CDA

20-03-03
CDA wil snel duidelijkheid over omvang onrechtmatige bekostiging HBO-instellingen

De CDA-fractie in de Tweede Kamer vindt dat nu snel duidelijkheid moet komen over de omvang van de onrechtmatige bekostiging van instellingen in het (hoger) onderwijs. "Per instelling moet worden nagegaan waar men in de fout is gegaan en hoeveel extra geld dat heeft opgeleverd. Pas wanneer deze gegevens per instelling bekend zijn, kan worden overgegaan tot terugvordering", aldus Tweede Kamerlid Cisca Joldersma tijdens het debat over de HBO-fraude.

"Bij het vervolgonderzoek moeten we leren van de fouten van het zelfreinigend onderzoek. Er moet direct zorgvuldig en diepgaand onderzoek bij de instellingen op locatie worden gedaan. Dat onderzoek moet plaatsvinden onder leiding van een onafhankelijke externe commissie die verantwoordelijk is voor de opzet, uitvoering en verwerking van de resultaten. Het plan van aanpak van de bewindspersonen komt op dat punt overeen met het CDA-voorstel voor begeleiding van het onderzoek door onafhankelijke externe deskundigen. Het onderzoek kan alleen plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van degenen die daartoe bevoegd zijn. Daarover bestaat geen onduidelijkheid: dat is het ministerie. Daarmee ondersteunt mijn fractie de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer dat het ministerie en in het bijzonder de departementale accountantsdienst bij de uitvoering van dit onderzoek wordt betrokken",aldus Joldersma.

De accountantsdienst beschikt over mankracht, expertise en bevoegdheden. De CDA-fractie is niet tevreden met de rol die in het plan van aanpak voor de Tweede Kamer is weggelegd. "We moeten voorkomen dat de Kamer pas achteraf het eindrapport van de commissie met het oordeel van de minister in handen krijgt. Het risico is dan veel te groot dat ook dit vervolgonderzoek niet oplevert wat ervan wordt verwacht. De Tweede Kamer moet de mogelijkheid hebben om tussentijds te kunnen ingrijpen. Daarom acht ik tussentijdse terugkoppeling naar de Tweede Kamer essentieel; bij de opdrachtformulering, de samenstelling van de commissie, de onderzoeksopzet alsmede tussentijds ontstane politieke vragen. Mijn fractie zal daarover een motie indienen", zei Cisca Joldersma.

Over het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de toezichtsrol van het ministerie van Onderwijs, merkte het Kamerlid op: "duidelijk is geworden dat het ministerie in het verleden signalen van onrechtmatig gebruik onvoldoende in acties met concrete resultaten heeft omgezet. Duidelijk is ook dat het toezicht heeft gefaald. Onduidelijkheid in regelgeving heeft jarenlang kunnen voortbestaan. Het ministerie is goed in analyseren, maar minder in het in actie komen en tot daden overgaan. Het ministerie had dat zelf ook al ingezien. De bewindspersonen moeten nu hun verantwoordelijkheid nemen. De minister en staatssecretaris hebben in hun plan van aanpak een palet van maatregelen voorgesteld die ertoe moeten bijdragen dat het ministerie in de toekomst wel in beweging komt. Deze plannen voor zowel de korte termijn als de lange termijn klinken veelbelovend. Voorkomen moet worden dat deze plannen een papieren werkelijkheid worden, terwijl er feitelijk niets op dit ministerie en in de sector verandert."

Het CDA pleit niet voor het inschakelen van organisatie-adviseurs. En ook niet voor een parlementaire enquête; "Die ontaardt in een zwarte pietenspel en het aanwijzen van de zwarte schapen. Van meer analyseren wordt het ministerie niet beter. De bewindspersonen moeten nu hun verantwoordelijkheid nemen in het herstel van 'good governance'. 'Good governance' vraagt om een goed systeem van 'checks and balances' tussen Colleges van besturen, Raden van Toezicht, instellingsaccountants, accountantsdienst en optreden van beleidsvoerende directies op het ministerie. Wil zo'n systeem werken dan is aansturing van de veranderingen op het ministerie en in de sector door de bewindspersonen noodzakelijk. De alertheid en het toezicht vanuit het ministerie moeten verbeteren om de sector in het gareel te krijgen. Wanneer deze verantwoordingsstructuur goed werkt, komen we weer toe aan waar het in het onderwijs om moet gaan: de kwaliteit van het publieke onderwijs zoals die tot stand komt in de relatie tussen docent en studenten. Van de bereikte resultaten op het gebied van 'good governance' en de cultuurverandering op het ministerie moet de Tweede Kamer regelmatig op de hoogte gehouden worden", aldus Cisca Joldersma.