CBS

Inflatie in februari iets hoger

De inflatie in Nederland is in februari 2003 uitgekomen op 2,7 procent. Dit is iets hoger dan de 2,5 procent in januari. De stijging is vooral veroorzaakt door de prijsontwikkeling van voedingsmiddelen en autobrandstoffen. Dit blijkt uit het nieuwe consumentenprijsindexcijfer van het CBS. De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde index is eveneens gestegen, en wel van 2,9 naar 3,2 procent.

Inflatie in februari 2,7 procent
De inflatie is in februari licht gestegen tot 2,7 procent. Vorige maand was de inflatie 2,5 procent. De uitkomst ligt nog wel duidelijk beneden het niveau van 2002. Toen bedroeg de inflatie gemiddeld 3,3 procent. Een deel van de toename van de inflatie is veroorzaakt door hogere prijzen voor autobrandstoffen. Deze zijn in februari 9,7 procent duurder dan een jaar geleden. Vorige maand was dat nog 7,1 procent. Ook de prijsontwikkeling van voedingsmiddelen zorgt voor een hoger inflatiecijfer. In januari waren voedingsmiddelen slechts 0,4 procent duurder dan een jaar eerder. In februari is dat opgelopen naar 1,2 procent. Het verschil is het grootst bij verse groenten. Deze zijn in februari weliswaar 7,0 procent goedkoper dan een jaar eerder, maar in januari was dat nog 18,3 procent. Verder is de bijdrage van bloemen en planten aan de inflatie iets toegenomen. In januari waren deze iets goedkoper dan een jaar eerder, in februari zijn ze 3,8 procent duurder. Hier staat tegenover dat voor kleding en schoeisel duidelijk lagere prijzen zijn gemeten dan een jaar geleden. De prijsdaling is op jaarbasis 4,9 procent. In januari was dat nog 4,2 procent.

Prijzen in februari 0,6 procent hoger dan in januari Van januari op februari zijn de prijzen gemiddeld 0,6 procent gestegen. Een deel van deze stijging is toe te schrijven aan het seizoenspatroon. Dat geldt voor prijsstijgingen van kleding en schoeisel en van vakantieaccommodaties. Van kleding en schoeisel is de prijsstijging wel lager dan in dezelfde maand van vorig jaar. Verder werden prijsstijgingen gemeten bij bloemen en planten, vlees en vis, verse groenten en autobrandstoffen.

Afgeleide consumentenprijsindex
De inflatie volgens de afgeleide consumentenprijsindex voor alle huishoudens komt in januari uit op 2,5 procent. Dat is 0,2 procentpunt hoger dan in januari. Afgeleide prijsindexcijfers worden vaak gebruikt bij loononderhandelingen, aanpassingen van tarieven en andere contracten.

Inflatie volgens Europese norm
Het CBS stelt niet alleen de nationale consumentenprijsindex samen, maar ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex voor Nederland (HICP). Deze index maakt deel uit van het inflatiecijfer van de Eurozone dat een officieel richtsnoer vormt voor het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. In februari 2003 komt de inflatie in Nederland volgens de HICP uit op 3,2 procent. Dat is 0,3 procentpunt hoger dan in januari. In januari bedroeg de inflatie in de Eurozone gemiddeld 2,2 procent. Dat was iets lager dan in december, toen voor de Eurozone een inflatie van 2,3 procent werd gemeten. Van december op januari daalde de inflatie volgens de HICP in Nederland van 3,5 naar 2,9 procent. Met dit cijfer nam Nederland met Italië een middenpositie in binnen de Eurozone. In Duitsland, België, Finland, Oostenrijk en Frankrijk was de inflatie lager. De vijf overige landen, Griekenland, Luxemburg, Spanje, Portugal en Ierland kenden een hogere inflatie dan Nederland. Eurostat, het Europese statistische bureau, verwacht dat de inflatie in de Eurozone als geheel in februari 2,3 procent is. De uitkomsten over februari voor de afzonderlijke landen van de Eurozone en van de Europese Unie, zullen op 18 maart worden gepubliceerd door Eurostat.

Technische toelichting
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex (CPI) geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dit gemiddeld werd aangeschaft door huishoudens in Nederland. De gemiddelde prijsverandering heeft betrekking op het consumptiepakket van alle huishoudens. De reeks is gebaseerd op het consumptiepakket uit het jaar 2000. Enkele detailuitkomsten over januari zijn bijgesteld. Onder andere is de uitkomst voor gas iets lager. Voor de totaaluitkomsten over januari heeft dit uitsluitend geleid tot een bijstelling van de afgeleide index. De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (EURO-12, CPIMU) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie, ofwel de Eurozone. Tot december 2000 waren dat 11 lidstaten. Vanaf januari 2001 heeft de CPIMU betrekking op de Eurozone inclusief het nieuw toegetreden Griekenland. De EU-15 geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 15 lidstaten van de Europese Unie. In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de productgebonden belastingen en subsidies en van de consumptiegebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Meer achtergrondinformatie over de consumentenprijsindex is te vinden op: http://www.cbs.nl/nl/publicaties/artikelen/macro-economie/prijzen/index.htm

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-041
6 maart 2003
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht