Ministerie van Justitie

Persbericht

Mogelijkheid tot inzet criminele burgerinfiltrant noodzakelijk voor terrorismebestrijding
11 maart 2003

Minister Donner van Justitie wil in uitzonderlijke gevallen criminele burgerinfiltranten inzetten als dat strikt noodzakelijk is voor het voorkomen van terroristische activiteiten. Alleen op die wijze kan Nederland volwaardig meewerken aan internationale strafrechtelijke onderzoeken naar terrorisme. Dat schrijft minister Donner in een brief aan de Tweede kamer.

Infiltratie is mogelijk als andere vormen van strafrechtelijk onderzoek niet leiden tot succes. In eerste instantie moet dan gekozen worden voor een politie-infiltrant en zonodig een burgerinfiltrant. De minister erkent de risico's van infiltratie en acht het noodzakelijk om in opsporingsonderzoeken naar terroristische activiteiten ook criminele burgerinfiltranten in te kunnen zetten. De minister schrijft in zijn brief dat de wereld na 11 september 2001 is veranderd en dat zich ontwikkelingen voordoen die bij de bepaling destijds van de bijzondere opsporingsbevoegdheden niet konden worden voorzien. Minister Donner is van mening dat Nederland mee moet kunnen werken aan internationale onderzoeken naar terrorisme als daarbij door andere landen criminele burgerinfiltranten worden ingezet. Anders zouden er mogelijk aanslagen worden gepleegd die met Nederlandse inzet voorkomen hadden kunnen worden. De minister acht deze consequentie ongewenst.

Minister Donner wil daarom onder strikte voorwaarden criminele burgerinfiltranten inzetten als dat noodzakelijk wordt geacht. Dit wordt in ieder individueel onderzoek vooraf voorgelegd aan de centrale toetsingscommissie en er is instemming vereist van het College van procureurs-generaal en de minister van Justitie. Het gaat nadrukkelijk om strafrechtelijke onderzoeken, waarbij het oogmerk is verdachten voor de rechter te brengen en niet om onderzoeken van inlichtingen- en veiligheidsdiensten