Universiteit Maastricht

20 februari 2003

Fusie biedt inhoudelijke en organisatorische voordelen UM onderzoeksinstituten HEALTH en ExTra fuseren

De UM-onderzoeksinstituten HEALTH en ExTra zullen met ingang van 1 maart as. fuseren. Met het samengaan van beide instituten ontstaat het grootste UM-onderzoeksinstituut. Door bewust te kiezen voor één gezamenlijke structuur worden niet alleen organisatorische voordelen behaald, maar zal ook sprake zijn van inhoudelijke versterking van het onderzoek. Dat ligt ook voor de hand aangezien de onderzoeksthemas van beide instituten in elkaars verlengde liggen. HEALTH focust op preventie en zorg en ExTra is actief op het terrein van extra- en transmurale gezondheidszorg. De nieuwe naam en het daarbij horende beeldmerk worden op 18 maart tijdens een speciale onderzoeksdag ter gelegenheid van de start van het nieuwe instituut bekend gemaakt.

Sinds het ontstaan van HEALTH en ExTra is er sprake van een intensieve samenwerking tussen onderzoekers van de beide instituten. Die samenwerking was dermate sterk dat velen zelfs zowel voor HEALTH als voor ExTra werkten. Bovendien maken beide instituten ook deel uit van dezelfde onderzoekschool CaRe, waarvan de Universiteit Maastricht penvoerder is.

Onderzoeksthemas
HEALTH richt zich op aspecten van gezondheidsbevordering, de organisatie van de zorg en stelsels van zorg. De positie van patiënten en de afstemming van zorg tussen zorgverleners vormt een zwaartepunt. Extra- en transmurale gezondheidszorg (ExTra) gaat over de gezondheidszorg buiten het ziekenhuis én focust op zorg die, toegesneden op de behoefte van de patiënt, verleend wordt op basis van afspraken over samenwerking tussen de extra- en intramurale zorg.

Door beide onderzoeksthemas nu onder één dak te brengen zal er automatisch sprake zijn van een inhoudelijke en beheersmatige versterking van het onderzoek. Ter illustratie één voorbeeld:

Survey of Medical Information and Lifestyles in Eindhoven (SMILE) HEALTH en ExTra hebben aanzienlijk geïnvesteerd in het project SMILE in het kader van de Brede Onderzoeks Strategie (BOS) van de UM. Dit project is uniek vanwege de omvang en de koppeling van de expertises van beide instituten. Het gaat om een in Eindhoven opgestart nieuw extramuraal gestandaardiseerd online registratienetwerk waarin circa 40.000 personen zijn opgenomen. Binnen het netwerk verzorgt ExTra een extramurale morbiditeitsregistratie (hoe vaak komt een bepaalde ziekte voor binnen een populatie van een bepaalde omvang). Deze registratie wordt gekoppeld aan het vastleggen door HEALTH van gezondheidsgedrag (voeding, roken, bewegen). Beide registraties worden periodiek in elkaar geschoven met als doel een beeld te kunnen geven wat het toekomstig effect van het gezondheidsgedrag op de morbiditeit kan zijn. Deze zogenoemde prospectieve koppeling van een dermate grote groep personen is uniek in de wereld en biedt vele nieuwe mogelijkheden om te werken aan de inhoudelijke vooruitgang op het terrein van de gezondheidszorg en preventie. Vele projecten binnen de beide instituten willen van de infrastructuur van het registratienetwerk gebruik maken. Het mag duidelijk zijn dat het onderhouden van een dergelijk netwerk kostbaar is. Door de fusie is het mogelijk de noodzakelijke investeringen op te brengen.

Profiel nieuwe onderzoeksinstituut
Er zijn nog vele andere voorbeelden te geven waarbij de specifieke expertise van beide Instituten naadloos op elkaar aansluiten. Dit is de reden dat in oktober 2000 besloten werd om over te gaan tot een zeer nauwe samenwerking. De fusie is nu de definitieve stap naar één organisatie. De nieuwe organisatie zal bestaan uit vijf divisies, te weten: Preventie en gezondheidsbevordering, Autonomie en Participatie (hoe blijven chronisch zieken actief betrokken bij maatschappelijke processen), Effectiviteit van zorg, Kwaliteit van zorg en Stelsels van Zorg. Vanaf 1 maart 2003 is Prof. Dr. C.P. van Schayck benoemd tot wetenschappelijk directeur en Prof. Dr. G.A.M. Widdershoven tot wetenschappelijk co-directeur.

In het nieuwe instituut werken 132 promovendi, er werken 39 hoogleraren en er zijn 175 onderzoeksprojecten. De totale contractwaarde is op dit moment 35.898.083,- Euro (2e geldstroom is momenteel 13.640.262,- Euro, de 3e geldstroom 21.067.371,- Euro en de 4e geldstroom 1.190.450,- Euro). Totaal werken er nu 428 medewerkers (348 WP en 80 OBP).

Noot voor de pers: