Katholieke Universiteit Nijmegen
Verlies biodiversiteit onderschat probleem
Westhoff-lezing 2003 over toekomst van het platteland
Het verlies van biodiversiteit is een onderschat probleem. Soortenrijkdom speelt een belangrijke rol bij ecosysteemfuncties, zoals erosiebestendigheid en de regulatie van het klimaat. Agrarisch natuurbeheer heeft nauwelijks effect op het herstel van biodiversiteit. De Nederlandse overheid moet daarom reguliere landbouwbedrijven commercieel laten produceren en daarnaast natuurgebieden aankopen. Deze stelling poneert prof. dr ir Frank Berendse, hoogleraar Natuurbeheer en Plantenecologie van de WUR (Wageningen Universiteit en Researchcentrum) tijdens de Victor Westhoff-lezing 2003. Berendse koppelt zijn visie over natuurbeheer aan een toekomstbeeld van het platteland. De lezing wordt georganiseerd door het UCM, het Nijmeegse Universitair Centrum voor Milieuwetenschappen. De lezing vindt plaats op donderdag 20 maart om 14.30 uur in de aula van de KU Nijmegen, Comeniuslaan 2 in Nijmegen.
Het uitsterven van planten- en dierensoorten is reden voor grote zorg,
zeker op mondiale schaal. Het is een probleem dat veel grotere
maatschappelijke aandacht verdient dan het nu krijgt, vindt prof. dr
ir Frank Berendse. De reden is de invloed die soortenrijkdom heeft op
belangrijke ecosysteemfuncties, en de invloed van ecosystemen op de
fysische en chemische eigenschappen van onze omgeving.
Berendse verwijst in zijn lezing naar verschillende recente
onderzoeken. De eerste resultaten leidden zelfs onder wetenschappers
tot ongeloof. De conclusie luidt dat de productie afneemt wanneer
soorten verdwijnen. De verklaring ligt in het zogenaamde
`complementariteitseffect': bij een grotere verscheidenheid aan flora
en fauna kunnen de aanwezige hulpbronnen beter worden `benut'. Andere
voorbeelden zijn de grotere erosiebestendigheid van dijken met een
soortenrijke vegetatie en de regulering van het klimaat als gevolg van
de verschillende invloed die boomsoorten kunnen hebben op de
warmtehuishouding. Deze nieuwe inzichten moeten doordringen in het
overheidsbeleid, vindt Berendse.
Overheidsbeleid
Natuurbescherming vindt nu plaats vanuit een achterhoedegevecht.
Natuurbeheerders moeten beter nadenken over de toekomst van het
platteland. De huidige agrarische beheersovereenkomsten leiden
onvoldoende tot het herstel van de natuur op het boerenbedrijf. Er is
slechts beperkt effect op de biologische diversiteit. Daarnaast vinden
er autonome ontwikkelingen in de landbouw plaats: het aantal
boerenbedrijven in Nederland neemt gestaag af. De overblijvende
bedrijven zullen een grotere oppervlakte hebben en verder zijn
geïntensiveerd. De verdergaande liberalisering van de wereldhandel zal
deze ontwikkelingen nog verder versnellen. De Wageningse hoogleraar
vindt dat er duidelijke keuzes moeten worden gemaakt: laat reguliere
landbouwbedrijven commercieel produceren voor de wereldmarkt en de
overheid natuurgebieden aankopen. Daartussen zouden bufferzones moeten
komen van ecologische bedrijven, waar wél natuurbeheer kan
plaatsvinden, en die opereren in een afgeschermde markt.
Eisen maatschappij
Berendse schetst in zijn lezing een toekomstbeeld van het platteland
waarin ruimte is voor veel verspreide bebouwing, een bescheiden
oppervlakte productielandbouw, en grote eenheden natuur die omringd
zijn door ecologische bedrijven in de nog mooie agrarische
landschappen. Een dergelijk platteland kan tegemoet komen aan de eisen
van de moderne maatschappij met een hoog opgeleide bevolking en een
grote behoefte aan ontspanning.
Prof. dr. Victor Westhoff was de meest invloedrijke naoorlogse
natuurbeschermer in Nederland. Het is nu de vijfde keer dat het
Nijmeegse Universitair Centrum voor Milieuwetenschappen De Victor
Westhoff-lezing organiseert. In de lezing staat de actualiteit van het
behoud en het beheer van natuur en milieu centraal. Het is een
spraakmakende lezing voor een groot publiek.
13-3-2003