INSP. VOOOR DE GEZONDHEIDSZORG

IGZ: Geneeskundige hulpverlening na Volendam amper verbeterd

GENEESKUNDIGE HULPVERLENING NA VOLENDAMRAMP AMPER VERBETERD

De voorwaarden voor een adequate geneeskundige hulpverlening bij een calamiteit of ramp in de regio Amsterdam e.o. zijn sinds de Volendamramp van 1 januari 2001 nauwelijks verbeterd. Dat blijkt uit het evaluatierapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat vandaag door de staatssecretaris aan de Tweede Kamer is gestuurd. Hierin is nagegaan in hoeverre de aanbevelingen zijn opgevolgd uit het onderzoek naar de geneeskundige hulpverlening aan de slachtoffers van de cafébrand in Volendam, dat de inspectie in 2001 uitbracht. Uit de evaluatie blijkt dat de verantwoordelijke instellingen in Amsterdam e.o. maar weinig aanbevelingen uit het inspectieonderzoek hebben uitgevoerd. Ook is er nog geen landelijk protocol brandwondenzorg en is de rol van het Calamiteitenhospitaal tijdens een ramp inmiddels weliswaar verhelderd, maar nog niet geformaliseerd.

De inspectie vindt dat de (voorbereidingen op) geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen en rampen (GHOR) in de regio Amsterdam e.o. met spoed verbeterd moet worden. Daarom zal de inspectie afspraken maken over de prioritering en de voortgang van de (alsnog) uit te voeren aanbevelingen uit het inspectieonderzoek van 2001 met zowel de Raad van Bestuur van het Traumacentrum noordwest als met de Regionaal Geneeskundig Functionaris van de GHOR regio Amsterdam e.o.. Als de inspectie constateert dat deze afspraken onvoldoende worden na-gekomen, zal de inspectie overwegen de Minister van VWS te verzoeken om de betreffende instelling(en) krachtens artikel zeven van de Kwaliteitswet zorginstellingen een aanwijzing te geven.


-0-0-0-