financieel toezicht in een duaal stelsel.

Tevens stellen wij u voor uitstel te verlenen voor het opstellen van een verordening als bedoeld in artikel 213A van de Gemeentewet voor de duur van één jaar.

De heer IJzerman heeft er op zich geen moeite mee om formeel uitstel te krijgen van het opstellen van een verordening voor de uitvoering van doelmatigheidsonderzoeken. Waar D66 meer moeite mee heeft is de zinsnede die op de brief van de griffier staat: "dat thans binnen de organisatie allerlei zaken spelen" en dat dit de reden is voor het uitstellen van de verordeningen voor doelmatigheidsonderzoeken. In de commissie Middelen heeft spreker al vaker vragen gesteld over de uitvoering van de doelmatigheidsonderzoeken en D66 is van mening dat er op dit moment te weinig op dat vlak gebeurt. We beperken ons tot rechtmatigheidsonderzoeken terwijl doelmatigheidsonderzoeken zowel voor het college als voor de raad een meerwaarde kunnen hebben enerzijds om de bedrijfsvoering te verbeteren, anderzijds om inzicht te krijgen in de bedrijfsvoering. D66 vindt dat, om de controlerende taak van de raad goed te kunnen uitvoeren, er
doelmatigheidsonderzoeken uitgevoerd moeten worden. D66 wil wel meegaan om uitstel te geven voor het opstellen van de verordening daarvoor maar wil geen toestemming geven om af te zien van die doelmatigheidsonderzoeken.

De voorzitter merkt op dat niemand met de heer IJzerman van mening zal verschillen. Echter op dit moment is de inzet van mensen zodanig dat het eerst gericht is op de omturning van de monistische begroting naar de duale begroting.

Wethouder Schoehuizen merkt op dat er een nieuwe functionaris voor financiën zal komen die speciaal belast gaat worden met dit onderdeel. Bovendien ligt het in het voornemen om dit jaar, ondanks deze problematiek, toch nog te komen tot een doelmatigheidsonderzoek als deze functionaris in dienst is getreden. Met de huidige capaciteit is het helaas niet mogelijk om dat allemaal te vervullen.

De heer IJzerman vindt één doelmatigheidsonderzoek in een periode dat de raad al bijna twee jaar zit erg mager, want ook vorig jaar is het aantal doelmatigheidsonderzoeken niet gehaald. Ook is de rekeningcommissie al een stukje opgeschoven en is er aanzienlijk geschrapt in het budget voor extern onderzoek. D66 is van mening dat de controlerende taak van de raad op dit moment onvoldoende invulling krijgt. Nogmaals, D66 wil best instemmen met het formele traject, maar vindt het zoals het op dit moment gaat niet juist.

Wethouder Schoehuizen merkt op dat tot dusver 2 à 3 doelmatigheidsonderzoeken per jaar zijn uitgevoerd. Overigens is hij het met de strekking van het idee van de heer IJzerman voor die controlerende taak van de raad eens. Doelmatigheid staat hoog in het vaandel en we proberen daar invulling aan te geven voor zover de capaciteit dit toelaat.

De heer Van Bodegraven merkt op dat de CDA-fractie met het uitstel kan instemmen en neemt aan dat het plan van aanpak in de commissie Middelen komt.

Moet de indemniteitsprocedure door de raad worden vastgesteld?

Mevrouw Figge antwoordt dat dit vastligt in de gemeentewet.

Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

PUNT 4
Beslispunten

4.1 Planschadeverzoek Klaproos 46

Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

4.2 Planschadeverzoek Grondmolen 13

De heer Kleinjan vraagt zich af of het het overwegen waard is om bij "lage" bedragen te denken aan een minnelijke schikking.

Wethouder Silvis merkt op dat de adviserende afdelingen gevraagd is een notitie op te stellen aangaande planschade met de vraag of er een drempelbedrag ingevoerd kan worden en wat de hoogte van dat drempelbedrag zou kunnen zijn. Bovendien weten we dat in het kader van de wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het planschadeartikel ook gaat wijzigen in die zin dat een deel van de schade voor rekening van de betrokkene zelf komt. Het maatschappelijk aanvaardbaar risico wordt dan nader gedefinieerd. Op korte termijn kan de raad een notitie verwachten, tot dan zijn we gehouden de verordening te volgen die de raad heeft vastgesteld.

De heer Zuurbier merkt op dat er destijds om deugdelijke redenen voor is gekozen om die planschade door een onafhankelijk bureau te laten bepalen en tot nu toe is de VVD-fractie buitengewoon tevreden over de wijze waarop de planschadetoekenning en de bepaling tot stand komt.

Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

4.3 Planschadeverzoek Gebroken Meeldijk 3

Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

PUNT 5
Raadsvoorstel inzake de Zuidpolder

De heer Nootenboom
geeft aan dat de CDA-fractie voorstander is van de wijziging op het beleidsprogramma aangaande de zinsnede over de Zuidpolder. De voorgestelde tekst past exact in het beeld dat de CDA-fractie voor ogen heeft voor de inrichting van de Zuidpolder. Met belangstelling is kennis genomen van het door het college opgestelde communicatieadvies. Met het college is de CDA-fractie van mening dat een referendum in dit geval geen goed instrument is om ingezet te worden bij de inrichting van de Zuidpolder. De door het college opgesomde bezwaren kennen financiële, juridische en organisatorische aspecten die naar mening van het CDA zwaar wegen. Om de inwoners van Barendrecht te betrekken zijn andere instrumenten voorhanden die ingezet kunnen worden. Naar mening van de CDA-fractie komt het gebruik van bestaande adviescolleges onvoldoende tot uiting. In het voorstel zouden deze adviescolleges slechts meedraaien in de klankbordgroep en deze klankbordgroep heeft slechts de taak het proces te volgen en waar nodig bij te sturen. Hier concludeert spreker uit dat we geen inhoudelijke bijdrage hoeven te verwachten van de klankbordgroep. Is dat zo? Het college stelt een tweetal hoorzittingen voor en een tweetal enquêtes. De CDA-fractie is voorstander van betrokkenheid van de inwoners van Barendrecht bij de ontwikkeling van dit plan. De fractie heeft echter wat koudwatervrees over het voorgestelde proces en een ieder weet dat het geld voor leuke dingen de komende jaren op is. We zijn zeer beperkt in de mogelijkheden. De CDA-fractie is bang dat enthousiaste burgers zich gaan storten op inspraak op de Zuidpolder en actief gaan meedoen in hoorzittingen en enquêtes en later gefrustreerd raken omdat van al hun wensen niets terecht zal lijken te komen omdat we het niet kunnen betalen. Laten we niet in deze valkuil stappen. Wat de CDA-fractie betreft mag het best een onsje minder zijn en zou het hele proces wat simpeler opgezet en bijgestuurd kunnen worden. De gedachten van de CDA-fractie gaan dan meer in de richting van het in het leven roepen van een groep vertegenwoordigers van de reeds aanwezige adviesorganen en bewonersorganisaties. Dit zijn mensen die een breed geheel vertegenwoordigen, ieder op zijn eigen terrein. En deze club mensen gaat dan aan de gang met de randvoorwaarden die wij als raad stellen en komt dan met een voorstel. Dit voorstel zal dan eventueel onderwerp van discussie kunnen zijn in het door de raad en college georganiseerde hoorzitting. Na een eventuele bijstelling van het voorstel kan de raad dan het definitieve besluit nemen. Gedurende dit proces wordt regelmatig gecommuniceerd met de burgers. Dit voorstel bevat naar mening van de CDA-fractie ook ruim voldoende elementen van inspraak en betrokkenheid. Er wordt ook de mening gevraagd omtrent een aantal randvoorwaarden. Wat de CDA-fractie betreft gaan we dit jaar al aanpassingen en investeringen zien in de Zuidpolder. De tegenvraag aan het college is wat in dit kader van het communicatietraject dan mogelijk is?

Als er enquêtes gehouden gaan worden dan zou de eerste een inventariserende enquête moeten zijn en de eventuele tweede een raadgevende. En nogmaals, als er geënquêteerd gaat worden, dan wat de CDA-fractie betreft onder de inwoners van 12 jaar en ouder. Tenslotte stelt het college voor dit gehele proces met EUR 25.000,00 af te kunnen ronden. Is dat een grove inschatting, een ongeveer-bedrag, een maximumbedrag of een fundamenteel onderbouwd bedrag? Zeker als er externe deskundigen ingehuurd moeten gaan worden dan lopen dit soort bedragen in de regel al snel op. Wellicht kan het college dit wat nader toelichten.

De heer Zuurbier
deelt mee dat er mogelijk twee woordvoerders uit de fractie zullen zijn. De heer Zuurbier zal een reactie geven over het beleidsprogramma en over het communicatieonderdeel. Mocht er inhoudelijk nog over de plannen gesproken worden, zoals die bediscussieerd zijn in de commissie van 4 februari 2003, dan zal de heer Kelder daar op in gaan.

Spreker neemt het verkiezingsprogramma van de partij ter hand en citeert hieruit het volgende: "de ruimte in Barendrecht is inmiddels schaars geworden. De groene buffer, de Zuidpolder gelegen tussen de woonbebouwing en de Oude Maas, dient te worden gehandhaafd". In het verkorte programma stond dat "de Zuidpolder vrij wordt gehouden van structurele bebouwing". Dit betekende dat de VVD-fractie zich kon vinden in de omschrijving van het beleidsprogramma zoals die thans nog in het beleidsprogramma staat omdat waar je spreekt over structurele bebouwing de VVD-fractie er vanaf het begin vanuit is gegaan dat als je de natuurwaarde wilt versterken en een recreatieve functie aan sommige delen wilt geven in ieder geval geïsoleerd liggende bebouwing ten dienste van de functie noodzakelijk kan zijn. Met het beleidsprogramma op de achtergrond en met deze uitleg is de VVD-fractie dan ook akkoord gegaan met losliggende delen en plannen die de fractie hebben bereikt. Zo is ingestemd met de aanleg van de begraafplaats, de Stichting De Kleine Duiker en het voorstel tot vestiging van de afvalwaterzuiveringsinstallatie aldaar. Als we nu een uitspraak moeten doen over twee tekstdelen dan ligt het in de lijn van deze redeneertrant dat de VVD zich kan vinden in de voorgestelde wijziging voor zover die van toepassing is ten oosten van de A29. In feite wordt daar het woordje "sport" aan toegevoegd en wordt hier gesproken over ondersteunende gebouwen. Het ligt anders met de voorgestelde tekst ten westen van de A29 en daar kan de VVD zoals dit thans voor ligt niet mee akkoord gaan om de reden dat met deze tekst bijvoorbeeld een Hevoplan zoals dat gepresenteerd is in de commissie van 4 februari 2003 zou kunnen worden uitgevoerd. De VVD-fractie vindt dat een plan wat voorziet in een inrichting van vijf hectare op een totaal van vijftien wel degelijk structurele bebouwing.

Ten aanzien van de communicatie is de VVD-fractie van mening dat het de raad is die nu een wijziging moet aanbrengen in haar eigen beleidsprogramma en vindt de fractie ook dat het de raad moet zijn die het initiatief moet nemen tot interactief bestuur met de burger en niet het college.

Niet omdat ze op dit punt in duaal wil gaan met het college, maar omdat de VVD-fractie van mening is dat het de raad is die moet constateren dat de opvattingen verschillend zijn en het de raad is die in zo'n geval richting de burger moet aftasten hoe zij daar over denken. De VVD-fractie vindt ook eigenlijk dat de raad dit initiatief snel naar zich moet toetrekken en het niet aan de burger moet overlaten. Spreker weet dat met name de BoCa van plan is een enquête te houden, en dat is heel goed. In het raadsvoorstel wordt een heel scala aan communicatiemiddelen genoemd en daar moet een keuze uit gemaakt worden. De VVD-fractie denkt dat het begin met een a-selecte enquête een uitstekend begin zou zijn, gevolgd door een hoorzitting. De VVD-fractie is geen voorstander van een referendum op dit punt omdat er ten eerste nog geen verordening is vastgesteld en de VVD zich aangesproken voelt door het argument dat een dergelijke enquête het gevaar in zich heeft om de gepassioneerde tegenstemmers met name actief te maken. De VVD-fractie denkt dat met een aselecte enquête gevolgd met een hoorzitting en wellicht in het vervolg daarna nog een communicatiestap er meer sprake is van een afgewogen, genuanceerde inspraak.

De heer Nootenboom
vraagt zich af wat er gebeurd is sinds de laatste commissievergadering waar de heer Kelder een vurig betoog hield over het voortschrijdend inzicht met betrekking tot de standpunten van de VVD-fractie op dit punt. Nu hoort spreker de heer Zuurbier kennelijk nieuw voortschrijdend inzicht vertalen?!

De heer Zuurbier
weet dat de heer Kelder in de bewuste commissievergadering heel duidelijk de nuances kenbaar heeft gemaakt en duidelijk heeft aangegeven dat er een dilemma bestaat.

Het procedurevoorstel in die commissie, wat niet een commissie was met de bedoeling om een besluit te nemen over het Hevoplan, maar met name de politieke opvattingen te peilen en vervolgens door middel van een procedurevoorstel te bekijken hoe we verder gaan. Dat voorstel was gegoten in drie vragen en deze vragen heeft de heer Kelder volledig beantwoord in de geest van wat spreker nu namens de fractie zegt.

De heer Kleinjan
merkt op dat de SGP/ChristenUnie in de Zuidpolder geen intensieve recreatie wenst en bij het eerder ingenomen standpunt blijft. Sommige Barendrechtse partijen laten helder zien wat verkiezingsretoriek is, zowel CDA als VVD hebben tijdens het lijsttrekkersdebat heel duidelijk gezegd dat er in de Zuidpolder niet gebouwd zou gaan worden. De VVD heeft de passage over louter extensieve recreatie voor lokale behoeften in het beleidsprogramma zonder slagen om de arm gesteund, maar de VVD heeft dit inmiddels genuanceerd.

Voor veel Barendrechters is het groen blijven van een deel van Barendrecht een belangrijk punt. Er wordt al heel veel gebouwd, waar is de grens?!. De SGP/ChristenUnie is bang voor een hellend vlak in de Zuidpolder. Als het principe van extensieve recreatie in de Zuidpolder eenmaal verlaten is kan er meer komen dan een amusementshal, een partycentrum of wat dan ook. In die zin vraagt de fractie zich af wat de waarde is van de wijziging in het beleidsprogramma.

Voor sommige politici wellicht tot het volgende plan dat zogenaamd uit de lucht komt vallen. Hevo gaat een onderzoek beginnen en houdt een presentatie. De fractie vraagt zich af wie Hevo gewezen heeft op de mogelijkheid van bebouwing en is het waar dat we vastzitten aan Hevo? Er is ambtelijke bijstand geregeld voor Hevo, wie heeft dat geregeld? Er is ook een zogenaamd "Hommersomplan", wat houdt dat in? De passage lokale behoefte is ook geschrapt in het tekstvoorstel. De SGP/ChristenUnie waardeert dit niet en wil liever niet teveel bovenbarendrechtse activiteiten, zeker niet als je eerst denkt aan extensief, dan wordt het intensief en dan ook nog bovenlokaal. Dat is een hele grote move. In de presentatie van Hevo werd duidelijk gesproken over een lagere grondprijs om iets te kunnen doen. Spreker heeft het idee dat het kostendragerverhaal niet klopt en wil graag helder hebben hoe dit zit. De SGP/ChristenUnie is tegen de beide wijzigingen in het beleidsprogramma.

Wat het communicatieplan betreft wenst de SGP/ChristenUnie een reële inbreng van de gewone Barendrechtse burger. Een klankbordgroep vol met "ons-kent-ons-mensen" en het bedrijfsleven levert hoogstwaarschijnlijk een project op met een grote maatschappelijke aantasting en hoeft er wat de fractie betreft niet te komen. De zinsnede dat nota bene de volksvertegenwoordigers desnoods ook nog vertegenwoordigd kunnen zijn doet de deur dicht. De SGP/ChristenUnie ziet wel iets in een goed georganiseerde hoorzitting en een aselecte enquête, waarvan de fractie overigens wel wil weten hoe die eruit ziet. Het lijkt de fractie bovendien zinnig, en zij wil dat dan ook nadrukkelijk meegeven, dat de burger iets te zeggen heeft of er extensief of intensief gerecreëerd mag worden. De fractie waardeert de ernst die het college maakt met het betrekken van de burger bij de plannen. Welk besluit we nu nemen ten aanzien van het communicatieplan blijft voor de SGP/ChristenUnie een beetje vaag in het voorstel. De zaken die in de conclusies staan kan de fractie in grote lijnen delen maar het is eigenlijk niet vervat in een afgerond en helder voorstel, dus vooralsnog wenst de SGP/ChristenUnie niet in te stemmen met het communicatietraject, maar wil eerst nader geïnformeerd en betrokken worden.

Mevrouw Monhemius
geeft aan dat D66 van mening is, was en blijft dat de Zuidpolder bestemd moet zijn voor natuur en extensieve recreatie gericht op de lokale behoefte. D66 is van mening dat de natuur- en landschappelijke waarde van het gebied behouden moeten blijven en zo mogelijk zelfs bevorderd. Precies zoals wij dit in ons verkiezingsprogramma hebben omschreven en zoals het ook in het beleidsprogramma van de raad is overgenomen. D66 heeft geen behoefte aan voorzieningen als een fastfoodrestaurant, een hotel, een amusementshal of een discotheek. Niet dat D66 tegen de komst van een discotheek is, integendeel. De komst van een discotheek, een jongerencentrum of een lounge zou D66 juist toejuichen, maar niet op deze locatie. Het Vaanpark zou bijvoorbeeld een uitstekende locatie zijn hiervoor, maar andere locaties zijn ook denkbaar. D66 legt zoveel nadruk op het behoud van de natuur in dit gebied omdat dit de enige strook groen in Barendrecht is die nog redelijk aaneengesloten is en als zodanig ook nog in verbinding staat met het groen in de buurgemeenten. Door meer bebouwing in dit gebied toe te staan lopen wij als gemeente het risico straks van grens tot grens bebouwd te zijn zonder dat er nog een plek is waar men kan genieten van rust en ruimte.

Want intensieve recreatie brengt niet alleen meer bebouwing met zich mee, er zal ook veel meer autoverkeer komen waardoor in de omliggende gebieden extensieve recreatie ook niet meer mogelijk is. D66 is en blijft dan ook tegen het wijzigen van het beleidsprogramma. Om burgers beter te betrekken bij het plannen maken rond de Zuidpolder stelt D66 voor om te beginnen met een aselecte enquête en vervolgens met een referendum af te sluiten.

De heer Van Kruijsbergen
geeft aan dat voor GroenLinks een openbare groene Zuidpolder zonder bebouwing met extensieve recreatie een heel belangrijk punt is. GroenLinks is een groot voorstander van de tekst zoals die nu in het raadsprogramma verwoord is en wil het ook niet op zijn geweten hebben om nu kaders op te gaan nemen die het einde van een groene Zuidpolder betekenen. GroenLinks is derhalve niet voor de voorgestelde wijziging zoals die wordt voorgesteld en is niet voor bebouwing ter ondersteuning van extensieve recreatie en zeker niet voor intensieve recreatie. GroenLinks vraagt zich, dit stuk lezende, oprecht af of er nu eigenlijk nog wel wat te kiezen valt. Een aantal zaken wordt vrij strategisch omschreven en een aantal als vrij vaststaand genoemd, zoals "ongeveer 5 hectare zal ingezet worden voor het realiseren van een vrijetijdscentrum". Dit zo lezende dan lijkt alles al in kannen en kruiken, maar spreker betwijfelt dat.

Wat de communicatie betreft maakte de heer Nootenboom de opmerking dat we als Barendrecht geen geld meer hebben voor "leuke dingen", het moet allemaal wat soberder, maar communicatie met de burger zou spreker toch niet willen afdoen met een "leuk ding". Voor GroenLinks is het een essentieel punt waar we vier jaar keihard aan moeten werken. Wat het communicatieadvies zelf betreft had de fractie gehoopt op een notitie waarin verschillende communicatiewijzen objectief op een rij gezet zouden worden met daarbij voor- en nadelen. Dit stuk is weinig objectief, de voorkeur druipt er vanaf en er wordt doelbewust naar een bepaalde variant toegeschreven. Hoe kan het zo zijn dat een referendum louter nadelen kent en een aselecte enquête louter voordelen?! Ook een uitspraak als "duizend mensen de kans geven hun mening te geven levert een betrouwbaarder beeld op dan 36.000 inwoners". Spreker zou die uitspraak niet graag op zijn geweten willen hebben. De notitie mist alle doel, er zit geen methodische vergelijking in, het biedt geen uitputtend overzicht en op basis daarvan kan er geen enkele goede afweging gemaakt worden. Het ergst vindt GroenLinks nog de conclusie waarin een aantal dingen wordt beweerd zoals "een volledig interactieve insteek is niet mogelijk". Waarom? Gezien het feit dat een aantal dingen al min of meer vaststaan. Ook over het begrip kostendragers zal nog eens uitgebreid gesproken moeten worden. Spreker verwijst naar een brief van de heer Nootenboom in De Schakel van afgelopen week waarin hij het intensieve recreatiepark van Hevo een kostendrager noemt. In de commissievergadering is duidelijk gebleken dat het de gemeente helemaal niets oplevert, alleen maar het lager inbrengen van de gronden, dus het kost de gemeente geld in plaats van dat het de gemeente geld oplevert. Spreker vraagt zich dan ook af wat dan de kostendrager is en hoe we dat naar buiten toe gaan verkopen.

In het stuk van de conclusie staat "een aantal dingen staat al vast, maar toch willen we een communicatieplan opstarten wat het interactieve karakter benadert". Het woordje "toch" impliceert alsof het een soort gunst is dat we met de burgers communiceren. De tekst: "natuurlijk zullen veel mensen voor voorzieningen als sport en recreatie kiezen en minder mensen voor een gewild onderdeel als een restaurant en discotheek terwijl het financieel wel verantwoord is" roept de vraag op wat er nou straks gaat gebeuren met de resultaten die binnenkomen. Er staat nu dat het een basis vormt voor verdere planvorming, maar wat is dat dan? GroenLinks zou hier graag wat meer over vernemen van de wethouder. Ook vraagt spreker zich af of burgers in de enquête kunnen kiezen voor groen, want er wordt nu automatisch vanuit gegaan dat er voor een restaurant, hotel of fastfoodrestaurant wordt gekozen. En wat gebeurt er als er voor groen gekozen wordt? BoCa is een heel sympathiek initiatief gestart om enquêtes af te nemen onder 570 huishoudens. Gaan wij iets met die resultaten doen? Wat voor plaats krijgt die actie in ons proces?

GroenLinks is van mening dat zij dit niet-objectieve communicatieplan op geen enkele wijze kan onderschrijven. De Zuidpolder is een belangrijk groen onderdeel van Barendrecht en alle Barendrechters moeten de kans krijgen zich uit te spreken of zij voor of tegen bebouwing zijn en naar mening van GroenLinks moet dat middels een referendum aan het begin van het proces geschieden en er op basis daarvan vervolgstappen kunnen worden bepaald.

De heer Vermaat
merkt op dat de PvdA-fractie niet voor bebouwing in de Zuidpolder is omdat het een uitgerekt landschap is wat een natuurlijke buffer is tussen de Oude Maas en de rest van de bebouwing. We hebben als Barendrecht wat dat betreft een uniek stuk en als je zo'n uniek stuk hebt dan moet je daar erg zuinig mee zijn. Echter af en toe zal je het "unieke" moeten loslaten. Zo is dat bijvoorbeeld gebeurd met het aanleggen van de waterzuiveringsinstallatie. Bovendien is het de vraag of de Zuidpolder diezelfde waarde heeft in zijn totaliteit als het had en wat de PvdA betreft is dat dus niet het geval. Vanuit maatschappelijk oogpunt gezien heb je niets meer aan het beoogde stuk, is het een "overhoek", en ook voor de traditionele landbouwer is het stuk te klein om het echt op een verantwoorde manier in exploitatie te brengen. En of het voor de alternatieve landbouw zin heeft is ook nog maar vraag. Spreker neemt aan dat het college die vijf hectare heeft genoemd omdat dat de hectaren zijn die ter beschikking staan. De PvdA-fractie vond en vindt dat we bebouwing op dat stuk moeten kunnen realiseren. De PvdA is dan ook van mening dat we het beleidsprogramma op dat punt meer helder moeten neerzetten en wijzigen.

Als we het beleidsprogramma echter laten zoals het is, dan moeten we geen geld investeren want dan zijn er nog andere projecten waaraan gewerkt zou kunnen worden zoals de centrumstudie.

In de notitie wordt aangegeven dat een referendum op dit moment niet zou kunnen omdat er nog geen verordening op is. Naar mening van de PvdA-fractie zou dan eerst de verordening moeten worden vastgesteld en wordt daarin bijvoorbeeld vastgelegd wat de opkomst moet zijn om een referendum geldig te maken.

De PvdA-fractie kan op voorhand zeggen dat wat hen betreft op zijn minst 40% van de bevolking moet hebben deelgenomen. Spreker is het eens met de diverse sprekers dat als je zo'n werkgroep wilt optuigen je zelf mensen moet kunnen inhuren en een bedrag van EUR 25.000,00 dan onvoldoende is. Doe je dat niet dan dreigt zo'n groep al heel gauw een interessante praatgroep te worden waar weinig concreets uitkomt. De notitie ziet de PvdA-fractie meer als een grove schetst. De ideeën die naar voren zijn gebracht om een hoorzitting te houden, te enquêteren en uiteindelijk de beslissing aan de raad over te laten lijken de PvdA-fractie een prima methode.

De PvdA-fractie is het niet eens met de zin die begint met "dit geldt zowel voor het gebied ten westen van de A29 tussen infocentrum en snelweg als voor het gebied ten oosten van de A29 omgeven door de Kilweg, Achterzeedijk, 3e Barendrechtseweg en de afvalwaterzuiveringsinstallatie".

De PvdA-fractie gaat ermee akkoord als we een traject in gaan waarin wordt gekeken hoe we op een verantwoorde manier een aantal voorzieningen ten westen van de A29 zouden kunnen realiseren, maar de PvdA-fractie is het er niet mee eens dat sport, recreatie en horecavoorzieningen in het landschappelijk waardevolle gebied zouden kunnen worden gerealiseerd.

