Ministerie van Financiën

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

20 januari 2003 DGB 2003-00371 (2020305900)

Onderwerp

Vragen van het lid Van Vroonhoven-Kok (CDA) over fiscale boetes.

Hierbij ontvangt u, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie (antwoord op vraag 3 en 4), de beantwoording van de door het lid Van Vroonhoven-Kok gestelde vragen over fiscale boetes.

De Staatssecretaris van Financiën,

Steven R.A. van Eijck.

Vraag 1 : Heeft u kennisgenomen van het artikel "Fiscale boete vaker in de prullenmand"?

Antwoord: Ja.

Vraag 2 : Kunt u aangeven of en zo ja, in welke mate het verminderen, dan wel kwijtschelden van boetes zich voordoet?

Antwoord: Voor het verminderen, dan wel kwijtschelden van boetes kan aanleiding zijn indien de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is overschreden. Over de mate waarin zich dit voordoet worden bij Justitie noch bij de Belastingdienst cijfers bijgehouden.

Vraag 3: Wat is uw reactie op het citaat uit het vonnis van Hof Den Bosch, waarin de rechter de boete vermindert met als reden dat de vertraging in de procedure "uitsluitend het gevolg is van een structurele onderbezetting van de belastingkamer van dit Hof"?

Antwoord: Het Hof Den Bosch is geconfronteerd met een toenemende instroom van zaken in alle sectoren, waarvoor het ontoereikende capaciteit had. Een voorbeeld is de periodiek optredende golf WOZ-zaken. Hierdoor is een achterstand ontstaan. Dit heeft geleid tot een jaarlijks oplopende gemiddelde doorlooptijd. Inmiddels is de bezetting van de belastingkamer bij het Hof Den Bosch op zodanig peil gebracht dat de verwachte instroom van zaken kan worden afgedaan. Er is geen sprake meer van een structurele onderbezetting. Wel blijft voorlopig nog sprake van een achterstand waardoor de doorlooptijden slechts geleidelijk zullen kunnen worden bekort.

Vraag 4: Welke maatregelen gaat u treffen om dit fenomeen te voorkomen?

Antwoord: Terugdringen van doorlooptijden staat hoog op de agenda van de Raad voor de rechtspraak en de gerechten. Voor alle sectoren binnen de gerechten worden landelijk sectorplannen ontwikkeld gericht op het verbeteren van de doelmatigheid van werkprocessen en terugdringing van de doorlooptijden. Ondanks deze inspanningen is de realiteit dat bij de rechterlijke macht sprake is van krapte, zowel financieel als personeel, in verhouding tot de groeiende maatschappelijke vraag. De inzet van mijn beleid is de rechterlijke macht te ontlasten door de wettelijke procedures te vereenvoudigen waar dat mogelijk is. Op dit moment wordt ook gekeken naar mogelijkheden om, bijvoorbeeld in geval van lokale piekbelasting, tot een betere benutting van de totale landelijke zittingscapaciteit te komen.


---

Telegraaf, 14 januari 2002