Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

cholesterolverlagende middelen

Aanbieden rapport Herziening voorwaarden aanspraak cholesterolverlagende middelen

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

GMT/G-2354387

12 maart 2003

Bij brieven van 14 januari 2000 en 23 maart 2001 heeft mijn voorganger het College voor zorgverzekeringen (CVZ) verzocht om de voorwaarden, die volgens bijlage 2 van de Regeling farmaceutische hulp 1996 gelden voor de aanspraak op cholesterolverlagende middelen, te herzien. Het CVZ diende bij de uitwerking van de nadere voorwaarden rekening te houden met het standpunt op het advies van de Gezondheidsraad Cholesterolverlagende therapie, dat u op 14 februari 2001 is toegezonden bij brief met kenmerk GMV 2145518. Aanleiding voor de herziening was de noodzaak, gelet op de kostenontwikkeling, om strenger op een doelmatige toepassing van deze geneesmiddelen toe te zien. Daarnaast vormden nieuwe inzichten over de toepassing van cholesterolverlagende middelen, verkregen uit klinische studies, reden om de voorwaarden up-to-date te maken.

Het CVZ heeft op 27 juni 2002 het rapport Herziening voorwaarden aanspraak cholesterolverlagende middelen uitgebracht. Het CVZ geeft hierin een overzicht van de farmacotherapeutische ontwikkelingen op het gebied van cholesterolverlaging en een analyse van het gebruik van cholesterolverlagende middelen, met een bijzondere focus op de doelmatigheid van het gebruik. Het CVZ doet in het rapport aanbevelingen om de doelmatigheid te bevorderen en adviseert om de aanspraak op cholesterolverlagende middelen in bijlage 2 van de Regeling farmaceutische hulp te herformuleren.

In de bestaande voorwaarden voor verstrekking, opgenomen in bijlage 2 van de Regeling farmaceutische hulp, worden de indicaties waarvoor cholesterolverlagende middelen in aanmerking komen nader gepreciseerd. Het CVZ stelt voor de huidige tekst te vervangen door: uitsluitend voor een verzekerde die wordt behandeld overeenkomstig de algemeen aanvaarde inzichten in de doelmatige toepassing van deze middelen. In de jaarlijkse uitgave van het Farmacotherapeutisch Kompas zal moeten worden aangegeven wat onder deze algemeen aanvaarde inzichten wordt verstaan.

Het CVZ gaat in het rapport onder andere in op het hanteren van rookgedrag en leeftijd als aparte vergoedingscriteria. Het CVZ steunt het standpunt dat een actief direct beleid moet worden gevoerd om te stoppen met roken, maar vraagt zich af of in de discussie over de vergoeding van cholesterolverlagers wel zon strikt onderscheid kan worden gemaakt tussen een ziekte of een zelfgekozen ongezonde levensstijl. Op dit moment speelt bij de afweging of geneesmiddelen of andere verstrekkingen wel of niet voor vergoeding in aanmerking komen de levensstijl geen rol. Het CVZ stelt dat een dergelijke bestraffing door uitsluiting van vergoeding een brede discussie vereist en niet beperkt moet blijven tot de vergoeding van cholesterolverlagende middelen. Het CVZ acht het daarom thans niet opportuun roken als vergoedingscriterium mee te nemen bij het opstellen van de herziene voorwaarden aan de aanspraak op cholesterolverlagende middelen. Wat betreft het hanteren van een leeftijdsgrens is het CVZ van mening dat een strikt leeftijdscriterium een goede individuele instelling van de behandeling belemmert. Het CVZ stelt daarom voor leeftijd niet als criterium mee te nemen bij het opstellen van de voorwaarden aan de aanspraak.

Een besluit over de aanspraak op cholesterolverlagende middelen acht ik sterk verbonden met bredere themas als omvang van het verzekeringspakket en levensstijl als vergoedingscriterium. Gezien mijn demissionaire status laat ik deze besluitvorming over aan mijn opvolger.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

Mr. A.J. de Geus

Herziening voorwaarden aanspraak cholesterolverlagende middelen 1. Herziening voorwaarden aanspraak cholesterolverlagende middelen Rapport, 12-3-2003

Zie het originele bericht om (PDF) bestanden op te halen