GroenLinks Tweede-Kamerfractie Nieuwsbrief 20 maart 2003 13:12 GroenLinks


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Bijzondere bijstand gedetineerden

(20 maart 2003)

Kamervraag
Vragen van het lid van Gent aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over bijzondere bijstand aan gedetineerden

1. Heeft u kennis genomen van het bericht 'Bajesklant moet uitkering terugbetalen' in het Dagblad van het Noorden van dinsdag 11 maart jl.?

2. Is het juist dat een groot aantal gemeenten, waaronder Emmen, Groningen en Amsterdam hun huidige beleid willen handhaven om bijzondere bijstand aan gedetineerden te verstrekken? Klopt het dat deze vorm van bijzondere bijstand in veel gevallen als een lening wordt verstrekt?

3. In het bericht wordt verwezen naar uw brief van 13 februari jl. In deze brief stelt u dat het huidige beleid van de gemeenten in strijd is met artikel 9 en 11 Abw en zij hun beleid dienen aan te passen. Hoe verhoudt deze stellingname zich met de opmerkingen van uw voorganger aan de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden, waarin deze onder meer op vragen van het lid Harrewijn antwoordt dat: 'In de praktijk weten gemeenten in dit soort gevallen prima om te gaan met de bijzondere bijstand.'?

4. De toenmalige Staatssecretaris heeft in het debat met de Tweede Kamer over de Wet sociale zekerheidsrechten gedetineerden meermalen verwezen naar de bevoegdheid van gemeenten op grond van artikel 11 Abw en onder meer gesteld dat artikel 11 Abw het meest aangewezen artikel is om deze problemen op te lossen. Heeft de toenmalige Staatssecretaris hiermee aan de Tweede Kamer en de gemeenten niet het vertrouwen gewekt dat gemeenten hun beleid op grond van artikel 11 Abw konden voorzetten? Wordt dit vertrouwen niet doorkruist door uw brief van 13 februari, waarin u aangeeft dat het beleid van de gemeenten nu niet meer door de beugel kan?

5. Onderkent u het belang van kort-gedetineerden en de samenleving bij het behoud van hen (huur)huis om de kansen op terugval en recidive te voorkomen? Indien u persisteert bij uw brief van 13 januari jl.: op welke andere wijze zouden gedetineerden door de overheid en specifiek de gemeenten kunnen worden gesteund om hun huis gedurende een kortdurende detentie te behouden? Bent u bereid hiertoe voorstellen te doen? Bent u tevens bereid om over dit onderwerp in overleg te treden met de Minister van Justitie en de uitkomst hiervan aan de Kamer mede te delen?

6. In uw brief van 13 februari jl. staat tevens dat uit de jurisprudentie inzake artikel 11 Abw blijkt dat het begrip 'zeer dringende redenen' wordt geïnterpreteerd als 'acute levensbedreigende omstandigheden'. Kent u de vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep waarin het begrip 'zeer dringende redenen' van artikel 11 Abw wordt geïnterpreteerd als 'een acute noodsituatie'? Bent u het met mij eens dat het criterium 'acute noodsituatie' minder restrictief is dan het criterium 'acute levensbedreigende omstandigheden'? Bent u bereid uw brief op dit punt aan te passen?

Toelichting: Deze vraag dient als aanvulling op de vragen van de leden Verburg en Mosterd van 24 februari jl. over mogelijke onterechte bijstand voor gedetineerden (Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2002-2003, nummer 2020307700).


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -