Ministerie van Defensie


---

Kamervragen en antwoorden
---

Het bezuinigingsbeleid inzake het personeelsbestand van Defensie

20-03-2003

In de bijlage bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het kamerlid Van Baalen (VVD) over het bezuinigingsbeleid inzake het personeelsbestand van Defensie (uw kenmerk 2020307480).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Vragen van het lid van Baalen aan de minister en staatssecretaris van Defensie over het bezuinigingsbeleid inzake het personeelsbestand van Defensie (ingezonden 19 februari 2003)

1 Zal het bezuinigingsbeleid van de regering ten aanzien van het personeelsbestand bij Defensie vooral ten koste gaan van de omvang van de staven van de krijgsmacht en zal daarentegen juist voorrang worden verleend aan de inzetbaarheid van parate onderdelen van de krijgsmacht die worden gehandhaafd?

Ja.

2 Is de aanwezigheid van voldoende Beroepspersoneel Bepaalde Tijd (BBT) voor een groot deel van de parate onderdelen van de krijgsmacht essentieel voor het handhaven van de gevechtskracht?

Parate eenheden bestaan voor een belangrijk deel uit BBT-personeel. De door deze eenheden te genereren gevechtskracht is dus voor een belangrijk deel afhankelijk van dit personeel.

3 Hoe zijn de officieel beleden prioriteiten bij het personeelsbeleid en de noodzaak van het handhaven van de gevechtskracht in overeenstemming te brengen met het feit dat richtlijnen zijn uitgegaan van de staf van de 1e divisie van de Koninklijke Landmacht waarin wordt aangegeven dat bij de 43e brigade het bestand van BBTers moet worden teruggebracht naar respectievelijk bevroren op 84 %? Welke gevolgen zal dit hebben voor de inzetbaarheid en de gevechtskracht van de 43e brigade respectievelijk van de bataljons die daarvan deel uitmaken?

De Koninklijke landmacht heeft de omvang van het BBT-personeelsbestand in 2003 noodgedwongen moeten bevriezen op de eindejaarsterkte van 2002. De 1ste Divisie 7 December hanteert het zogeheten accentmodel (fasering van opwerken, uitzending en recuperatie) om voortdurend over direct inzetbare en goed geoefende eenheden te kunnen beschikken. Om bij de druk op het budget voor personele exploitatie toch zorg te dragen voor goed gevulde uitgezonden eenheden, wordt de vullingsgraad van onder andere de gemechaniseerde brigades gevarieerd, afhankelijk van welke fase men zich in het accentmodel begeeft. Zo is bijvoorbeeld in een uitzendperiode de vullingsgraad hoger dan in een opwerkperiode. Dat heeft ook tot gevolg dat een eenheid na een uitzendperiode, de recuperatiefase, een lager plafond krijgt toegewezen. Dit is noodzakelijk om een andere brigade in staat te stellen goed gevuld en getraind een uitzendperiode in te gaan. De 43ste brigade bevindt zich momenteel in de recuperatiefase, waardoor de vulling tijdelijk lager ligt.

4 Wordt ook bij andere parate eenheden die worden gehandhaafd nadrukkelijk gestreefd naar een onderbezetting . Zo ja, om welke eenheden gaat het?

Het tijdelijk vullen met minder personeel wordt toegepast bij alle parate eenheden van de Koninklijke landmacht, met uitzondering van de Luchtmobiele Brigade en het Korps Commandotroepen. Dit houdt verband met de hogere eisen die aan inzetgereedheid van deze eenheden worden gesteld.

5 Is van de hierboven genoemde bezuinigingsmaatregelen melding gemaakt aan de kamer?

Deze maatregelen zijn een uitvloeisel van interne sturing binnen de Koninklijke landmacht, mede naar aanleiding van een noodzakelijke herschikking van beschikbare budgetten.

Nieuws