CBS

Banengroei bij zorg en overheid, krimp in het bedrijfsleven

In het vierde kwartaal van 2002 is het aantal banen van werknemers 43 duizend hoger dan in het vierde kwartaal van 2001. Dit blijkt uit de nieuwste arbeidsmarktgegevens van het CBS. De stijging is het saldo van twee sterk uiteenlopende ontwikkelingen. Bij de zorg en de overheid (inclusief onderwijs) is het aantal banen met 103 duizend toegenomen, terwijl in het bedrijfsleven het aantal met 60 duizend is gedaald. Gemeten in voltijdbanen is de werkgelegenheid nu gedaald. Daarmee loopt de werkgelegenheid in de pas met de economie, waarvan de groei al in de loop van 2001 sterk is teruggevallen. De loonkostenstijging is in het vierde kwartaal teruggelopen tot 4,4 procent.

Meer dan 100 duizend nieuwe banen bij zorg en overheid De banengroei in Nederland komt in het vierde kwartaal van 2002 geheel voor rekening van zorg en overheid. In de zorg (inclusief overige kwartaire dienstverlening) zijn er in een jaar tijd 66 duizend banen bijgekomen en bij de overheid (inclusief onderwijs) 37 duizend. Dat komt overeen met een groei bij de overheid van 4,0 procent en in de zorg zelfs van 5,0 procent. In deze sectoren zijn dergelijke groeitempo's de afgelopen decennia niet voorgekomen.

Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Het aantal banen van werknemers in het bedrijfsleven, alle bedrijven minus overheid en zorg, is met 60 duizend afgenomen. De grootste daling vindt plaats in de industrie. Daar is het aantal banen 28 duizend lager dan een jaar eerder, een daling van 2,6 procent. In de financiële en zakelijke dienstverlening is het aantal banen 21 duizend lager. Ook in de bouwnijverheid en bij vervoer en communicatie is de jarenlange groei van het aantal banen omgeslagen in een daling. In de handel, horeca en reparatie is er met 4 duizend nieuwe banen nog wel enige groei, maar duidelijk minder dan voorheen.

Meer banen voor vrouwen, minder voor mannen
De groei van het totaal aantal banen in Nederland is in het vierde kwartaal verder teruggezakt en uitgekomen op 0,6 procent. Dit is de laagste groei sinds 1994. Zowel bij mannen als bij vrouwen is de banengroei in de loop van 2002 sterk vertraagd. Het aantal banen van vrouwen is in het vierde kwartaal van 2002 nog maar 1,5 procent hoger dan een jaar geleden, het aantal banen van mannen is nu zelfs lager. Eerder meldde het CBS al dat de stijging van de werkloosheid geconcentreerd is bij mannen. Dit verschil in ontwikkeling tussen mannen en vrouwen hangt sterk samen met de stevige groei van de werkgelegenheid in zorg en onderwijs. Dit zijn bedrijfstakken waar het merendeel van de banen bezet wordt door vrouwen.

Groei voltijdbanen omgeslagen in daling
De werkgelegenheidsgroei in voltijdbanen (arbeidsjaren) is in het vierde kwartaal van 2002 omgeslagen in een daling van 0,1 procent. Dit is voor het eerst sinds 1994. In 2000 en 2001 steeg het aantal arbeidsjaren van werknemers telkens nog met 2,1 procent. In arbeidsjaren loopt de werkgelegenheidsgroei dus sneller terug dan in banen. Dit komt voor een belangrijk deel door de toename van de werkgelegenheid in de zorg waar relatief veel in deeltijd wordt gewerkt.

Loonkosten stijgen minder
De loonkosten per arbeidsjaar nemen in het vierde kwartaal toe met gemiddeld 4,4 procent. Deze stijging is iets minder dan de 5,0 procent in 2001. De CAO-loonstijging neemt sterker af, van gemiddeld 4,8 procent in 2001 naar 3,5 procent in het vierde kwartaal van 2002. De gemiddelde loonkostenstijging is het hoogst in de financiële en zakelijke dienstverlening en de landbouw en het laagst bij de overheid.

Groei werkgelegenheid volgt economische groei
De economische groei viel begin 2001 sterk terug. Sindsdien ligt de kwartaal-op-kwartaalgroei van de economie op of net boven de nullijn. De werkgelegenheid bleef aanvankelijk onvertraagd doorgroeien, maar is in de loop van 2002 steeds meer gaan reageren op het vrijwel stilvallen van de economische groei. In de tweede helft van 2002 ligt de toename van de werkgelegenheid in arbeidsjaren voor het eerst sinds 2000 weer onder de economische groei, 0,1 procent tegen 0,5 procent. Ook andere signalen wijzen op de omslag op de arbeidsmarkt. Het aantal vacatures loopt vanaf de tweede helft van 2001 sterk terug. Na zeven jaren van daling stijgt de werkloosheid in 2002. Eind 2002 is het aantal werklozen 73 duizend hoger dan een jaar geleden.

Technische toelichting
Bovenstaande gegevens zijn ontleend aan de Arbeidsrekeningen; deze vormen een geïntegreerd stelsel van gegevens over de arbeidsmarkt. Hiervoor worden diverse bronnen gebruikt, zoals de jaar- en kwartaalcijfers uit de Enquête Werkgelegenheid en Lonen, de Enquête Beroepsbevolking en gegevens over Verloonde dagen en Loonsommen. De Arbeidsrekeningen zijn consistent met de Nationale rekeningen. Voor het samenstellen van de kwartaalgegevens over werkgelegenheid en lonen is vooral gebruik gemaakt van de kwartaaluitkomsten van de Enquête Werkgelegenheid en Lonen. Dit onderzoek meet elk kwartaal het aantal banen bij bedrijven en instellingen per ultimo van een kwartaal en de loonsommen van werknemers in dat kwartaal. Dit gebeurt op basis van een steekproef bij bedrijven en instellingen. De gegevens in dit persbericht hebben uitsluitend betrekking op banen van werknemers. Het aantal banen van werknemers in de Arbeidsrekeningen is het gemiddelde aantal banen in een kwartaal of in een jaar. Er wordt niet voor seizoen gecorrigeerd. Om deze reden worden alleen jaar-op-jaarmutaties van kwartalen gepubliceerd. Een arbeidsjaar wordt berekend door alle (deeltijd)banen om te rekenen naar voltijdbanen. Twee halve banen leveren samen dus één arbeidsjaar op. Arbeidsjaar en voltijdbaan zijn synoniem. De loonkosten voor werkgevers bestaan uit twee componenten: lonen en salarissen enerzijds en sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. Dit begrip loonkosten komt overeen met het begrip beloning van werknemers in de Nationale rekeningen. Voor de CAO-loonstijging is de CAO-loonstijging per maand inclusief bijzondere beloningen genomen. De gegevens over de relatief kleine bedrijfstakken delfstoffenwinning en energie en water (respectievelijk 8 en 35 duizend banen) zijn wel in de totalen opgenomen maar worden in dit persbericht niet afzonderlijk gepubliceerd.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-044
7 maart 2003
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht