Ministerie van Justitie

Jaarverslag 2002

Wetenschappelijk Onderzoek-
en Documentatiecentrum


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 2

Inhoud Inhoud
Voorwoord 4 6. Interne bedrijfsvoering 41 6.1 Nieuwe strategie 42 1 Onderzoek 6 6.2 Personeel 42 1.1 Zware en georganiseerde criminaliteit 8 6.3 Huisvesting 42 1.2 Effectiviteit van strafrechtelijke interventies 10 6.4 Managementinformatie 44 1.3 Kwaliteit en effectiviteit vreemdelingen- en integratiebeleid 11 6.5 HandboekWODC 44 1.4 Civiele rechtspleging 12 6.6 Ziekteverzuim 44 1.5 Overige vormen van onderzoek 17 6.7 Opleidingsprogramma 44 2. Infrastructureel onderzoek 20 Bijlagen 2.1 Recidivemonitor 22 A Publicaties 2002 45 2.2 Strafrechtmonitor 22 A.1 WODC-reeks Onderzoek en Beleid 45 2.3 Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD) 24 A.2 WODC-reeks Onderzoeksnotities 46 2.4 European Sourcebook of Crime and Criminal Justice Statistics 24 A.3 Extern uitgevoerdWODC-onderzoek 47 2.5 Expert Group on Data on Crime and Victimization 24 A.4 Wetenschappelijke artikelen 53 2.6 Steering Committee Campbell Crime and Justice Group 25 A.5 Overige publicaties 55 2.7 Georganiseerde misdaad St. Maarten 25 B Organogram 56 2.8 Prognoses Sanctiecapaciteit 25 2.9 Ontneming enWet-Bob 26 Colofon 58 3. Advisering 27 3.1 Nulmetingen 28 3.2 Recidive 29 3.3 Sanctiecapaciteit 29 3.4 Drugcriminaliteit 29 4. Kennisverspreiding 30 4.1 Justitiële verkenningen 31 4.2 Onderzoeksdatabase 33 4.3 Informatiedesk 33 4.4 Studiedagen 33 4.5 Statistische nagslagwerken 34 4.6 WODC in de media 34 4.7 WODC op het internet 35 4.8 International Victimology Website 36 4.9 Bibliotheek en Documentatie 37 4.10 Samenwerking met Boom Juridische Uitgevers 37 5. Raad van Advies 38 5.1 Samenstelling 39 5.2 Werkwijze 39 5.3 Behandelde onderwerpen 40


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 4

4 Jaarverslag 2002 Voorwoord 5 Voorwoord
Geachte lezer, Nu de strategische koers is uitgezet, de interne organisatie daarop is aangepast, de komst van nieuwe medewerkers wordt voorbereid en de nieuwe directeur in Het doet mij genoegen u het jaarverslag van het Wetenschappelijk Onderzoek- 2003 zal worden aangesteld, zal het WODC al zijn energie aanwenden voor de en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie in de nieuwe uitbouw van productie en dienstverlening en het verhogen van zijn wetenschap- huisstijl aan te kunnen bieden. Niet alleen het uiterlijk, maar ook de opzet en de pelijke uitstraling. redactie ervan zijn dit jaar sterk afwijkend van de vorige. Deze aanpassingen zijn in het verlengde van de in dit verslagjaar vastgestelde strategie, waarin het Het was een eer aan dit transitieproces leiding te mogen geven. Ik dank de leden WODC ervoor kiest om meer aandacht te besteden aan de interactie met zijn van het Management Team WODC, alle overige medewerkers van het WODC, omgeving. Wij willen u hierin als belanghebbende - interne of externe klant, leden van begeleidingscommissies en de andere belanghebbenden voor hun leverancier, (potentiële) werknemer - een staalkaart geven van de onderzoeks- bijdragen aan het slagen van dit proces. projecten die we het afgelopen jaar hebben uitgevoerd. Ten slotte hoop ik dat u, lezer, de vruchten zult plukken in de vorm van een We hebben dit overzicht gelardeerd met commentaren en meningen van betrok- WODC waaraan u een nog betere samenwerkingspartner en dienstverlener krijgt kenen bij dit onderzoek, bij voorbeeld een opdrachtgever, uitvoerder of dan totnogtoe al het geval was. beleidsmaker. Zo krijgt u ook een indruk van de praktische betekenis van ons wetenschappelijk onderzoek. Aparte aandacht krijgen de (twee)jaarlijks terugkerende projecten waar niet direct een opdrachtgever voor aan te geven valt, maar die het WODC uitvoert om het basismateriaal op de plank te krijgen waarvan in de klantgerelateerde projec- ten en bij de advisering regelmatig gebruik wordt gemaakt. Verder zult u iets kunnen lezen over de nieuwe productgroepen Advisering en Paul van Loon Kennisverspreiding, waarin we een aantal lopende activiteiten hebben onderge- Directeur a.i. bracht die voortvloeien uit - of ondersteunend zijn aan de kennis en ervaring die het WODC met zijn hoofdproductgroep Onderzoek opdoet. Graag wijzen we ook op het verslag van de werkzaamheden van de Raad van Advies, die aan het eind van het verslagjaar van samenstelling is veranderd. Ten slotte richten we de aandacht op ontwikkelingen in de interne organisatie en de bedrijfsvoering van het WODC. We hopen dat deze informatie u een goed beeld geeft van de prestaties van het WODC in het afgelopen jaar en van de koers die is ingezet.
De invloed van de kabinetswisseling in 2002 was ook voor het WODC duidelijk voelbaar in de vorm van een in 2003 te realiseren bezuinigingstaakstelling. Ook veranderde door de kabinetswisseling het belang van sommige justitiële beleids- velden.
De bezuinigingstaakstelling zal onder andere leiden tot een versnelde digitalise- ring binnen de productgroep Kennisverspreiding, waarbij de kennis en ervaring van het WODC (en zijn wetenschappelijke netwerk) meer via intra- en internet ontsloten gaat worden. Daardoor zal de toegevoegde waarde van de klassieke bibliotheek- en documentatiefunctie afnemen. Het veranderende belang van sommige justitiële beleidsvelden heeft mede een rol gespeeld bij de keuze van de vier onderzoeksspeerpunten. Deze speerpunten komen verderop in het jaarver- slag aan de orde. Het eigen onderzoek en de expertise van het WODC zullen zich op deze speerpunten gaan concentreren.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 6

Onderzoek 7

De grootste productgroep van het WODC, zowel qua aantal medewerkers als besteed budget, is Onderzoek. Dit verslagjaar heeft het WODC 68 onderzoeksrapporten geproduceerd, waren 40 medewerkers betrokken bij het uitvoeren en uitbesteden van onderzoek en bedroegen de totale uitgaven ervoor zo'n 7, 3 miljoen. Zo'n 35% van het onderzoek wordt door eigen onderzoekers verzorgd. De reste- rende 65% wordt aan externe partijen uitbesteed, ongeveer gelijk verdeeld tussen universitaire onderzoekgroepen en ­instellingen enerzijds en particuliere onder- zoekbureaus anderzijds. Een belangrijk gedeelte van de eigen onderzoekers is gespecialiseerd in een van de vier onderzoeksspeerpunten die het WODC dit jaar heeft gekozen als kernen van zijn expertise voor de komende jaren en welke hieronder verder zullen worden toegelicht. Om tot wetenschappelijk verantwoord onderzoek te komen, heeft het WODC 1 Onderzoek ook dit jaar veel aandacht besteed aan de kwaliteit van het onderzoek. Hierbij moet men denken aan een samen met de opdrachtgever op te stellen startnotitie waarin de vraag vertaald wordt in een concrete onderzoekopdracht, begeleiding 1.1 Zware en georganiseerde criminaliteit van de onderzoekers door een begeleidingscommissie (met externe deskundigen 1.2 Effectiviteit van strafrechtelijke interventies op de betreffende wetenschapsgebieden en beleidsvelden) en, bij zelf uitgevoerd 1.3 Kwaliteit en effectiviteit vreemdelingen- en integratiebeleid onderzoek, interne leescommissies waar intercollegiale toetsing van 1.4 Civiele rechtspleging (half/eind)producten plaatsvindt. Elke twee jaar laat het WODC zijn productie 1.5 Overige vormen van onderzoek beoordelen door een onafhankelijk Audit Committee. De eerstvolgende audit zal in 2003 plaatsvinden. In samenspraak met het departement is dit jaar een nieuwe vorm van onder- zoeksprogrammering geïntroduceerd met als doel de klantrelatie met het depar- tement te verbeteren. Een belangrijke verandering is de verhoging van de plan- ningsfrequentie van nieuw onderzoek van eens per jaar naar drie maal per jaar. Daardoor kan de onderzoeksplanning beter worden aangepast aan verschuivin- gen in beleidsmatige prioriteiten gedurende het jaar. Om te komen tot een even- wichtige en voor (potentiële) opdrachtgevers relevante onderzoeksagenda vindt intensief overleg plaats met zowel de bestuursraad als de beleidsdirecties. Daarnaast heeft uitvoering van onderzoek volgens planning in alle fasen de aandacht van het WODC-management. In het onderstaande willen we u een indruk geven van het onderzoek dat het WODC doet voor het brede beleidsveld dat het ministerie van Justitie bestrijkt. We doen dit aan de hand van een selectie van dit jaar verschenen onderzoeks- rapporten. Een alomvattend overzicht van de door het WODC in 2002 uitge- brachte onderzoeksrapporten treft u in bijlage A. De onderzoeksrapporten hebben we zoveel mogelijk geordend naar de vier eerder genoemde onderzoeks- speerpunten.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 8

8 Jaarverslag 2002 Onderzoek 9

Deze toegang wordt niet alleen gewaarborgd door goede formele regelingen, maar ook door het vertrouwen dat in de afgelopen jaren is op- Bert van Delden (RvdR) : `Iets nadrukkelijker profileren' gebouwd met betrekking tot de omgang met vertrouwelijk materiaal en het openbaar publiceren over gevoelige onderwerpen. Bert van Delden, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, noemt Het WODC-onderzoek naar zware en georganiseerde criminaliteit is niet alleen de onderzoeken van het WODC in het algemeen van behoorlijke kwa- zeer beleidsrelevant, maar biedt tevens een unieke kans tot wetenschappelijke liteit. Zo ook het onderzoek `Van Rechtbank naar Kanton' naar de profilering, zowel nationaal als internationaal. Empirisch onderzoek op dit gewijzigde competentiegrens van de kantonrechter. Van Delden signa- gebied wordt immers niet of nauwelijks verricht. Het WODC heeft zich in leert dat het WODC, van oudsher gericht op criminaliteit, strafrechts- Nederland in wetenschappelijk opzicht al sterk geprofileerd op dit onderzoeks- toepassing en criminaliteitsbestrijding, de afgelopen jaren meer werk terrein door publicaties, lezingen en bijdragen aan congressen. Ook internatio- is gaan maken van de civiele rechtspleging. "Maar het WODC mag naal zijn er goede mogelijkheden: er worden drie internationale onderzoekspro- zich daarbij wat mij betreft wat nadrukkelijker profileren. Hoewel het jecten uitgevoerd. Bij internationale presentaties is telkens gebleken hoe uniek WODC deel uitmaakt van het departement, stelt het zich volgens mij het verzamelde onderzoeksmateriaal ook in wetenschappelijk opzicht is. wel onafhankelijk op." Het WODC is op dit speerpunt een wetenschappelijke strategische alliantie aan- gegaan met het Center for Information and Research on Organised Crime (CIROC), een samenwerkingsverband van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam. 1.1 Speerpunt `Zware en georganiseerde criminaliteit' Rapport: Georganiseerde Criminaliteit in Nederland Het onderwerp zware en georganiseerde criminaliteit vormt de kern van de justi- In het afgelopen jaar genereerde de publicatie van Georganiseerde criminaliteit tiële politiezorg. Immers, een aanzienlijk deel van de recherchecapaciteit wordt in Nederland ­ tweede rapport op basis van de WODC-monitor veel publiciteit op besteed aan de bestrijding van (grensoverschrijdende) drugshandel, mensen- voor het instituut, zowel op de radio als in de dag- en opiniebladen. Het doel smokkel, vrouwenhandel, wapenhandel, fraude, witwassen, et cetera. Deze van dit doorlopende onderzoek is om de kennis die wordt opgedaan tijdens onderwerpen staan nu en in de komende jaren in het brandpunt van de maat- grootschalige rechercheonderzoeken, zo goed mogelijk te benutten voor het ver- schappelijke en politieke belangstelling. De aandacht zal telkens weer worden krijgen van inzicht in de aard van de georganiseerde criminaliteit in Nederland. aangewakkerd door grote strafzaken en geruchtmakende incidenten, die op hun Tijdens de eerste en tweede ronde zijn in totaal tachtig grootschalige op- beurt weer kunnen leiden tot politieke commotie en Kamervragen. sporingsonderzoeken systematisch geanalyseerd. Daarnaast zijn voor de tweede Het is voor justitie dan ook van groot belang om continu goed geïnformeerd te rapportage ook andere bronnen gebruikt om de geanalyseerde zaken in een zijn over deze onderwerpen, die inmiddels door het WODC als speerpunt zijn breder kader te plaatsen: interviews met experts en sleutelpersonen, informatie aangemerkt. De WODC-monitor georganiseerde criminaliteit voorziet daarin. uit andere opsporingsonderzoeken, vertrouwelijke rapportages, fenomeen- Dit doorlopende onderzoeksproject biedt inmiddels een solide basis voor onderzoeken, misdaadanalyses en (wetenschappelijke) literatuur. periodieke rapportages, verdiepingsstudies op deelterreinen, (internationale) In het rapport wordt uitgebreid aandacht besteed aan de wisselwerking tussen publicaties, lezingen en het uitvoeren van de adviserings- en kennis- criminele samenwerkingsverbanden en politie, justitie en douane. In verband verspreidingstaken van het WODC. met de conclusies van de commissie-Kalsbeek over vermeende `parallelimpor- Weliswaar wordt het speerpunt bij universiteiten en commerciële onderzoeks- ten' en de rol van corrupte overheidsfunctionarissen daarbij, wordt speciaal bureaus ook onderzocht, maar niet in een mate die voorziet in de informatiebe- ingegaan op de modus operandi van groepen die cocaïne naar Nederland hoefte van justitie. Meestal wordt het elders uitgevoerde onderzoek op dit terrein smokkelen. Het blijkt dat de modus operandi van de onderzochte groepen verricht in opdracht van of in samenwerking met het WODC. Het onderwerp is eerder is gericht op het vermijden dan op het corrumperen van effectief toezicht. door het WODC op de onderzoeksagenda gezet en er is jarenlange expertise op- De onderzoekers concluderen dat open grenzen en valse documenten ertoe gebouwd op dit terrein. Bovendien heeft het WODC toegang weten te verwerven bijdragen dat slechts in bepaalde situaties, met name bij de smokkel via tot gegevens uit lopende en afgesloten (grootschalige) opsporingsonderzoeken. vliegtuigen, gebruik behoeft te worden gemaakt van corruptie.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 10

10 Jaarverslag 2002 Onderzoek 11

Rapport:Van Vast naar Mobiel In een hoofdstuk over criminele geldstromen wordt uitvoerig ingegaan op het wisselen, verplaatsen en besteden van misdaadgeld. Het verplaatsen van mis- Een goed voorbeeld van een onderzoek dat een bepaalde vorm van sanctie daadgeld naar het buitenland is in veel gevallen voldoende om het vrijelijk te evalueert, is beschreven in het WODC-rapport Van vast naar mobiel ­ een kunnen besteden. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van geldkoeriers, evaluatie van het experiment met elektronisch huisarrest voor minderjarigen als bankinstellingen, legale money transfers en ondergrondse bankiers. Deze onder- modaliteit voor de voorlopige hechtenis dat in het begin van het verslagjaar het grondse bankiers maken handig gebruik van de diensten van financiële instellin- licht zag. Het heeft voor jongeren aanzienlijke nadelen als zij in het kader van de gen. Anders dan de term `ondergronds' suggereert, verlopen veel van de door voorlopige hechtenis in een opvanginrichting worden geplaatst. De banden die deze `bankiers' verrichte geldtransacties via officiële kanalen. Ook zijn de op- zij hebben met de maatschappij ­ zoals school en werk ­ worden daarbij immers sporingsmogelijkheden groter dan algemeen wordt aangenomen. verbroken. Een voorlopige hechtenis in de vorm van elektronisch huisarrest kan Misdaadgeld blijkt vooral te worden geïnvesteerd in onroerend goed, (dekman- dit probleem wellicht omzeilen. De gedachte is dat de betrokken jongeren zo tel)bedrijven en horecagelegenheden. De bekendheid met een bepaalde branche betere perspectieven krijgen voor later. In dit rapport wordt verslag gedaan van (o.a. via sociale relaties) speelt hierbij een belangrijke rol. Verder blijkt uit de de ervaringen met een tweejarig experiment met elektronisch huisarrest . onderzochte zaken dat daders veelvuldig investeren in de landen van herkomst, maar ook in de landen waar zij hun criminele activiteiten verrichten. Rapport: Jeugdreclassering Jeugdreclassering is een vorm van begeleiding en hulpverlening voor straf- rechtelijk minderjarige overtreders, die plaatsvindt in een strafrechtelijke 1.2 Speerpunt `Effectiviteit van strafrechtelijke interventies' context. Jeugdreclassering kan in diverse fasen van het contact met justitie De samenleving en de politiek vragen steeds meer om aantoonbaar effectieve worden toegepast. Het belang van jeugdreclassering bij de aanpak van jeugd- justitiële interventies in de zin van het voorkómen en het verminderen van criminaliteit is halverwege de jaren negentig door de commissie-Van Montfrans recidive en van het bevorderen van maatschappelijke reïntegratie, anders gezegd onderstreept. Deze commissie constateerde dat jeugdreclassering op dat resocialisatie, wonen, werken. De recidive onder justitiabelen (jongeren zowel als moment niet landelijk beschikbaar was en niet overal op uniforme wijze werd volwassenen) is echter hardnekkig en de reïntegratie verloopt maar moeizaam. ingevuld. Naar aan-leiding daarvan is gewerkt aan een landelijk dekkend aanbod Effectiviteit van sancties is in diverse beleidsnota's van het ministerie van Justitie van jeugdreclassering en aan de harmonisatie van dat aanbod. Vervolgens is het (cf. het beleidsprogramma Terugdringen Recidive) als speerpunt van justitieel aantal cliënten c.q. begeleidingen sterk toegenomen. beleid terug te vinden, en worden er extra gelden geclaimd voor onderzoek. De sterke groei van jeugdreclassering deed vragen rijzen over het reilen en zeilen Ook op het terrein van de jeugdcriminaliteit en de TBS is de roep om onderzoek in de praktijk. Men was niet alleen benieuwd naar de kenmerken van de bereikte naar effectieve interventies, begeleiding en behandeling, en naar sancties groot. groep, maar vooral ook naar het verloop van de begeleiding in de praktijk en Het aantal psychisch en gedragsgestoorde en/of verslaafde gedetineerden is zeer naar de resultaten van jeugdreclassering in termen van het bereiken van doelen. aanzienlijk; bij deze groepen gedetineerden zijn de stoornissen in de loop van de Deze vragen worden beantwoord in het WODC-rapport Jeugdreclassering in de jaren gecompliceerder en zwaarder geworden. Dit gegeven, tezamen met het feit praktijk. dat veel gedetineerden een allochtone achtergrond hebben, impliceert dat de aan te bieden interventies en sancties maatwerk moeten zijn, willen ze effect sorteren. De komende jaren zullen de vermindering van recidive en de verbete- 1.3 Speerpunt `Kwaliteit en effectiviteit vreemdelingen- en integratiebeleid' ring van de maatschappelijke reïntegratie van (ex)gedetineerden in het kader van beleidsvoorbereiding tot beleidsverantwoording (VBTB) prominente Met de recente komst van een minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie beleidsdoelstellingen zijn. is de beleidsrelevantie van dit thema voor Justitie uitermate groot. Voor het WODC was dit aanleiding het thema tot speerpunt van onderzoek te verheffen. Overigens beschikt het WODC in de vorm van de Recidivemonitor en de De maatschappelijke ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving die ver- Strafrechtmonitor over data, waarmee onderzoekers snel antwoord kunnen band houden met het vreemdelingen- en integratiebeleid, zullen dan ook veel geven op onderzoeksvragen. Dit zogeheten Infrastructureel Onderzoek levert aandacht krijgen. Zo zal het WODC de materiële en immateriële gevolgen van regelmatige publicaties op, met zo mogelijk vastgelegde tijdsintervallen. Voor het Nederlandse vreemdelingen- en opvangbeleid onder de loep nemen, evenals een bespreking van deze steeds interessanter wordende databanken, verwijzen de (onbedoelde) risico's van het opvang- en terugkeerbeleid. Andere te bestude- we u naar hoofdstuk 2. ren aspecten zijn de maatschappelijke positie en de mogelijkheden en proble-


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 12

12 Jaarverslag 2002 Onderzoek 13

Rapport: Schijn van Partijdigheid Rechters men met betrekking tot integratie van (specifieke groepen) asielzoekers en andere vreemdelingen. De laatste jaren wordt de onpartijdigheid van rechters minder vanzelfsprekend Dit onderzoeksspeerpunt heeft raakvlakken met een belangrijk onderwerp op aangenomen. Zowel binnen als buiten de rechterlijke macht zijn discussies de strategische agenda van Justitie, te weten "toenemende diversiteit van de gaande over de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van rechters, hoe om te samenleving". gaan met nevenfuncties en de wenselijkheid van rechter-plaatsvervangers. Veel aandacht zal worden besteed aan de internationale dimensie, omdat het In de zomer van 2001 vroeg de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) onderzoek naar de kwaliteit en de effectiviteit van het beleid in veel gevallen het WODC onderzoek te doen naar de aard en omvang van schijn van partijdig- immers een vergelijking zal moeten maken met het beleid en de situatie in ande- heid en de mening van betrokkenen er over. Dit onderzoek sloot goed aan bij re EU-landen. Als afgeleide daarvan kunnen wellicht conclusies worden getrok- eerder WODC-onderzoek naar nevenfuncties van rechters. ken over elementen uit het Nederlandse beleid die een positieve bijdrage aan het Uit het rapport Schijn van Partijdigheid Rechters blijkt dat het aantal wrakings- EU-beleid kunnen vormen en vice versa. zaken niet precies is vast te stellen, omdat de meeste gerechten dit niet registreren. In het onderzoek zijn in een jaar tijd in ieder geval minimaal 139 wrakingverzoeken geteld. In slechts 7 gevallen oordeelde de Wrakingkamer dat er Rapport: Evaluatie Vreemdelingenwet objectieve gronden waren voor schijn van partijdigheid. Het aantal formele Op 1 april 2001 trad de Vreemdelingenwet 2000 in werking. De Tweede Kamer wrakingverzoeken geeft echter maar een deel van de schijn van partijdigheid heeft verzocht om een evaluatie drie jaar na inwerkingtreding. Deze evaluatie zal weer. Advocaten en officieren van justitie blijken niet altijd te wraken, ook al zien bestaan uit meerdere proces- en effectevaluaties. De verantwoordelijkheid voor zij daar wel aanleiding toe. Ze laten het onder andere na, omdat ze de ver- het laten uitvoeren van de evaluatie ligt bij het Project Coördinatie houding met de rechter niet willen verstoren of het proces niet willen vertragen. Vreemdelingenketen van het ministerie van Justitie. Het WODC heeft de uitvoe- De meest voorkomende redenen om te wraken zijn eerdere beslissingen van ring en/ of uitbesteding van de proces- en effectevaluatie op zich genomen. rechters in dezelfde zaak of aanverwante zaken waarin bijvoorbeeld mede- Naar verwachting komt een eerste evaluatie beschikbaar in de tweede helft van verdachten zijn berecht en omstandigheden die met bejegening door de rechter 2004. of behandeling van de zaak te maken hebben. Hoewel nevenfuncties in de discussie rond de partijdigheid en onafhankelijkheid van rechters een belang- rijke plaats innemen, komen ze weinig voor als reden om te wraken. De meest belangrijke reden voor een rechter om zich te verschonen of terug te trekken is 1.4 Speerpunt `Civiele rechtspleging' een persoonlijke relatie met (één der) partijen/advocaten. Het onderzoek in het kader van de civiele rechtspleging ­ eveneens een WODC- Het merendeel van de rechters, raio's en procespartijen is voorstander van een speerpunt - zal ook na het verslagjaar worden voortgezet. Het gaat hierbij om verschoningscode waarin vuistregels of oriëntatiepunten zijn weergegeven om uiteenlopende zaken, zoals de aard en mate van het beroep op geschilbeslech- de schijn van partijdigheid te voorkomen of in ieder geval om rechters op dilem- tingsinstanties, de prestaties van die instanties en de effecten ervan, het ma's te wijzen. Ook vindt het merendeel dat nevenfuncties bij het OM en politie- functioneren van juridische beroepsgroepen zoals de advocatuur of het ke functies naast het rechterschap niet kunnen samengaan. Inmiddels is ­ mede notariaat, de organisatie van de rechtspleging, de rol van de toepasselijke regel- naar aanleiding van het onderzoek - de NVvR aan de slag gegaan met het opstel- geving, en zo voorts. Dit terrein is sterk in beweging en krijgt steeds meer aan- len van een verschoningscode. dacht. De beschikbare kennis en informatie zijn echter gebrekkig, en onderzoek op dit terrein is schaars. In de zomer van het verslagjaar kwamen de resultaten van het WODC-onderzoek plotseling in een stroomversnelling terecht, toen zich in de media een discussie Momenteel is het WODC onder meer doende met de evaluatie van de lopende ontspon over het arbeidsverleden en de politieke achtergrond van een van de mediation-experimenten bij rechtbanken en Bureaus voor rechtshulp. rechters in de zaak van Volkert van der G. In het najaar is gestart met een onderzoek naar de aard en de omvang van juridi- sche problemen die burgers ondervinden en de wijze waarop zij daarmee omgaan (`de geschildelta'). In het onderzoek wordt bij voorkeur samengewerkt met anderen. Zo is er bij deze WODC-onderzoekssector sprake van een detachering vanuit de juridische faculteit van de Universiteit Leiden en van stagiaires van zowel sociale als juridische faculteiten.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 14

14 Jaarverslag 2002 Onderzoek 15

Onderzoek: Claimcultuur In het afgelopen decennium is veel gespeculeerd over de mogelijke gevolgen die een groeiende `claimcultuur' voor de rechtspraak zal hebben. Het WODC deed desgevraagd onderzoek en uit de eerste metingen blijkt dat, als al sprake is van een groeiende `claimcultuur', deze in ieder geval niet tot uiting lijkt te komen in de aantallen zaken die voor die rechter worden gebracht. Wel is sprake van een zeer sterke stijging van de bedragen die worden geclaimd. Ook de bedragen die door rechters worden toegewezen, vertonen enige stijging, maar veel minder sterk dan de bedragen die worden geëist. Omdat dit resulteert in een steeds groter verschil tussen geëiste en toegewezen bedragen, brengt het onderzoek een belangrijke nuance aan in de discussie over claimcultuur. Rapport:Van Rechtbank naar Kanton Tot 1999 werd elke civiele handelszaak tot een bedrag van 5.000 gulden behan- deld door de kantonrechter. Was het bedrag hoger, dan kwam je automatisch bij de arrondissementsrechtbank terecht. In 1999 werd dit bedrag verhoogd tot 10.000 gulden, wat belangrijke gevolgen had. Bij de rechtbank namelijk zijn partijen verplicht zich door een advocaat te laten bijstaan. Bij de kantonrechter is dat niet het geval, en kunnen zij hun zaak geheel zelfstandig bepleiten, of zich door iemand die geen advocaat is laten bijstaan. Een belangrijke reden om de competentiegrens te verhogen was dat in zaken met een financieel belang van minder dan 10.000 gulden, de advocatenkosten vaak te hoog werden geacht in verhouding tot het financieel belang van de zaak. De competentiegrensverhoging werd overigens destijds voorgesteld als eerste stap in een verdere verhoging naar 25.000 gulden. Het WODC was gevraagd de competentiegrensverhoging te evalueren. Uit de rapportage Van Rechtbank naar Kanton ­ Evaluatie van de competentiegrensver- hoging voor civiele handelszaken in 1999, blijkt dat partijen meestal geen advo- caat meer inschakelen nu dat niet meer verplicht is. De eisende partijen laten zich in bijna driekwart van de gevallen bijstaan door een deurwaarder. Voor gedaagden is het patroon heel anders: meestal verweren zij zich in het geheel niet. Doen ze dat wel, dan doen ze dat in de helft van de gevallen zonder juridi- sche bijstand. Van de gedaagden die zich verweren en daarbij bovendien een beroep doen op juridische bijstand, schakelt iets meer dan de helft een advocaat in, en een op de drie een deurwaarder. Deze verschuivingen in de juridische bij- stand leiden tot gemiddeld lagere kosten voor partijen. Bovendien betaalt men minder griffierechten en verloopt de procedure bij de kantonrechter aanmerke- lijk sneller. Belangrijke bijwerkingen van de maatregel zijn dat bij de kantonrechter in min- der zaken een mondelinge behandeling in vroeg stadium plaatsvindt ­ de zogenaamde comparitie na antwoord ­ en aanmerkelijk minder schikkingen tot stand komen. Dit zijn elementen die over het algemeen geacht worden positief bij te dragen aan een effectieve geschilbeslechting en acceptatie van de uitkom- sten daarvan.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 16

16 Jaarverslag 2002 Onderzoek 17

1.5 Overige vormen van onderzoek Ook blijkt uit het onderzoek dat de verschuiving van zaken van de arrondisse- ments- naar de kantonrechter behalve verwachte ook onverwachte organisatori- Zoals hierboven al gememoreerd, is het eigen onderzoek van het WODC gecon- sche consequenties heeft. Behalve tot capaciteitsproblemen leidt de maatregel centreerd op de vier speerpunten. Deze vier terreinen bestrijken uiteraard ook tot veranderingen in de gemiddelde zaakszwaarte in de civiele- en kanton- slechts een deel van het veld waar Justitie zich op beweegt. Buiten de speer- sectoren, die de basis vormt voor de budgetteringssystematiek. De maatregel punten wordt door het WODC en daarbuiten veel onderzoek gedaan, waarvan heeft een positief efficiency-effect, omdat afdoeningen door de kantonrechter wij hier een tweetal voorbeelden onder de aandacht willen brengen. minder capaciteit vergen dan bij de civiele sector van de rechtbank het geval is. Rapport: Evaluatie van de Wet Bob ­ fase 1 De Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (Wet-Bob) regelt de inzet van bij- zondere opsporingsmethoden zoals observatie, infiltratie, direct afluisteren en de inzet van stelselmatige burgerinformanten. Uit de tussentijdse evaluatie ­ Boris Dittrich (D66): "Prostitutierapport helder" Evaluatie van de Wet-Bob ­ fase 1 - blijkt dat de wet door gebruikers over het algemeen goed is ontvangen. De belangrijkste uitgangspunten van de wet wor- Boris Dittrich, lid van de Tweede Kamer voor D66, heeft zich in het ver- den gesteund, zoals het wettelijk vastleggen van opsporingsmethoden, de ver- leden hard gemaakt voor afschaffing van het bordeelverbod. Het sterking van de positie van de officier van justitie in het opsporingsonderzoek en WODC bracht de gevolgen hiervan in kaart en vroeg hem of zo'n de controle op alles wat bij de opsporing komt kijken. De met de Wet-Bob nage- WODC-evaluatierapport als `Het Bordeelverbod opgeheven' maat- streefde openbaarheid en verslaglegging van het opsporingsonderzoek kunnen schappelijk nut heeft? botsen met de wens de methoden en technieken van de opsporing geheim te "Zeker, want het rapport geeft een sfeerbeeld van de situatie in de houden: leden van het Openbaar Ministerie (OM) en de politie vrezen dat de prostitutiebranche, signaleert knelpunten en heeft daarmee een aantal manier van verslaglegging over opsporingsmethoden hier onvoldoende rekening belangrijke punten voor de politieke en de maatschappelijke discussie mee houdt. naar voren gebracht. In de media trachtte men de resultaten te simpli- De Wet-Bob regelt een aantal bevoegdheden ­ bijvoorbeeld observatie - alleen ficeren en een label van 'mislukt' of 'geslaagd' aan de opheffing van voor zover ze stelselmatig van karakter zijn. Opvallend is dat opsporingsambte- het bordeelverbod te hangen. Maar wat nu zo aardig was aan het rap- naren geneigd zijn al gauw een bevel te vragen voor stelselmatige observatie, ook port, was juist dat zowel de positieve als de negatieve kanten van deze in gevallen waarin dat niet direct noodzakelijk lijkt. Deze neiging het zekere voor complexe materie werden belicht, zonder de werkelijkheid te simplifi- het onzekere te nemen doet zich ook voor bij mogelijke grensgevallen tussen de ceren! Voor mij is duidelijk geworden dat we nu nog niet over een verschillende undercover bevoegdheden als informatie-inwinning, pseudo-koop geslaagde wetswijziging kunnen spreken, maar ook nog niet kunnen en infiltratie. Met de inzet van zwaardere bevoegdheden volgen zwaardere toet- concluderen dat de opheffing is mislukt. In het rapport komt helder singsprocedures, met als mogelijk gevolg een toename van de administratieve naar voren waar aan gewerkt moet worden als we de doelstellingen lasten. van de wetswijziging willen bereiken." Bij het OM en bij de politie bestaat de vrees dat de inzet van een zogenoemde stelselmatige burgerinformant risico's met zich meebrengt voor het bekend raken van de informant. Men verwacht dat die eerder ter zitting zou moeten getuigen waardoor informanten nauwelijks onder deze noemer worden ingezet. Liever maakt men gebruik van de `gewone' informant, omdat deze buiten het regime van de Wet-Bob valt. Het in de wet opgenomen verbod op doorlaten (bijvoorbeeld van harddrugs) kan de praktijk voor problemen stellen als gedurende een opsporingsonderzoek ineens drugs in beslag moeten worden genomen, terwijl die inbeslagneming het opsporingsonderzoek in de wielen kan rijden. Men probeert dit op verschillende manieren te ondervangen, bijvoorbeeld door het doorgeven van deze informatie aan een andere politieregio. Of men richt opsporingsonderzoek zó in dat voorko- men wordt dat de politie op een ongewenst moment in beslag moet nemen.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 18

18 Jaarverslag 2002 Onderzoek 19

Het direct afluisteren is als nieuwe bevoegdheid in de wet geïntroduceerd, maar Eduard Nazarski (VluchtelingenWerk): de procedure voor inzet van de bevoegdheid wordt nog als tamelijk omslachtig `Blij met feitelijke onderbouwing' gezien, terwijl de benodigde apparatuur, die aan strenge eisen dient te voldoen, Eduard Nazarski, directeur van VluchtelingenWerk Nederland, is nog maar beperkt aanwezig is. lovend over het rapport Illegale vreemdelingen in Nederland; omvang, overkomst, verblijf en uitzetting dat de Rotterdamse hoogleraar G. Rapport: Het Bordeelverbod opgeheven Engbersen in opdracht van het WODC uitvoerde. `Ik zie dat illegaliteit en criminaliteit in het maatschappelijk debat belangrijke, terugkerende Prostituees en exploitanten binnen de gereguleerde prostitutie, overheidsinstan- onderwerpen zijn. Die discussie is vaak heftig, maar niet gestoeld op ties, zakelijke dienstverleners en de bevolking staan in beginsel positief tegeno- feiten. Het onderzoek van Engbersen levert die feiten, en ze zijn onder- ver de opheffing van het bordeelverbod, zo bleek uit het WODC-onderzoeks- bouwd. Dat is maatschappelijk relevant.' rapport Het Bordeelverbod opgeheven: prostitutie 2000-2001. In het kader van de `Het onderzoek biedt inzicht in criminaliteit door illegalen en laat zien evaluatie van het bordeelverbod hebben zes deelonderzoeken plaatsgevonden. dat het vooral gaat om overlevingscriminaliteit. Dat valt niet goed te Het WODC-rapport bundelt de resultaten van deze deelonderzoeken en geeft praten. Maar het toont ook aan dat we over illegalen niet moeten een beeld van de praktijk in de prostitutie een jaar na de wetswijziging. spreken in termen van een gevaar voor de Nederlandse samenleving. Deze studie heeft veel belangstelling getrokken, zowel in de politiek als in de We moeten ons realiseren dat er mensen zijn die min of meer tot cri- media. Hoewel de invoering van de gewijzigde wet reeds twee jaar geleden minaliteit gedwongen zijn om te overleven.' plaatsvond, blijken veel gemeenten in Nederland hun beleid en met name de `Het onderzoek laat zien wat er met uitgeprocedeerde asielzoekers uitvoering en handhaving daarvan niet op orde te hebben. De realisatie van een gebeurt. Natuurlijk zitten die ook tussen de illegalen. van de doelstellingen van de wetswijziging uit 2000 komt daarmee in gevaar: VluchtelingenWerk kan daarover voorlichting bieden aan 'uitgeproce- de positie van de prostituees lijkt nog geenszins te zijn verbeterd. Het rapport zal deerden'. Ik bedoel: aan mensen laten zien dat je als uitgeprocedeerde mogelijk als breekijzer fungeren om de gemeenten versneld aandacht te doen asielzoeker geen perspectief hebt in Nederland, dat illegaliteit geen schenken aan deze problematiek. reële optie is. Dat is belangrijk.' Extern uitgevoerd onderzoek In het verslagjaar werd eveneens een aanzienlijk aantal onderzoeken uitgevoerd door derden, onder leiding van het WODC. In 2002 konden 50 onderzoeks- projecten worden afgerond en de bijbehorende rapporten worden aangeboden Rapport: Illegale Vreemdelingen in Nederland aan de opdrachtgevende beleidsdirectie en aan de Bestuursraad - zoals alle producten van het WODC. In 26 gevallen werd het onderzoek uitgevoerd door Veel aandacht ging ook uit naar het onderzoeksrapport Illegale vreemdelingen in een universitair onderzoeksinstituut, in 24 gevallen derhalve door een particu- Nederland; omvang, overkomst, verblijf en uitzetting. Aan dit onderzoek in liere onderzoeksinstelling. Deze trend zet zich in 2003 voort. Dit geldt niet alleen opdracht van het WODC is gewerkt door een team van onderzoekers van de waar het gaat om aantallen projecten, maar ook als we het onderzoeksbudget als Erasmus Universiteit Rotterdam, de Universiteit van Leiden en de Universiteit maatstaf nemen, nadert de verdeling globaal de 50-50. van Utrecht. Het onderzoeksteam stond onder leiding van prof. dr. Godfried De verzameling extern uitgevoerde onderzoeken is zeer divers, maar dat geen Engbersen (EUR). De schatting van het aantal illegale vreemdelingen werd wonder want het WODC bedient het gehele departement met onderzoek. gemaakt onder verantwoordelijkheid van prof.dr. Peter van der Heijden (UU). Vandaar titels als "Regelgevende bevoegdheid van Zelfstandige Het onderzoek is gebaseerd op politiegegevens afkomstig van alle 25 politie- Bestuursorganen", maar ook "Evaluatie van het Nationaal Opsporingsteam Voor regio's in Nederland en gesprekken met 156 illegale vreemdelingen die afkomstig Oorlogsmisdrijven" . Enkele onderzoeken vallen zelfs onder de WODC-speer- zijn uit acht herkomstlanden: China, Iran, Marokko, Somalië, Sri Lanka, Turkije, punten. Wij zullen er hier twee bespreken; een totaaloverzicht van publicaties voormalige Joegoslavië en de voormalige Sovjet Unie. die door derden zijn geleverd, is te vinden in bijlage A. Nederland telt op jaarbasis tussen de 112.000 en 163.000 illegale vreemdelingen. In de periode 1997-2000 zijn in de 25 politieregio's van Nederland ruim 53.000 staandehoudingen verricht, die betrekking hadden op ruim 47.000 illegale vreemdelingen.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 20

