Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Barendrecht, gehouden op maandag 3 maart 2003 om 20.00 uur.
Aanwezig:
de heer M.Th. van de Wouw, voorzitter, de dames W.S. Batenburg-van
Veen, S.J.A. ter Borg, A. Feenstra-Keijzer, I.C. Monhemius-van der
Veen, M.Th. van Wilgenburg-Beernink, de heren A. Aarssen, F. van
Bodegraven, M. de Graaf, Joh. van Harten, W.B. van der Hoek, J.B. de
Jager, S.D. Kelder, P.J. Kleinjan, M.H.J. van Kruijsbergen, A.
Luijendijk, B.J. Nootenboom, K.J. Orsel, D. Vermaat, C. Versendaal, A.
van Wingerden, J.T. IJzerman, S.N. Zuurbier, leden en mevrouw G.E.
Figge, griffier.
Mede aanwezig:
de heren G.A.C. Schoehuizen, C. Silvis en P. van Vugt.
Afwezig:
mevrouw C.W. Righolt-Dam.
Notulist:
mevrouw A.L. Mak.
De voorzitter
opent de vergadering en heet een ieder van harte welkom. De heer
Aarssen wordt van harte gefeliciteerd met zijn benoeming tot griffier
in de gemeente Albrandswaard.
PUNT 1
Vaststelling van de agenda.
Op verzoek van de heer Nootenboom wordt ingekomen stuk 12 als punt 7
aan de agenda toegevoegd.
PUNT 2
Notulen van de vergadering gehouden op 27 januari 2003
De voorzitter zegt toe dat de schriftelijke beantwoording van de heer
Silvis, zoals staat vermeld op blz. 5 bij punt 6 noot notulist, alsnog
zal worden toegevoegd.
PUNT 3
Ingekomen stukken
1. Een motie van de gemeente Langedijk inzake wachtlijsten
jeugdhulpverlening en bepaalde vormen van onderwijs.
De heer Vermaat zou graag willen weten hoe dit in de gemeente
Barendrecht is. Aan de ene kant de uitvoering van de taak die we
hebben en aan de andere kant de problemen waar we tegenaan lopen.
Wethouder Schoehuizen merkt op dat de Stadsregio Rotterdam
aanzienlijke sommen geld extra heeft geïnvesteerd in het bureau
Jeugdzorg met de doelstelling wachtlijsten te verminderen en spreker
moet zeggen dat hij enigszins geschokt was over de resultaten daarvan
want die wachtlijsten zijn nauwelijks geslonken, integendeel, zelfs
nog wat toegenomen. Exacte, goede cijfers waren niet beschikbaar, maar
zodra die beschikbaar zijn dan zal de raad die zeker ontvangen.
Mevrouw Van Wilgenburg verzoekt de raadsleden deze motie te
ondersteunen.
De voorzitter concludeert dat alle fracties deze motie ondersteunen.
2. Een motie van de gemeente Woensdrecht inzake imam El Moumni.
3. Een motie van de gemeente Putten inzake vergoeden kosten voor de
aanschaf van flitspalen en bijbehorende apparatuur.
De heer Van Wingerden verzoekt de voorzitter te inventariseren of een
meerderheid van de raad steun wil betuigen middels een door de griffie
opgestelde brief.
De PvdA, GroenLinks, D66 en VVD (met uitzondering van één lid van de
fractie), ondersteunen de suggestie van de heer Van Wingerden.
De CDA ondersteunt dit niet.
De heer Orsel vraagt zich naar aanleiding van de lijst van ingekomen
stukken af wat "voor kennisgeving aannemen" betekent.
De voorzitter antwoordt hierop "voor kennisgeving aannemen" en er
verder niets mee doen.
4. Schrijven van 23 januari 2003 van Geneeskundige Hulpverlening bij
Ongevallen en Rampen waarbij het meerjarenbeleidsplan 2003-2006 wordt
aangeboden.
5. Schrijven van 27 januari 2003 van Stadsregio Rotterdam waarbij
nadere informatie wordt verstrekt over de beleidsnotitie WGR-plus.
6. Een besluit van 28 januari 2003 van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland waarbij goedkeuring wordt verleend aan bestemmingsplan
"Riederhoek".
7. Schrijven van Bestrijding Akoestische Milieuvervuiling inzake het
schaden van de gezondheid door elke vorm van (geluids)overlast.
8. Schrijven van 6 februari 2003 van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland waarbij aanvullende gegevens worden verstrekt inzake de
vergunningaanvraag van de gemeente Barendrecht voor de aanleg van een
waterpartij Gaatkensplas fase 2b.
9. Een besluit van 6 februari 2003 van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland waarbij goedkeuring wordt verleend aan bestemmingsplan
"Sportpark Smitshoek".
10. Schrijven van 11 februari 2003 van de vaste commissie voor Verkeer
en Waterstaat inzake reactie van de minister van Verkeer en Waterstaat
betreffende de primaire spoorverbinding Rotterdam-België (RoBel).
11. Schrijven van 10 februari 2003 van Afval Overleg Orgaan inzake
nieuwe gemeentelijke doelstellingen voor restafval en bronscheiding
van huishoudelijk afval (stedelijkheidsklasse 3).
De heer Vermaat wil dit punt graag in de commissie behandeld hebben.
12. Een antwoordbrief van burgemeester en wethouders aan de CDA
gemeenteraadsfractie Barendrecht op de gestelde vragen inzake de sloop
van huizen aan de 1e Barendrechtseweg.
13. Schrijven van 21 januari 2003 van het Comité 4 mei herdenking
waarin om subsidie wordt verzocht voor het jaar 2003.
14. Schrijven van 16 januari 2003 van de heer dr. N.B.M. Brantjes
inzake bedenkingen en bezwaar tegen het verlenen van een
sloopvergunning voor 7 woningen ten noorden van de A15 en het verlenen
van een kapvergunning voor het kappen van bomen.
15. Schrijven van de bewoners van de woningen 1e Barendrechtseweg 41,
43, 45, 47 en 49 inzake bedenkingen en bezwaar tegen het verlenen van
een sloopvergunning voor 7 woningen ten noorden van de A15 en het
verlenen van een kapvergunning voor het kappen van bomen.
16. Schrijven van 14 januari 2003 van het ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijkrelaties waarbij wordt aangeboden een verkennende
notie over de invoering van de direct gekozen burgemeester.
De heer Vermaat merkt op dat de PvdA dit geen stuk vindt wat in handen
van het college van b&w gesteld zou moeten worden, en stelt voor dit
in de commissie te behandelen en te laten voorbereiden door de
griffie.
17. Verzoek van 5 februari 2003 van de heer P. Schuitemaker om
toekenning van planschadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening wegens waardevermindering van de woning
Schoener 103.
18. Schrijven van 4 februari 2003 van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland inzake financieel toezicht in een duaal stelsel en een
schrijven van 19 februari 2003 van de griffier van de gemeente
Barendrecht eveneens inzake financieel toezicht in een duaal stelsel.
Tevens stellen wij u voor uitstel te verlenen voor het opstellen van
een verordening als bedoeld in artikel 213A van de Gemeentewet voor de
duur van één jaar.
De heer IJzerman heeft er op zich geen moeite mee om formeel uitstel
te krijgen van het opstellen van een verordening voor de uitvoering
van doelmatigheidsonderzoeken. Waar D66 meer moeite mee heeft is de
zinsnede die op de brief van de griffier staat: "dat thans binnen de
organisatie allerlei zaken spelen" en dat dit de reden is voor het
uitstellen van de verordeningen voor doelmatigheidsonderzoeken. In de
commissie Middelen heeft spreker al vaker vragen gesteld over de
uitvoering van de doelmatigheidsonderzoeken en D66 is van mening dat
er op dit moment te weinig op dat vlak gebeurt. We beperken ons tot
rechtmatigheidsonderzoeken terwijl doelmatigheidsonderzoeken zowel
voor het college als voor de raad een meerwaarde kunnen hebben
enerzijds om de bedrijfsvoering te verbeteren, anderzijds om inzicht
te krijgen in de bedrijfsvoering. D66 vindt dat, om de controlerende
taak van de raad goed te kunnen uitvoeren, er
doelmatigheidsonderzoeken uitgevoerd moeten worden. D66 wil wel
meegaan om uitstel te geven voor het opstellen van de verordening
daarvoor maar wil geen toestemming geven om af te zien van die
doelmatigheidsonderzoeken.
De voorzitter merkt op dat niemand met de heer IJzerman van mening zal
verschillen. Echter op dit moment is de inzet van mensen zodanig dat
het eerst gericht is op de omturning van de monistische begroting naar
de duale begroting.
Wethouder Schoehuizen merkt op dat er een nieuwe functionaris voor
financiën zal komen die speciaal belast gaat worden met dit onderdeel.
Bovendien ligt het in het voornemen om dit jaar, ondanks deze
problematiek, toch nog te komen tot een doelmatigheidsonderzoek als
deze functionaris in dienst is getreden. Met de huidige capaciteit is
het helaas niet mogelijk om dat allemaal te vervullen.
De heer IJzerman vindt één doelmatigheidsonderzoek in een periode dat
de raad al bijna twee jaar zit erg mager, want ook vorig jaar is het
aantal doelmatigheidsonderzoeken niet gehaald. Ook is de
rekeningcommissie al een stukje opgeschoven en is er aanzienlijk
geschrapt in het budget voor extern onderzoek. D66 is van mening dat
de controlerende taak van de raad op dit moment onvoldoende invulling
krijgt. Nogmaals, D66 wil best instemmen met het formele traject, maar
vindt het zoals het op dit moment gaat niet juist.
Wethouder Schoehuizen merkt op dat tot dusver 2 à 3
doelmatigheidsonderzoeken per jaar zijn uitgevoerd. Overigens is hij
het met de strekking van het idee van de heer IJzerman voor die
controlerende taak van de raad eens. Doelmatigheid staat hoog in het
vaandel en we proberen daar invulling aan te geven voor zover de
capaciteit dit toelaat.
De heer Van Bodegraven merkt op dat de CDA-fractie met het uitstel kan
instemmen en neemt aan dat het plan van aanpak in de commissie
Middelen komt.
Moet de indemniteitsprocedure door de raad worden vastgesteld?
Mevrouw Figge antwoordt dat dit vastligt in de gemeentewet.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
PUNT 4
Beslispunten
4.1 Planschadeverzoek Klaproos 46
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
4.2 Planschadeverzoek Grondmolen 13
De heer Kleinjan vraagt zich af of het het overwegen waard is om bij
"lage" bedragen te denken aan een minnelijke schikking.
Wethouder Silvis merkt op dat de adviserende afdelingen gevraagd is
een notitie op te stellen aangaande planschade met de vraag of er een
drempelbedrag ingevoerd kan worden en wat de hoogte van dat
drempelbedrag zou kunnen zijn. Bovendien weten we dat in het kader van
de wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het
planschadeartikel ook gaat wijzigen in die zin dat een deel van de
schade voor rekening van de betrokkene zelf komt. Het maatschappelijk
aanvaardbaar risico wordt dan nader gedefinieerd. Op korte termijn kan
de raad een notitie verwachten, tot dan zijn we gehouden de
verordening te volgen die de raad heeft vastgesteld.
De heer Zuurbier merkt op dat er destijds om deugdelijke redenen voor
is gekozen om die planschade door een onafhankelijk bureau te laten
bepalen en tot nu toe is de VVD-fractie buitengewoon tevreden over de
wijze waarop de planschadetoekenning en de bepaling tot stand komt.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
4.3 Planschadeverzoek Gebroken Meeldijk 3
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
PUNT 5
Raadsvoorstel inzake de Zuidpolder
De heer Nootenboom
geeft aan dat de CDA-fractie voorstander is van de wijziging op het
beleidsprogramma aangaande de zinsnede over de Zuidpolder. De
voorgestelde tekst past exact in het beeld dat de CDA-fractie voor
ogen heeft voor de inrichting van de Zuidpolder. Met belangstelling is
kennis genomen van het door het college opgestelde communicatieadvies.
Met het college is de CDA-fractie van mening dat een referendum in dit
geval geen goed instrument is om ingezet te worden bij de inrichting
van de Zuidpolder. De door het college opgesomde bezwaren kennen
financiële, juridische en organisatorische aspecten die naar mening
van het CDA zwaar wegen. Om de inwoners van Barendrecht te betrekken
zijn andere instrumenten voorhanden die ingezet kunnen worden. Naar
mening van de CDA-fractie komt het gebruik van bestaande
adviescolleges onvoldoende tot uiting. In het voorstel zouden deze
adviescolleges slechts meedraaien in de klankbordgroep en deze
klankbordgroep heeft slechts de taak het proces te volgen en waar
nodig bij te sturen. Hier concludeert spreker uit dat we geen
inhoudelijke bijdrage hoeven te verwachten van de klankbordgroep. Is
dat zo? Het college stelt een tweetal hoorzittingen voor en een
tweetal enquêtes. De CDA-fractie is voorstander van betrokkenheid van
de inwoners van Barendrecht bij de ontwikkeling van dit plan. De
fractie heeft echter wat koudwatervrees over het voorgestelde proces
en een ieder weet dat het geld voor leuke dingen de komende jaren op
is. We zijn zeer beperkt in de mogelijkheden. De CDA-fractie is bang
dat enthousiaste burgers zich gaan storten op inspraak op de
Zuidpolder en actief gaan meedoen in hoorzittingen en enquêtes en
later gefrustreerd raken omdat van al hun wensen niets terecht zal
lijken te komen omdat we het niet kunnen betalen. Laten we niet in
deze valkuil stappen. Wat de CDA-fractie betreft mag het best een
onsje minder zijn en zou het hele proces wat simpeler opgezet en
bijgestuurd kunnen worden. De gedachten van de CDA-fractie gaan dan
meer in de richting van het in het leven roepen van een groep
vertegenwoordigers van de reeds aanwezige adviesorganen en
bewonersorganisaties. Dit zijn mensen die een breed geheel
vertegenwoordigen, ieder op zijn eigen terrein. En deze club mensen
gaat dan aan de gang met de randvoorwaarden die wij als raad stellen
en komt dan met een voorstel. Dit voorstel zal dan eventueel onderwerp
van discussie kunnen zijn in het door de raad en college
georganiseerde hoorzitting. Na een eventuele bijstelling van het
voorstel kan de raad dan het definitieve besluit nemen. Gedurende dit
proces wordt regelmatig gecommuniceerd met de burgers. Dit voorstel
bevat naar mening van de CDA-fractie ook ruim voldoende elementen van
inspraak en betrokkenheid. Er wordt ook de mening gevraagd omtrent een
aantal randvoorwaarden. Wat de CDA-fractie betreft gaan we dit jaar al
aanpassingen en investeringen zien in de Zuidpolder. De tegenvraag aan
het college is wat in dit kader van het communicatietraject dan
mogelijk is?
Als er enquêtes gehouden gaan worden dan zou de eerste een
inventariserende enquête moeten zijn en de eventuele tweede een
raadgevende. En nogmaals, als er geënquêteerd gaat worden, dan wat de
CDA-fractie betreft onder de inwoners van 12 jaar en ouder. Tenslotte
stelt het college voor dit gehele proces met EUR 25.000,00 af te
kunnen ronden. Is dat een grove inschatting, een ongeveer-bedrag, een
maximumbedrag of een fundamenteel onderbouwd bedrag? Zeker als er
externe deskundigen ingehuurd moeten gaan worden dan lopen dit soort
bedragen in de regel al snel op. Wellicht kan het college dit wat
nader toelichten.
De heer Zuurbier
deelt mee dat er mogelijk twee woordvoerders uit de fractie zullen
zijn. De heer Zuurbier zal een reactie geven over het beleidsprogramma
en over het communicatieonderdeel. Mocht er inhoudelijk nog over de
plannen gesproken worden, zoals die bediscussieerd zijn in de
commissie van 4 februari 2003, dan zal de heer Kelder daar op in gaan.
Spreker neemt het verkiezingsprogramma van de partij ter hand en
citeert hieruit het volgende: "de ruimte in Barendrecht is inmiddels
schaars geworden. De groene buffer, de Zuidpolder gelegen tussen de
woonbebouwing en de Oude Maas, dient te worden gehandhaafd". In het
verkorte programma stond dat "de Zuidpolder vrij wordt gehouden van
structurele bebouwing". Dit betekende dat de VVD-fractie zich kon
vinden in de omschrijving van het beleidsprogramma zoals die thans nog
in het beleidsprogramma staat omdat waar je spreekt over structurele
bebouwing de VVD-fractie er vanaf het begin vanuit is gegaan dat als
je de natuurwaarde wilt versterken en een recreatieve functie aan
sommige delen wilt geven in ieder geval geïsoleerd liggende bebouwing
ten dienste van de functie noodzakelijk kan zijn. Met het
beleidsprogramma op de achtergrond en met deze uitleg is de
VVD-fractie dan ook akkoord gegaan met losliggende delen en plannen
die de fractie hebben bereikt. Zo is ingestemd met de aanleg van de
begraafplaats, de Stichting De Kleine Duiker en het voorstel tot
vestiging van de afvalwaterzuiveringsinstallatie aldaar. Als we nu een
uitspraak moeten doen over twee tekstdelen dan ligt het in de lijn van
deze redeneertrant dat de VVD zich kan vinden in de voorgestelde
wijziging voor zover die van toepassing is ten oosten van de A29. In
feite wordt daar het woordje "sport" aan toegevoegd en wordt hier
gesproken over ondersteunende gebouwen. Het ligt anders met de
voorgestelde tekst ten westen van de A29 en daar kan de VVD zoals dit
thans voor ligt niet mee akkoord gaan om de reden dat met deze tekst
bijvoorbeeld een Hevoplan zoals dat gepresenteerd is in de commissie
van 4 februari 2003 zou kunnen worden uitgevoerd. De VVD-fractie vindt
dat een plan wat voorziet in een inrichting van vijf hectare op een
totaal van vijftien wel degelijk structurele bebouwing.
Ten aanzien van de communicatie is de VVD-fractie van mening dat het
de raad is die nu een wijziging moet aanbrengen in haar eigen
beleidsprogramma en vindt de fractie ook dat het de raad moet zijn die
het initiatief moet nemen tot interactief bestuur met de burger en
niet het college.
Niet omdat ze op dit punt in duaal wil gaan met het college, maar
omdat de VVD-fractie van mening is dat het de raad is die moet
constateren dat de opvattingen verschillend zijn en het de raad is die
in zo'n geval richting de burger moet aftasten hoe zij daar over
denken. De VVD-fractie vindt ook eigenlijk dat de raad dit initiatief
snel naar zich moet toetrekken en het niet aan de burger moet
overlaten. Spreker weet dat met name de BoCa van plan is een enquête
te houden, en dat is heel goed. In het raadsvoorstel wordt een heel
scala aan communicatiemiddelen genoemd en daar moet een keuze uit
gemaakt worden. De VVD-fractie denkt dat het begin met een a-selecte
enquête een uitstekend begin zou zijn, gevolgd door een hoorzitting.
De VVD-fractie is geen voorstander van een referendum op dit punt
omdat er ten eerste nog geen verordening is vastgesteld en de VVD zich
aangesproken voelt door het argument dat een dergelijke enquête het
gevaar in zich heeft om de gepassioneerde tegenstemmers met name
actief te maken. De VVD-fractie denkt dat met een aselecte enquête
gevolgd met een hoorzitting en wellicht in het vervolg daarna nog een
communicatiestap er meer sprake is van een afgewogen, genuanceerde
inspraak.
De heer Nootenboom
vraagt zich af wat er gebeurd is sinds de laatste commissievergadering
waar de heer Kelder een vurig betoog hield over het voortschrijdend
inzicht met betrekking tot de standpunten van de VVD-fractie op dit
punt. Nu hoort spreker de heer Zuurbier kennelijk nieuw
voortschrijdend inzicht vertalen?!
De heer Zuurbier
weet dat de heer Kelder in de bewuste commissievergadering heel
duidelijk de nuances kenbaar heeft gemaakt en duidelijk heeft
aangegeven dat er een dilemma bestaat.
Het procedurevoorstel in die commissie, wat niet een commissie was met
de bedoeling om een besluit te nemen over het Hevoplan, maar met name
de politieke opvattingen te peilen en vervolgens door middel van een
procedurevoorstel te bekijken hoe we verder gaan. Dat voorstel was
gegoten in drie vragen en deze vragen heeft de heer Kelder volledig
beantwoord in de geest van wat spreker nu namens de fractie zegt.
De heer Kleinjan
merkt op dat de SGP/ChristenUnie in de Zuidpolder geen intensieve
recreatie wenst en bij het eerder ingenomen standpunt blijft. Sommige
Barendrechtse partijen laten helder zien wat verkiezingsretoriek is,
zowel CDA als VVD hebben tijdens het lijsttrekkersdebat heel duidelijk
gezegd dat er in de Zuidpolder niet gebouwd zou gaan worden. De VVD
heeft de passage over louter extensieve recreatie voor lokale
behoeften in het beleidsprogramma zonder slagen om de arm gesteund,
maar de VVD heeft dit inmiddels genuanceerd.
Voor veel Barendrechters is het groen blijven van een deel van
Barendrecht een belangrijk punt. Er wordt al heel veel gebouwd, waar
is de grens?!. De SGP/ChristenUnie is bang voor een hellend vlak in de
Zuidpolder. Als het principe van extensieve recreatie in de Zuidpolder
eenmaal verlaten is kan er meer komen dan een amusementshal, een
partycentrum of wat dan ook. In die zin vraagt de fractie zich af wat
de waarde is van de wijziging in het beleidsprogramma.
Voor sommige politici wellicht tot het volgende plan dat zogenaamd uit
de lucht komt vallen. Hevo gaat een onderzoek beginnen en houdt een
presentatie. De fractie vraagt zich af wie Hevo gewezen heeft op de
mogelijkheid van bebouwing en is het waar dat we vastzitten aan Hevo?
Er is ambtelijke bijstand geregeld voor Hevo, wie heeft dat geregeld?
Er is ook een zogenaamd "Hommersomplan", wat houdt dat in? De passage
lokale behoefte is ook geschrapt in het tekstvoorstel. De
SGP/ChristenUnie waardeert dit niet en wil liever niet teveel
bovenbarendrechtse activiteiten, zeker niet als je eerst denkt aan
extensief, dan wordt het intensief en dan ook nog bovenlokaal. Dat is
een hele grote move. In de presentatie van Hevo werd duidelijk
gesproken over een lagere grondprijs om iets te kunnen doen. Spreker
heeft het idee dat het kostendragerverhaal niet klopt en wil graag
helder hebben hoe dit zit. De SGP/ChristenUnie is tegen de beide
wijzigingen in het beleidsprogramma.
Wat het communicatieplan betreft wenst de SGP/ChristenUnie een reële
inbreng van de gewone Barendrechtse burger. Een klankbordgroep vol met
"ons-kent-ons-mensen" en het bedrijfsleven levert hoogstwaarschijnlijk
een project op met een grote maatschappelijke aantasting en hoeft er
wat de fractie betreft niet te komen. De zinsnede dat nota bene de
volksvertegenwoordigers desnoods ook nog vertegenwoordigd kunnen zijn
doet de deur dicht. De SGP/ChristenUnie ziet wel iets in een goed
georganiseerde hoorzitting en een aselecte enquête, waarvan de fractie
overigens wel wil weten hoe die eruit ziet. Het lijkt de fractie
bovendien zinnig, en zij wil dat dan ook nadrukkelijk meegeven, dat de
burger iets te zeggen heeft of er extensief of intensief gerecreëerd
mag worden. De fractie waardeert de ernst die het college maakt met
het betrekken van de burger bij de plannen. Welk besluit we nu nemen
ten aanzien van het communicatieplan blijft voor de SGP/ChristenUnie
een beetje vaag in het voorstel. De zaken die in de conclusies staan
kan de fractie in grote lijnen delen maar het is eigenlijk niet vervat
in een afgerond en helder voorstel, dus vooralsnog wenst de
SGP/ChristenUnie niet in te stemmen met het communicatietraject, maar
wil eerst nader geïnformeerd en betrokken worden.
Mevrouw Monhemius
geeft aan dat D66 van mening is, was en blijft dat de Zuidpolder
bestemd moet zijn voor natuur en extensieve recreatie gericht op de
lokale behoefte. D66 is van mening dat de natuur- en landschappelijke
waarde van het gebied behouden moeten blijven en zo mogelijk zelfs
bevorderd. Precies zoals wij dit in ons verkiezingsprogramma hebben
omschreven en zoals het ook in het beleidsprogramma van de raad is
overgenomen. D66 heeft geen behoefte aan voorzieningen als een
fastfoodrestaurant, een hotel, een amusementshal of een discotheek.
Niet dat D66 tegen de komst van een discotheek is, integendeel. De
komst van een discotheek, een jongerencentrum of een lounge zou D66
juist toejuichen, maar niet op deze locatie. Het Vaanpark zou
bijvoorbeeld een uitstekende locatie zijn hiervoor, maar andere
locaties zijn ook denkbaar. D66 legt zoveel nadruk op het behoud van
de natuur in dit gebied omdat dit de enige strook groen in Barendrecht
is die nog redelijk aaneengesloten is en als zodanig ook nog in
verbinding staat met het groen in de buurgemeenten. Door meer
bebouwing in dit gebied toe te staan lopen wij als gemeente het risico
straks van grens tot grens bebouwd te zijn zonder dat er nog een plek
is waar men kan genieten van rust en ruimte.
Want intensieve recreatie brengt niet alleen meer bebouwing met zich
mee, er zal ook veel meer autoverkeer komen waardoor in de omliggende
gebieden extensieve recreatie ook niet meer mogelijk is. D66 is en
blijft dan ook tegen het wijzigen van het beleidsprogramma. Om burgers
beter te betrekken bij het plannen maken rond de Zuidpolder stelt D66
voor om te beginnen met een aselecte enquête en vervolgens met een
referendum af te sluiten.
De heer Van Kruijsbergen
geeft aan dat voor GroenLinks een openbare groene Zuidpolder zonder
bebouwing met extensieve recreatie een heel belangrijk punt is.
GroenLinks is een groot voorstander van de tekst zoals die nu in het
raadsprogramma verwoord is en wil het ook niet op zijn geweten hebben
om nu kaders op te gaan nemen die het einde van een groene Zuidpolder
betekenen. GroenLinks is derhalve niet voor de voorgestelde wijziging
zoals die wordt voorgesteld en is niet voor bebouwing ter
ondersteuning van extensieve recreatie en zeker niet voor intensieve
recreatie. GroenLinks vraagt zich, dit stuk lezende, oprecht af of er
nu eigenlijk nog wel wat te kiezen valt. Een aantal zaken wordt vrij
strategisch omschreven en een aantal als vrij vaststaand genoemd,
zoals "ongeveer 5 hectare zal ingezet worden voor het realiseren van
een vrijetijdscentrum". Dit zo lezende dan lijkt alles al in kannen en
kruiken, maar spreker betwijfelt dat.
Wat de communicatie betreft maakte de heer Nootenboom de opmerking dat
we als Barendrecht geen geld meer hebben voor "leuke dingen", het moet
allemaal wat soberder, maar communicatie met de burger zou spreker
toch niet willen afdoen met een "leuk ding". Voor GroenLinks is het
een essentieel punt waar we vier jaar keihard aan moeten werken. Wat
het communicatieadvies zelf betreft had de fractie gehoopt op een
notitie waarin verschillende communicatiewijzen objectief op een rij
gezet zouden worden met daarbij voor- en nadelen. Dit stuk is weinig
objectief, de voorkeur druipt er vanaf en er wordt doelbewust naar een
bepaalde variant toegeschreven. Hoe kan het zo zijn dat een referendum
louter nadelen kent en een aselecte enquête louter voordelen?! Ook een
uitspraak als "duizend mensen de kans geven hun mening te geven levert
een betrouwbaarder beeld op dan 36.000 inwoners". Spreker zou die
uitspraak niet graag op zijn geweten willen hebben. De notitie mist
alle doel, er zit geen methodische vergelijking in, het biedt geen
uitputtend overzicht en op basis daarvan kan er geen enkele goede
afweging gemaakt worden. Het ergst vindt GroenLinks nog de conclusie
waarin een aantal dingen wordt beweerd zoals "een volledig
interactieve insteek is niet mogelijk". Waarom? Gezien het feit dat
een aantal dingen al min of meer vaststaan. Ook over het begrip
kostendragers zal nog eens uitgebreid gesproken moeten worden. Spreker
verwijst naar een brief van de heer Nootenboom in De Schakel van
afgelopen week waarin hij het intensieve recreatiepark van Hevo een
kostendrager noemt. In de commissievergadering is duidelijk gebleken
dat het de gemeente helemaal niets oplevert, alleen maar het lager
inbrengen van de gronden, dus het kost de gemeente geld in plaats van
dat het de gemeente geld oplevert. Spreker vraagt zich dan ook af wat
dan de kostendrager is en hoe we dat naar buiten toe gaan verkopen.
In het stuk van de conclusie staat "een aantal dingen staat al vast,
maar toch willen we een communicatieplan opstarten wat het
interactieve karakter benadert". Het woordje "toch" impliceert alsof
het een soort gunst is dat we met de burgers communiceren. De tekst:
"natuurlijk zullen veel mensen voor voorzieningen als sport en
recreatie kiezen en minder mensen voor een gewild onderdeel als een
restaurant en discotheek terwijl het financieel wel verantwoord is"
roept de vraag op wat er nou straks gaat gebeuren met de resultaten
die binnenkomen. Er staat nu dat het een basis vormt voor verdere
planvorming, maar wat is dat dan? GroenLinks zou hier graag wat meer
over vernemen van de wethouder. Ook vraagt spreker zich af of burgers
in de enquête kunnen kiezen voor groen, want er wordt nu automatisch
vanuit gegaan dat er voor een restaurant, hotel of fastfoodrestaurant
wordt gekozen. En wat gebeurt er als er voor groen gekozen wordt? BoCa
is een heel sympathiek initiatief gestart om enquêtes af te nemen
onder 570 huishoudens. Gaan wij iets met die resultaten doen? Wat voor
plaats krijgt die actie in ons proces?
GroenLinks is van mening dat zij dit niet-objectieve communicatieplan
op geen enkele wijze kan onderschrijven. De Zuidpolder is een
belangrijk groen onderdeel van Barendrecht en alle Barendrechters
moeten de kans krijgen zich uit te spreken of zij voor of tegen
bebouwing zijn en naar mening van GroenLinks moet dat middels een
referendum aan het begin van het proces geschieden en er op basis
daarvan vervolgstappen kunnen worden bepaald.
De heer Vermaat
merkt op dat de PvdA-fractie niet voor bebouwing in de Zuidpolder is
omdat het een uitgerekt landschap is wat een natuurlijke buffer is
tussen de Oude Maas en de rest van de bebouwing. We hebben als
Barendrecht wat dat betreft een uniek stuk en als je zo'n uniek stuk
hebt dan moet je daar erg zuinig mee zijn. Echter af en toe zal je het
"unieke" moeten loslaten. Zo is dat bijvoorbeeld gebeurd met het
aanleggen van de waterzuiveringsinstallatie. Bovendien is het de vraag
of de Zuidpolder diezelfde waarde heeft in zijn totaliteit als het had
en wat de PvdA betreft is dat dus niet het geval. Vanuit
maatschappelijk oogpunt gezien heb je niets meer aan het beoogde stuk,
is het een "overhoek", en ook voor de traditionele landbouwer is het
stuk te klein om het echt op een verantwoorde manier in exploitatie te
brengen. En of het voor de alternatieve landbouw zin heeft is ook nog
maar vraag. Spreker neemt aan dat het college die vijf hectare heeft
genoemd omdat dat de hectaren zijn die ter beschikking staan. De
PvdA-fractie vond en vindt dat we bebouwing op dat stuk moeten kunnen
realiseren. De PvdA is dan ook van mening dat we het beleidsprogramma
op dat punt meer helder moeten neerzetten en wijzigen.
Als we het beleidsprogramma echter laten zoals het is, dan moeten we
geen geld investeren want dan zijn er nog andere projecten waaraan
gewerkt zou kunnen worden zoals de centrumstudie.
In de notitie wordt aangegeven dat een referendum op dit moment niet
zou kunnen omdat er nog geen verordening op is. Naar mening van de
PvdA-fractie zou dan eerst de verordening moeten worden vastgesteld en
wordt daarin bijvoorbeeld vastgelegd wat de opkomst moet zijn om een
referendum geldig te maken.
De PvdA-fractie kan op voorhand zeggen dat wat hen betreft op zijn
minst 40% van de bevolking moet hebben deelgenomen. Spreker is het
eens met de diverse sprekers dat als je zo'n werkgroep wilt optuigen
je zelf mensen moet kunnen inhuren en een bedrag van EUR 25.000,00 dan
onvoldoende is. Doe je dat niet dan dreigt zo'n groep al heel gauw een
interessante praatgroep te worden waar weinig concreets uitkomt. De
notitie ziet de PvdA-fractie meer als een grove schetst. De ideeën die
naar voren zijn gebracht om een hoorzitting te houden, te enquêteren
en uiteindelijk de beslissing aan de raad over te laten lijken de
PvdA-fractie een prima methode.
De PvdA-fractie is het niet eens met de zin die begint met "dit geldt
zowel voor het gebied ten westen van de A29 tussen infocentrum en
snelweg als voor het gebied ten oosten van de A29 omgeven door de
Kilweg, Achterzeedijk, 3e Barendrechtseweg en de
afvalwaterzuiveringsinstallatie".
De PvdA-fractie gaat ermee akkoord als we een traject in gaan waarin
wordt gekeken hoe we op een verantwoorde manier een aantal
voorzieningen ten westen van de A29 zouden kunnen realiseren, maar de
PvdA-fractie is het er niet mee eens dat sport, recreatie en
horecavoorzieningen in het landschappelijk waardevolle gebied zouden
kunnen worden gerealiseerd.
Wethouder Silvis
merkt op dat het een gebied betreft van 450 hectare. In het
bestemmingsplan is 75 hectare recent uitgewerkt om de ontwikkeling van
die groen en recreatieontwikkeling te realiseren en in datzelfde plan
is tevens aangegeven dat we een tweede fase willen van 75 hectare die
overigens vele jaren later komt. In het totale gebied van 450 hectare
praat je maar over een deel waar wat hardere voorzieningen in zouden
moeten ter ondersteuning van natuur en recreatie in zijn algemeenheid.
Omdat het nog heel algemeen is en het om hele lange
ontwikkelingsprocessen gaat, kun je daar nu moeilijk al mee naar de
burger. Naar mening van spreker is de discussie in de raad, wel of
niet de Zuidpolder volbouwen een foute tegenstelling. Het gaat binnen
het totale gebied over een aantal initiatieven die het mogelijk moeten
maken voldoende geld te genereren om die ambitie waar te maken die we
neergelegd hebben, namelijk de groen- en recreatieontwikkeling in de
Zuidpolder, de versterking van de Oude Maaszone. Als we benadrukken
dat het alleen maar voor lokaal kan dan zal elke andere overheid
zeggen, prima doe het lokaal. Echter er is nog niets van onze ambitie
gerealiseerd en spreker voorspelt dat als we nog een tijdje zo
doorpraten er wellicht ook helemaal niets gebeurt en dat zou zonde
zijn. Getracht wordt te zoeken naar externe financiers, zoals
provincie en een landelijke overheid die ook die versterking van die
natuur en recreatie in hun programma's hebben. Echter die overheden
willen, als zij geld investeren, ook van ons weten welke kostendragers
wij inbrengen. Spreker dacht dat er in de commissievergadering
redelijke consensus bestond over het gebied ten oosten van de A29.
Voor het gebied ten westen van de A29, het gebied waar de Hevostudie
zich op gericht heeft, is gekozen om wat intensievere bebouwing toe te
staan. Je zit daar in de geluidzone van de A29, er liggen bovendien de
nodige leidingen in het gebied waardoor je het hele gebied niet zomaar
kunt bebouwen, dus het is qua extensieve recreatie niet het meest
aantrekkelijke, en het is heel aantrekkelijk qua verkeersontsluiting.
De kostendragers zorgen er voor dat daar
sportvoorzieningen/recreatieve voorzieningen komen ten behoeve van de
burgers in Carnisselande en bestaand Barendrecht. De gemeente hoeft
niet in die voorzieningen te investeren want de kostendragers dragen
de grondkosten, de infrastructuurkosten, de realisering van die
gebouwen en de exploitatie van die gebouwen. Kiezen we hier niet voor
dan hebben we in heel Carnisselande één sportpark met vier
tennisvelden en een aantal gymlokalen dan wel sportvoorzieningen die
we bij de clusters organiseren en voor de rest dus niets. En er is ook
geen geld voor uitgetrokken in de Barendrechtse begroting, want toen
die plannen zich ontwikkelden was duidelijk dat dit via zo'n
kostendrager als bijv. een hotel meegenomen kon worden zodat je een
aantrekkelijke exploitatie op dat gebied zou kunnen realiseren. Hevo
heeft daar in samenwerking met het college een onderzoek naar de
haalbaarheid voor gedaan en de gemeente heeft haar wensen ten aanzien
van voorzieningen die we in Barendrecht nog niet hebben zoals
bijvoorbeeld een evenemententerrein kenbaar gemaakt. Natuurlijk zijn
er best nog kritische noten, maar de vraag aan de raad is of zij het
college de ruimte geeft om dat initiatief nader uit te werken. Primair
gaat het om het idee of er zo'n plek is voor die recreatieve
ontwikkelingen ten behoeve van de Barendrechtse burgers die we nu niet
hebben en die financieel niet voorzien zijn.
Spreker denkt dat in commissieverband gekeken zal moeten worden hoe we
met de communicatie om kunnen gaan, als er van de burger überhaupt
iets te vragen valt, want als hij GroenLinks, VVD of D66 hoort dan
staat het eigenlijk al vast in het verkiezingsprogramma. Spreker is
het met de heer Zuurbier eens dat we de buffer moeten handhaven en het
een groene buffer moet worden met losliggende plandelen zoals hij dat
noemt.
De heer Kleinjan
hoort de wethouder zeggen dat, als er een Hevoproject zou komen ten
westen van de A29 het de gemeente niets kost, maar het levert de
gemeente toch ook geen cent op?
Wethouder Silvis
bestrijdt dit want het levert de gemeente sportaccommodaties op
waaronder tennishallen waar anders geld bij moet en dat geld heeft de
gemeente zelf niet.
De heer IJzerman
wijst erop dat in het basisdocument van Carnisselande is aangegeven de
tennisbanen commercieel te exploiteren, dus in die zin snapt spreker
niet dat we daar juist kostendragers voor moeten hebben waaraan we
niets verdienen.
Wethouder Silvis
geeft aan dat er bij het inrichten van een gebied ook een forse
investering in de infrastructuur nodig is. Normaal gesproken legt de
gemeente de infrastructuur aan en worden de gronden tegen een
schappelijke prijs aangeboden. In dit geval wordt de infrastructuur
gedragen door het project.
Het proces richting burger hangt er vanaf wat je gaat vragen en waarop
je als gemeente wilt inzetten. In dit communicatieadvies is een aantal
elementen aangedragen, maar spreker begrijpt dat er nog geen eenduidig
beeld is en als er een meerderheid is voor handhaving van het huidige
beleidsprogramma dan vraagt hij zich af wat we daadwerkelijk aan de
burger gaan vragen. Overigens wil hij er wel op wijzen dat ook het
groen houden van de Zuidpolder enorm veel geld kost.
De voorzitter
denkt dat het goed is om ten aanzien van het communicatieplan, op
grond van de gemaakte opmerkingen, met de afdeling Communicatie te
bekijken wat het communicatieplan zal zijn dat via de commissie aan de
raad zal worden voorgelegd.
De heer Nootenboom
wil nog eens expliciet vermelden dat ook de CDA-fractie voorstander is
van groen en recreatie en dat ook zij niet willen dat de Zuidpolder
helemaal volgebouwd gaat worden. De CDA-fractie heeft voor de insteek
gekozen dat we kansen hebben. Kansen om met de Zuidpolder die dingen
te doen die we graag zouden willen en dat betekent dat je dingen moet
geven en nemen. De wethouder heeft wat dat betreft heel goed
aangegeven waar het om draait. Het gaat met name over de kostendragers
en van tweeërlei zijden werd aangegeven dat het ons alleen maar geld
kost, maar naar mening van de CDA-fractie levert het wat op, namelijk
accommodaties. Een ander misverstand wat spreker graag uit de weg wil
ruimen is dat de heer Van Kruijsbergen opmerkte dat spreker inspraak
als "een leuk ding" bestempelt. Wat spreker hiermee bedoelde zijn de
investeringen die de CDA-fractie graag zou willen zien. De meningen
van de diverse fracties peilende, bekruipt spreker het gevoel dat we
de inwoners van Barendrecht dingen gaan onthouden met name op het
gebied van recreatie en ontspanning. We kunnen ervoor kiezen de
Zuidpolder te laten liggen zoals die nu is en agrariërs de kans laten,
maar de CDA-fractie is er van overtuigd dat dit beeld niet meer bij
Barendrecht past. We moeten ook constateren dat er flink wat
Barendrechters bij zijn gekomen die behoefte hebben aan recreatie en
ontspanning. Overigens hoeft, als je het over recreatie in de
Zuidpolder hebt, dat niet altijd met autobewegingen gepaard te gaan.
Er kunnen mooie fiets- en wandelpaden aangelegd worden en ook dat is
investeren op het gebied van recreatie en ontspanning.
De heer IJzerman
ziet niet in wat je zonder auto bij een McDrive moet.
De heer Nootenboom
vindt het flauw dat er iedere keer wordt teruggegrepen op dat soort
voorzieningen. Het gedeelte van de Zuidpolder waar de heer IJzerman op
doelt is maar een klein gedeelte. Door de kostendragers kunnen we ook
andere zaken realiseren en dan ontkom je er niet aan dat daar ook
autobewegingen plaatsvinden. Spreker heeft zich verbaasd over de
opstelling van de VVD-fractie en constateert een gedraai van jewelste
aan de VVD-zijde. Volgens spreker is er door de heer Kelder in de
commissievergadering geen enkel voorbehoud gemaakt of enige nuancering
aangebracht. In de gezamenlijke commissie Grondgebied en
Samenlevingszaken was een raadsmeerderheid om dit punt op de agenda
van deze raadsvergadering te zetten.
Als de VVD-fractie tijdens de commissievergadering aangegeven had wat
de heer Zuurbier nu heeft gezegd, dan had dit onderwerp, naar mening
van spreker, helemaal niet in de raadsvergadering van vanavond aan de
orde gekomen. Nogmaals, spreker vindt dit gedraai raar en hoopt dit
niet met meer onderwerpen mee te gaan meemaken.
Aan de heer Van Kruijsbergen zou spreker de vraag willen stellen hoe
GroenLinks aankijkt tegen een project als "De Kleine Duiker" als zij
stelt dat de Zuidpolder helemaal leeg moet blijven zoals dat nu is.
De heer Zuurbier
wil ingaan op een aantal opmerkingen die door de wethouder zijn
gemaakt. In het begin van zijn betoog zei de wethouder dat je het
invullen van het gebied integraal moet zien. Op zich heeft hij daar
gelijk in alleen moeten we constateren dat we tot nu toe in die
Zuidpolder van elkaar losstaande beslissingen op verschillende tijden
hebben genomen. Die beslissingen behelsden onder andere de aanleg van
de begraafplaats, een plek reserveren voor de Stichting De Kleine
Duiker van 20 hectare en vervolgens de beslissing voor de
afvalwaterzuiveringsinstallatie. Er is tot nog toe dus geen sprake
geweest van een integrale kijk op dat gebied. Sinds vorig jaar is die
nota verschenen "de Zuidzijde Barendrecht in perspectief". En het is
dus bijna niet te voorkomen dat er nu rondom de invulling van dit
gebied grote politieke belangstelling bestaat. En die politieke
belangstelling gaat zelfs zover dat de VVD dan gedraai verweten wordt
en in menige krant heeft spreker mogen vernemen dat sommige partijen
kiezersbedrog plegen. Daar is ook wel een beetje een verklaring voor
te geven, want we praten nu over een gebied waar de Zuidpolder op zijn
smalst is. Dat betekent per definitie dat die weidse polderbeleving
die we op andere plekken hebben daar een beetje te zoeken is. En
vervolgens moet je constateren dat de oprukkende bebouwing van
Carnisselande daar ook het dichtst bij dat gebied ligt en dat die
grote rotonde met een 24-uurs verkeersstroom ook niet geassocieerd kan
worden met rust en vogelbroedplaatsen. Spreker geeft ermee aan dat er
terecht in die notitie vermeld stond dat je voor dit gebied onder
zware eisen enige bebouwing zou kunnen toestaan. Spreker is het dan
ook niet eens met de wethouder die zegt dat hij van de VVD geen
boodschap krijgt. De VVD is heel duidelijk over het
communicatietraject en heel duidelijk over delen van de Zuidpolder. De
VVD gaat akkoord met de wijziging zoals die van toepassing is voor het
gedeelte van de Zuidpolder beoosten. De VVD heeft zich onthouden van
de tekst zoals die voor het westelijke gedeelte wordt gegeven omdat
dat zou betekenen dat je ongeclausuleerd het Hevoplan kan ontwikkelen
en dat gaat de VVD te ver want, en spreker citeert uit het
verkiezingsprogramma, "die moet vrij worden gehouden van structurele
bebouwing". De heer Kelder heeft in de commissievergadering heel
duidelijk het dilemma geschetst tussen enerzijds de toezegging die je
doet om de Zuidpolder vrij te houden van structurele bebouwing, maar
anderzijds en dan is spreker het eens met wat de heer Nootenboom zegt
en eens met de wethouder, geven voortschrijdende ontwikkelingen aan
dat er behoefte is aan voorzieningen en die moeten er komen. Een deel
van die voorzieningen, zoals de veldsporten, tennisbanen,
hockeyvelden, voetbalvelden inclusief kleedkamers c.q. kantines mogen
er wat de VVD betreft komen.
Een viersterrenhotel kan weliswaar een parel voor Barendrecht zijn,
niet zozeer voor de bewoners van Barendrecht maar wel omdat er op de
zuidoever van de waterweg een chronisch tekort is aan kwalitatief
goede hotelaccommodatie, maar kan wat de VVD betreft best elders. En
dan is er nog de toezegging voor de jeugdvoorziening die er moet
komen. Vandaar de vraag aan het college of daar andere mogelijkheden
voor zijn. Wellicht geeft het gebied ten noorden van Carnisselande, nu
we daar minder woningen gaan bouwen, enige soelaas.
Conclusie: voor het westelijke deel zou de VVD-fractie toch met enige
creativiteit wat afgeslankte Hevoplannen van het college tegemoet
willen zien om die verder te beoordelen.
De heer Nootenboom
constateert dat de heer Zuurbier toch weer een beetje terug schuift
want de VVD onthoudt zich nu van steun aan het tekstvoorstel m.b.t. de
westkant.
De heer Zuurbier
geeft aan dat de VVD-fractie niet akkoord gaat met het tekstvoorstel
ten westen van de A29.
De heer Nootenboom
vraagt zich af of de heer Zuurbier aan kan geven waar hij die leuke
dingen, zoals hij die opsomde, van wil gaan betalen.
De heer Zuurbier
merkt op dat de raad in de eerste plaats in deze vergadering moet
discussiëren, en niet zozeer in een commissie. Dat wat gezegd is in de
commissievergadering van 4 februari 2003 was een verkennende aftasting
zonder dat de VVD-fractie zich daar vastlegde op welk standpunt dan
ook. Verder vindt spreker het heel gezond als de raad een keuze maakt
bij de eerstkomende voorjaarsnota en als met de ruimte die het college
nu heeft plannen ontwikkeld worden. De VVD is nog niet zover dat zij
nu al kan zeggen dat al die voorzieningen daar op die plek moeten
komen omdat het wel degelijk een inbreuk is op een eerder gedane
toezegging in het "bijbeltje" van de VVD.
Wat de communicatie betreft wordt een heel scala aan voorstellen
gedaan en is daar wel degelijk een rode draad in te ontdekken. De
VVD-fractie heeft zich voorlopig nog geen voorstander getoond voor een
referendum. Spreker dacht, de andere fracties horende, dat er wel
steun bestaat voor een goede aselecte enquête gevolgd door een
hoorzitting. En als de BoCa het initiatief neemt, dan neem je het
resultaat daarvan natuurlijk mee bij die hoorzitting. Maar spreker
gelooft wel in het feit dat de raad, die als het ware toch een beetje
worstelt met dit dossier, er verstandig aan doet in een hoorzitting de
burger te consulteren. En dat betekent dat de VVD-fractie het nog te
vroeg vindt om in dit geval met klankbordgroepen de zaak te gaan
ontwikkelen.
De heer Kleinjan
wijst erop dat zijn fractie nooit tegen eerder gepasseerde voorstellen
voor het gebied ten oosten van de A29, zoals de visvijver, is geweest
en ook niet tegen het feit dat daar gebouwen bij horen. Daar hoeft
niet per se een communicatieadvies voor opgesteld te worden. Het
bezwaar betreft het stuk ten westen van de A29 in relatie tot het
Hevoplan.
In de commissievergadering heeft de SGP/ChristenUnie aangegeven dat
zij met ondersteunende gebouwen bij sportvelden kan leven, maar dat is
heel iets anders dan een amusementshal of partycentrum en die
nuancering wil spreker nogmaals maken. Waar de SGP/ChristenUnie zich
wel zorgen over maakt bij dit soort grote plannen is de ontsluiting.
Want er wordt wel infrastructuur aangelegd, maar het moet allemaal
over de Kilweg en die is toch vrij belast. En de fractie kan zich best
voorstellen dat de gemeente bepaalde voorzieningen wil, maar stelt
voor om dan toch naar andere plekken te kijken.
Mevrouw Monhemius
deelt mee dat D66 bij haar eerder ingenomen standpunt blijft.
Spreekster is verheugd nu blijkt dat er toch geen grote meerderheid
bestaat voor bebouwing van de westzijde van de A29.
De heer Van Kruijsbergen
geeft aan dat GroenLinks een groene openbare Zuidpolder wil zonder
bebouwing met extensieve recreatie zowel oost als west. Wat GroenLinks
betreft zijn kostendragers, en zeker als je het over het Hevoplan
hebt, voorzieningen die geld opleveren om het oostelijke deel te
financieren. In dat opzicht is Hevo geen kostendrager. Het levert wel
accommodaties op, maar moet je nou de burgers die accommodatie
onthouden? Misschien helemaal niet want in de presentatie van Hevo
bleek ook te staan dat heel veel van die accommodaties zelfstandig te
realiseren zijn, dus mogelijk kunnen ze gewoon op een creatieve wijze
elders in bestaand gebied worden ingepast. En dan ben je als gemeente
goed bezig en benut je het bestaande woon- en werkgebied beter en
houdt je de open ruimte over. Wat betreft De Kleine Duiker waar de
heer Nootenboom een opmerking over maakte. Idealiter zou de hele
Zuidpolder leeg zijn, groen en toegankelijk voor mensen om te
recreëren. Natuurlijk kan dat niet en er zijn allerlei voorzieningen
uit het verleden zoals een begraafplaats en een
waterzuiveringsinstallatie die hun belang hebben en ruimte opeisen. De
Kleine Duiker is er daar naar mening van GroenLinks ook eentje van.
Het heeft een sympathieke functie en past ook heel goed binnen het
beeld wat we destijds met zijn allen in het raadsprogramma hebben
vastgelegd.
Bebouwing moet passen in het kader van de extensieve recreatie en voor
de plannen die er liggen is enige kleinschalige bebouwing ten gunste
van de functie wellicht toelaatbaar. Voor alle nieuwe initiatieven in
dit gebied is GroenLinks daar zo terughoudend mogelijk mee.
De heer Vermaat
gelooft niet dat, als er geen meerderheid is voor Hevo-achtige
bebouwing, we dan een communicatieplan moeten optuigen want dat is
zonde van de energie en het geld dat er in wordt gestoken. Zo'n
inspraakproject kost enorm veel tijd en geld en dat project
sportvoorzieningen, wat o.a. door de VVD is geopperd, is niet te
realiseren zonder dat je daar andere voorzieningen bij creëert.
Overigens is dat natuurlijk een punt bij de hele ontwikkeling van de
Zuidpolder. Als er inderdaad geen meerderheid is voor Hevo-achtige
plannen, dan stelt de PvdA-fractie voor dit geld in lopende projecten
te steken en bijv. het centrum weer meer in ogenschouw te nemen en te
kijken hoe we daar met een goede inspraakprocedure interactief mee aan
de slag kunnen.
Wethouder Silvis
merkt richting de heer Vermaat op dat de centrumstudie wel degelijk
leeft. Er heeft een aantal verkeersstudies plaatsgevonden die
inmiddels zijn afgerond en binnen de klankbordgroep zal de
eindrapportage worden besproken, waarna verdere bespreking volgt.
Spreker constateert dat er een meerderheid is voor het tekstdeel op
bladzijde 2 onderaan en dat er geen meerderheid is voor het tekstdeel
op bladzijde 3. En is het dan eigenlijk wel met de heer Vermaat eens
dat je daar dan geen energie in moet steken en die druk vanuit de
bevolking dan vanzelf wel komt.
De heer Zuurbier
wijst erop dat er een toezegging ligt voor een jeugdvoorziening en als
die dan daar niet zou kunnen komen, dan zal er wel gezocht moeten
worden naar een andere locatie. Want het is niet zo dat een
jeugdvoorziening uitsluitend en alleen gerealiseerd zou moeten worden
via een projectontwikkelaar. In de richting van de heer Vermaat merkt
spreker op dat hij ook heeft voorgesteld dat het college bij de
voorjaarsnota met een voorstel komt en we dan, in concurrentie met
andere voorzieningen, keuzes kunnen maken.
