DIERENBESCHERMING

Dierenbescherming fel gekant tegen vergiftigen kippen

PERSBERICHT


Den Haag, 20 maart 2003 - De Dierenbescherming reageert furieus op de beslissing van minister Veerman om het gif neocidol in te zetten bij het doden van kippen van pluimveehouders binnen de 1 km-zones. Het gif zou moeten worden vermengd met het kippenvoer om het zenuwstelsel van de dieren aan te tasten. Dit leidt tot verlamming en uiteindelijk tot een langzame verstikkingsdood, die ruim een uur duurt. Uit epidemiologische overwegingen besloot Veerman gisteren dat besmette-, verdachte- en bedrijven binnen de 1 km-zones binnen 48 uur geruimd moeten worden. Met de nu beschikbare dodingscapaciteit van de overheid lukt dat niet altijd en neemt de minister zijn toevlucht tot een onacceptabele insecticide, die in Nederland nog onlangs is verboden.

De Dierenbescherming is van mening dat als er werkelijk een dringende noodzaak is om de dieren op de bedrijven binnen twee etmalen te doden, een ontheffing zou moeten worden verleend om kippen te vervoeren naar slachterijen in het ingesloten gebied. Vanzelfsprekend dient een dergelijke werkwijze gekoppeld te zijn aan een streng hygiëne-protocol. De minister verleent immers ook al toestemming om eieren van boerderijen af te voeren. Verder staat hij tevens toe om slachtpluimvee van buiten het gebied via een zogenaamde corridor naar het crisisgebied te vervoeren en daar te slachten, aldus directeur Wijnand van de Giessen van de Dierenbescherming. Met name kippen van niet verdachte bedrijven binnen de straal van 1 kilometer, zouden na een klinische beoordeling en een negatieve IFT-test in slachterijen gedood moeten worden. Volgens de Dierenbescherming is dat een verantwoord veterinair risico.

Hoewel wij er begrip voor moeten hebben dat bij de bestrijding van een virus drastische maatregelen moeten worden genomen, gaat het besluit van de minister ons echt te ver. Het is absoluut onverkoopbaar dat kippen die moeten worden gedood een dergelijke lijdensweg moeten doormaken omdat de overheid er niet in slaagt afdoende en humane dodingsapparatuur te organiseren, stelt Van de Giessen.

(einde bericht)