Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Sub-Sahara Afrika

Afdeling Midden en Oost-Afrika

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

4 maart 2003

Behandeld

Katja Lasseur


Kenmerk

DAF ­ 116/03

Telefoon

070 3485777


Blad

1/5

Fax

070 3486607


Bijlage(n)

1

E-Mail

katja.lasseur@minbuza.nl


Betreft

Beantwoording vragen van de leden

Koenders en Dijksma (beiden PvdA) over de Nederlandse bijdrage aan de VN vredesmacht in Oost-Congo.

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Ontwikkelings-samenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders en Dijksma (beiden PvdA) over de Nederlandse bijdrage aan de VN vredesmacht in Oost-Congo. Deze vragen werden ingezonden op 11 februari 2003, met kenmerk 2020306900.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van Ardenne-Van der Hoeven, staatssecretaris voor Ontwikkelings-samenwerking, op vragen van de leden Koenders en Dijksma (beiden PvdA) over de Nederlandse bijdrage aan de VN vredesmacht in Oost-Congo.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het onlangs uitgekomen rapport van de International Crisis Group over de Kivu's en de situatie in Oost-Congo?1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de aanbevelingen van dit rapport en bent u bereid zich in te zich in te zetten voor actualisering en versterking van het mandaat van MONUC3 in lijn met deze aanbevelingen? Zo neen, waarom niet?2)

Antwoord

Ik kan mij voor een groot deel vinden in de aanbevelingen die door de ICG worden gedaan. Een aantal er van, zoals het steunen van NGO's in de Kivu's, het opzetten en uitvoeren van een DDRRR programma voor de Kivu's en het verlenen van steun aan het VN Consolidated Appeal, wordt reeds, met steun van Nederland, uitgevoerd.

Een vergaande uitbreiding van taken en bevoegdheden van MONUC, zoals voorgesteld door de ICG, lijkt evenwel haalbaar noch wenselijk. Het Nederlands standpunt is dat MONUC zich allereerst dient te concentreren op een efficiënte en volledige uitvoering van haar huidige mandaat waarvoor uiteraard voldoende middelen ter beschikking moeten worden gesteld. In consultaties met betrokkenen, via het Demobilisatie en Reintegratie programma voor de Grote Merenregio (DDRRR) en via de Permanente Vertegenwoordiging in New York zal Nederland zich hiervoor blijven inzetten. Daarbij levert Nederland reeds een financiële bijdrage aan Zuid-Afrika ten behoeve van haar deelname aan MONUC. Additionele bijdragen via dit kanaal ter versterking van de stabiliteit in de Grote Merenregio worden thans overwogen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat, nu er een ­ breekbaar -akkoord ligt, het cruciaal is dat de internationale gemeenschap zich actief voor deze regio inzet? Welke nieuwe stappen bent u bereid hiervoor te nemen?

Antwoord

Ik deel de mening dat het Pretoria II akkoord breekbaar is en dat de internationale gemeenschap actief toe zal moeten zien op de implementatie er van.

Nederland steunt een actieve rol van de 'commission de garantie internationale' die naar aanleiding van het Pretoria II akkoord is opgezet. Nederland is voorstander van een effectieve en flexibele commissie die snel kan inspringen op de zich steeds wijzigende omstandigheden. Binnen de EU heeft Nederland geijverd voor vertegenwoordiging van de EU in deze commissie, die eerst slechts zou bestaan uit de permanente leden van de VR en enkele andere landen.

Bovenal is het cruciaal dat het akkoord door de betrokkenen zelf gedragen en uitgevoerd wordt. De EU heeft in een recente verklaring toegezegd de DRC hierbij waar mogelijk te zullen ondersteunen.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoe het staat met uw eerdere toezegging te overwegen civiele of militaire waarnemers vanuit Nederland deel te laten nemen aan MONUC3?

Antwoord

Momenteel wordt onderzocht of hieraan op enigerlei wijze vanuit Nederland kan worden bijgedragen.

Vraag 5

Hoe staat het met de concrete besteding van demobilisatiefondsen die door Nederland zijn toegezegd? 4)

Antwoord

Van de ¤111 miljoen die door Nederland is toegezegd is thans ¤10 miljoen overgemaakt naar het Multi Donor Trust Fund (MDTF). Het resterende bedrag zal in de loop van de komende drie jaar overgemaakt worden. Op 31 december 2002 waren er betalingen uit het MDTF gedaan ter waarde van USD 492,760,- . In Rwanda heeft het DDRRR programma nu vorm gekregen en men is, zij het mondjesmaat, gestart met het daadwerkelijk demobiliseren en repatriëren van Rwandese strijders vanuit Oost Congo naar Rwanda. Nederland speelt, via een speciaal daarvoor aangesteld "focal point" bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, een actieve adviserende en sturende rol bij de uitvoering van het DDRRR programma voor de Grote Merenregio.

1) "The Kivu's: The Forgotten Crucible of the Congo Conflict" ICG (Africa Report Nr. 56, Nairobi/Brussels) 24 januari jl. 2) de Mission de l'Organisation des Nations Unies en Republique democratique du Congo. 3) Minister van Buitenlandse zaken tijdens begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 4 december 2002 (Handelingen 29-2079). 4) Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken d.d. 4 december 2002, (Handelingen 29-2094)

===