20 Jaarverslag 2002

Ruim de helft van de illegale vreemdelingen die in de periode 1997-2000 in aan- raking is gekomen met de politie, is staande gehouden voor zaken die niet als criminaliteit worden aangeduid, maar voor overtredingen van de vreemdelin- genwetgeving of politieverordeningen. Ruim een derde van de illegale vreemde- lingen is staande gehouden omdat zij verdacht worden van het plegen van delic- ten, relatief vaak diefstalgerelateerd. Uit de politiestatistieken over de periode 1997-2000 blijkt dat de categorie lichte- re delicten in omvang toeneemt. Deze toename lijkt vooral voort te vloeien uit het aangescherpte vreemdelingenbeleid waardoor het voor illegale vreemdelin- gen steeds moeilijker is geworden om via (formele) arbeid aan inkomsten te komen. Het gevolg daarvan is dat vormen van 'overlevingscriminaliteit' onder illegale vreemdelingen toenemen. Dit geldt vooral voor nieuwe migrantengroe- pen die niet kunnen terugvallen op gevestigde etnische gemeenschappen. Ook dit onderzoek heeft veel aandacht getrokken in de landelijke media. Het heeft een rol gespeeld in de discussie over de veronderstelde criminaliteit van illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen. Rapport: Advocaten en advocatuur in loondienst 2. Infrastructureel onderzoek In de maanden januari - juni 2002 is evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de 2.1 Recidivemonitor nieuwe Verordening op de praktijkuitoefening in dienstbetrekking van de 2.2 Strafrechtmonitor Nederlandse Orde van Advocaten, die sinds 1 mei 1997 van kracht is. Deze 2.3 Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD) verordening maakt het voor juristen in dienstbetrekking bij niet-advocaten 2.4 European Sourcebook of Crime and Criminal Justice Statistics mogelijk om onder bepaalde voorwaarden toe te treden tot de advocatuur. Het 2.5 Expert Group on Data on Crime and Victimization onderzoek is verricht door P Gunst en F. Bruinsma van de Universiteit Utrecht. . 2.6 Steering Committee Campbell Crime and Justice Group De telefonische interviews hebben specifieke informatie opgeleverd over institu- 2.7 Georganiseerde misdaad St. Maarten tionele belemmeringen en knelpunten. In een tijdens de uitvoering van het 2.8 Prognoses Sanctiecapaciteit onderzoek verschenen advies aan de staatssecretaris, afkomstig van de 2.9 Ontneming en Wet-Bob commissie-Ouwerkerk, wordt voorgesteld de taak van de Bureaus Rechtshulp in te perken tot de eerstelijns rechtshulp, de zogeheten loketfunctie. Twee van negen bevraagde bureaudirecteuren kunnen zich vinden in dit advies; zij hebben er geen moeite mee de tweedelijns rechtshulp over te laten aan de advocatuur. De overgrote meerderheid van de bureaudirecteuren opteert voor een voortzet- ting van de bestaande situatie, waarbij de eerste en de tweede lijn gecombineerd zijn binnen de bureaus. In deze optie blijft er ruimte voor bureaujuristen die advocaat in loondienst worden, zij het dat deze optie op gespannen voet staat met het advies-Ouwerkerk.


22 Jaarverslag 2002 Infrastructureel onderzoek 23

Het WODC verricht ook doorlopend onderzoek dat voorbereidend van aard is. Percentage algemene recidive na verschillende Het is voorbereidend in die zin dat de daartoe verzamelde data onderzoekers in soorten afdoeningen (1997) staat stellen om snel antwoord te kunnen geven op onderzoeksvragen. Dit type onderzoek is meestal longitudinaal van karakter, en levert regelmatige publica- ties op, met zo mogelijk vastgelegde tijdsintervallen. In de meeste gevallen hebben we het over steeds interessanter wordende databanken, waarvan we er graag een paar hieronder bespreken.
2.1 Recidivemonitor
De WODC-Recidivemonitor is een langlopend onderzoeksproject waarin gestan- daardiseerde recidivemetingen worden verricht onder verschillende groepen justitiabelen. Met dit project hopen we een beter beeld te krijgen van de effecten van strafrechtelijke interventies. De metingen in het kader van de Recidivemonitor verlopen steeds op dezelfde manier. De uitkomsten van het onderzoek zijn hierdoor onderling vergelijkbaar. Sommige metingen worden gezette tijden herhaald, zodat van belangrijke dadergroepen ook het verdere verloop van hun criminele carrières op de voet kan worden gevolgd. In het achterliggende jaar zijn metingen verricht onder pedoseksuele daders, verkeersdelinquenten, overtreders van de Opiumwet en geweld- en zedendelin- quenten. Het recidiveonderzoek onder veelplegers, ex-gedetineerden, ex- pupillen van justitiële jeugdinrichtingen en ex-tbs-gestelden loopt nog, evenals het onderzoek naar de uitstroomresultaten van de belangrijkste straffen en maatregelen. Het WODC draagt met onderzoek en advies bij aan het beleids- Ontwikkeling taakstraffen meerderjarigen programma `Terugdringen Recidive'. In het kader van dit programma wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een handleiding `effectevaluatie strafrechtelijke interventies'. Verder is het team van de Recidivemonitor bezig met de opbouw van een onderzoeksliteratuurbestand op dit terrein. 2.2 Strafrechtmonitor
De Strafrechtmonitor (SRM) is opgezet in 1996 vanuit de behoefte om te beschikken over snel toegankelijke, kwalitatief hoogwaardige gegevens over strafzaken. Er worden periodiek strafzaken geanalyseerd die door Openbaar Ministerie of rechtbank in een bepaald jaar in eerste aanleg zijn afgedaan. Om het jaar worden van circa duizend strafdossiers gegevens over dader, delict(en), procesgang en eventuele slachtoffer(s) in zowel kwantitatieve als tekstuele vorm vastgelegd. Met het aldus verkregen gegevensbestand kan op snelle en efficiënte wijze onderzoek worden uitgevoerd, waarbij op de achtergronden van de behan- delde strafzaken kan worden ingegaan. De combinatie van casusbeschrijvingen en gedetailleerde kwantitatieve informatie maakt de SRM tot een unieke bron voor wetenschappelijk onderzoek, te meer omdat ook ontwikkelingen in de strafrechtspleging en strafprocessuele gang kunnen worden onderzocht.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 24

24 Jaarverslag 2002 Infrastructureel onderzoek 25

2.6 Steering committee Campbell Crime and Justice Group In 2002 is een derde dataverzamelingsronde gestart, en bijna afgerond. Er is een onderzoeksprogramma opgesteld, waarin een aantal onderzoekslijnen voor de Het WODC maakt deel uit van de steering committee van de Campbell Crime komende jaren wordt uitgezet op basis van zowel beleidsmatige als wetenschap- and Justice Group. De Campbell Collaboration is een internationaal samenwer- pelijke inzichten. Daarnaast is als onderzoeksnotitie verschenen een op de SRM kingsverband dat zich tot doel stelt systematische 'reviews' samen te stellen van gebaseerde studie `Daderprofielen van autodiefstal' en zijn deelprojecten gestart, wetenschappelijke onderzoeken naar de effecten van interventies op het gebied onder meer een vervolgonderzoek naar bekennende en ontkennende verdach- van politie en strafrecht. Deze overzichten van onderzoek dat voldoet aan stren- ten, en een onderzoek naar de zogenoemde veelplegers in relatie tot drugsver- ge wetenschappelijke criteria, maken duidelijk welke interventies aantoonbaar slaving. wel en welke aantoonbaar niet werken. De resultaten worden vervolgens ter beschikking gesteld aan beleidsmakers en het algemene publiek. Aan het eind van het verslagjaar werd een dertigtal reviews uitgevoerd, bijvoorbeeld naar de effecten van 'boot camps', naar de effecten van de behandeling van seksuele 2.3 Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie (OBJD) delinquenten, naar de effecten van cameratoezicht alsmede naar de effecten van Alle afdoeningen van het Openbaar Ministerie, de rechtbanken, de hoven en de preventieprogramma's gericht op gezinsbegeleiding. Hoge Raad worden opgeslagen bij de Centrale Justitiële Documentatiedienst (CJD) in Almelo. Om deze informatie te ontsluiten voor onderzoek en beleid is op initiatief van het WODC de OBJD gebouwd, waarin geanonimiseerde gege- 2.7 Georganiseerde misdaad Sint Maarten vens uit de justitiële documentatie worden opgeslagen. In 2002 heeft het WODC verdere ontwikkelingen aan deze database doorgevoerd en is een begin gemaakt In het najaar van 2002 heeft de minister van Justitie met zijn ambtgenoot van de met het gebruik van de database, met name voor recidiveonderzoek. En ook Nederlandse Antillen afgesproken dat het WODC in samenwerking met de werd in 2002 uitgevoerd onderzoek op het gebied van moord en doodslag deels Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) een onderzoek zal verrichten gebaseerd op gegevens uit de OBJD. naar de aard en ernst van de georganiseerde criminaliteit op het eiland Sint Maarten. Ook zal daarbij aandacht worden besteed aan de aanpak van deze vorm van criminaliteit en de risico's daarvan voor de bestuurlijke integriteit. 2.4 European Sourcebook of Crime and Criminal Justice Statistics Het WODC heeft in 2002 actief meegewerkt aan het tot stand komen van de 2.8 Prognoses Sanctiecapaciteit tweede editie van het European Sourcebook of Crime and Criminal Justice Statistics. Deze publicatie bevat criminaliteitsstatistieken van een veertigtal Evenals in voorgaande jaren heeft het WODC in 2002 nieuwe prognoses gemaakt Europese landen. Publicatie hiervan is gepland voor medio 2003. Het WODC voor de behoefte aan sanctiecapaciteit in de komende vijf à zes jaar. heeft de gegevensaanlevering van een zestal landen gecoördineerd, heeft een bij- Sanctiecapaciteit omvat alle vormen van straffen en maatregelen, namelijk taak- eenkomst van de expert group die verantwoordelijk is voor de publicatie georga- straffen, Halt-maatregelen, plaatsingen in justitiële jeugdinrichtingen (op civiel- niseerd en heeft de website van het European Sourcebook gebouwd en in rechtelijke en strafrechtelijk titel), TBS-maatregelen, plaatsingen in vreemdelin- beheer. genbewaring en vrijheidsstraffen. Vanwege alle commotie rond het heenzenden van bolletjesslikkers aan het begin van het verslagjaar, is het prognoseproces nog eens geëvalueerd door het insti- tuut NYFER. De door het WODC gebruikte prognosemodellen ten behoeve van 2.5 Expert Group on Data on Crime and Victimization de (middel)lange termijn konden de toets der kritiek goed doorstaan. Wel doet Het WODC is lid van de Expert Group on Data on Crime and Victimization van NYFER enkele aanbevelingen met betrekking tot prognoses voor de korte ter- het Crime Prevention Network van de Europese Unie. Binnen deze groep worden mijn. Mede in dit licht is het WODC is een samenwerkingsverband aangegaan aanbevelingen gedaan om te komen tot vergelijkbare metingen van criminaliteit met de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) van de Universiteit van en de strafrechtelijke reactie daarop tussen de EU-lidstaten. Amsterdam om een aantal noodzakelijke wijzigingen en uitbreidingen van de prognosemodellen te bewerkstelligen en de wetenschappelijke kwaliteit ervan te waarborgen.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 26

26 Jaarverslag 2002

De nieuwe prognoses zijn samen met het rapport van NYFER in de zomer van het verslagjaar aan de Tweede Kamer aangeboden. Met name vanwege de ver- wachte forse tekorten in het gevangeniswezen (4000 cellen in 2006) hebben de prognoses veel media-aandacht gekregen. 2.9 Ontneming en Wet-Bob Nog net in 2002 is begonnen met een evaluatie van de zogenaamde zware ontne- mingszaken. Daarnaast gaat het centrum door met de evaluatie van de Bijzondere opsporingsbevoegdheden, net zoals het onderzoek ten behoeve van de derde monitor georganiseerde criminaliteit (die in 2005 zal verschijnen). Wilzing: "WODC-monitor goed bruikbaar voor politie" 3. Advisering Jan Wilzing, korpschef van de politieregio IJsselland en portefeuille- houder zware georganiseerde criminaliteit in de Raad van 3.1 Nulmetingen Hoofdcommissarissen, is enthousiast over zijn contacten met het 3.2 Recidive WODC: "De monitor georganiseerde criminaliteit is een goed voor- 3.3 Sanctiecapaciteit beeld van wetenschappelijk gefundeerd onderzoek dat ook bruikbaar 3.4 Drugcriminaliteit is voor de politiepraktijk. Het onderzoek levert nieuwe inzichten op en beleidsadviezen met een hoge realiteitswaarde." "Ook in de komende jaren zal er in toenemende mate behoefte zijn aan onderzoek dat een brug weet te slaan tussen de wetenschappe- lijke wereld en de wereld van politie en justitie. Voor het WODC ligt hier dan ook nog een prachtige markt open."


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 28

28 Jaarverslag 2002 Advisering 29

3.2 Recidive Onze accountmanagers, onderzoekers en onderzoeksbegeleiders kennen hun eigen onderzoeksveld door en door en kunnen daardoor hun partners op het In Nederland bestaat een zeer grote diversiteit aan sancties en vormen van inter- kerndepartement ook adviseren over het nut van het gebruik van wetenschappe- venties, die door het WODC op hun effectiviteit worden onderzocht. Dit is met lijk onderzoek bij voorbereiding en evaluatie van beleid. Soms is bepaald onder- name het geval op het terrein van het monitoren van recidive; daarin heeft het zoek al eens eerder gedaan, of kan er eenvoudig worden aangehaakt bij reeds centrum inmiddels een bijzondere reputatie en positie opgebouwd. Met de ont- lopend onderzoek. Dan weer is nieuw onderzoek nodig, gegeven de specifieke wikkeling van de OBJD (Onderzoek- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie) en nieuwe vraag die de opdrachtgever heeft. Het WODC ziet het echter ook als en de inspanningen die de afgelopen jaren zijn gedaan om tot een eenduidig en zijn taak om aan `onderzoekspreventie' te doen. Immers, voor de beantwoording operationeel systeem van recidivemetingen te komen, kan het WODC voor alle van sommige beleidsvragen is niet altijd `zwaar' wetenschappelijk verantwoord sectoren van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van het ministerie van Justitie onderzoek noodzakelijk en wordt door het WODC meegedacht over andere, vaak systematisch en regelmatig de recidivegegevens produceren, inclusief de zoge- goedkopere, manieren om antwoorden te vinden. De medewerkers van het heten criminele carrières. WODC leveren daarnaast ook regelmatig advies los van concrete onderzoekspro- jecten of worden als expert ingezet bij departementale commissies, of daarbui- ten. 3.3 Sanctiecapaciteit Evenals in voorgaande jaren heeft het WODC in 2002 weer nieuwe prognoses gemaakt voor de behoefte aan sanctiecapaciteit in de komende vijf à zes jaar. 3.1 Nulmetingen Sanctiecapaciteit omvat alle vormen van straffen en maatregelen, namelijk Regelmatig komt het voor dat er wensen of zelfs plannen zijn voor onderzoek dat taakstraffen, Halt-maatregelen, plaatsingen in justitiële jeugdinrichtingen pas (veel) later uitgevoerd zal worden. Dat is vooral bij de evaluatie van wet- en (op civielrechtelijke en strafrechtelijk titel), TBS-maatregelen, plaatsingen in regelgeving en van justitiële interventies. Deze effectmetingen kunnen pas na vreemdelingenbewaring en vrijheidsstraffen. De nieuwe prognoses zijn samen een aantal jaren na de invoering van die wetten, regels of interventies worden met het rapport van het onderzoeksinstituut NYFER in de zomer van het verslag- gedaan. Echter, om later wetenschappelijk verantwoorde uitspraken over effec- jaar aan de Tweede Kamer aangeboden. ten te kunnen doen, dienen er wel zogeheten nulmetingen plaats te vinden waarbij goed bedacht wordt wat er precies onderzocht moet worden. Dit soort beleidsevaluaties zal volgens het WODC de komende jaren alleen maar 3.4 Advies inzake Drugcriminaliteit in aantal toenemen, enerzijds door de invoering van de VBTB-systematiek, anderzijds doordat we verwachten dat beleidsdirecties steeds vaker een beroep Als laatste in dit verslagjaar is de WODC-onderzoekspublicatie Geregistreerde op ons zullen doen om tijdig te worden geadviseerd. drugcriminaliteit in cijfers afgerond. De studie is tot stand gekomen onder ver- antwoordelijkheid van het WODC in een samenwerkingsverband met de dienst Om hier aan te voldoen is het WODC sinds 2001 partner in zogeheten consultan- Nationale Recherche Informatie. Het rapport geeft een uitgebreid cijfermatig cyprojecten. Dat wil zeggen dat we met de beleidsdirecties aan tafel gaan zitten overzicht van de inspanningen die politie, justitie en de justitiële verslavingszorg en gezamenlijk nagaan op welke manier we dat type onderzoek het best moge- in Nederland leveren in reactie op drugcriminaliteit. De handhaving van de lijk kunnen voorbereiden en opzetten. In het kader daarvan gaat het WODC in Opiumwet en de aanpak van door druggebruikers gepleegde criminaliteit komen samenspraak met de beleidsdirecties na op welke manier de onderzoeken die de aan de orde. Er wordt een indicatie gegeven van de last die drugcriminaliteit legt beleidsevaluaties moeten gaan begeleiden, zo optimaal mogelijk kunnen worden op de strafrechtsketen. Verder gaat het rapport in op de relatie tussen georgani- voorbereid en opgezet. Op het gebied van Jeugd en Preventie zijn in 2002 twee seerde criminaliteit en opiumwetcriminaliteit. Een profiel van opiumwetovertre- consultancyprojecten gestart, op het gebied van Tenuitvoerlegging (sanctietoe- ders en, deels overlappend, criminele druggebruikers wordt geschetst, met spe- passing) drie. ciale aandacht voor recidive. Tenslotte brengt het rapport ook de opvang en zorg voor criminele drugverslaafden in kaart, waaronder het programma "Strafrechtelijke Opvang Verslaafden" (SOV). Een samenvatting van dit rapport diende als bouwsteen voor de eind 2002 verschenen publicatie "Nationale Drugmonitor; jaarbericht 2002", het vierde jaarbericht in de reeks. Deze reeks bevat daarmee voor het eerst een justitiehoofdstuk. Invulling ervan was toege- zegd aan de Tweede Kamer.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 30

Kennisverspreiding 31

Alle WODC-medewerkers zijn actief op het gebied van het bijeenbrengen van wetenschappelijke kennis en het verspreiden ervan. Die kennis is binnen het WODC in diverse vormen aanwezig. Uiteraard in de vorm van de expertise van de medewerkers, maar ook in de vorm van een loket-naar-buiten (de Informatiedesk), een gespecialiseerde bibliotheek (sociale wetenschappen, cri- minologie), een onnoemelijke hoeveelheid documentatie, statistisch datamateri- aal en zo voort. Om onze kennis aan de man te brengen, gaan de onderzoekers meer weten- schappelijke publicaties leveren aan binnen- en buitenlandse tijdschriften. Daarnaast organiseren we als instituut ook meer conferenties en studiedagen, faciliteren we lezingen, verzorgen we een elektronische nieuwsbrief en doen we meer en meer aan actieve kennisverspreiding via het internet door een eigen website te exploiteren (www.wodc.nl). Na de zomer van het verslagjaar is een begin gemaakt met extra promotieacti- viteiten in de richting van de media, waarbij soms nauw werd samengewerkt met de afdeling Voorlichting van het ministerie van Justitie. Deze activiteiten waren soms zeer succesvol. Met name het onderzoeksrapport Het Bordeelverbod 4. Kennisverspreiding opgeheven mocht zich in een warme belangstelling van de media verheugen: diverse optredens voor radio, dag- en weekbladen. Alle landelijke en vrijwel alle 4.1 Justitiele verkenningen regionale dagbladen bespraken het rapport aan de hand van interviews en 4.2 Onderzoeksdatabase achtergrondreportages. Een andere grote media-trekker was het rapport 4.3 Informatiedesk Georganiseerde criminaliteit in Nederland. 4.4 Studiedagen Hieronder geven wij een beschrijving van een aantal activiteiten. 4.5 Statistische nagslagwerken 4.6 WODC in de media 4.7 WODC op het internet 4.8 International Victimology Website 4.9 Bibliotheek en Documentatie 4.1 Justitiële verkenningen 4.10 Samenwerking met Boom Juridische Uitgevers Na het vertrek op 1 december 2001 van Bas van Stokkom als eindredacteur van het tijdschrift Justitiële verkenningen, kon de redactie leunen op een grotere inzet van de redactieraad en anderen. In mei van dit verslagjaar trad een nieuwe eindredacteur aan in de persoon van Marit Scheepmaker. Traditiegetrouw verschenen weer negen themanummers. In het eerste nummer kwamen, in het kader van de landenreeks, de Nederlandse Antillen en Aruba aan bod. Nummer 6 (Culturele diversiteit) kwam tot stand met medewerking van Hans Willemse en Thijs van der Heijden, beiden werkzaam bij de Directie Algemene Justitiële Strategie van het ministerie van Justitie. Het werd een thema- nummer dat veel aftrek vond en waaraan ook de landelijke pers aandacht besteedde. Hetzelfde gold voor de nummers 6 (over Justitie en media) en 8 (over Recidive). Het actief tevoren verspreiden van het voorwoord van het themanummer over Recidive onder redacties van dag-, week- en vakbladen, leverde veel respons op. Een aantal dagbladen kwam met een uitgebreide bespreking van het tijdschrift en zijn inhoud op de dag van verschijning. Ook werden auteurs naar aanleiding van hun bijdrage aan Justitiële verkenningen gevraagd voor radio-interviews.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 32

32 Jaarverslag 2002 Kennisverspreiding 33

4.2 Onderzoeksdatabase De onderzoeksdatabase van het WODC is het afgelopen jaar geheel vernieuwd. In deze database zijn gegevens opgeslagen over alle door het ministerie van Justitie in gang gezette onderzoeken. Iedere WODC'er is nu in staat om snel inzicht te krijgen in alle recentelijk afgeronde, de lopende en alle voorgenomen onderzoeken. Verder bevat de onderzoeksdatabase gegevens over evaluatie- onderzoeken binnen het ministerie van Justitie zoals gevraagd in de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek Rijksoverheid. Deze gegevens zullen in 2003 via het rijksbrede intranet RYX (www.ryx.nl) toegankelijk gemaakt worden. 4.3 Informatiedesk Ook in 2002 zijn veel ad hoc-vragen via de informatiedesk van het WODC beant- woord. Soms door een snelle levering van een thematische literatuurlijst, soms door het verwijzen naar de juiste personen en instantie, dan weer door het leveren van statistische overzichten en zo voorts. Aan de hand van onderstaande top-10 is te zien waar de aandacht van de vra- genstellers vooral op was gericht. Het is niet verbazingwekkend dat deze lijst in belangrijke mate de justitiële problematiek van het afgelopen jaar weerspiegelt. 1. Geweldsdelicten 2. Jeugdcriminaliteit 3. Politie 4. Justitiële inrichtingen 5. Drugs en Slachtoffers van Misdrijven (ex aequo) 6. Straffen 7. Algemene vragen en Internationale aangelegenheden (ex aequo) 8. Allochtonen 9. Zedendelicten 10 Criminologie en Overige Delictsvormen (ex aequo) Mede door in de tweede helft van het verslagjaar gestarte gerichte acties in de richting van de media, nam het aantal vragen voor de Infodesk sterk toe. 4.4 Studiedagen Het WODC heeft in het verslagjaar een aantal studiedagen georganiseerd, soms naar aanleiding van de actualiteit, soms ook naar aanleiding van een afgerond onderzoek. Enkele voorbeelden zijn: Criminaliteitsbeleid en Moraal, de Onderzoek- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie OBJD, de Wet-Bob en Zinloos Geweld. Deze in-huis georganiseerde studiemiddagen bleven onverkort goed bezocht, ook door geïnteresseerden van andere organisaties. De huidige tij- delijke huisvesting stelt beperkingen aan het organiseren van interne workshops


