Gemeente Voorburg-Leidschendam


Inwoners denken mee over sportkaders en minimabeleid

Persbericht: Leidschendam-Voorburg, 28 februari 2003
---

Interactieve beleidsvorming krijgt vorm in Leidschendam-Voorburg

Sinds 7 maart 2002 is de wet dualisering gemeentebestuur van kracht. Hierdoor is een dualistisch stelsel ontstaan waarin het college zich bezighoudt met het dagelijks bestuur en de gemeenteraad hiervoor de kaders stelt. In sommige gevallen worden burgers, verenigingen en/of instellingen gestimuleerd mee te denken over beleid. Dat is in een aantal gevallen makkelijker gezegd dan gedaan. Dat blijkt uit de ervaringen van Jacqueline van den Honert en Jos van Loozenoord. Beiden gemeenteraadslid voor de VVD in Leidschendam-Voorburg.

Vorig jaar drong de raadscommissie Maatschappelijke Activiteiten er op aan dat er in 2003 een sportnota moest komen. En aangezien de gemeenteraad in het nieuwe duale stelsel de taak heeft om de kaders aan te reiken, greep zij deze kans met beide handen aan. De commissie stelde een werkgroep samen met vertegenwoordigers uit alle partijen. Jacqueline van den Honert werd benoemd tot voorzitter. We begonnen met helemaal niks, aldus Van den Honert die enige tijd wethouder is geweest in Voorburg. Gezien het feit dat Leidschendam-Voorburg een nieuwe gemeente is, konden we nergens op terugvallen. Aan de ene kant lastig, maar aan de andere kant ook een uitgelezen kans. Nu hadden we de mogelijkheid zelf te bepalen wat belangrijk is en wat niet. Zelf nadenken over wat te doen met bijvoorbeeld sportaccommodaties of de eisen die sportbonden stellen aan verenigingen.

Informatiebijeenkomst
In dit geval besloot de commissie om de sportverenigingen erbij te betrekken. Daarom werd op 11 november vorig jaar een informatiebijeenkomst georganiseerd. Onder het motto Sportief Samen Werken werden de verenigingen uitgenodigd om mee te denken over een aantal onderwerpen die van te voren waren bepaald. Dit was voor iedereen een complete verrassing. Zij hadden verwacht dat wij ze gingen informeren over onze plannen. In plaats daarvan vroegen wij aan hen wat er nu precies speelt bij de verenigingen en wat ze graag anders zouden zien. In het begin verliep dit een beetje moeizaam. Maar naarmate de avond vorderde werd iedereen steeds enthousiaster. Volgens Jacqueline werd het een levendige avond waarop iedereen voldoende ruimte kreeg te reageren op de verschillende onderwerpen. Tijdens de bijeenkomst heeft iedere vereniging een vragenlijst meegekregen met het verzoek hier voor 10 januari van dit jaar op te reageren. Jacqueline zegt, Het was voor de commissie bijzonder interessant om de vele uitvoerige reacties te lezen.

Zitting op 6 maart 2003
De gesprekken op 11 november en de reacties op de vragenlijst zijn de basis geweest voor een eerste discussie over de kaders van het sportbeleid tijdens de commissievergadering van 3 februari. Hieruit zijn de conceptkaders opgesteld. Deze worden tijdens een bijeenkomst op 6 maart aan de verenigingen voorgelegd om te peilen wat ze ervan vinden. Deze bijeenkomst wordt gehouden in Huize Swaensteijn, Herenstraat 72-74 in Voorburg en begint om 19.30 uur. Alle sportverenigingen hebben hiervoor een uitnodiging ontvangen. De avond is openbaar. Op 7 april volgt er een tweede discussie in de commissie voordat het uiteindelijk naar het college gaat. Ik geloof wel in deze vorm van interactieve beleidsvorming, zegt Jacqueline. Door verantwoordelijkheden in dit geval bij verenigingen neer te leggen ontstaat er ook een breder draagvlak en een betere samenwerking tussen gemeente en sportverenigingen. In het vervolg zou ik het zeker weer zo willen doen.

Kaders minimabeleid 2004
De totstandkoming van de kaders voor het minimabeleid 2004 verliep in grote lijnen hetzelfde, aldus Jos van Loozenoord. Jos werd door de commissie Maatschappelijke Activiteiten benoemd tot voorzitter van de werkgroep minimabeleid. Wij begonnen echter niet helemaal blanco, zegt Jos. Met betrekking tot het minimabeleid hebben wij toch meer te maken met wat het Rijk ons voorschrijft. Maar met name in de uitvoering van het beleid heeft de gemeente de vrijheid daar zelf invulling aan te geven, aldus Van Loozenoord.

Sociale conferentie
Ook de werkgroep minimabeleid heeft de achterban geraadpleegd. In de vorm van een sociale conferentie werden de genodigden gevraagd ideeën aan te dragen voor een nieuw geharmoniseerd minimabeleid. Op basis van deze ideeën zou de raad de kaders kunnen vaststellen. Van tevoren hadden we een vijftal aandachtspunten geformuleerd voor de sociale conferentie die in workshops verder besproken zouden worden, zegt Jos. Het ging om bijzondere bijstand, schuldhulpverlening, sociaal beleid voor jongeren en ouderen en kwetsbare groepen, categoriale bijzondere bijstand en de gemeente als regisseur van lokaal sociaal beleid. Ook hier waren de mensen niet gewend om mee te denken, waardoor het een en ander moeizaam op gang kwam. Uiteindelijk leverde de workshops goede, inhoudelijke discussies op. Jos van Loozenoord ziet deze conferentie als een vingeroefening voor interactieve besluitvorming. Volgens hem is het werk als raadslid op deze manier wel arbeidsintensiever, maar ook leuker.

Zitting op 3 maart
De volgende stap in het proces is inmiddels aangebroken. Aan de hand van de input van de sociale conferentie zullen de voorlopige kaders voor het minimabeleid besproken worden door de commissie Maatschappelijke Activiteiten op 3 maart in Huize Swaensteijn, Herenstraat 72-74 in Voorburg. Nadat dit bediscussieerd is in de commissie wordt er een aanbeveling geschreven aan de raad om de definitieve kaders vast te stellen. De ingangsdatum voor het nieuwe beleid is 1 januari 2004.

Gemeente Leidschendam-Voorburg 28.02.2003