Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

DEN HAAG

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum

7 maart 2003

Auteur

M.Th. Crucq


Kenmerk

DIE-122/03

Telefoon

070 348 48 76


Blad

1/12

Fax

070 348 40 86


Bijlage(n)

7

E-mail

die-in@minbuza.nl


Betreft

Informatievoorziening aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen

Zeer geachte Voorzitter,

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij zeven fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming door de Raad van een ontwerp-besluit van de Raad betreffende versterking van de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie met betrekking tot ontzetting van rechten

2. Voorstel voor een Verordening van de Raad met betrekking tot de handel in instrumenten en producten die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

3. Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging en tot bijwerking van Verordening (EG) nr. 1334/2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik

4. - Voorstel voor een verordening van de Raad tot invoering van een specifiek vereenvoudigd doorreisdocument (FTD) en een vereenvoudigd doorreisdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek
- Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende uniforme modellen voor vereenvoudigde doorreisdocumenten (FTD) en vereenvoudigde doorreisdocumenten voor treinreizigers (FRTD)
5. Mededeling van de Commissie over de modernisering van het boekhoudsysteem van de Europese Gemeenschappen

6. Mededeling "Vrij verkeer van werknemers ­ de voordelen en mogelijkheden volledig benutten

7. Initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland voor een richtlijn van de Raad betreffende de ondersteuning bij doorgeleiding in het kader van maatregelen tot verwijdering door de lucht

De Staatssecretaris voor Europese Zaken

Atzo Nicolaï

Fiche 1: Besluit ontzetting rechten

Titel:

Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming door de Raad van een ontwerp-besluit van de Raad betreffende versterking van de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie met betrekking tot ontzetting van rechten


Datum Raadsdocument: 23 december 2002
nr. Raadsdocument: 15913/02

nr. Commissiedocument: n.v.t. (lidstaatinitiatief)

Eerstverantwoordelijke ministerie: JUST i.o.m. BZ, VWS

Behandelingstraject in Brussel:

Het oorspronkelijk voorstel is onderwerp van discussie geweest in de Multidisciplinaire groep inzake georganiseerde criminaliteit. Op 5 en 6 december 2002 is in het Artikel 36 Comité besloten de behandeling van het stuk neer te leggen bij de Werkgroep strafrechtelijke samenwerking. Naar aanleiding van dit besluit heeft het voorzitterschap een herziene tekst opgesteld. Inhoudelijke behandeling van dit onderwerp in de werkgroep heeft nog niet plaatsgevonden. Eerst dient door de lidstaten een vragenlijst ter zake te worden beantwoord. Het vervolgtraject zal zijn: het Artikel 36 Comité en vervolgens de JBZ-Raad.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Het ontwerp-besluit beoogt ‑tegen de achtergrond van de uitvoering van het beginsel van het vrije verkeer van personen binnen de EU‑ een intensievere gegevensuitwisseling te bewerkstelligen over bij strafrechtelijke veroordeling opgelegde ontzettingen van het recht om een bepaald beroep uit te oefenen. Het ontwerp-besluit verplicht de lidstaten tot het instellen van een centraal nationaal contactpunt voor de uitwisseling van deze gegevens met andere lidstaten. Voorts wordt de verplichting opgelegd om op verzoek informatie te verstrekken over de vraag of ten aanzien van een bepaalde persoon een ontzetting loopt. Het derde element betreft het verstrekken van informatie over een opgelegde ontzetting aan de lidstaat waarvan de veroordeelde onderdaan is of waar de veroordeelde zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft of werkt.

Rechtsbasis van het voorstel:

artikel 31, onder a, en artikel 34, tweede lid, onder c, EU-Verdrag. (gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming)

Comitologie: n.v.t.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Positief. Voor een stelselmatige uitwisseling van gegevens zijn onderlinge afspraken nodig, zoals in dit kaderbesluit. Het nut van de uitwisseling is, dat nagegaan kan worden of tegen een beroepsbeoefenaar maatregelen moeten worden getroffen wegens een in een andere lidstaat opgelegde ontzetting uit het recht om dat beroep uit te oefenen.

Nederlandse belangen:

De ontzetting van rechten tot de uitoefening van een bepaald beroep is een bijkomende straf die in Nederland weliswaar niet vaak wordt opgelegd, maar informatie daarover kan wel leiden tot het treffen van maatregelen.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG) Aangezien het ontwerp-besluit gaat over een bij strafrechtelijke veroordeling opgelegde ontzetting van rechten heeft dit besluit geen grote consequenties voor Nederlandse regelgeving en beleid. Dergelijke informatie is thans reeds op een centraal punt beschikbaar (Justitiële documentatie). Ook de verstrekking van deze gegevens aan buitenlandse autoriteiten is op basis van de huidige regelgeving reeds mogelijk.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Raadplegingsprocedure ex artikel 39 EU-verdrag.

Fiche 2: Verordening handel in instrumenten/producten m.b.t. bestraffing

Titel:

Voorstel voor een Verordening van de Raad met betrekking tot de handel in instrumenten en producten die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing


Datum Raadsdocument: 27 januari 2003
nr. Raadsdocument: 5773/03

nr. Commissiedocument: COM(2002)770 def.

Eerstverantwoordelijke ministerie: EZ i.o.m. BZ, JUST, FIN, BZK

Behandelingstraject in Brussel:

Comité 133, Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Doel is een specifieke handelsregeling voor instrumenten of producten die gebruikt kunnen worden voor voltrekking van de doodstraf, voor foltering of voor lijfstraffen. Middel is tweeledig: enerzijds een verbod op handel met derde landen, anderzijds controle op handel met derde landen. Verbod geldt voor limitatief genoemde instrumenten die specifiek zijn ontworpen voor foltering of voltrekking van de doodstraf. Controle geldt voor limitatief genoemde producten en instrumenten die primair voor legitieme ordehandhaving zijn ontworpen, maar ook gebruikt kunnen worden voor foltering e.d.

Het intra-communautaire handelsverkeer wordt door de verordening niet geraakt.

Aanleiding voor dit voorstel is de resolutie van het Europees Parlement (oktober 2001) waarin het er bij de Commissie op aandringt zo spoedig mogelijk met voorstellen te komen om de promotie, handel en export van veiligheids- en politieuitrusting die gebruikt kunnen worden voor mensonterende behandeling, op te opschorten. Eerder dat jaar (9 april 2001) heeft de Raad richtsnoeren goedgekeurd inzake EU-beleid over foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling.

Rechtsbasis van het voorstel:

art. 133 EG-verdrag (gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming)

Comitologie:

Beheersmaatregel cfm art. 2 Raadsbesluit 1999/468/EG, beheersprocedure cfm art. 4 van dat besluit.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit: positief, het betreft een exclusieve bevoegdheid van de EG (gemeenschappelijke handelspolitiek).

Proportionaliteit: twijfelachtig. Dit voorstel heeft vooral symbolische waarde op het gebied van de buitenlandse politiek. Het is de vraag of dit voorstel wezenlijk bijdraagt aan vermindering van voltrekking van de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing Immers, bepaalde folterwerktuigen hoeven zeer zeker niet specifiek voor dat doeleinde te zijn ontworpen en vallen derhalve buiten het te ontwikkelen controlemechanisme. Daarnaast is er sprake van een groot grijs gebied daar waar het gaat om instrumenten voor ordehandhaving aan de ene kant en foltering aan de andere. Dit zal een doeltreffende implementatie van de regelgeving aanzienlijk bemoeilijken. Bovendien bestaat een derde categorie instrumenten die op het eerste gezicht folterdoeleinden dient, maar bij nader inzien voor onschuldiger gebruik is vervaardigd.

Aangezien de voor foltering gebruikte instrumenten meestal in het land zelf worden vervaardigd is de export vanuit de EU te verwaarlozen. De voorgestelde maatregel zal niet leiden tot wezenlijke beperkingen op het normale handelsverkeer, mede omdat hij het intra-communautaire handelsverkeer onverlet laat. Maar wél wordt hiermee in de vorm van een vereiste tot afgifte van in- of uitvoervergunningen meer bureaucratie in het leven geroepen, zowel voor het bedrijfsleven als voor de overheid. Het leidt in ieder geval tot taakverzwaring voor de douane. Een aanbeveling van de Commissie zou een meer geëigend middel zijn.

Deregulering: twijfelachtig of deze regelgeving nodig is. Vereist verdere uitbreiding van de op zichzelf al uitgebreide regelgeving inzake controle op in- en uitvoer.

Nederlandse belangen:

Liggen op het terrein van de politiek, zowel binnenlands als buitenlands. Het kan wellicht in voorkomend geval nuttig zijn om aan te tonen dat de in Europees verband gemaakte afspraken in concrete maatregelen worden vertaald.

Het is moeilijk te beoordelen of de door de verordening genoemde goederen al dan niet in Nederland worden gemaakt en of sprake is van aanzienlijke export van deze goederen naar niet-EG-landen (vermoedelijk verwaarloosbaar). Implementatie van de regelgeving leidt in ieder geval tot lastenverzwaring voor politie en justitie in Nederland. De betreffende instrumenten worden overigens overwegend van leveranciers binnen de EU betrokken.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Aanpassing Besluit In- en uitvoer van strategische goederen van 1963

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: geen. Het EP wordt (informeel) geïnformeerd

Fiche 3: Verordening controle uitvoer 'dual use' goederen

Titel:

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging en tot bijwerking van Verordening (EG) nr. 1334/2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik


Datum Raadsdocument: 16 december 2002
nr. Raadsdocument: 15657/02

nr. Commissiedocument: COM(2002)730 def.

Eerstverantwoordelijke ministerie: EZ i.o.m. BZ, FIN, BZK

Behandelingstraject in Brussel: "Dual-use" Raadswerkgroep, Coreper, RAZEB

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

In de verordening wordt een aantal wijzigingen opgenomen die in de jaren 2001 en 2002 zijn overeengekomen in de internationale exportcontroleregimes in relatie tot conventionele wapens (Wassenaar arrangement) en massavernietigingswapens (Australiëgroep en Missile Technology Control Regime). Naast een uitbreiding van de controle op een aantal goederen die o.a. een risico vormen op het gebied van terrorisme is voor een aantal andere (in Nederland) geproduceerde goederen de controle versoepeld. De wijzigingen betreffen Bijlage I, de lijst van gecontroleerde goederen, Bijlage II, de Europese Algemene Vergunning en Bijlage IV, de lijst van goederen die zijn uitgesloten van de Europese Algemene vergunning.

Gezien het grote aantal wijzigingen zal een geheel herziene Bijlage I worden gepubliceerd.

Rechtsbasis van het voorstel: met name art. 133 EG-verdrag

Besluitvorming vindt binnen de raadswerkgroep met unanimiteit plaats.

Besluitvorming in de raad met gekwalificeerde meerderheid.

Comitologie: n.v.t.

Subsidiariteit, Proportionaliteit, deregulering:

Subsidiariteit/Proportionaliteit: positief, het betreft een exclusieve communautaire bevoegdheid

Deregulering: geringe vermindering administratieve lasten

Nederlandse belangen:

Nederland kan akkoord gaan met de inhoud van het voorstel. De belangen liggen op het terrein van de buitenlandse politiek (het tegengaan van de proliferatie van massavernietigingswapens en de beperking van conventionele bewapening in spanningsgebieden) en van de handelspolitiek (eenvormige controle aan buitengrenzen Unie, zo min mogelijke verstoring van handel en zo laag mogelijke administratieve lasten). Naast een uitbreiding van de controle op een aantal goederen die o.a. een risico vormen op het gebied van terrorisme is voor een aantal andere ‑ook in Nederland geproduceerde goederen‑ de controle versoepeld. Extra administratieve lasten worden niet voorzien.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

geen

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: geen

Fiche 4: Verordening doorreisdocumenten

Titel:


· Voorstel voor een verordening van de Raad tot invoering van een specifiek vereenvoudigd doorreisdocument (FTD) en een vereenvoudigd doorreisdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek

· Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende uniforme modellen voor vereenvoudigde doorreisdocumenten (FTD) en vereenvoudigde doorreisdocumenten voor treinreizigers (FRTD)

Datum Raadsdocument: 12 februari 2003
nr. Raadsdocument: 6226/03

nr. Commissiedocument: COM(2003)60 def

Eerstverantwoordelijke ministerie: BZ i.o.m. JUST

Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Visa, aanneming in JBZ-Raad

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): nog niet bekend

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Het voorstel maakt de invoering mogelijk van een speciaal doorreisvisum op grond waarvan onderdanen van derde landen via het grondgebied van een LS naar een ander deel van het grondgebied van hetzelfde land kunnen reizen. Het huidige Schengen-acquis ontbeert een dergelijk instrument, aangezien het doorreisvisa definieert als een document voor grensoverschrijding voor doorreis van een derde land via het grondgebied van een of meerdere LS naar een ander derde land. De regeling beoogt een juridisch kader te creëren voor de specifieke situatie van de Russische exclave Kaliningrad. Het voorstel van de Commissie omvat twee verordeningen, waarbij de eerste verordening de principes uitlegt van dit nieuwe, speciale doorreisdocument en de tweede verordening de technische specificaties van dit document bevat.

