Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

Persbericht

Ruimtelijk beleid en bouwproductie

---

Restrictief ruimtelijk beleid beinvloedt bouwproductie

De vraag op de bouwmarkt is bepalend voor de omvang van de bouwproductie. Verschillende factoren zijn van invloed op de vraag. In het rapport Ruimtelijk beleid en bouwproductie van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) komt naar voren dat het ruimtelijk beleid in de loop van de jaren duidelijk beperkend heeft gewerkt. Vooral met betrekking tot de beschikbare ruimte voor de bouw van woningen, bedrijven en de aanleg van infrastructuur. Tegelijk heeft de aandacht voor ruimte en milieu tot extra bouwvolume geleid. Vooral in de grond-, water- en wegenbouw (gww).

Na een periode waarin een zekere ruimtelijke spreiding van de woningbouw werd nagestreefd gaf de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening in 1988 een sterk accent op concentratie. Zeker in de extra aanscherping van het beleid in de VINEX-nota was dit het geval. Op grond van demografische ontwikkelingen was een geringer aantal woningen noodzakelijk. In verhouding werd er toch minder ruimte voor aangewezen.

Een belangrijk gevolg van het restrictieve ruimtelijke beleid zijn de gestegen grondprijzen. Deze weerspiegelen het achterblijven van het aanbod van bouwlocaties bij de vraag, een bewuste keuze van de overheid in het Vinex-beleid. Het scherpe ruimtelijk beleid heeft daarboven ook een opstuwende werking op de woningprijzen.

De toegenomen aandacht voor de inpassing van infrastructuurprojecten in de omgeving heeft positieve gevolgen voor de bouwproductie. Enerzijds levert een optimale inpassing vaak meer werk op voor de gww-sector (denk aan de HSL-tunnel in het Groene Hart). Nadelig voor de bouw is anderzijds, dat ruimtelijke maatregelen vaak leiden tot vertragingen of zelfs afstel van beoogde infrastructuurprojecten.

Het ruimtelijk beleid is van invloed op de regionale verdeling van de Nederlandse bouwproductie. Het aanwijzen van groeikernen en later Vinex-gebieden heeft geleid tot woningbouwproductie en gww-productie voor de noodzakelijke ontsluiting van deze gebieden.

Het EIB verwacht overigens in de nabije toekomst geen gebrek aan grond om te bouwen. Dit zou alleen het geval zijn, wanneer de woningbouwproductie ook naar jaarlijks 90 á 100.000 woningen, die door de rijksoverheid noodzakelijk gevonden worden, zou groeien. Beantwoorden aan de grote vraag naar ruime woonmilieus zal een dan ontstaan tekort vergroten.
Zie publicatie: Ruimtelijk beleid en bouwproductie

omhoog
omhoog