Socialistische Partij

Harry van Bommel op herdenking Halabja

17-03-2003 * Op zondag 16 maart sprak Harry van Bommel op de Dam in Amsterdam in het kader van de herdenking van de gifgasaanval van Saddam Hoessein op het Koerdische dorp Halabja in Noord-Irak, vijftien jaar geleden. "De geschiedenis van de volkeren van Koerdistan is in bloed geschreven. Het leven van miljoenen Koerden in verschillende landen in het Midden Oosten werd en wordt gekenmerkt door onderdrukking, discriminatie en het ontzeggen van universele mensenrechten. De Koerdische wens tot zelfbeschikking is in landen als Irak, Iran en Turkije op gewelddadige wijze onderdrukt."

Harry van Bommel "Dat geweld is door westerse regeringen jarenlang op halfslachtige wijze beoordeeld. De economische belangen van het westen zijn altijd leidraad geweest in de contacten met de landen van het Midden-Oosten en daar is tot op de dag van vandaag weinig verandering in gekomen. In de geschiedenis van de Koerden in Irak is 16 maart 1988, vandaag 15 jaar geleden, een zwarte bladzijde. Nadat Iraanse granaten dagenlang de plaats Halabja hadden getroffen en de militairen van het misdadige regime in Bagdad waren verdreven, volgde er op 16 maart een gasaanval die een einde maakte aan het leven van duizenden onschuldige burgers. Elke beschrijving van die gasaanval, bezorgt mij koude rillingen. Mensen en dieren stierven binnen enkele uren een verschrikkelijke dood. De beelden die verslaggevers kort na de aanval maakten, tonen aan dat vluchten voor het gas onmogelijk was. Bescherming was niet aanwezig. De bevolking had geen gasmaskers. Er voltrok zich een horrorscenario zoals alleen zieke geesten kunnen bedenken, laat staan uitvoeren. De wereldgemeenschap moet alles in het werk stellen om herhaling te voorkomen.

Om te beginnen moet het toezicht op naleving van de verdragen over chemische en biologische wapens worden verscherpt. Landen die meewerken aan de productie van chemische en biologische wapens, moeten worden veroordeeld en geïsoleerd. Westerse landen, waaronder ook Nederland, hebben producten geleverd aan Irak, die later tegen de eigen bevolking zijn ingezet. Dat geldt overigens niet alleen voor Irak. Nederland heeft ook wapens geleverd aan Turkije, wapens die later zijn ingezet tegen de Turkse Koerden. Die medeplichtigheid is misdadig. Die medeplichtigheid wordt niet gecompenseerd door nu te pleiten voor een Amerikaanse aanval op Irak. Want de prijs voor die oorlog zal opnieuw worden betaald door de volkeren van Irak.

De Amerikaanse plannen voor Irak worden steeds meer duidelijk. En ook de Turkse plannen voor Iraaks Koerdistan krijgen steeds vastere vorm. De Turkse regering heeft andermaal gezegd Iraaks Koerdistan in het geval van oorlog te willen bezetten. Dan is het gedaan met de autonomie van de Koerden en zal er mogelijk een nieuwe keten van geweld in het Midden-Oosten ontstaan. De Turkse regering heeft van de dreigende oorlog een dollarkwestie gemaakt. Wordt er genoeg betaald, dan doet men mee. Over de hoogte van het bedrag is men het nog niet eens maar ik vrees dat men er op korte termijn wel uit zal komen. De Amerikaanse belastingbetaler levert het bloedgeld dat nodig is om de Koerden in Irak te verraden, te verkopen aan Turkije. Dat is Amerikaanse democratie anno 2003. Daar moeten we nee tegen zeggen.

Op korte termijn is de veiligheid van de Koerden in Irak in het geding. Er is bij de bevolking geen beschikking over gasmaskers en beschermende kleding. Je kunt het je nauwelijks voorstellen maar een herhaling van Halabja is mogelijk dichterbij dan we nu denken. Iedereen die de geschiedenis van het Midden-Oosten kent, zal zich zorgen maken en herhaling van die geschiedenis vrezen. Voor welke oplossing in het conflict met Irak ook wordt gekozen: laat de bevolking van Irak niet weer de prijs in mensenlevens betalen. Ik ben tegen een aanval op Irak omdat ik zeker weet dat die aanval het leven en de toekomst van onschuldige Irakezen zal vernietigen. Zoals CNN het mislukken van de strijd tegen het terrorisme in Afghanistan verslaat als een groot succes, zullen we straks waarschijnlijk beelden zien van een schone oorlog tegen Irak. Maar schone oorlogen bestaan niet en in de geschiedenisboeken die later worden geschreven, zullen regeringsleiders en parlementen die daar steun aan geven, ter verantwoording worden geroepen.

Het is noodzakelijk om jaarlijks de slachtoffers van de gasaanval op Halabja te herdenken. Het is noodzakelijk omdat de verantwoordelijken nooit ter verantwoording zijn geroepen. De Verenigde Naties zouden een speciaal tribunaal voor Irak moeten oprichten om de leden van het misdadige regime in Bagdad te berechten. De immuniteit van leden van dat regime moet worden opgeheven zodat zij niet meer vrij kunnen reizen in de democratische wereld. Toen Tariq Aziz, handlanger van Saddam Hoessein, enkele weken geleden op bezoek ging bij de Paus, heb ik aangedrongen op aanhouding en het formuleren van een internationale aanklacht wegens betrokkenheid bij misdaden tegen de menselijkheid. De Nederlandse regering heeft dat niet gesteund, integendeel. Het bezoek van misdadigers aan een bevriend staatshoofd wordt niet eens veroordeeld. Eind deze maand reist één van de zonen van Saddam naar Moskou. Ook hem zal geen strobreed in de weg worden gelegd en dat is een schande. Het is een belediging voor alle slachtoffers van het regime in Bagdad. De Socialistische Partij zal in de Tweede Kamer blijven ijveren voor aanhouding van alle betrokken bij het regime. We zullen blijven ijveren voor een vreedzame ontwapening van Irak. In het belang van de volkeren van Irak, in het belang van de volkeren in andere landen van het Midden-Oosten en in het belang van de wereldgemeenschap die vertrouwen wil houden in een Verenigde Naties die geweld voorkomen in plaats van toestaan.

Volgende week zaterdag, 22 maart, zal ik hier weer staan op de Dam om te demonstreren tegen Saddam Hoessein én tegen de dreigende oorlog. Ik hoop u dan weer te zien."

Zie ook Dossier Irak