D66

Noodplan studentenhuisvesting: D66 kraakt kantoorpand

Studentenzaken

Boris Dittrich
Boris van der Ham
D66 Amsterdam

07-03-2003 - Vandaag voerde D66 samen met verschillende Amsterdamse studentenorganisaties actie voor meer studentenhuisvesting in Amsterdam. Na het symbolisch kraken van een kantoorpand liepen D66-politici en actievoerders door de stad richting Stadhuis. De Democraten willen een noodplan studentenhuisvesting om de ergste problemen in de studentensteden snel op te lossen.

Samen met de studentenvakbond van de UvA, de Studentenvakbond Inholland en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) 'kraakte' D66 een pand op de Frederik Hendrikstraat in Amsterdam. D66-leider Boris Dittrich opende de deuren van het pand en deed een oproep aan de formateurs om te komen tot een noodplan voor de studentenhuisvesting. D66 wil onder meer leegstaande kantoren ombouwen tot studentenwoningen.

D66-Kamerlid Boris van der Ham benadrukte het belang van een actieve aanpak: `Om kantoorpanden om te bouwen is flexibele regelgeving nodig, en ook financiële prikkels. D66 heeft in haar begroting 50 miljoen euro gereserveerd voor haar noodplan studentenhuisvesting. Dat geld is onder meer nodig om bedrijven te stimuleren de nodige aanpassingen te doen'.

Na een tocht met spandoeken door de binnenstad van Amsterdam werd op het stadhuis een petitie aangeboden. Daarin vragen D66 en de studentenorganisaties aan het College van Burgemeester en Wethouders om serieuze gesprekken te voeren met eigenaren van kantoorgebouwen in en rondom Amsterdam. D66 pleit voor een nieuwe stichting die aanbod, verhuur en het ontruimen van de studentwerkplekken in kantoorgebouwen coördineert.

Ook de Amsterdamse D66-fractie roerde zich. Fractievoorzitter Saskia Bruines: `Amsterdam kent 80.000 studenten aan Hogeschool en Universiteit. Daarvan zijn er 7.000 woningzoekend. Landelijk zit 80% van de universiteitsstudenten en 50% van de HBO-studenten op kamers. De woningnood is groot en tegelijkertijd staan kantoorgebouwen leeg. Wat is logischer dan dit met elkaar te combineren?' Bruines benadrukt dat dit niet meer is dan een tijdelijke oplossing. `We moeten tegelijkertijd werken aan een definitieve oplossing voor verbetering van de studentenwoningen. Dat is nodig om de Amsterdamse kenniseconomie niet in de problemen te brengen. We moeten het belang van het hoger onderwijs voor de stad niet onderschatten. Amsterdam moet doen wat het kan, waar nodig moet het Rijk komen met wijziging in de regelgeving ten aanzien van kamerverhuur'.