Persbericht
AANTAL EIDEREENDEN IN NEDERLAND NAAR NIEUW DIEPTEPUNT
De aantallen overwinterende Eidereenden in Nederland zijn opnieuw
gedaald. Tijdens de jaarlijkse midwintertelling zijn er nog maar 91.000
Eidereenden geteld. Vorig jaar waren dit er nog 108.000. Het aantal
Eidereenden neemt sinds eind jaren negentig in snel tempo af. Uit
onderzoek blijkt dat voedseltekort als gevolg van schelpdiervisserij de
oorzaak is.
De afname van het aantal Eidereenden gaat gepaard met grote
verschuivingen binnen hun verspreidingsgebied. Het aantal Eidereenden in
en rond de Waddenzee is gestegen van 66.000 naar 87.000. Een groep van
40.000 Eiders voor de Hollandse kust was echter niet meer aanwezig. Deze
groep was vorig jaar wegens voedselgebrek uit de Waddenzee weggetrokken.
Volgens de Stichting Wilde Kokkels zijn deze Eidereenden naar de
Waddenzee teruggekeerd door de tijdelijke ruime aanwezigheid van
mosselen op de kweekpercelen. Door het voorkomen van een giftige alg was
het transport van mosselen naar Zeeland gedurende lange tijd verboden.
De Eidereenden zijn massaal afgekomen op deze nieuwe maar tijdelijke
voedselbron.
Binnen de Waddenzee zelf is sprake van een verschuiving van de voor
schelpdiervisserij opengestelde delen naar de natuurreservaten. De
aanwezigheid van grote groepen vogels boven de voor visserij gesloten
wadplaten in de Oostelijke Waddenzee is een nieuw verschijnsel.
De Stichting Wilde Kokkels roept PvdA en CDA op om aandacht te besteden aan de resultaten van de nieuwe tellingen. Deze week wordt er binnen de formatie over de Waddenzee gesproken. De aandacht gaat vooral uit naar de theoretische mogelijkheid van gasboringen. De grootste concrete bedreiging op dit moment is echter de schelpdiervisserij. De aantallen Eidereenden in Nederland zijn gedaald van gemiddeld 134.000 dieren in de jaren negentig naar 91.000 nu. We hopen dat de partijen het belang van de natuur voorop stellen en van de hele Waddenzee een echt natuurreservaat maken; aldus Martijn de Jong, voorzitter van Wilde Kokkels.
De midwintertellingen worden ieder jaar uitgevoerd door SOVON en het
Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ). In tientallen landen over de
hele wereld wordt op dezelfde dag een schatting gemaakt van het aantal
voorkomende kustvogels.