PROEFDIERVRIJ

Odink draait openbaarheid dierproeven de nek om

PERSBERICHT

Cynische interpretatie van rechterlijke uitspraak

Staatssecretaris Odink draait openbaarheid dierproeven de nek om

Den Haag, 12 maart 2003 - Proefdiervrij is geschokt door het besluit van Staatssecretaris Odink van Landbouw om het vergunningenstelsel rond genetische manipulatie in het nadeel van de proefdieren te veranderen.
Onlangs publiceerde de Staatscourant de door de Staatssecretaris gewijzigde Regeling vergunning biotechnologie bij dieren. De Regeling is nu door de Staatssecretaris deels ontmanteld, wat negatieve gevolgen kan hebben voor het welzijn van de betrokken proefdieren. Deze ontmanteling is een buitengewoon cynische en kwalijke reactie op een rechterlijke uitspraak.

In het najaar van 2002 tikte de bestuursrechter het ministerie van Landbouw op de vingers in een zaak die door Proefdiervrij was aangespannen. Het ministerie weigerde om de openbaarheid rond biotechnologie bij dieren te geven die de 'Regeling vergunning biotechnologie bij dieren' vereiste. In de Regeling stond expliciet dat de aanvrager van de vergunning ook de oordelen van externe instanties moet aanleveren. Deze oordelen kunnen belangrijke informatie bevatten over de dierproef. Het ministerie van Landbouw weigerde echter om deze informatie openbaar te maken. Daarmee overtrad zij haar eigen Regeling. De bestuursrechter wees het ministerie op de discrepantie tussen de informatie over dierproeven die zij beschikbaar zou moeten stellen en de informatie die zij daadwerkelijk beschikbaar stelt.
Na deze rechterlijke uitspraak heeft het ministerie besloten om de regelgeving uit te kleden door de verplichting voor de aanvrager om externe oordelen over de dierproeven mee te sturen te schrappen. Dat is een buitengewoon cynische en kwalijke reactie op de rechterlijke uitspraak. Proefdiervrij zal over deze onverkwikkelijke kwestie contact opnemen met de Tweede Kamer.

Genetische manipulatie van dieren is in Nederland geregeld via het 'Besluit biotechnologie bij dieren' en de 'Regeling vergunning biotechnologie bij dieren'. Daarin is bepaald dat voor het genetisch manipuleren van dieren een vergunning van het ministerie van Landbouw nodig is. Een ethische adviescommissie (Commissie Biotechnologie bij Dieren, CBD) adviseert de staatssecretaris van Landbouw over het al dan niet verlenen van een vergunning aan een aanvrager. Naast het oordeel van de CBD zijn voor de dierproef het oordeel van de Dierexperimentencommissie (DEC) en de Commissie Genetische Modificatie (COGEM) nodig.

In 2001 werden in Nederland 87.281 dieren genetisch gemanipuleerd (Bron: Keuringsdienst van Waren).