KNMG
Arts blijft eindverantwoordelijk: reactie KNMG-bureau op
conceptwetsvoorstel orgaandonatie
In samenspraak met de meest betrokken federatiepartners, reageerde
het KNMG-bureau op een conceptwetsvoorstel tot wijziging van de Wet op
de Orgaandonatie (WOD) dat VWS eind 2002 aan het veld voorlegde.
De meest in het oog springende bepaling betreft een verplaatsing van
de verantwoordelijkheid van de behandelend arts voor raadpleging en
donormelding naar een bij ziekenhuisprotocol aan te wijzen
functionaris. In de reactie stelt het KNMG-bureau dat weliswaar
verduidelijkt moet worden dat anderen deze taken in opdracht van de
arts kunnen uitvoeren, maar dat de eindverantwoordelijkheid daarvoor
bij de arts moet blijven.
Voorts vindt het KNMG-bureau dat in de toelichting op het concept een
te beperkte uitleg wordt gegeven aan de regeling voor het verrichten
van zogenaamde preserverende handelingen (zie artikel 22 lid 2 van de
WOD). Dit zijn handelingen die erop gericht zijn organen na de dood
voor transplantatie geschikt te houden zolang geen uitsluitsel bestaat
over toestemming daarvoor(zoals het spoelen van de nieren van een
zogenaamde non-heartbeating donor). Volgens het Modelprotocol
Postmortale orgaan- en weefseldonatie mogen dergelijke handelingen
worden verricht zodra de raadpleegprocedure in gang is gezet; het
register moet zijn gebeld maar uitsluitsel daaruit hoeft er niet perse
te zijn. In de praktijk duurt dit uitsluitsel soms langer dan
wenselijk voor de kwaliteit van het potentiële donororgaan. Volgens de
toelichting op het conceptwetsvoorstel moet eerst uitsluitsel uit het
register zijn verkregen. Deze (meer restrictieve) interpretatie kan
verlies opleveren voor het aanbod in donororganen.
Basis voor het concept is de evaluatie van de WOD uit 2001 en een advies van de Coördinatiegroep Orgaandonatie dat naar aanleiding van deze evaluatie werd uitgebracht. Aan dat advies leverde ook de KNMG een bijdrage. Het conceptwetsvoorstel strekt ertoe een aantal gesignaleerde praktische belemmeringen en onduidelijkheden die een juiste toepassing van de WOD in de weg zouden kunnen staan, weg te nemen. Het concept voorziet conform de aanbevelingen van ZonMw en Coördinatiegroep - nog niet in wijziging van het beslissysteem in de WOD. Het conceptwetsvoorstel wordt naar verwachting eerst nog aangepast alvorens het naar de ministerraad wordt gestuurd.
Voor nadere inlichtingen over de reactie kunt u contact opnemen met mw. mr. R.P. de Roode, tel. 030-2823765, email r.de.roode@fed.knmg.nl. De complete reactie kunt u lezen op www.knmg.nl/nieuws