Gemeente Utrecht

VERZELFSTANDIGING BEHOUDT GVU VOOR UTRECHT

Het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Utrecht (GVU) kan aan de slag met de uitvoering van de verzelfstandiging tot gemeentelijke NV. Het college van burgemeester en wethouders heeft de uitvoeringsplannen voor de verzelfstandiging van het Utrechtse busbedrijf goedgekeurd. Hierdoor kan het GVU - met de gemeente Utrecht als enige aandeelhouder - zelfstandig opereren op de openbaar vervoermarkt.

De verzelfstandiging stelt het GVU in staat mee te dingen naar de concessie voor de stad Utrecht. Sinds enkele jaren wordt de markt voor openbaar vervoer door regionale overheden verdeeld aan vervoerders. Hiervoor worden officiële aanbestedingen uitgeschreven. Als een vervoersbedrijf een concessie verwerft, dan krijgt dat bedrijf het recht om in een bepaald gebied het busvervoer te verzorgen. De wet schrijft voor dat alleen zelfstandige ondernemingen mogen meedingen naar concessies. Voor gemeentelijke diensten is dat niet mogelijk. Door het GVU te verzelfstandigen blijft het busbedrijf dus voor de stad Utrecht behouden.

De uitvoeringsplannen voor de verzelfstandiging van het GVU beschrijven onder andere hoe het GVU als gemeentelijke NV wordt georganiseerd en welke financiële bijdrage de gemeente levert. De uitvoeringsplannen worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

Doel is dat het GVU eind 2003 is omgevormd tot een zelfstandige NV. De gemeenteraad besloot al in het najaar van 2000 tot de verzelfstandiging van het GVU in 2003. Het GVU kreeg toen de opdracht om de overgang naar een gemeentelijke NV verder uit te werken en zich tegelijkertijd in te zetten voor gezondmaking van de organisatie. Het jaar 2003 is gekozen om het GVU ruim twee jaar de tijd te geven om te groeien in haar rol als gemeentelijke NV. In 2007 loopt de huidige concessie voor Utrecht af en vindt er een nieuwe aanbesteding voor de stad plaats.'

Noot voor de media;
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gemeente Utrecht, Stadhuis Bestuursondersteuning, Casper van Riet, tel. (030) 286 11 48.

Utrecht, 4 maart 2003