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 34

34 Jaarverslag 2002 Kennisverspreiding 35

en kleine conferenties. Veel bezoek en media-aandacht kregen vooral de extern gehouden studiedagen over Georganiseerde Criminaliteit ­ in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam ­ en een aantal (vervolg-)conferenties over Marcel van Dam: "Onderzoek relatie tussen gevoel van onvei- de Evaluatie van de Wet-Bob. ligheid en aandacht in de media" Marcel van Dam, oud-staatssecretaris van Volkshuisvesting en presen- tator van het hooggewaardeerde televisieprogramma 'De achterkant 4.5 Statistische naslagwerken van het gelijk' meent dat de belangstelling voor criminaliteit en veilig- heid nog nooit zo groot geweest als nu. "Dat heeft natuurlijk alles te In 1999 en in 2001 publiceerden het WODC en het CBS een lijvig boekwerk over maken met het feit dat zoveel mensen zich onveilig voelen. Is dat criminaliteit en rechtshandhaving. In deze twee publicaties worden de kwantita- terecht? Die vraag houdt mij al veel langer bezig. Als ik kijk naar de tieve ontwikkelingen op het gebied van criminaliteit, opsporing, vervolging, curve van de geweldcriminaliteit op pagina 66 van `Criminaliteit en berechting en tenuitvoerlegging van sancties uitvoerig in beeld gebracht. Rechtshandhaving 2000', dan lijkt het dat de hoeveelheid geweld in de De publicaties blijken veel geraadpleegd te worden door pers, wetenschap en laatste 20 jaar nauwelijks toe- of afgenomen is. Terwijl de bevolking anderszins beroepsmatig geïnteresseerden, vooral als statistisch naslagwerk. wel is gegroeid. In ieder geval is de toename van het gevoel van onvei- Met het doel de informatie zo up-to-date mogelijk ter beschikking te stellen aan ligheid, of nog liever de berichtgeving daarover en de politieke aan- nog groter publiek is besloten de informatie op het internet te gaan aanbieden. dacht daarvoor, niet met die curve te rijmen." De betreffende internetsite zal voortdurend met de nieuwste informatie worden "Zou het geen idee zijn voor de onderzoekers van het WODC om de aangevuld. De lancering van de site wordt in de tweede helft van 2003 verwacht. relatie te onderzoeken tussen het gevoel van onveiligheid en de aan- De site wordt onderdeel van de nieuwe WODC-website die momenteel in ont- dacht in de media en de politiek voor geweldscriminaliteit? Als die wikkeling is. Het boek zal zijn huidige vorm nog één keer worden gepubliceerd. curve er ook nog bij zou komen, zou ik de publicatie "Criminaliteit en Deze publicatie bevat gegevens tot en met 2001 en staat gepland voor de zomer Rechtshandhaving" met nog meer aandacht, en nog frequenter raad- van 2003. plegen." 4.6 WODC in de media
Van elk onderzoeksrapport zijn de media op de hoogte gebracht door middel van persberichten, die door het WODC in samenwerking met de Directie 4.7 WODC op het internet Voorlichting zijn gemaakt en uitgebracht. Extra activiteiten in de richting van de media hebben dit verslagjaar geleid tot aanzienlijk meer aandacht voor het Vanaf 1997 heeft het WODC op internet een eigen website www.wodc.nl. WODC, zijn onderzoekers en zijn expertise. Een aantal gerichte acties leidde Het aantal bezoekers dat de WODC-site bezoekt, blijft sterk stijgen. Van 81.000 in zelfs tot meer dan het gebruikelijke aantal berichten in de schrijvende en de het jaar 2000, via een kleine 105.000 in 2001 tot bijna 150.000 in het verslagjaar. audiovisuele media, zoals de onderzoeken met betrekking tot de bijzondere Alle in 2002 uitgekomen WODC-rapporten zijn met volledige tekst (in pdf) en opsporingsbevoegdheden (veel achtergrondverhalen en radio), de zware en leesvervangende samenvatting op de WODC-site toegankelijk gemaakt. Voor georganiseerde criminaliteit (diverse optredens voor radio, achtergronden vooral zover mogelijk zijn ook de door het WODC gesubsidieerde onderzoeksrapporta- op televisie en in de schrijvende pers), de opheffing van het bordeelverbod ges met volledige tekst en samenvatting toegankelijk gemaakt. Er wordt door (meer dan 35 nieuws- en achtergrondverhalen en interviews) en huiselijk geweld bezoekers veelvuldig gebruik gemaakt van de mogelijkheid gehele (of delen van) bij allochtonen (vooral radio en televisie) . rapporten te downloaden. Deze publieke aandacht leverde overigens ook weer meer reacties op. Meer In 2002 is voor het eerst gebruik gemaakt van de mogelijkheid om via Internet en (potentiële) klanten wisten het WODC te vinden, en ook nam het aantal vragen met behulp van een elektronische vragenlijst informatie te verzamelen ten voor de Infodesk in de tweede helft van het verslagjaar met ruim 10% sterk toe. behoeve van het WODC-onderzoek `Naamrecht'. Gezien de positieve resultaten Deze extra activiteiten zullen een vervolg krijgen in het jaar 2003; daartoe zal een van deze manier van enquêteren is besloten in de toekomst meer van deze aantal WODC-experts mediatrainingen ontvangen. mogelijkheid gebruik te gaan maken.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 36

36 Jaarverslag 2002 Kennisverspreiding 37

Tevens is met toestemming van het Openbaar Ministerie (OM) het onderdeel Door het toenemend aantal documenten bleek het handmatig bijhouden van de `Interventiestrategieën' (OM-IS) op www.wodc.nl toegankelijk gemaakt. OM-IS webpagina's niet meer mogelijk. Een andere werkwijze was noodzakelijk. In het is in samenwerking met het WODC opgebouwd. Het bevat een overzicht van verslagjaar is een begin gemaakt met de opzet van een database georiënteerde achtergronden van veel voorkomende vormen van criminaliteit en de mogelijke website. In de nabije toekomst kunnen gebruikers eenvoudig informatie zoeken vormen van interventie- en preventiemogelijkheden. Komend jaar krijgt naar land en onderwerp. De website trekt nu bijna 7.000 unieke bezoekers per www.wodc.nl een nieuwe inrichting en vormgeving. maand, met een kleine 30.000 zogeheten pageviews. De IVW news flashes ­ incidenteel verstuurde nieuwsberichten via e-mail - worden hoog gewaardeerd; de elektronische mailing list (ongeveer 1.300) blijft groeien. 4.8 International Victimology Website (IVW) Het WODC exploiteert op verzoek van de Verenigde Naties sinds 1999 de 4.9 Bibliotheek en Documentatie International Victimology Website. In het verslagjaar is besloten om van dit pilot- project een structurele activiteit te maken en verder te ontwikkelen. IVW wordt De inhoud van de criminologiecollectie van het WODC is in het verslagjaar op steeds internationaler. Momenteel biedt de website slachtoffergerelateerde een aantal punten opgeschoond, verfijnd en nog meer toegespitst op de speer- informatie uit en over 33 landen en beschikt zij over een uitgebreid wereldwijd punten van het WODC. Hierdoor is een slagvaardige, actuele werkbibliotheek netwerk van instituten en experts. De site telt meer dan 800 links naar zowel ontstaan. unieke documenten op de eigen website als naar (materiaal op) andere websites. In 2002 is na een jarenlange worsteling eindelijk de nieuwe bibliotheekautomati- sering in gebruik genomen, zodat de dienstverlening aan justitiemedewerkers en derden weer met nieuwe energie kon worden aangevat. Ook werd in 2002 gestart met de inventarisatie van voor de gebruikers van de WODC-documentatie rele- vante en interessante elektronische informatiebronnen, zoals (inter)nationale abstractbestanden, elektronische tijdschriften enz. Met deze inventarisatie is een eerste stap gezet naar de herpositionering van de documentaire informatiefunc- tie. Deze herpositionering is des te dringender geworden als gevolg van de recent opgelegde bezuinigingstaakstelling en de daarmee gepaard gaande personele Waar halen ze het vandaan? inkrimping. In april 2001 gingen ruim honderd jongeren tijdens het jaarlijkse Het jaar 2003 zal dan ook vooral in het teken staan van deze herinrichting. Nationaal Jeugddebat in discussie met een aantal bewindslieden, waar- Alle energie is gericht op de ontwikkeling en inrichting van een op een moderne onder de Minister van Justitie. De jongeren dienden een motie in om de leest geschoeid `digitaal documentair informatiecentrum'. Hierbij zullen wij leeftijdsgrens voor de toegang tot coffeeshops te verlagen van 18 naar 16 optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die ICT en de WODC websites jaar, die in 1996 juist was verhoogd van 16 naar 18 jaar. Volgens de jon- (zowel op het Justitienet als op het Internet) ons bieden. Zo zullen er specifiek op geren zouden 16- en 17-jarigen als gevolg van de verhoging meer in aan- de WODC-onderzoekspeerpunten gerichte websites worden ontwikkeld en zal er raking komen met harddrugs en criminaliteit, wanneer ze cannabis aan- extra aandacht worden besteed aan het attenderen op en verspreiden van rele- schaffen. De minister heeft de jongeren toegezegd om een onderzoek in vante documentaire informatie via deze media. de vorm van een quick scan te laten doen naar het cannabisgebruik van jongeren, in het bijzonder onder 16- en 17-jarigen, en de plaatsen waar zij de cannabis vandaan halen. Het WODC heeft deze toezegging opge- 4.10 Samenwerking met Boom Juridische Uitgevers pakt en de voorhanden wetenschappelijke gegevens hierover op een rij gezet in de notitie `Gebruik en aanschaf van cannabis door 16- en 17-jari- Kort voor het einde van het verslagjaar kon, na een Europese aanbestedings- gen'. Deze heeft Minister Donner tijdens het Nationaal Jeugddebat 2002 ronde, het contract worden gesloten tussen het WODC en Boom Juridische aangeboden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, Frans Weisglas. Uitgevers (Bju). Uitvloeisel van het contract is dat zowel de onderzoeksreeks van Voor de jongeren zelf bracht het WODC daarvan in een beperkte oplage het WODC (de reeks Onderzoek en Beleid) als het tijdschrift Justitiële ver- een gepopulariseerde versie uit, getiteld 'Waar halen ze het vandaan?' kenningen in coproductie zal worden uitgegeven


Raad van advies 39

5.1 Samenstelling
De Raad van Advies WODC bestond tijdens het verslagjaar uit:
- prof mr M.S. Groenhuijsen, voorzitter hoogleraar strafrecht aan de Universiteit van Tilburg
- drs V.N.S. Deconinck journalist, presentator 2Vandaag
- mr S.J.A.M. van Gend advocaat-generaal, verbonden aan het ressortparket Amsterdam
- prof dr M. Killias hoogleraar criminologie aan de Universiteit van Lausanne (CH)
- mr A. Kosto
Lid van de Raad van State, ex-staatssecretaris van Justitie
- mw G.W. van Montfrans-Hartmann organisatieadviseur Aan het einde van het verslagjaar hebben de leden Groenhuijsen, Killias en 5. Raad van Advies Kosto afscheid genomen van de Raad. Hun zetels zijn ingenomen door:
- prof mr Y. Buruma, voorzitter 5.1 Samenstelling hoogleraar strafrecht, Katholieke Universiteit Nijmegen, 5.2 Werkwijze - mw mr E. Kalsbeek, Lid Tweede Kamer de Staten-Generaal, ex-staatssecretaris 5.3 Behandelde onderwerpen van Justitie

- prof dr P Ponsaers .
hoogleraar criminologie, Rijksuniversiteit Gent 5.2 Werkwijze
De Raad kwam dit verslagjaar vier maal bijeen om de directeur te adviseren over onderwerpen die betrekking hadden op zowel het beleid als de prestaties van het WODC. Dat is twee keer meer dan in voorafgaande jaren, grotendeels vanwege het lopende organisatieveranderingsproces. Verder maakt RvA-voorzitter de heer Groenhuijsen deel uit van de departemen- tale selectie-adviescommissie voor de nieuwe directeur van het WODC, welke commissie dit verslagjaar twee keer bij elkaar kwam om samen met de Secretaris-Generaal van het departement van Justitie overleg te plegen over de te selecteren kandidaten. De heer Deconinck heeft als extern deskundige geparticipeerd in de project- groep Communicatieplan WODC en heeft een mediatraining verzorgd voor enkele MT-leden en een aantal medewerkers van het WODC.


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 40

40 Jaarverslag 2002

5.3 Behandelde onderwerpen De Raad heeft zich onder andere gebogen over de nieuwe strategienota en het Organisatie- en Formatierapport Onderzoeksafdelingen dat als verdere uitwer- king daarvan is opgesteld. Ook heeft de Raad met de directeur en enkele MT- leden een aantal keren van gedachten gewisseld over het onderzoekprogramma en het ontwerp van een nieuwe procedure voor de onderzoeksprogrammering. Het Jaarplan 2003 en de daarin door de departementsleiding opgelegde bezuini- gingstaakstelling was voor de Raad van Advies aanleiding om de minister van Justitie een brief te schrijven waarin hij zijn zorgen uit over de voorgenomen reductie van het onderzoeksbudget en het uitplaatsen van de criminologie- collectie. Tenslotte heeft de Raad van Advies een reglement inzake zijn positie en werkwijze vastgesteld. 6. Interne bedrijfsvoering 6.1 Nieuwe strategie 6.2 Personeel 6.3 Huisvesting 6.4 Managementinformatie 6.5 Handboek WODC 6.6 Ziekteverzuim 6.7 Opleidingsprogramma


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 42

42 Jaarverslag 2002 Interne bedrijfsvoering 43

6.1 Nieuwe strategie In het verslagjaar is veel energie gaan zitten in het ontwikkelen van een nieuwe strategie voor het WODC en de implementatie daarvan, onder andere in de vorm van reorganisaties van afdelingen en activiteiten. Een reorganisatie binnen het huidige Bedrijfsbureau heeft tot gevolg gehad dat de organisatie van de bedrijfs- voeringstaken, door onder meer duidelijker verantwoordelijkheden aan functio- narissen toe te kennen, is verbeterd. Daarnaast is de Bureauredactie binnen de afdeling Documentaire Informatievoorziening opgeheven. Deze taak (redigeren en layouten van rapporten) wordt nu buiten het WODC uitgevoerd. Verder zijn de sectoren Onderzoek opnieuw ingedeeld, met als doel onder ande- re de verbetering van de relatie met onze klanten, door middel van de invoering van accountmanagement binnen het WODC en het verbeteren en vergroten van de wetenschappelijke uitstraling. De verwachting is dat deze reorganisatie begin 2003 zal worden afgerond. Naast deze reorganisatie zijn de MT-leden en hun medewerkers bezig een twee- jarig projectenplan uit te voeren waardoor op verschillende fronten aan de invoering van de nieuwe strategie wordt gewerkt. Deze drie fronten zijn:
- het verbeteren van de klantrelatie met het departement van Justitie;
- het vergroten van de wetenschappelijke uitstraling; en
- de verbetering van de bedrijfsvoering. 6.2 Personeel
Op 1 januari 2002 waren er 90 medewerkers in dienst bij het WODC. De vaste formatie bestond uit 77 fte's, met een fifty-fifty verdeling van mannen en vrou- wen. Daarnaast waren er 15 tijdelijke medewerkers in dienst. 6.3 Huisvesting
Sinds 2000 is het WODC (tijdelijk) gehuisvest in het pand Koninginnegracht 19, in Den Haag, op een flinke kilometer van het kerndepartement. Het pand biedt voldoende ruimte voor de activiteiten van het WODC, zij het dat workshop- en congresactiviteiten steeds beperkt plaats kunnen vinden. Wel is nu reeds duide- lijk dat de fysieke afstand tot het departement het aantal informele contacten met beleidsambtenaren heeft doen afnemen, hetgeen niet bevorderlijk is voor de integratie met de rest van het departement. Het WODC blijft dan ook uitkijken naar huisvesting binnen, of in de directe omgeving van het kerndepartement ter overbrugging van de tijd tot de algehele nieuwbouw van het departement in 2007 zal zijn gerealiseerd.


44 Jaarverslag 2002 45

Bijlage A Publicaties

6.4 Managementinformatie A1 WODC-reeks Onderzoek en Beleid In het verslagjaar is voortvarend gewerkt aan de verbetering van de interne Van vast naar mobiel; een evaluatie van het experiment met elektronisch huisar- bedrijfsvoering. Voorwaarde voor optimale ondersteuning van het WODC is rest voor minderjarigen als modaliteit voor de voorlopige hechtenis goede managementinformatie. Na presentatie van een aantal managementinfor- G.J. Terlouw, PA. Kamphorst
---
matiesystemen is NAVISION het nieuwe systeem van het WODC geworden. Eind Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 2002 is de laatste hand gelegd aan de verfijning van het systeem. 2003 zal het jaar Onderzoek en beleid, nr. 195 van implementatie en evaluatie worden.
Prognose van de sanctiecapaciteit tot en met 2006 D.E.G. Moolenaar, F.P van Tulder, G.L.A.M. Huijbregts, W. van der Heide
---
Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 6.5 Handboek WODC Onderzoek en beleid, nr. 196 Het handboek WODC, waarin de procedures, de do's and don'ts voor alle mede- werkers zijn opgetekend is in 2002 volledig herschreven en aangepast aan de ver- Evaluatie van de Wet BOB - fase 1 nieuwde processen binnen het WODC. Dit handboek-nieuwe stijl wordt via de R.J. Bokhorst, C.H. de Kogel, C.F.M. van der Meij WODC-Intranetsite aan het personeel aangeboden. Hierdoor is het beheer een Den Haag, Boom Juridische uitgevers/Ministerie van Justitie, WODC, 2002 stuk vergemakkelijkt en is het beschikbaar maken van actuele procesbeschrijvin- Onderzoek en beleid, nr. 197 gen een feit.
Georganiseerde criminaliteit in Nederland; tweede rapport op basis van de WODC-monitor E.R. Kleemans, M.E.I. Brienen, H.G. van de Bunt, m.m.v. R.F. Kouwenberg, G. 6.6 Ziekteverzuim Paulides, J. Barensen Ondanks dat het WODC in een periode van onzekerheid verkeerde en diverse Den Haag, Boom Juridische uitgevers/Ministerie van Justitie, WODC, 2002 reorganisaties kende, is het effect daarvan op het ziekteverzuim beperkt geble- Onderzoek en beleid, nr. 198 ven. In 2002 is het ziekteverzuim (4,1%) zelfs iets teruggelopen ten opzichte van 2001. Schijn van partijdigheid rechters Desondanks is in november van het verslagjaar een plan van aanpak vastgesteld M. ter Voert, J. Kuppens om het ziekteverzuim nog verder terug te dringen. Den Haag, Boom Juridische uitgevers/Ministerie van Justitie, WODC, 2002 Onderzoek & beleid, nr. 199 Het bordeelverbod opgeheven; prostitutie in 2000-2001 6.7 Opleidingsprogramma A.L. Daalder Ook in 2002 werden veel WODC-medewerkers in de gelegenheid gesteld hun Den Haag, Boom Juridische Uitgevers/Ministerie van Justitie, WODC, 2002 kennis en ervaring te ontwikkelen door het volgen van cursussen, trainingen en Onderzoek en beleid, nr. 200 workshops. Een jaarlijks op te stellen opleidingsprogramma zal daaraan, ook in de toekomst, vorm geven. De gekozen achternaam; betekenis van de wijziging van artikel 5 van het Specifiek voor de nieuwe onderzoekers en onderzoeksbegeleiders is een interne Burgerlijk Wetboek cursus georganiseerd, waarbij diverse externe docenten inleidingen geven in de Albert Klijn, Guillaume Beijers voor het WODC relevante wetenschapsgebieden. Den Haag, Boom Juridische Uitgevers/Ministerie van Justitie, WODC, 2002 In het verslagjaar verzorgden prof. dr. H.G. van de Bunt, hoogleraar criminologie Onderzoek en beleid, nr. 201 aan de Vrije Universiteit Amsterdam een inleiding over de ontwikkeling van de criminologie in Nederland en daarbuiten. Dr. K. Rozemond, universitair hoofd- Jeugdreclassering in de praktijk docent strafrecht aan dezelfde universiteit, onderwees de WODC'ers in de alge- M. Kruissink, C. Verwers mene beginselen van het strafrecht en hoe daar in Nederland mee wordt omge- Den Haag, Boom Juridische Uitgevers/Ministerie van Justitie, WODC, 2002 gaan. Deze cyclus van inleidingen zal in 2003 worden voortgezet. Onderzoek en beleid, nr. 202


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 46

46 Jaarverslag 2002 Publicaties 47

Van Rechtbank naar Kanton; Evaluatie van de competentiegrensverhoging voor Cross Border Voting in Europe civiele handelszaken in 1999 J. Winter, U. Noack, P Bissara, D. Trevisan, J. Bates, J.S. Christensen, M. van
---
R.J.J. Eshuis, G. Paulides Ginneken Den Haag, Boom Juridische Uitgevers/Ministerie van Justitie, WODC, 2002 Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 Onderzoek en beleid, nr. 203 Onderzoeksnotities, nr. 2002/6 Geregistreerde Drugcriminaliteit in cijfers; Achtergrondstudie bij het Gebruik en aanschaf van cannabis door 16- en 17-jarigen Justitieonderdeel van de Nationale Drugmonitor: Jaarbericht 2002 M. van Ooyen-Houben, M. Sieperman R.F. Meijer, M. Grapendaal, M.M.J. van Ooyen, B.S.J. Wartna, M. Brouwers en Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 A.A.M. Essers Onderzoeksnotities, nr. 2002/7 Den Haag, Boom Juridische Uitgevers/Ministerie van Justitie, WODC, 2002 Onderzoek en beleid, nr. 204 Organisatiecriminaliteit ­ Aard, achtergronden en aanpak E.A.I.M. van den Berg, m.m.v. R. Aidala en E.M.Th. Beenakkers Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 Onderzoeksnotities, nr. 2002/8 A2 WODC-reeks Onderzoeksnotities Telling beslag op zeeschepen in Nederland en de omringende landen E.C. van Ginkel A3 Extern uitgevoerd WODC-onderzoek Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 Onderzoeksnotities, nr. 2002/1 Aantallen coffeeshops en gemeentelijk beleid in 2001 B. Bieleman, P Goeree
---
Daderprofielen van autodiefstal; een vooronderzoek met behulp van de WODC- Groningen/Rotterdam, Intraval, 2002 Strafrechtmonitor en het Herkenningsdienstsysteem M.J.G. Jacobs, A.A.M. Essers, R.F. Meijer Aard en omvang seksueel misbruik en prostitutie minderjarige allochtone jongens; Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 een verkennend onderzoek Onderzoeksnotities, nr. 2002/2 J.E. van Horn, R.A.R. Bullens, Th.A.H. Doreleijers, M. Jäger Amsterdam, Forensische Diagnostiek (FORA), VU, 2001 Evaluatie Wet Herziening gerechtelijk vooronderzoek; eerste fase van het onderzoek Advocaten en advocatuur in loondienst P.A.M. Verrest, E.M.Th. Beenakkers J.P. Gunst, F. Bruinsma Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 Utrecht, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Universiteit Utrecht, 2002 Onderzoeksnotities, nr. 2002/3 Allochtone ouders en Justitie; vragen en behoeften van Antilliaanse, Marokkaanse, Jeugdcriminaliteit over de grens; een literatuurstudie naar ontwikkeling, wet- Surinaamse en Turkse ouders van jeugdigen die in aanraking komen met politie geving, beleid, effectieve preventie en aanpak (ten aanzien) van jeugdcriminaliteit en justitie buiten Nederland C. Nijsten, P Geense, T. Pels, W. Vollebergh
---
M.W. Bol Rotterdam, Erasmus Universiteit, Instituut voor Socologisch Onderzoek (ISEO), Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 2002 Onderzoeksnotities, nr. 2002/4 Analyse verlening en handhaving vergunningen in 12 casusgemeenten; Mediation in civiele en bestuursrechtelijke zaken; een internationaal tussenrapport fase 1 literatuuronderzoek Andersson Elffers Felix N.J. Baas Utrecht, Andersson Elffers Felix, 2002 Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 2002 Onderzoeksnotities, nr. 2002/5


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 48

48 Jaarverslag 2002 Publicaties 49

Compliance als transactievoorwaarde Evaluatie van het Nationaal Opsporingsteam Voor Oorlogsmisdrijven H.W.J. Gelinck, M.A. de Bree, N.A.C. Schoof A. Beijer, A.H. Klip, M.A. Oomen, A.M.J. van der Spek Rotterdam, Legal vision, 2002 Utrecht, Universiteit Utrecht, 2002 Criminaliteitsonderzoek; methoden, bronnen, mogelijkheden en beperkingen Evaluatie regelingen inning kinderalimentatie; eindrapport S.M.G. Nieuwkamp S. van der Kemp, F. Zuijdam, F. Kriek Enschede, Universiteit Twente, Instituut voor Maatschappelijke Research voor Beleid, Leiden, 2002 Veiligheidsvraagstukken, 2002 Het gebruik van het Cliëntvolgsysteem-Jeugdcriminaliteit Doping en handel; onderzoek naar de aard en omvang van dopinghandel en O. Nauta, Y. van Heerwaarden, mmv B. van Dijk ontwikkeling van indicatoren Amsterdam, DSP-Groep, 2002 F. Oldersma, J. Snippe, B. Bieleman Groningen/Rotterdam, Intraval, 2002 Geschilbeslechting in de bouw Companen Duitsland-Nederland en de afdoening van strafzaken Arnhem, Companen, 2002 Peter J.P. Tak, Jan P.S. Fiselier Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2002 Handhaving prostitutiebranche door Politiekorpsen, Belastingdienst, Arbeidsinspectie en UWV/GAK; evaluatie van de eerste resultaten van de opheffing Dwangmiddelen en rechtsmiddelen; Strafvordering 2001: derde interimrapport van het bordeelverbod (deel I en II) P Naber, L. de Winter
---
onder red. van G. Knigge en M.S. Groenhuijsen Den Haag, Eysink Smeets & Etman (ES&E), 2002 Deventer, Kluwer, 2002 Handhaving prostitutiebranche door gemeentelijke diensten; evaluatie van de The effect of manualized behavior therapy with disruptive behavior disordered preventie, controle en handhavingsactiviteiten van gemeentelijke diensten children in everyday clinical practice: a randomized clinical trial L. van Lier, P Naber, M. Verheij, E. Zandhuis, M. Daniëls (Nipo), A. Haverkamp
---
N. van de Wiel (Nipo) Utrecht, Universiteit Utrecht, 2002 Den Haag, Eysink Smeets & Etman (ES&E)/Nipo Consult, 2002 Een spel met grenzen: de Nederlandse casinomarkt, eindrapport Illegale vreemdelingen in Nederland; omvang, overkomst, verblijf en uitzetting A. Pemberton, A. Oostdijk, J.Wils, C. van der Werf G. Engbersen, R. Staring, J. van der Leun, J. de Boom, P van der Heijden, M.
---
Leiden, Research voor Beleid, 2002 Cruijf Rotterdam/Utrecht/Leiden, RISBO. Erasmus Universiteit Rotterdam, R.U. Effectief Mobiel Toezicht Vreemdelingen; eindrapportage Leiden, Universiteit Utrecht, 2002 Rob Witte, Vina Wijkhuijs, Abderrahman Kaouass, Marcel Scholtes, Sevilay Akkas Den Haag, Eysink Smeets & Etman (ES&E), 2002 Illegaliteit, onvrijwilligheid en minderjarigheid in de prostitutie een jaar na de opheffing van het bordeelverbod Eindevaluatie Herstelbemiddeling M. Goderie, F. Spierings, S. te Woerds G. Homburg, I. Jonker, J. Soethout Utrecht, Verwey-Jonker Instituut, 2002 Amsterdam, Regioplan Beleidsonderzoek, 2002 Het imago van de prostitutie; een onderzoek naar de beeldvorming betreffende de Het ei van Columbo? Evaluatie van het project Financieel rechercheren prostitutiebranche gehouden onder de Nederlandse bevolking W. Faber, A.A.A. van Nunen Veldkamp Oss, Faber Organisatievernieuwing, 2002 Amsterdam, Veldkamp Marktonderzoek, 2002


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 50

50 Jaarverslag 2002 Publicaties 51

Huiselijk geweld onder Surinamers, Antillianen en Arubanen, Marokkanen en Turken in Nederland; aard, omvang en hulpverlening T. v. Dijk, E. Oppenhuis, m.m.v. M. Abrahamse en A. Meier Hilversum, Intomart, 2002 In zelfstandigheid geregeld; een onderzoek naar de omvang van de regelgevende bevoegdheden en de kwaliteit van regelgeving van zelfstandige bestuursorganen D.R. Kloosterman, H.B. Winter, F.M. Noordam, J. de Ridder Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Rijksuniversiteit Groningen, 2002 Juridische knelpunten voor intensief ruimtegebruik bij bedrijventerreinen M. Fokkema, J.F.M. Koppenjan, G.J. Kremers Delft, Technische Universiteit, faculteit Techniek, Bestuur en Management, 2002 Kindersextoerisme vanuit Nederland: onderzoek naar bestaande en mogelijk nieuwe reisbestemmingen B.O. Vogelvang, J. van den Braak (Van Montfoort); S. Meuwese, A. Wolthuis(Defense for Children International Nederland) Woerden, Adviesbureau Van Montfoort, 2002 Klachten buiten de Orde; de behandeling van klachten over advocaten via de Klachten- en Geschillenregeling Advocatuur A.G.M. Böcker, L.E. de Groot - van Leeuwen Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2002 Knelpuntenonderzoek veiligheidsregelgeving; inventarisatie en analyse van knelpunten in de regelgeving die de publieksveiligheid raken A.W. Wichers Hoeth, m.m.v. J.A. den Herder en J.H.K.C. Soer Amersfoort, DHV Huisvesting en Vastgoed, 2002 Komt u binnen...?! Een onderzoek naar de doeltreffendheid en effecten van artikel 1 en 2 van de Algemene wet op het binnentreden A. Mein, V. Wijkhuijs, E. Zandhuis, S. Akkas Den Haag, ES&E, 2002 Kosten informeren van geregistreerden H.J. van Driel, M. Jansen, M.J.F. Tom Zoetermeer, EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid, 2002 Mededingingsproblemen bij het ontwerpen van wetgeving; onderzoek naar een mededingingstoets voor wetgeving B.E. Baarsma, S.M. van Geffen, M. de Nooij, J.J.M. Theeuwes Amsterdam, Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) der Universiteit van Amsterdam, 2002


52 Jaarverslag 2002 Publicaties 53

Monitoring drugsoverlast Venlo; indicatoren en nulmeting De sociale positie van prostituees in de gereguleerde bedrijven, een jaar na J. Snippe, B. Bieleman wetswijziging Groningen/Rotterdam, Intraval, 2002 I. Vanwesenbeeck, M. Höing, P Vennix
---
Utrecht, Rutgers Nisso Groep, 2002 Naar redelijke doorlooptijden in de strafrechtsketen D.H. Houthoff, A.W.J. Diederen, R. Toxopeus, M.A. Luursema THC-concentraties in nederwiet in Nederlandse coffeeshops (2001 extra) Utrecht, Berenschot, 2002 R.J.M. Niesink, M.P. Planije, S. Rigter, J. Hoek, L. Mostert Utrecht, Trimbos-instituut, 2002 Noodvoorziening Drugskoeriers - Tussenrapportage van de evaluatie van de Tijdelijke wet noodcapaciteit Drugskoeriers THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops N. Maalsté, E. van Fessem, I. Jansen, A. Mein (2001-2002) Den Haag, ES&E, 2002 R.J.M. Niesink, F.T.A. Pijlman, S. Rigter, J. Hoek, L. Mostert Utrecht, Trimbos-instituut, 2002 Onderzoek kwaliteit van ministeriële regelingen W. Voermans, Ph. Eijlander Verslag van de Asser Round Table Session d.d. 31 januari 2002 inzake Auteursrecht Tilburg, Centrum voor Wetgevingsvraagstukken, en Alternatieve Geschillenbeslechting Katholieke Universiteit Brabant, 2002 Den Haag, T.M.C. Asser Instituut, 2002 De prostitutiebranche - acceptatie door dienstverlenende instellingen; een kwali- Vervroegde Invrijheidstelling Onder Voorwaarden (VIOV) tatief/kwantitatief onderzoek naar de beeldvorming van de prostitutiebranche J.F. Nijboer, M.H.M. van Asten, C.E.M. Marsé onder dienstverlenende instellingen Leiden, Seminarium voor Bewijsrecht, Universiteit Leiden, 2001 Veldkamp
Amsterdam, Veldkamp Marktonderzoek, 2002 De voorhoede van de opsporing; evaluatie van de kernteams als instrument in de aanpak van georganiseerde criminaliteit. De reactie van de politie op huiselijk geweld: stand van zaken PP.H.M. Klerks, C.J.E. In 't Velt, A.Ph. van Wijk, M.M.E.A. Scholtes, P.S. Nijmeijer,
---
A.C. Spapens, C.E. Hoogeveen, C.A.M. Pardoel J.G.M. van der Velde Tilburg, IVA Tilburg, 2001 NPA-Onderzoeksgroep, Nederlandse Politie Academie/ES&E, Apeldoorn/Den Haag, 2002 Rechtsvergelijking van auteursrecht-geschillenbeslechtmechanismen D.W.F. Verkade, D.J.G. Visser, A.C.M. Alkema, mmv W.D.H. Asser Vuurwapens gezocht; vuurwapengebruik, -bezit en -handel in Nederland Leiden, 2002 1998 - 2000 A.C. Spapens, M.Y. Bruinsma Russian Biznes in The Netherlands Tilburg, IVA Tilburg, 2002 Dina Siegel
Utrecht, Willem Pompe Institute, University of Utrecht, 2002 A4 Wetenschappelijke artikelen Slachtofferschap criminaliteit bij bedrijven en instellingen J. Visser, R. Frederikse, E. Hermans Baas, N.J. Amsterdam, Nipo Consult, 2002 Kruipt het bloed waar het niet gaan kan? Tijdschrift voor Orthopedagogiek, jrg. 41, 2002, pp. 221-229 Smokkel van handvuurwapens vanuit voormalige Oostbloklanden naar Nederland Beenakkers, E.M.Th, P.A.M. Verrest A.C. Spapens, M.Y. Bruinsma De Herziening GVO Tilburg, IVA Tilburg, 2002 TREMA, mei 2002, nr. 5: 232-239


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 54

54 Jaarverslag 2002 Publicaties 55

A5 Overige WODC-publicaties Bokhorst, R.J, C.H. de Kogel Hoe bijzonder is de wet BOB Bijl RV, Cuijpers P Smit F (2002)
---
Recherche Magazine, maart 2002, nr. 2: 28-30 Psychiatric disorders in adult children of parents with a history of psychopathology. Combrink-Kuiters, Lia Soc Psychiatry Psychiatric Epidemiol 37 (2002):7-12. Het evaluatieonderzoek landelijke projecten mediation Rechterlijke Macht en mediation Gefinancierde Rechtsbijstand : de stand van zaken Bijl RV, Graaf R de, Ravelli A, Smit F, Vollebergh WAM (2002) Tijdschrift voor mediation, jrg. 2002, afl. 3, 2002, pag. 45-49 Gender and age-specific first incidence of DSM-III-R psychiatric disorders in the general population. Results from the Netherlands Mental Health Survey and Combrink-Kuiters, Lia, R. de Mulder, C. van Noortwijk Incidence Study (NEMESIS). Jurimetrie Soc Psychiatry Psychiatric Epidemiol 37(2002)8:372-379. In: Informatietechnologie voor juristen / red. A. Oskamp, A.R. Lodder, Kluwer, 2002, p. 219-223 Graaf R de, Bijl RV, Smit F, Vollbergh WAM, Spijker J (2002) Risk factors for 12-month comorbidity of mood, anxiety and substance use Eshuis, R.J.J. disorders: findings from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Speelveld voor onderzoek Study. Justitiële verkenningen, jrg. 28, afl. 2, 2002, pag. 87-92 AmJPsychiatry 159(2002):620-629. Haan, W. de, E.R. Kleemans en F. Weerman (red.) Klijn, Albert Themanummer `Criminele groepen en samenwerkingsverbanden' Opnieuw de meldingsfrequentie : kanttekeningen bij het nieuwe Tijdschrift voor Criminologie, jrg. 44, afl. 2, 2002 evaluatieonderzoek euthanasie Medisch Contact, jrg. 57, afl. 4, 2002, pag. 133-136 Kleemans, E.R., and H.G. van de Bunt The social Embeddedness of Organized Crime Kromhout, M Transnational Organized Crime, vol. 5, no. 1, Spring, 1999, pp. 19-36 Marokkaanse jongeren in de residentiele hulpverlening. Een exploratief onderzoek naar probleemvisies, interculturalisatie en hulpverleningsverloop'. Meijer, Ronald, Pauline van Panhuis, Sjef Siero, Paul Smit (WODC-collega Mariska Kromhout is 4 december 2002 gepromoveerd aan Discussie : elf procent verdachten verantwoordelijk voor 20 of 60 procent van de Universiteit Leiden) criminaliteit?
Tijdschrift voor Criminologie, jrg. 44, afl. 3, 2002, pag. 282-284 I. Kulu-Glasgow, D. de Bakker, M. Weide, M. Tacken. W. Tiersma. Influenza-vaccinatie onder allochtone en autochtone ouderen: aanpak en bereik. Scheepmaker, M.P.C. TSG (Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen), 80(8): 508- `Justitie heeft een imagoprobleem' : een gesprek met Peter R. de Vries Justitiële verkenningen, jrg. 28, afl. 6, 2002, pag. 63-69 Sandfort ThGM, Graaf R de, Bijl RV, Schnabel P (2002) Psychiatrische morbiditeit onder volwassenen in Nederland: het NEMESIS- Wartna, B.S.J. onderzoek. III. Psychiatrische stoornissen vaker bij homo- dan bij heteroseksuele De WODC-recidivemonitor : meer inzicht in de werking van strafrechtelijke personen. interventies NedTvGeneeskunde 146(2002),36,1687-1691. Justitiële verkenningen, jrg. 28, afl. 8, 2002, pag. 64-76 Os J van, Bak M, Hanssen M, Bijl RV, Graaf R de, Verdoux H (2002). Weerman, F en E.R. Kleemans Cannabis use and psychosis: a longitudinal population-based study. Criminele groepen en samenwerkingsverbanden Am J Epidemiology 156(2002)4:319-327. Tijdschrift voor Criminologie, jrg. 44, afl. 2, 2002, pp. 114-117


Jaarverslag opmaak.def 17-02-2003 12:29 Pagina 56

56 Jaarverslag 2002 57

de Veer A, Wagner C, Ooyen-Houben M van, Place M Het gebruik van kwaliteitsindicatoren in de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg
Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 57 (11), 2002: 1061-1069 Vega WA, Aguilar-Gaxiola S, Bijl RV, Borges G, Caraveo-Anduaga JJ, DeWit DJ, Heeringa S, Kessler RC, Kolody B, Merikangas KR, Molnar BE, Walters EE, Warner LA, Wittchen H-U (2002) Prevalence and age of onset for drug use in seven international sites: Results from the International Consortium of Psychiatric Epidemiology. Drug and Alcohol Dependence 68(2002),3:285-297. Bijlage B Verklaring afkortingen in het organogram ASMI = Asiel & Migratie, Drugs, Internationale zaken CRSA = Criminaliteitspreventie, Slachtofferzorg, Jeugdbescherming en Santietoepassing RRER = Regelgeving, Rechtspleging & Rechtsbijstand Organogram nieuwe indeling WODC REHA = Rechtshandhaving EWB = Extern Wetenschappelijke Betrekkingen SIBa = Statistische Informatievoorziening en Beleidsanalyse DIV = Documentaire Informatievoorziening directeur WODC bedrijfsbureau afdeling ASMI afdeling CRSA afdeling RRER afdeling REHA afdeling EWB afdeling SIBa afdeling DIV


58 Colofon 59

Colofon

Managementteam
Directeur WODC
Dr. P.J.J.M. van Loon
(070) 370 6556
p.van.loon@minjus.nl
Hoofden huidige onderzoeksafdelingen/sectoren: dr. R.V. Bijl
(070) 370 7768
r.v.bijl@minjus.nl
mr. dr. E. Niemeijer
(070) 370 7556
e.niemeijer@minjus.nl
dr. J. Rademaker
(070) 370 6932
j.rademaker@minjus.nl
Hoofd Statistische Informatievoorziening en Beleidsanalyse (SIBa) dr. J. H. Siero
(070) 370 7206
j.h.siero@minjus.nl
Hoofd Extern Wetenschappelijke Betrekkingen (EWB) drs. O. Etman
(070) 370 6847
o.etman@minjus.nl
Hoofd Documentaire Informatievoorziening (DIV) mw drs. M.A.V. Klein-Meijer
(070) 370 7491
m.klein@minjus.nl
Hoofd Bedrijfsbureau (BB)
J.W. Hoogduijn
(070) 370 6137
j.w.hoogduijn@minjus.nl


60 Jaarverslag 2002

Algemeen secretariaat
(070) 370 6846
fax (070) 370 7948
wodc@minjus.nl
WODC op Internet
http://www.wodc.nl
Bezoekadres:
Koninginnegracht 19, Den Haag
Postadres:
Postbus 20301, 2500 EH Den Haag
Communicatie en Public Relations
R.G.H. van Kaam
(070) - 370 6819
r.van.kaam@minjus.nl
Redactie Justitiële verkenningen
drs. M.P.C. Scheepmaker
hoofdredacteur
(070) - 370 7147
m.scheepmaker@minjus.nl
WODC Informatiedesk (de "Infodesk")
Statistische en documentaire informatie
070 ­ 370 6553 (werkdagen van 09.00 ­ 15.00) wodc-informatiedesk@minjus.nl
Ontwerp
Tappan Communicatie, Den Haag
Fotografie:
omslag, pagina 8, 14, 16, 23, 32, 35, 43, 50: Josje Deekens pagina 19: Klaas Fopma
pagina 58: Jiri Büller