Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Wijzigingsbesluit Premiespaarregeling rijkspersoneel
3 maart 2003
Met ingang van 1 januari 2003 is de fiscale faciliteit vervallen die geldt
voor premiespaarregelingen. In verband hiermee is door de fiscale wetgever
een overgangsregeling getroffen. Voor de spaarloonregeling is het bedrag dat
in 2003 maximaal belastingvrij kan worden gespaard verlaagd. Voor deze
verlaging is door de fiscale werkgever een tegemoetkoming getroffen.
---
BESLUIT
ARTIKEL I
De Premiespaarregeling rijkspersoneel wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 2 vervalt.
2. Na artikel 5 wordt artikel 5a toegevoegd, luidende:
Artikel 5a
1. In afwijking van artikel 3, eerste lid, kunnen de spaargelden over 2000
en 2001 vanaf 1 januari 2003 met de bijbehorende spaarpremies worden
opgenomen.
2. In afwijking van artikel 3, eerste lid, kunnen de spaargelden over 2002
vanaf 1 januari 2004 met de bijbehorende spaarpremies worden opgenomen.
ARTIKEL II
De Premiespaarregeling rijkspersoneel wordt ingetrokken per 1 januari 2004.
ARTIKEL III
De Spaarloonregeling rijkspersoneel wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2
1. Het bevoegd gezag houdt op verzoek van het personeelslid op diens
salaris een bedrag in en maakt dat over naar een door het personeelslid
opgegeven spaarloonrekening danwel de rekening van de financiële instelling
waarbij het personeelslid een overeenkomst van levensverzekering waarbij een
lijfrente of een kapitaalsuitkering is verzekerd heeft afgesloten.
2. Op verzoek van het personeelslid kan het bevoegd gezag een bedrag
inhouden op diens salaris en dat overmaken op een door het personeelslid
opgegeven rekening, indien het personeelslid rechtstreekse betalingen van
premies als bedoeld in artikel 19b, eerste en tweede lid, van de
Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen,
doet. Deze betalingen mogen voor de toepassing van dat artikel worden
gelijkgesteld met ten laste van de spaarloonrekening voldane premies.
3. De in het eerste en tweede lid bedoelde bedragen zijn niet hoger dan het
ingevolge artikel 11, eerste lid, onderdeel h, onder 2º juncto artikel 34a,
vijfde lid, van de Wet op de loonbelasting vastgestelde maximumspaarbedrag.
2. Na artikel 8 wordt een artikel 8a toegevoegd, luidende:
Artikel 8a
1. In afwijking van artikel 8, eerste lid, kunnen de spaarbedragen over 1999
en 2000 vanaf 1 januari 2003 worden opgenomen.
ARTIKEL IV
Dit Besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot
en met 1 januari 2003.
Dit besluit zal met de toelichting worden geplaatst in de Staatscourant.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
voor deze,
de waarnemend directeur-generaal Management en Personeelsbeleid,
C.J.A. Maas
Toelichting:
Met ingang van 1 januari 2003 is de fiscale faciliteit vervallen die geldt
voor premiespaarregelingen. In verband hiermee is door de fiscale wetgever
een overgangsregeling getroffen. Voor de spaarloonregeling is het bedrag dat
in 2003 maximaal belastingvrij kan worden gespaard verlaagd. Voor deze
verlaging is door de fiscale werkgever een tegemoetkoming getroffen.
In artikel I wordt geregeld dat met ingang van 1 januari 2003 niet langer
kan worden deelgenomen aan de premiespaarregeling. Voorts is een
overgangsregeling opgenomen.
Deze houdt in dat de spaargelden die vóór 2002 zijn gespaard, vanaf 1
januari 2003 samen met de bijbehorende spaarpremies kunnen worden
opgenomen.
Spaargelden die in 2002 zijn gespaard en de bijbehorende spaarpremies
blijven in 2003 volgens de normale regels geblokkeerd. Deze laatstbedoelde
bedragen mogen daarna vanaf 1 januari 2004 met de bijbehorende spaarpremies
worden opgenomen.
In artikel II wordt de regeling ingetrokken op het moment dat de laatste
spaargelden, die in 2002 zijn gespaard, met bijbehorende premies kunnen
worden opgenomen.
Artikel III betreft de gevolgen van de verlaging van het bedrag dat maximaal
belastingvrij kan worden gespaard op grond van de spaarloonregeling voor
2003.
Als gevolg van eerder aangegane verplichtingen door de werknemer bij
financiële instellingen waarbij en lijfrente of een kapitaalsuitkering is
verzekerd, kan het in bepaalde situaties voor de ambtenaar noodzakelijk zijn
ook uit het nettosalaris stortingen te verrichten. Uit praktische
overwegingen is hiervoor een aanpassing van de regeling getroffen. Door het
bevoegd gezag de mogelijkheid te geven het maximum spaarbedrag aan het
personeelslid over te maken, wordt deze in staat gesteld zelf de volledige
storting ineens te doen.
Als tegemoetkoming voor bovengenoemde verlaging heeft de fiscale wetgever
een mogelijkheid gegeven spaarloon dat in 1999 en 2000 is opgebouwd vanaf 1
januari 2003 op te nemen. Geblokkeerd spaarloon dat vanaf 2001 is opgebouwd,
blijft volgens de normale regels geblokkeerd.
---
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 7 maart 2003