Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Het weer nader verklaard

Droogte en vorst vertraagden ontwikkeling in de natuur

(links/ natuurkalender/ lente tegenwoordig vaak eerder)

"Het mooie voorjaarsachtige weer in de laatste week van februari heeft de natuur tot leven gewekt." Dat meldt Baltus Zwart, oud-meteoroloog KNMI die de ontwikkelingen in de natuur op de voet volgt. "Vooral in de vogelwereld is dit te zien en te horen en ook de insecten (vlinders en hommels) zijn uit hun winterslaap gewekt, maar de plantenwereld komt slechts moeizaam op gang.

Daar zijn twee oorzaken voor aan te wijzen. In de eerste plaats de drie weken durende droogte in februari gepaard gaande met een lage luchtvochtigheid. Bolgewassen hebben voor hun ontwikkeling veel water nodig, in de bollenstreek staat het water in vaarten en sloten in het voorjaar hoog. Na de (spaarzame) regen in de eerste dagen van maart is de groei en bloei van de bolgewassen maar langzaam op gang gekomen. Regen en vochtige lucht is nodig om de ontwikkeling in de plantenwereld te versnellen. Een tweede oorzaak is de drie vorstperioden, waarvan die in december gepaard ging met een snijdende noordooster, die sterk uitdrogend werkte op een plantendek, dat niet door een sneeuwdek werd beschermd. Dit was eveneens in een groot deel van het land bij de volgende vorstperioden geval. Planten, die er tot begin december er nog fris bij stonden en zelfs nog bloeiden, werden stijf bevroren en ten slotte verdroogd. Het ontbreken van een beschermend sneeuwdek had tot gevolg dat landerijen en bermen er dor en geelbruin uitzien.

Een grote tegenstelling met deze dorheid vormt de vogelwereld. De voortplantingscyclus bij vogels wordt voornamelijk bepaald door de daglengte, en de invloed daarvan is des te groter naarmate het weer zonniger is. De record zonnigheid in de tweede helft van februari heeft de vogelwereld plotseling tot leven gewekt: overal is territoriumzang te horen, baltsgedrag te zien en nestelgedrag waargenomen. Een overvloed aan plantaardig en dierlijk voedsel is echter nog niet aanwezig.

Vergeleken met het uiterst vroege voorjaar van 2002 is de natuur één tot drie weken later, zoals blijkt uit de voorbeelden in onderstaande tabel.

Begin van de bloei in de lente van 2003 vergeleken met 2002, verzameld door Baltus Zwart
(overzicht laatste jaren in lente tegenwoordig vaak eerder)

Begin van de bloei              2003             2002             verschil

Stuiven van de Els ca 10 febr ca 1 febr 9 dagen

Kornoelje ca 25 febr ca 5 febr 20 dagen

Forsythia nog niet gezien ca 25 febr

Sleedoorn nog niet gezien ca 28 febr

Paardebloemen nog niet gezien ca 15 febr

Longkruid ca 1 maart ca 10 febr 18 dagen

Gele Krokus eind febr ca 1 febr 28 dagen

Speenkruid ca 20 febr ca 1 febr 20 dagen

Klein Hoefblad nog niet gezien ca 12 febr

Alle data gelden voor het midden van het land (veelal omgeving De Bilt). Landgemiddelden van de bloeitijden, verkregen uit door Arnold van Vliet uitgewerkte gegevens van waarnemingen over het gehele land zijn te vinden op de website van de Natuurkalender.

Slechts enkele vroegbloeiende struiken hebben zich niets van het weer in de afgelopen winter aangetrokken. De Toverhazelaar bloeide al omstreeks half januari en bloeit nu nog, de Hazelaar gaf al stuifmeel af omstreeks 20 januari, even vroeg als in 2002. De typische winterbloei van planten als Herderstasje, Paarse Dovenetel, Vogelmuur, Scherpe Boterbloem en Madeliefje, karakteristiek voor de winter van 2002, bleef in de afgelopen winter achterwege. De vorstperiode van december maakte er abrupt een einde aan."

Met dank aan Baltus Zwart, oud-meteoroloog KNMI

Lente in het weer nader verklaard

Index het weer nader verklaard

Laatste wijziging: 6 maart 2003

Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI