Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Cannabis

In deze brief aan de Kamer geeft de staatssecretaris aan welke beleidsimplicaties worden verbonden aan de achtergrondstudie van de Nationale Drug Monitor (NDM) Cannabis: feiten en cijfers 2003 en het rapport THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops (2001-2002). Daarnaast bevat deze brief een aankondiging van een - in juni 2003 te presenteren - beleidsbrief over cannabis waarin, mede op grond van deze rapportages, diverse knelpunten rond het coffeeshopbeleid op een geïntegreerde wijze zullen worden aangepakt.

Cannabis
1.
Cannabis

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag GVM-2355062 11 maart 2003 Onderwerp Bijlage(n)
Uw brief Cannabis 2

Hierbij ontvangt u de achtergrondstudie van de Nationale Drug Monitor (NDM) `Cannabis: feiten en cijfers 2003' en mede namens de minister van Justitie het rapport `THC-concen- traties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops (2001-2002)' (bijlagen).

In deze brief wordt aangegeven welke beleidsimplicaties aan elk van deze rapporten worden verbonden.
Daarnaast bevat deze brief een aankondiging van een - in juni 2003 te presenteren - be- leidsbrief over cannabis waarin, mede op grond van deze rapportages, diverse knelpunten rond het coffeeshopbeleid op een geïntegreerde wijze zullen worden aangepakt. Kort samengevat betreft de beleidsbrief een uitwerking van de volgende voornemens.
- Het voorkomen dat jongeren uit risicogroepen beginnen met het gebruik van cannabis, op het vroegtijdig signaleren van problematisch gebruik, en op het verbeteren van de behandelmethoden van problematische cannabisgebruikers;
- Voortzetting van het ontmoedigingsbeleid;
- Het verbeteren van de voorlichting aan consumenten over de sterkte van nederwiet en de risico's van een hoger THC-gehalte;

- Intensivering van de aanpak van de (huis) teelt van Nederwiet;
- Aanscherping van de handhaving van de gedoogcriteria;
- Beperken van het soft-drugstoerisme uit de buurlanden.
In afwachting van de beleidsbrief wordt hier ingegaan op de inhoud van de NDM achter- grondstudie en het onderzoek naar het THC-gehalte in cannabis. NDM Achtergrondstudie

In de achtergrondstudie `Cannabis: feiten en cijfers 2003' van de NDM worden feiten en cijfers samengevat uit het materiaal voor de wetenschappelijke conferentie over cannabis die op 25 februari 2002 in Brussel plaatsvond en uit (vele) publicaties die nadien versche- nen. Het rapport geeft een overzicht van de belangrijkste informatie die thans bekend is over dit middel. In dit rapport wordt aandacht besteed aan het aanbod en het gebruik van canna- bis, ongunstige gevolgen voor de gebruiker en de maatschappij, preventie, behandeling en beleid.

Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
2
Kenmerk
GVM-2355062

Recente ongewenste ontwikkelingen en nieuwe inzichten leiden tot de noodzaak het beleid gericht op ontmoediging van het cannabisgebruik verder te intensiveren. Het gebruik van cannabis onder scholieren is gestabiliseerd, maar onder de algemene bevolking toegenomen. Recente wetenschappelijke publicaties wijzen op de relatie tussen cannabisgebruik en psy- chische problemen en andere gezondheidsrisico's. Mijn ministerie werkt aan de ontwikkeling van een Actieplan Ontmoediging Cannabis. Dat plan is gericht op het voorkomen dat met name jongeren uit risicogroepen beginnen met het gebruik van cannabis, op het vroegtijdig signaleren van problematisch gebruik, en op het verbeteren van de behandelmethoden van problematische cannabisgebruikers. De nadruk ligt op het ontwikkelen van een praktisch toepasbaar en op aantoonbare resultaten gestoeld activiteitenpakket. Het actieplan zal aan- sluiten bij de activiteiten die in het kader van het vervolg op de internationale wetenschap- pelijke conferentie zijn ontwikkeld. In de beleidsbrief over cannabis krijgt u nadere informatie over inhoud en voortgang van dit Actieplan.

Onderzoek THC gehalte

Het onderzoek naar THC-concentraties in cannabis is uitgevoerd door het Trimbos-instituut in Utrecht in opdracht van de toenmalige ministers van VWS en Justitie. Sinds 1999 wordt de sterkte gemeten van cannabis die wordt gekocht in coffeeshops. De sterkte wordt uitge- drukt in het percentage THC (tetrahydrocannabinol), de belangrijkste werkzame stof. Er zijn inmiddels vier metingen verricht. Daaruit blijkt dat de gemiddelde sterkte van neder- wiet (de in Nederland geteelde marihuana) steeg van 8,6% in 1999 tot 10,1% in 2001 en 15,2% in 2002. De stijging van het THC-gehalte in nederwiet is vermoedelijk mogelijk ge- maakt door de sterk gegroeide expertise met de teelt van cannabis (veredeling) en een toe- name van binnenteelt ten opzichte van buitenteelt.

Hoewel er nog relatief weinig bekend is over het verband tussen de sterkte van cannabis en de gezondheidseffecten en uit onderzoek blijkt dat gebruikers bij hogere concentraties THC geneigd zijn minder te gebruiken, vind ik de recente toename van het THC-gehalte een on- gewenste ontwikkeling. Zorgelijk is dat onervaren gebruikers onverwacht heftige effecten kunnen ervaren. Dit kan leiden tot angst- en paniekaanvallen. Er zijn overigens nog geen aanwijzingen dat het gebruik van deze sterke cannabis zou leiden tot vergelijkbare gezond- heidsschade en risico's op verslaving als bij harddrugs. Met het oog op deze ongewenste ontwikkeling zal het ontmoedigingsbeleid inzake soft- drugs van dit kabinet met kracht worden voortgezet. De toename van het THC-gehalte is een ontwikkeling die al eerder in de samenleving tot bezorgdheid heeft geleid, bijvoorbeeld bij ouders van jongeren die experimenteren met softdrugs. In deze brief schets ik daarom de beleidsmaatregelen die zijn ingezet om de risico's van deze ontwikkeling te beperken.

Reeds in 2001 gaven de monitoringresultaten indicaties voor een stijgende trend, zij het op basis van nog beperkte gegevens. Om die reden heeft mijn ministerie de volgende initiatie- ven in gang gezet, zoals aangekondigd in de Voortgangsrapportage Drugbeleid 1999-2001. In de eerste plaats is de frequentie van monitoring verhoogd tot tweemaal per jaar. Inmiddels is gebleken dat de stijging zich heeft voortgezet.

Het tweede voornemen betrof de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek naar de relatie tussen de sterkte van cannabis en gezondheidseffecten. Over deze relatie is nauwelijks iets bekend. Inmiddels heb ik het Criminologisch Instituut van de UvA opdracht gegeven tot de

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
3
Kenmerk
GVM-2355062

uitvoering van een onderzoek dat zich richt op cannabisgebruikers: wat weten zij van de sterkte van de producten, hoe gaan zij met sterkere wiet om (invloed op rookgedrag), welke effecten ervaren zij, welke problemen treden op. De resultaten komen in mei 2003 beschik- baar. Tevens verkent dit onderzoek de haalbaarheid van een vervolgonderzoek onder enkele groepen gebruikers die cannabis roken van verschillende sterkte. Aan de hand van deze uit- komsten kunnen uitspraken worden gedaan over de gezondheidsrisico's op de korte en mo- gelijk ook op de lange termijn.
In het verlengde van de wetenschappelijke cannabisconferentie wordt door de vijf deelne- mende landen een cannabis-onderzoeksprogramma ontwikkeld, waarbij de samenhang tus- sen THC-gehalte en gezondheidsrisico's één van de thema's is. Het derde voornemen betrof het verbeteren van de voorlichting aan consumenten, met na- me over de sterkte van nederwiet en de risico's van een hoger THC-gehalte. Inmiddels zijn in het veld reeds initiatieven genomen tot het ontwikkelen van trainingen om de deskundig- heid te verhogen en vaardigheden te ontwikkelen voor het verantwoord overbrengen van informatie. De Landelijke Steunfunctie Preventie, het Steun- en Informatiepunt Drugs en Veiligheid bij de VNG en het Trimbos-instituut zullen in het voorjaar van 2003 rapporteren over de voortgang van deze activiteiten en over de mogelijkheid van landelijke invoering. Ten vierde is de NDM verzocht na te gaan of het aantal meldingen van incidenten met can- nabis samenhing met de sterkte van cannabis. Hiervoor geven de beschikbare gegevens geen aanwijzingen.
De gestage stijging van het THC-gehalte in cannabis is voor mij aanleiding om de monitoring voort te zetten en de ontwikkelingen nauwkeurig te blijven volgen.

Beleidsbrief cannabis

Het is van belang de knelpunten rond het coffeeshopbeleid aan te pakken. Die knelpunten betreffen naast de gezondheidsaspecten ook de - in het Veiligheidsprogramma genoemde - problematiek van de (huis)teelt die kan leiden tot overlast en verloedering. Een aspect dat ook aandacht behoeft is de immer voortdurende vraag van buitenlandse kopers, die de rela- tie met buurlanden ernstig onder druk zet.
Tegen deze achtergrond zal een interdepartementale beleidsbrief cannabis worden gepresen- teerd met in ieder geval de volgende onderdelen.

- Intensivering van de aanpak van de (huis) teelt van Nederwiet
- Aanscherping van de handhaving van de gedoogcriteria
- Beperken van het soft-drugstoerisme uit de buurlanden
- Nadere uitwerking ontmoedigingsbeleid cannabis (Actieplan cannabis)
- Verkenning van mogelijkheden van regulering van het THC gehalte Deze interdepartementale beleidsbrief van de ministers van Justitie, Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal in juni 2003 aan uw Kamer worden aangeboden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

THC concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops
2. THC concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops
Rapport, 11-3-2003

Zie het originele bericht om (PDF) bestanden op te halen