Rechtsbasis van het voorstel: Art 62, tweede lid EG-verdrag (unanimiteitsbesluitvorming)

Comitologie: geen

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

positief. Het visumbeleid is exclusief communautair beleidsterrein

Nederlandse belangen:

Geen specifiek Nederlands belang anders dan de noodzaak te voorkomen dat de regeling illegale migratie naar EU-grondgebied bevordert.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG) geen

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: raadpleging (cfm art. 67 EG-verdrag)

Fiche 5: Mededeling modernisering boekhoudsysteem

Titel:

Mededeling van de Commissie over de modernisering van het boekhoudsysteem van de Europese Gemeenschappen


Datum Raadsdocument: 20 december 2002
nr. Raadsdocument: 15872/02

nr. Commissiedocument: COM(2002)755 def.

Eerstverantwoordelijke ministerie: FIN i.o.m. BZ

Behandelingstraject in Brussel: presentatie in begrotingscomité

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar):

Ca. M¤ 11 per jaar (2003-2005) aan personele uitgaven, het boekhoudkundige kader en de ontwikkeling van een IT-systeem. Deze uitgaven vloeien voort uit het per 1 januari 2003 in werking getreden nieuwe Financieel Reglement en zullen bij de behandeling van het Voorontwerp van Begroting 2004 door Nederland worden beoordeeld op inpasbaarheid binnen het uitgavenplafond voor de administratieve uitgaven van de Unie (Categorie 5 van de EU-begroting).

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Doelstelling

Sinds de goedkeuring van het Witboek over de hervorming in maart 2000 heeft de Commissie grote verbeteringen aangebracht in haar financiële beheers- en controlesystemen. Uit het jaarverslag van de Europese Rekenkamer (ERK) over 2001 blijkt dat verdere maatregelen wenselijk zijn. De ERK maakt al meerdere jaren opmerkingen over de informatieve waarde van de boekhouding en problemen met de boekhoudsystemen. De doelstelling van de mededeling is daarom tweeledig, namelijk:


· het ter goedkeuring voorleggen van een voorstel over een boekhoudkader, met name betreffende de toepassing van het baten-lastenstelsel;

· het bieden van een overzicht van de maatregelen die moeten worden genomen op het gebied van projectorganisatie, middelen en de timing van de werkzaamheden om een geïntegreerd computersysteem te ontwikkelen.
Op basis van art. 185 van het nieuwe Financieel Reglement is de Commissie gehouden de nieuwe boekhoudregels per 2005 toe te passen. Deze mededeling is daar een antwoord op.

Inhoud

De mededeling bestaat uit drie onderdelen:


- het boekhoudkundig kader;


- IT-systeem;


- projectbeheer en projectorganisatie.
De Commissie is voor het boekhoudkundig kader voornemens de jaarrekening op te stellen en te publiceren overeenkomstig de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS). De Commissie heeft via jaarlijkse aanpassingen een aantal aspecten van een boekhouding op basis van het baten-lastenstelsel ingevoerd bij de presentatie van de jaarrekening, maar heeft nu behoefte aan een geïntegreerd boekhoudkader dat voldoet aan internationale boekhoudnormen. Er wordt daarbij een duaal systeem gehanteerd: het baten-lastenstelsel wordt alleen toegepast in de algemene boekhouding, terwijl voor de uitvoering van de begroting het kasbeginsel blijft gelden. De Commissie noemt de maatregelen die voor de invoering van de IPSAS'en noodzakelijk zijn, t.w. beoordeling toepasbaarheid IPSAS'en, aanpassingen rekeningschema, opleidingen personeel etc.

De Commissie geeft drie opties voor aanpassingen voor het IT-systeem die noodzakelijk zijn door de veranderingen in het boekhoudkundig kader. De opties zijn:

1. gebruik blijven maken van het huidige systeem;

2. één standaardpakket;

3. één nieuw geïntegreerd pakket.

De eerste optie wordt uitgesloten. Voor de keuze tussen optie twee en drie zal een opdracht voor een externe studie aan erkende deskundigen worden gegeven.

De Commissie doet tot slot een voorstel voor het projectbeheer en de projectorganisatie.

Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t. (mededeling)

Comitologie: n.v.t. (mededeling)

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering: n.v.t., het betreft een mededeling.

Nederlandse belangen:

Er kan steun worden uitgesproken voor de plannen van de Commissie. Het overnemen van de Ipsas-standaarden is een goede stap naar een modernisering van het boekhoudkundig systeem. Daarbij moet in ogenschouw genomen worden dat de Ipsas-standaarden verslaggevingsvoorschriften zijn en géén gedetailleerde boekhoud-voorschriften.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG) alsmede informatie inzake mogelijke implementatie- en notificatieproblemen: n.v.t.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

geen formele rol (waarschijnlijk zal de Commissie het EP wel informeren).

Fiche 6: Mededeling Vrij verkeer werknemers

Titel:

Mededeling "Vrij verkeer van werknemers ­ de voordelen en mogelijkheden volledig benutten


Datum Raadsdocument: 13 december 2002
Nummer Raadsdocument: 15303/02

Nummer Commissiedocument: COM(2002)694 def

Eerst verantwoordelijke ministerie: SZW i.o.m. BZK, JUST, BZ, VWS, EZ, OCW

Behandelingstraject in Brussel:

De mededeling zal worden gepresenteerd in de Raadswerkgroep voor sociale vraagstukken. In de Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenaangelegenheden op 6 maart 2003 zullen naar verwachting raadsconclusies worden aangenomen.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Het vrij verkeer van werknemers is een centraal element in één van de vier basisvrijheden van de Unie, te weten het vrije verkeer van personen. De Commissie vat in deze mededeling de stand van zaken in regelgeving en jurisprudentie in één document samen. De Commissie beoogt met deze mededeling alle lidstaten en andere betrokkenen te informeren over de mogelijkheden voor vrij verkeer die al zijn gerealiseerd, en over de problemen die zich op sommige terreinen nog voordoen. De Commissie roept de lidstaten op om nationale maatregelen te treffen om een correcte toepassing van alle communitaire regels te bewerkstelligen, door betere voorlichting te geven. De mededeling spitst zich toe op een viertal terreinen:

1. De toegang tot werk, verblijfsrecht, diploma en taal vereisten, gelijke behandeling en administratieve problemen.

2. Sociale zekerheidskwesties in verband met Verordening 1408/71

3. De problematiek van grensarbeiders.

4. Het werken in de publieke sector.

De Commissie concludeert dat zij indien nodig voorstellen zal indienen om bestaande Europese wetgeving te vereenvoudigen en / of te verbeteren. In 2001 heeft de Commissie een voorstel ingediend dat de meeste bestaande teksten over het verblijfsrecht van migrerende werknemers en andere categorieën van EU-burgers moet vervangen, teneinde de uitoefening van hun recht van vrij verkeer te vergemakkelijken. De Commissie heeft tevens een voorstel ingediend tot wijziging en vereenvoudiging van Verordening (EEG)1408/71. In de mededeling benadrukt de Commissie ten slotte het belang van een conclusie van het Voorzitterschap n.a.v. de mededeling.

Rechtsbasis voor het voorstel: n.v.t. (mededeling)

Comitologie: n.v.t. (mededeling)

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering: n.v.t. (mededeling)

Nederlandse belangen:

Nederland stelt de mededeling van de Commissie zeer op prijs omdat deze een helder en samenhangend overzicht geeft van relevante wetgeving en de problemen die kunnen ontstaan bij de toepassing daarvan. Nederland zal zich, waar nodig, inspannen om uitleg en toepassing van de geldende regels voor alle betrokkenen duidelijker te maken. Nederland staat in beginsel positief ten opzichte van de nieuwe voorstellen van de Commissie en zal deze waar mogelijk ondersteunen.

Nederland hecht veel waarde aan de interne markt en het vrij verkeer van personen als één van de fundamentele vrijheden die door de communautaire wetgeving worden gegarandeerd. Daarnaast past deze mededeling in het streven naar een betere arbeidsmobiliteit en efficiëntere arbeidsmarkten. Dit is ook één van de doelstellingen van de Lissabon-strategie.