Wethouder Silvis
begrijpt van de heer Zuurbier dat hij niet wil dat het college er
niets meer aan doet, maar dat nog een keer bij de voorjaarsnota de
wensen in kaart worden gebracht zodat op dat moment nog een keer die
afweging gemaakt kan worden en een prioritering kan plaatsvinden.
De heer IJzerman
mist in het betoog van de wethouder het stuk gericht op lokale
behoefte. Nu staat er in het beleidsprogramma dat zaken zoals natuur,
sport en extensieve recreatie gericht horen te zijn op de lokale
behoefte en D66 is van mening dat dit nog steeds van toepassing moet
zijn. En volgens spreker is dat ook niet strijdig met de plannen zoals
die bijv. door de VVD-fractie maar ook door een aantal andere partijen
zijn aangegeven. Dus wat D66 betreft blijft er in de tekst nog steeds
staan gericht op lokale behoefte omdat dat juist de intentie weergeeft
dat we niet bijv. over sportvoorzieningen zoals een grote wielerbaan
willen beschikken zoals in een plan stond.
De voorzitter
merkt op dat er een wisselwerking is tussen het gebruik door alle
inwoners van het gebied langs de Oude Maas die met zijn allen een
evenredig deel betalen aan de instandhouding van dat geheel en er
wordt geen onderscheid gemaakt.
De heer IJzerman
heeft een betoog gehouden waarom D66 vindt dat juist gericht op lokale
behoefte er wel in moet en spreker denkt dat de behoefte aan een
stukje extensieve recreatie een stukje sport en een stukje
natuurontwikkeling voor mensen bijv. die op de fiets uit Rhoon komen
niet anders is. D66 heeft geen behoefte aan een wielerbaan en dat is
onder andere de reden dat D66 pleit voor het beperken tot de lokale
behoefte.
De voorzitter
constateert dat er een meerderheid is voor de laatste alinea van
pagina 2 en dat er geen meerderheid is voor de bovenste alinea van
pagina 3.
De heer Kleinjan
vraagt de voorzitter om een precieze inventarisatie.
CDA en PvdA zijn voor beide voorstellen.
SGP/ChristenUnie, D66, GroenLinks, zijn tegen beide voorstellen.
De VVD is voor het tekstvoorstel op pagina 2 en tegen het voorstel op
bladzijde 3.
De voorzitter concludeert nogmaals dat er een meerderheid is voor het
tekstvoorstel op bladzijde 2 en er geen meerderheid is voor het
voorstel op bladzijde 3.
PUNT 6
Aanstelling raadsgriffier
De heer Zuurbier
geeft, namens de gehele raad, aan dat de raad akkoord gaat met dit
voorstel en hoopt dat mevrouw Figge een plezierige tijd tegemoet gaat
en zij gezamenlijk met de raad inhoud weet te geven aan de nieuw
ontstane situaties sinds de gewijzigde gemeentewet.
De voorzitter
benoemt mevrouw Figge in de functie van raadsgriffier, sluit zich aan
bij de woorden van de heer Zuurbier en wenst mevrouw Figge namens het
college alle succes toe.
PUNT 7
Een antwoordbrief van burgemeester en wethouders aan de CDA
gemeenteraadsfractie Barendrecht op de gestelde vragen inzake de sloop
van huizen aan de 1e Barendrechtseweg.
De heer Nootenboom
bedankt het college voor de beantwoording op de schriftelijke vragen
die op een aantal punten duidelijkheid geven. Op de vraag welke panden
aan de 1e Barendrechtseweg gevrijwaard zullen blijven van de
sloophamer geeft het college het antwoord dat slechts de
twee-onder-één-kapwoning van jeugdsociëteit De Beuk (nrs. 53 en 55)
zal blijven bestaan. Dit antwoord is naar de mening van de CDA-fractie
op zijn minst onvolledig. Onvolledig omdat er in het geheel niet wordt
ingegaan op de keuzes die gemaakt zijn om panden te behouden c.q. te
slopen. Uit de beantwoording blijkt dat het college zelf het
initiatief genomen heeft om de projectorganisatie Betuweroute te
verzoeken de huizen te slopen. De amovering van de huizen aan de 1e
Barendrechtseweg zou conform het convenant met de N.S. beperkt worden
tot die woningen die nodig zijn voor de aan te leggen infrastructurele
elementen. Het cultuurhistorische karakter van de 1e Barendrechtseweg
zou zo veel mogelijk in tact gehouden moeten blijven door de
representatieve panden in te passen in de toekomstige bebouwing. Deze
weg, die sinds decennia de toegangspoort van Barendrecht is geweest,
kende karakteristieke huizen.
Zo karakteristiek zelfs dat sommige projectontwikkelaars dit type huis
in andere wijken hebben verkocht met de aanduiding "type Barendrecht".
Dit was de achterliggende gedachte om destijds in het convenant met de
N.S. op te nemen, de representatieve panden te behouden. Deze weg was
typisch Barendrecht. De Barendrechtseweg heette vroeger de Puinweg.
Als de sloop van alle huizen door gaat en straks het puin weg is, is
er helemaal niets meer dat herinnert aan deze, vroeger zo belangrijke
toegangsweg. De CDA-fractie is zeer benieuwd naar de overwegingen van
het college, de afgewogen alternatieven en het besluitvormingsproces
hieromtrent en verzoekt het college hier en nu informatie over te
verschaffen voordat de sloophamer zijn werk doet.
Wethouder Silvis
geeft aan dat, ten tijde van het sluiten van het convenant, duidelijk
was dat dit gebied een bedrijfsmatige bestemming zou krijgen zonder
dat we verder wisten hoe dit ingericht zou worden. Uit voorzorg is
toen een clausule opgenomen dat een deel van deze gebouwen geen
woningen meer zouden zijn maar mogelijk ingepast zouden kunnen worden
in het bedrijventerrein. In de verdere planontwikkeling werd duidelijk
dat de Barendrechtseweg wordt verlegd en dat je daardoor een probleem
krijgt met de verkaveling van het gebied. Bovendien zitten er in
vooroorlogse panden materialen die nu niet meer toegepast mogen worden
en dat betekent dat het nogal kostbaar kan zijn deze panden van
bijvoorbeeld asbest te ontdoen. Dat in een entourage die niet meer
dezelfde is heeft het college doen besluiten te kiezen voor een
pragmatische benadering.
De heer Nootenboom
vraagt zich af of er nog alternatieven zijn overwogen c.q. onderzocht?
En kan in de toekomst, als we meer van dit soort zaken hebben, de raad
regelmatiger worden geïnformeerd?
De voorzitter
merkt op dat de woonfunctie daar per definitie niet meer mogelijk is
en dat dit ook de reden is waarom de panden zijn aangekocht en tegen
de spoorwegen is gezegd dat zij dit schoon diende op te leveren
teneinde geen claims op termijn te krijgen. Wat betreft de informatie
naar de raad en de relatie naar de raad meent spreker dat open en
frequent is gecommuniceerd over de ontwikkelingen aangaande de 1e
Barendrechtseweg.
De heer Silvis
merkt op dat bij zijn weten geen alternatieven zijn onderzocht.
De heer Nootenboom
doelde m.b.t. de informatie die beter had gekund op het feit dat hij
uit de krant heeft moeten vernemen dat er voor alle panden een
sloopvergunning is aangevraagd.
De voorzitter
merkt op dat dit de afhandeling was van een beleidslijn die met elkaar
is afgesproken.
De heer Nootenboom
is het niet met de voorzitter eens want de beleidslijn was zoveel
mogelijk handhaven van de karakteristieke panden en nu blijft er dus
nog maar één over. En de overwegingen die zowel de voorzitter als de
wethouder noemde had spreker graag eerder gehoord.
De voorzitter
sluit de vergadering om 22.00 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de
gemeente Barendrecht van 31 maart 2003,
de griffier, de voorzitter,
mw. mr. G.E. Figge. M.Th. van de Wouw.
Gemeente Barendrecht