Wethouder Silvis
merkt op dat het een gebied betreft van 450 hectare. In het bestemmingsplan is 75 hectare recent uitgewerkt om de ontwikkeling van die groen en recreatieontwikkeling te realiseren en in datzelfde plan is tevens aangegeven dat we een tweede fase willen van 75 hectare die overigens vele jaren later komt. In het totale gebied van 450 hectare praat je maar over een deel waar wat hardere voorzieningen in zouden moeten ter ondersteuning van natuur en recreatie in zijn algemeenheid. Omdat het nog heel algemeen is en het om hele lange ontwikkelingsprocessen gaat, kun je daar nu moeilijk al mee naar de burger. Naar mening van spreker is de discussie in de raad, wel of niet de Zuidpolder volbouwen een foute tegenstelling. Het gaat binnen het totale gebied over een aantal initiatieven die het mogelijk moeten maken voldoende geld te genereren om die ambitie waar te maken die we neergelegd hebben, namelijk de groen- en recreatieontwikkeling in de Zuidpolder, de versterking van de Oude Maaszone. Als we benadrukken dat het alleen maar voor lokaal kan dan zal elke andere overheid zeggen, prima doe het lokaal. Echter er is nog niets van onze ambitie gerealiseerd en spreker voorspelt dat als we nog een tijdje zo doorpraten er wellicht ook helemaal niets gebeurt en dat zou zonde zijn. Getracht wordt te zoeken naar externe financiers, zoals provincie en een landelijke overheid die ook die versterking van die natuur en recreatie in hun programma's hebben. Echter die overheden willen, als zij geld investeren, ook van ons weten welke kostendragers wij inbrengen. Spreker dacht dat er in de commissievergadering redelijke consensus bestond over het gebied ten oosten van de A29. Voor het gebied ten westen van de A29, het gebied waar de Hevostudie zich op gericht heeft, is gekozen om wat intensievere bebouwing toe te staan. Je zit daar in de geluidzone van de A29, er liggen bovendien de nodige leidingen in het gebied waardoor je het hele gebied niet zomaar kunt bebouwen, dus het is qua extensieve recreatie niet het meest aantrekkelijke, en het is heel aantrekkelijk qua verkeersontsluiting.

De kostendragers zorgen er voor dat daar
sportvoorzieningen/recreatieve voorzieningen komen ten behoeve van de burgers in Carnisselande en bestaand Barendrecht. De gemeente hoeft niet in die voorzieningen te investeren want de kostendragers dragen de grondkosten, de infrastructuurkosten, de realisering van die gebouwen en de exploitatie van die gebouwen. Kiezen we hier niet voor dan hebben we in heel Carnisselande één sportpark met vier tennisvelden en een aantal gymlokalen dan wel sportvoorzieningen die we bij de clusters organiseren en voor de rest dus niets. En er is ook geen geld voor uitgetrokken in de Barendrechtse begroting, want toen die plannen zich ontwikkelden was duidelijk dat dit via zo'n kostendrager als bijv. een hotel meegenomen kon worden zodat je een aantrekkelijke exploitatie op dat gebied zou kunnen realiseren. Hevo heeft daar in samenwerking met het college een onderzoek naar de haalbaarheid voor gedaan en de gemeente heeft haar wensen ten aanzien van voorzieningen die we in Barendrecht nog niet hebben zoals bijvoorbeeld een evenemententerrein kenbaar gemaakt. Natuurlijk zijn er best nog kritische noten, maar de vraag aan de raad is of zij het college de ruimte geeft om dat initiatief nader uit te werken. Primair gaat het om het idee of er zo'n plek is voor die recreatieve ontwikkelingen ten behoeve van de Barendrechtse burgers die we nu niet hebben en die financieel niet voorzien zijn.

Spreker denkt dat in commissieverband gekeken zal moeten worden hoe we met de communicatie om kunnen gaan, als er van de burger überhaupt iets te vragen valt, want als hij GroenLinks, VVD of D66 hoort dan staat het eigenlijk al vast in het verkiezingsprogramma. Spreker is het met de heer Zuurbier eens dat we de buffer moeten handhaven en het een groene buffer moet worden met losliggende plandelen zoals hij dat noemt.

De heer Kleinjan
hoort de wethouder zeggen dat, als er een Hevoproject zou komen ten westen van de A29 het de gemeente niets kost, maar het levert de gemeente toch ook geen cent op?

Wethouder Silvis
bestrijdt dit want het levert de gemeente sportaccommodaties op waaronder tennishallen waar anders geld bij moet en dat geld heeft de gemeente zelf niet.

De heer IJzerman
wijst erop dat in het basisdocument van Carnisselande is aangegeven de tennisbanen commercieel te exploiteren, dus in die zin snapt spreker niet dat we daar juist kostendragers voor moeten hebben waaraan we niets verdienen.

Wethouder Silvis
geeft aan dat er bij het inrichten van een gebied ook een forse investering in de infrastructuur nodig is. Normaal gesproken legt de gemeente de infrastructuur aan en worden de gronden tegen een schappelijke prijs aangeboden. In dit geval wordt de infrastructuur gedragen door het project.

Het proces richting burger hangt er vanaf wat je gaat vragen en waarop je als gemeente wilt inzetten. In dit communicatieadvies is een aantal elementen aangedragen, maar spreker begrijpt dat er nog geen eenduidig beeld is en als er een meerderheid is voor handhaving van het huidige beleidsprogramma dan vraagt hij zich af wat we daadwerkelijk aan de burger gaan vragen. Overigens wil hij er wel op wijzen dat ook het groen houden van de Zuidpolder enorm veel geld kost.

De voorzitter
denkt dat het goed is om ten aanzien van het communicatieplan, op grond van de gemaakte opmerkingen, met de afdeling Communicatie te bekijken wat het communicatieplan zal zijn dat via de commissie aan de raad zal worden voorgelegd.

De heer Nootenboom
wil nog eens expliciet vermelden dat ook de CDA-fractie voorstander is van groen en recreatie en dat ook zij niet willen dat de Zuidpolder helemaal volgebouwd gaat worden. De CDA-fractie heeft voor de insteek gekozen dat we kansen hebben. Kansen om met de Zuidpolder die dingen te doen die we graag zouden willen en dat betekent dat je dingen moet geven en nemen. De wethouder heeft wat dat betreft heel goed aangegeven waar het om draait. Het gaat met name over de kostendragers en van tweeërlei zijden werd aangegeven dat het ons alleen maar geld kost, maar naar mening van de CDA-fractie levert het wat op, namelijk accommodaties. Een ander misverstand wat spreker graag uit de weg wil ruimen is dat de heer Van Kruijsbergen opmerkte dat spreker inspraak als "een leuk ding" bestempelt. Wat spreker hiermee bedoelde zijn de investeringen die de CDA-fractie graag zou willen zien. De meningen van de diverse fracties peilende, bekruipt spreker het gevoel dat we de inwoners van Barendrecht dingen gaan onthouden met name op het gebied van recreatie en ontspanning. We kunnen ervoor kiezen de Zuidpolder te laten liggen zoals die nu is en agrariërs de kans laten, maar de CDA-fractie is er van overtuigd dat dit beeld niet meer bij Barendrecht past. We moeten ook constateren dat er flink wat Barendrechters bij zijn gekomen die behoefte hebben aan recreatie en ontspanning. Overigens hoeft, als je het over recreatie in de Zuidpolder hebt, dat niet altijd met autobewegingen gepaard te gaan. Er kunnen mooie fiets- en wandelpaden aangelegd worden en ook dat is investeren op het gebied van recreatie en ontspanning.

De heer IJzerman
ziet niet in wat je zonder auto bij een McDrive moet.

De heer Nootenboom
vindt het flauw dat er iedere keer wordt teruggegrepen op dat soort voorzieningen. Het gedeelte van de Zuidpolder waar de heer IJzerman op doelt is maar een klein gedeelte. Door de kostendragers kunnen we ook andere zaken realiseren en dan ontkom je er niet aan dat daar ook autobewegingen plaatsvinden. Spreker heeft zich verbaasd over de opstelling van de VVD-fractie en constateert een gedraai van jewelste aan de VVD-zijde. Volgens spreker is er door de heer Kelder in de commissievergadering geen enkel voorbehoud gemaakt of enige nuancering aangebracht. In de gezamenlijke commissie Grondgebied en Samenlevingszaken was een raadsmeerderheid om dit punt op de agenda van deze raadsvergadering te zetten.

Als de VVD-fractie tijdens de commissievergadering aangegeven had wat de heer Zuurbier nu heeft gezegd, dan had dit onderwerp, naar mening van spreker, helemaal niet in de raadsvergadering van vanavond aan de orde gekomen. Nogmaals, spreker vindt dit gedraai raar en hoopt dit niet met meer onderwerpen mee te gaan meemaken.

Aan de heer Van Kruijsbergen zou spreker de vraag willen stellen hoe GroenLinks aankijkt tegen een project als "De Kleine Duiker" als zij stelt dat de Zuidpolder helemaal leeg moet blijven zoals dat nu is.

De heer Zuurbier
wil ingaan op een aantal opmerkingen die door de wethouder zijn gemaakt. In het begin van zijn betoog zei de wethouder dat je het invullen van het gebied integraal moet zien. Op zich heeft hij daar gelijk in alleen moeten we constateren dat we tot nu toe in die Zuidpolder van elkaar losstaande beslissingen op verschillende tijden hebben genomen. Die beslissingen behelsden onder andere de aanleg van de begraafplaats, een plek reserveren voor de Stichting De Kleine Duiker van 20 hectare en vervolgens de beslissing voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Er is tot nog toe dus geen sprake geweest van een integrale kijk op dat gebied. Sinds vorig jaar is die nota verschenen "de Zuidzijde Barendrecht in perspectief". En het is dus bijna niet te voorkomen dat er nu rondom de invulling van dit gebied grote politieke belangstelling bestaat. En die politieke belangstelling gaat zelfs zover dat de VVD dan gedraai verweten wordt en in menige krant heeft spreker mogen vernemen dat sommige partijen kiezersbedrog plegen. Daar is ook wel een beetje een verklaring voor te geven, want we praten nu over een gebied waar de Zuidpolder op zijn smalst is. Dat betekent per definitie dat die weidse polderbeleving die we op andere plekken hebben daar een beetje te zoeken is. En vervolgens moet je constateren dat de oprukkende bebouwing van Carnisselande daar ook het dichtst bij dat gebied ligt en dat die grote rotonde met een 24-uurs verkeersstroom ook niet geassocieerd kan worden met rust en vogelbroedplaatsen. Spreker geeft ermee aan dat er terecht in die notitie vermeld stond dat je voor dit gebied onder zware eisen enige bebouwing zou kunnen toestaan. Spreker is het dan ook niet eens met de wethouder die zegt dat hij van de VVD geen boodschap krijgt. De VVD is heel duidelijk over het communicatietraject en heel duidelijk over delen van de Zuidpolder. De VVD gaat akkoord met de wijziging zoals die van toepassing is voor het gedeelte van de Zuidpolder beoosten. De VVD heeft zich onthouden van de tekst zoals die voor het westelijke gedeelte wordt gegeven omdat dat zou betekenen dat je ongeclausuleerd het Hevoplan kan ontwikkelen en dat gaat de VVD te ver want, en spreker citeert uit het verkiezingsprogramma, "die moet vrij worden gehouden van structurele bebouwing". De heer Kelder heeft in de commissievergadering heel duidelijk het dilemma geschetst tussen enerzijds de toezegging die je doet om de Zuidpolder vrij te houden van structurele bebouwing, maar anderzijds en dan is spreker het eens met wat de heer Nootenboom zegt en eens met de wethouder, geven voortschrijdende ontwikkelingen aan dat er behoefte is aan voorzieningen en die moeten er komen. Een deel van die voorzieningen, zoals de veldsporten, tennisbanen, hockeyvelden, voetbalvelden inclusief kleedkamers c.q. kantines mogen er wat de VVD betreft komen.

Een viersterrenhotel kan weliswaar een parel voor Barendrecht zijn, niet zozeer voor de bewoners van Barendrecht maar wel omdat er op de zuidoever van de waterweg een chronisch tekort is aan kwalitatief goede hotelaccommodatie, maar kan wat de VVD betreft best elders. En dan is er nog de toezegging voor de jeugdvoorziening die er moet komen. Vandaar de vraag aan het college of daar andere mogelijkheden voor zijn. Wellicht geeft het gebied ten noorden van Carnisselande, nu we daar minder woningen gaan bouwen, enige soelaas.

Conclusie: voor het westelijke deel zou de VVD-fractie toch met enige creativiteit wat afgeslankte Hevoplannen van het college tegemoet willen zien om die verder te beoordelen.

De heer Nootenboom
constateert dat de heer Zuurbier toch weer een beetje terug schuift want de VVD onthoudt zich nu van steun aan het tekstvoorstel m.b.t. de westkant.

De heer Zuurbier
geeft aan dat de VVD-fractie niet akkoord gaat met het tekstvoorstel ten westen van de A29.

De heer Nootenboom
vraagt zich af of de heer Zuurbier aan kan geven waar hij die leuke dingen, zoals hij die opsomde, van wil gaan betalen.

De heer Zuurbier
merkt op dat de raad in de eerste plaats in deze vergadering moet discussiëren, en niet zozeer in een commissie. Dat wat gezegd is in de commissievergadering van 4 februari 2003 was een verkennende aftasting zonder dat de VVD-fractie zich daar vastlegde op welk standpunt dan ook. Verder vindt spreker het heel gezond als de raad een keuze maakt bij de eerstkomende voorjaarsnota en als met de ruimte die het college nu heeft plannen ontwikkeld worden. De VVD is nog niet zover dat zij nu al kan zeggen dat al die voorzieningen daar op die plek moeten komen omdat het wel degelijk een inbreuk is op een eerder gedane toezegging in het "bijbeltje" van de VVD.

Wat de communicatie betreft wordt een heel scala aan voorstellen gedaan en is daar wel degelijk een rode draad in te ontdekken. De VVD-fractie heeft zich voorlopig nog geen voorstander getoond voor een referendum. Spreker dacht, de andere fracties horende, dat er wel steun bestaat voor een goede aselecte enquête gevolgd door een hoorzitting. En als de BoCa het initiatief neemt, dan neem je het resultaat daarvan natuurlijk mee bij die hoorzitting. Maar spreker gelooft wel in het feit dat de raad, die als het ware toch een beetje worstelt met dit dossier, er verstandig aan doet in een hoorzitting de burger te consulteren. En dat betekent dat de VVD-fractie het nog te vroeg vindt om in dit geval met klankbordgroepen de zaak te gaan ontwikkelen.

De heer Kleinjan
wijst erop dat zijn fractie nooit tegen eerder gepasseerde voorstellen voor het gebied ten oosten van de A29, zoals de visvijver, is geweest en ook niet tegen het feit dat daar gebouwen bij horen. Daar hoeft niet per se een communicatieadvies voor opgesteld te worden. Het bezwaar betreft het stuk ten westen van de A29 in relatie tot het Hevoplan.

In de commissievergadering heeft de SGP/ChristenUnie aangegeven dat zij met ondersteunende gebouwen bij sportvelden kan leven, maar dat is heel iets anders dan een amusementshal of partycentrum en die nuancering wil spreker nogmaals maken. Waar de SGP/ChristenUnie zich wel zorgen over maakt bij dit soort grote plannen is de ontsluiting. Want er wordt wel infrastructuur aangelegd, maar het moet allemaal over de Kilweg en die is toch vrij belast. En de fractie kan zich best voorstellen dat de gemeente bepaalde voorzieningen wil, maar stelt voor om dan toch naar andere plekken te kijken.

Mevrouw Monhemius
deelt mee dat D66 bij haar eerder ingenomen standpunt blijft. Spreekster is verheugd nu blijkt dat er toch geen grote meerderheid bestaat voor bebouwing van de westzijde van de A29.

De heer Van Kruijsbergen
geeft aan dat GroenLinks een groene openbare Zuidpolder wil zonder bebouwing met extensieve recreatie zowel oost als west. Wat GroenLinks betreft zijn kostendragers, en zeker als je het over het Hevoplan hebt, voorzieningen die geld opleveren om het oostelijke deel te financieren. In dat opzicht is Hevo geen kostendrager. Het levert wel accommodaties op, maar moet je nou de burgers die accommodatie onthouden? Misschien helemaal niet want in de presentatie van Hevo bleek ook te staan dat heel veel van die accommodaties zelfstandig te realiseren zijn, dus mogelijk kunnen ze gewoon op een creatieve wijze elders in bestaand gebied worden ingepast. En dan ben je als gemeente goed bezig en benut je het bestaande woon- en werkgebied beter en houdt je de open ruimte over. Wat betreft De Kleine Duiker waar de heer Nootenboom een opmerking over maakte. Idealiter zou de hele Zuidpolder leeg zijn, groen en toegankelijk voor mensen om te recreëren. Natuurlijk kan dat niet en er zijn allerlei voorzieningen uit het verleden zoals een begraafplaats en een waterzuiveringsinstallatie die hun belang hebben en ruimte opeisen. De Kleine Duiker is er daar naar mening van GroenLinks ook eentje van. Het heeft een sympathieke functie en past ook heel goed binnen het beeld wat we destijds met zijn allen in het raadsprogramma hebben vastgelegd.

Bebouwing moet passen in het kader van de extensieve recreatie en voor de plannen die er liggen is enige kleinschalige bebouwing ten gunste van de functie wellicht toelaatbaar. Voor alle nieuwe initiatieven in dit gebied is GroenLinks daar zo terughoudend mogelijk mee.

De heer Vermaat
gelooft niet dat, als er geen meerderheid is voor Hevo-achtige bebouwing, we dan een communicatieplan moeten optuigen want dat is zonde van de energie en het geld dat er in wordt gestoken. Zo'n inspraakproject kost enorm veel tijd en geld en dat project sportvoorzieningen, wat o.a. door de VVD is geopperd, is niet te realiseren zonder dat je daar andere voorzieningen bij creëert. Overigens is dat natuurlijk een punt bij de hele ontwikkeling van de Zuidpolder. Als er inderdaad geen meerderheid is voor Hevo-achtige plannen, dan stelt de PvdA-fractie voor dit geld in lopende projecten te steken en bijv. het centrum weer meer in ogenschouw te nemen en te kijken hoe we daar met een goede inspraakprocedure interactief mee aan de slag kunnen.

Wethouder Silvis
merkt richting de heer Vermaat op dat de centrumstudie wel degelijk leeft. Er heeft een aantal verkeersstudies plaatsgevonden die inmiddels zijn afgerond en binnen de klankbordgroep zal de eindrapportage worden besproken, waarna verdere bespreking volgt.

Spreker constateert dat er een meerderheid is voor het tekstdeel op bladzijde 2 onderaan en dat er geen meerderheid is voor het tekstdeel op bladzijde 3. En is het dan eigenlijk wel met de heer Vermaat eens dat je daar dan geen energie in moet steken en die druk vanuit de bevolking dan vanzelf wel komt.

De heer Zuurbier
wijst erop dat er een toezegging ligt voor een jeugdvoorziening en als die dan daar niet zou kunnen komen, dan zal er wel gezocht moeten worden naar een andere locatie. Want het is niet zo dat een jeugdvoorziening uitsluitend en alleen gerealiseerd zou moeten worden via een projectontwikkelaar. In de richting van de heer Vermaat merkt spreker op dat hij ook heeft voorgesteld dat het college bij de voorjaarsnota met een voorstel komt en we dan, in concurrentie met andere voorzieningen, keuzes kunnen maken.

Wethouder Silvis
begrijpt van de heer Zuurbier dat hij niet wil dat het college er niets meer aan doet, maar dat nog een keer bij de voorjaarsnota de wensen in kaart worden gebracht zodat op dat moment nog een keer die afweging gemaakt kan worden en een prioritering kan plaatsvinden.

De heer IJzerman
mist in het betoog van de wethouder het stuk gericht op lokale behoefte. Nu staat er in het beleidsprogramma dat zaken zoals natuur, sport en extensieve recreatie gericht horen te zijn op de lokale behoefte en D66 is van mening dat dit nog steeds van toepassing moet zijn. En volgens spreker is dat ook niet strijdig met de plannen zoals die bijv. door de VVD-fractie maar ook door een aantal andere partijen zijn aangegeven. Dus wat D66 betreft blijft er in de tekst nog steeds staan gericht op lokale behoefte omdat dat juist de intentie weergeeft dat we niet bijv. over sportvoorzieningen zoals een grote wielerbaan willen beschikken zoals in een plan stond.

De voorzitter
merkt op dat er een wisselwerking is tussen het gebruik door alle inwoners van het gebied langs de Oude Maas die met zijn allen een evenredig deel betalen aan de instandhouding van dat geheel en er wordt geen onderscheid gemaakt.

De heer IJzerman
heeft een betoog gehouden waarom D66 vindt dat juist gericht op lokale behoefte er wel in moet en spreker denkt dat de behoefte aan een stukje extensieve recreatie een stukje sport en een stukje natuurontwikkeling voor mensen bijv. die op de fiets uit Rhoon komen niet anders is. D66 heeft geen behoefte aan een wielerbaan en dat is onder andere de reden dat D66 pleit voor het beperken tot de lokale behoefte.

De voorzitter
constateert dat er een meerderheid is voor de laatste alinea van pagina 2 en dat er geen meerderheid is voor de bovenste alinea van pagina 3.

De heer Kleinjan
vraagt de voorzitter om een precieze inventarisatie.

CDA en PvdA zijn voor beide voorstellen.

SGP/ChristenUnie, D66, GroenLinks, zijn tegen beide voorstellen.

De VVD is voor het tekstvoorstel op pagina 2 en tegen het voorstel op bladzijde 3.

De voorzitter concludeert nogmaals dat er een meerderheid is voor het tekstvoorstel op bladzijde 2 en er geen meerderheid is voor het voorstel op bladzijde 3.

PUNT 6
Aanstelling raadsgriffier

De heer Zuurbier
geeft, namens de gehele raad, aan dat de raad akkoord gaat met dit voorstel en hoopt dat mevrouw Figge een plezierige tijd tegemoet gaat en zij gezamenlijk met de raad inhoud weet te geven aan de nieuw ontstane situaties sinds de gewijzigde gemeentewet.

De voorzitter
benoemt mevrouw Figge in de functie van raadsgriffier, sluit zich aan bij de woorden van de heer Zuurbier en wenst mevrouw Figge namens het college alle succes toe.

PUNT 7
Een antwoordbrief van burgemeester en wethouders aan de CDA gemeenteraadsfractie Barendrecht op de gestelde vragen inzake de sloop van huizen aan de 1e Barendrechtseweg.

De heer Nootenboom
bedankt het college voor de beantwoording op de schriftelijke vragen die op een aantal punten duidelijkheid geven. Op de vraag welke panden aan de 1e Barendrechtseweg gevrijwaard zullen blijven van de sloophamer geeft het college het antwoord dat slechts de twee-onder-één-kapwoning van jeugdsociëteit De Beuk (nrs. 53 en 55) zal blijven bestaan. Dit antwoord is naar de mening van de CDA-fractie op zijn minst onvolledig. Onvolledig omdat er in het geheel niet wordt ingegaan op de keuzes die gemaakt zijn om panden te behouden c.q. te slopen. Uit de beantwoording blijkt dat het college zelf het initiatief genomen heeft om de projectorganisatie Betuweroute te verzoeken de huizen te slopen. De amovering van de huizen aan de 1e Barendrechtseweg zou conform het convenant met de N.S. beperkt worden tot die woningen die nodig zijn voor de aan te leggen infrastructurele elementen. Het cultuurhistorische karakter van de 1e Barendrechtseweg zou zo veel mogelijk in tact gehouden moeten blijven door de representatieve panden in te passen in de toekomstige bebouwing. Deze weg, die sinds decennia de toegangspoort van Barendrecht is geweest, kende karakteristieke huizen.

Zo karakteristiek zelfs dat sommige projectontwikkelaars dit type huis in andere wijken hebben verkocht met de aanduiding "type Barendrecht". Dit was de achterliggende gedachte om destijds in het convenant met de N.S. op te nemen, de representatieve panden te behouden. Deze weg was typisch Barendrecht. De Barendrechtseweg heette vroeger de Puinweg. Als de sloop van alle huizen door gaat en straks het puin weg is, is er helemaal niets meer dat herinnert aan deze, vroeger zo belangrijke toegangsweg. De CDA-fractie is zeer benieuwd naar de overwegingen van het college, de afgewogen alternatieven en het besluitvormingsproces hieromtrent en verzoekt het college hier en nu informatie over te verschaffen voordat de sloophamer zijn werk doet.

Wethouder Silvis
geeft aan dat, ten tijde van het sluiten van het convenant, duidelijk was dat dit gebied een bedrijfsmatige bestemming zou krijgen zonder dat we verder wisten hoe dit ingericht zou worden. Uit voorzorg is toen een clausule opgenomen dat een deel van deze gebouwen geen woningen meer zouden zijn maar mogelijk ingepast zouden kunnen worden in het bedrijventerrein. In de verdere planontwikkeling werd duidelijk dat de Barendrechtseweg wordt verlegd en dat je daardoor een probleem krijgt met de verkaveling van het gebied. Bovendien zitten er in vooroorlogse panden materialen die nu niet meer toegepast mogen worden en dat betekent dat het nogal kostbaar kan zijn deze panden van bijvoorbeeld asbest te ontdoen. Dat in een entourage die niet meer dezelfde is heeft het college doen besluiten te kiezen voor een pragmatische benadering.

De heer Nootenboom
vraagt zich af of er nog alternatieven zijn overwogen c.q. onderzocht? En kan in de toekomst, als we meer van dit soort zaken hebben, de raad regelmatiger worden geïnformeerd?

De voorzitter
merkt op dat de woonfunctie daar per definitie niet meer mogelijk is en dat dit ook de reden is waarom de panden zijn aangekocht en tegen de spoorwegen is gezegd dat zij dit schoon diende op te leveren teneinde geen claims op termijn te krijgen. Wat betreft de informatie naar de raad en de relatie naar de raad meent spreker dat open en frequent is gecommuniceerd over de ontwikkelingen aangaande de 1e Barendrechtseweg.

De heer Silvis
merkt op dat bij zijn weten geen alternatieven zijn onderzocht.

De heer Nootenboom
doelde m.b.t. de informatie die beter had gekund op het feit dat hij uit de krant heeft moeten vernemen dat er voor alle panden een sloopvergunning is aangevraagd.

De voorzitter
merkt op dat dit de afhandeling was van een beleidslijn die met elkaar is afgesproken.

De heer Nootenboom
is het niet met de voorzitter eens want de beleidslijn was zoveel mogelijk handhaven van de karakteristieke panden en nu blijft er dus nog maar één over. En de overwegingen die zowel de voorzitter als de wethouder noemde had spreker graag eerder gehoord.

De voorzitter
sluit de vergadering om 22.00 uur.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht van 31 maart 2003,

de griffier, de voorzitter,

mw. mr. G.E. Figge. M.Th. van de Wouw.