Consequenties voor de nationale regelgeving/beleid cq decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Er zijn mogelijk consequenties voor publiekrechtelijke regelgeving van decentrale werkgevers in de overheidssector als zou blijken dat die regelgeving in strijd is met jurisprudentie. BZK zal dit jaar een rondschrijven aan de overheidssectoren sturen om aandacht te vragen voor deze mededeling en de gedetailleerde afspraken die terzake o.m. door de Europese Ministers van BZK in Straatsburg 2000 zijn gemaakt.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

Geen. De mededeling is het EP ook ter informatie toegegaan.

Fiche 7: Richtlijn verwijdering door de lucht

Titel:

Initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland voor een richtlijn van de Raad betreffende de ondersteuning bij doorgeleiding in het kader van maatregelen tot verwijdering door de lucht


Datum Raadsdocument: 10 december 2002
nr. Raadsdocument: 14848/02

nr. Commissiedocument: n.v.t. (lidstaatinitiatief,

gepubliceerd in PbEG C 4/04 van 9 januari 2003)

Eerstverantwoordelijke ministerie: JUST i.o.m. BZ, DEF, FIN, V&W

Behandelingstraject in Brussel:

Werkgroep Migratie-verwijdering, Strategisch Comité voor immigratie, grenzen en asiel, JBZ-Raad.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Het voorstel behelst maatregelen ter ondersteuning van al dan niet begeleide verwijderingen door de bevoegde autoriteiten op de transitluchthavens van de Europese Unie. Bij gebrek aan rechtstreekse verbindingen met het land van herkomst moet vaak gebruik worden gemaakt van luchthavens in andere lidstaten ter fine van verwijdering. Het voorstel beoogt daartoe een gemeenschappelijke procedure vast te stellen. Zo wordt geregeld wanneer om doorgeleiding kan worden verzocht en op welke gronden een verzoek kan worden geweigerd. Het voorstel bevat voorts bepalingen met betrekking tot de ondersteuning van de doorgeleiding door de aangezochte staat, een bepaling over de bevoegdheden van de begeleiders, regelingen voor het geval de doorgeleiding geen doorgang kan vinden, alsmede procedurele voorschriften en een regeling voor de verdeling van kosten.

Rechtsbasis van het voorstel:

Artikel 63, sub 3, onder b, EG-verdrag (unanimiteitsbesluitvorming)

Comitologie: geen

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Positief. Beoogd wordt de procedure voor verwijdering door de lucht via doorreisstaten binnen de Europese Unie te uniformeren. Het ondersteunen van doorgeleidingen, daar waar rechtstreekse vluchten niet mogelijk zijn, draagt bij aan de verwezenlijking van het gemeenschappelijke doel om illegaal verblijvende personen te repatriëren. Reeds uit de aard van de materie, de tenuitvoerlegging van verwijderingsmaatregelen via andere doorreisstaten, volgt dat de doelstellingen van het voorstel slechts gemeenschappelijk verwezenlijkt kunnen worden.

Nederlandse belangen:

Nederland heeft belang bij de ontwikkeling van een Europees terugkeerbeleid. Zowel als sluitstuk van de bestrijding van illegale immigratie als ook preventief in verband met de signaalwerking die daarvan uitgaat. In het kader van een effectieve bestrijding van de illegale immigratie is het voor Nederland van belang dat er, ook ten aanzien van de terugkeer van personen die zich illegaal op het grondgebied van de Europese Gemeenschap bevinden, wordt samengewerkt tussen de uitvoerende diensten en dat wet- en regelgeving wordt ontwikkeld. Met de ontwikkeling van deze richtlijn wordt een bijdrage geleverd aan deze doelstelling. Daarbij dient wel rekening gehouden te worden met de mogelijkheden en onmogelijkheden die Nederland als aangezochte partij heeft om daadwerkelijk ondersteuning te kunnen bieden wanneer hierom verzocht wordt. De luchthaven Schiphol is immers één van de meest gebruikte transitluchthavens binnen de Unie en deze richtlijn zal naar verwachting een toename van verzoeken tot ondersteuning bij doorgeleiding met zich brengen.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Noodzakelijke wijzigingen van regelgeving en beleid moeten nog worden bezien.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure: Raadpleging

Zie raadsdocument 9957/02 CRIMORG 44 (PB 2002 C 184/05).

===