C/03/77 Brussel, 13 maart 2003
7426/03 (Presse 77)
Bemiddelingscomité Parlement-Raad
Akkoord over pleziervaartuigen
In het kader van de medebeslissingsprocedure hebben de Raad en het
Europees Parlement gistermiddag een akkoord bereikt over een
ontwerp-richtlijn met betrekking tot pleziervaartuigen. Dit akkoord
moet nog door het Parlement (met gewone meerderheid van stemmen) en
door de Raad (met gekwalificeerde meerderheid) worden bekrachtigd
voordat de richtlijn kan worden aangenomen.
Tijdens de bemiddelingsprocedure zijn de volgende hoofdpunten
geregeld:
- Uitzonderingen op de bepalingen inzake geluidsemissies
Ter verbreding van de werkingssfeer van de richtlijn is voor
tweemotorige installaties en voor meermotorige eenheden van alle
motortypen een marge van 3 decibel boven de in de ontwerp-richtlijn
voorgestelde maximale geluidsdrukniveaus toegestaan.
- Uitzonderingen ten aanzien van voor persoonlijk gebruik gebouwde
vaartuigen
Uitlaatemissies van voor persoonlijk gebruik gebouwde vaartuigen en
van originelen en individuele replica's van vóór 1950 ontworpen
historische vaartuigen, die hoofdzakelijk met de oorspronkelijke
materialen zijn gebouwd, zijn van de werkingssfeer van de richtlijn
uitgezonderd. Deze uitzondering geldt alleen indien de vaartuigen zijn
uitgerust met originelen of individuele replica's van historische
motoren die gebaseerd zijn op een van vóór 1950 daterend ontwerp dat
niet in serie is gebouwd.
- Systeem van "overeenstemming van motoren onder
bedrijfsomstandigheden"
De Commissie wordt verzocht om ten laatste op 31 december 2006 te
komen met een verslag over de mogelijkheden van nieuwe verbeteringen
in de milieu-eigenschappen van motoren, en daarbij onder andere na te
gaan of de vaartuigcategorieën moeten worden herzien.
In dit verband moet de Commissie bezien of een controlesysteem voor de
overeenstemming van motoren onder bedrijfsomstandigheden nuttig kan
zijn. Een dergelijk systeem - vergelijkbaar met dat voor de jaarlijkse
technische keuring van auto's - zou bedoeld zijn om te controleren of
de pleziervaartuigen aan de normen voor uitlaat- en geluidsemissies
voldoen.
- Comitologie
Een regelgevend comité zal de Commissie in het licht van de
ontwikkeling van wetenschap en techniek bijstaan bij vraagstukken
betreffende de referentiebrandstoffen en de normen voor het testen van
uitlaat- en geluidsemissies. Het comité zal zich niet bezighouden met
directe of indirecte wijzigingen in de uitlaat- of
geluidsemissiewaarden, noch met de herziening van het getal van Froude
en de verhouding vermogen/waterverplaatsing, die worden gebruikt bij
de meting van de voortstuwingskracht.
- Uitzonderingen voor met stoomkracht aangedreven vaartuigen
Met stoomkracht aangedreven vaartuigen zijn, wat betreft hun ontwerp
en constructie, van de werkingssfeer van de richtlijn uitgezonderd.
Het gaat om "vaartuigen aangedreven door stoomkracht die wordt
opgewekt door de externe verbranding van steenkool, cokes, hout, olie
of gas.
- Overzetting en uitvoering
De in de voorgestelde richtlijn vervatte termijnen voor omzetting,
uitvoering en verslaglegging worden met twaalf maanden verlengd, zodat
de lidstaten en de Commissie gemakkelijker aan de richtlijn kunnen
voldoen. De omzetting in nationale wetgeving moet uiterlijk 30 juni
2004 rond zijn, en de maatregelen dienen vanaf 1 januari 2005 te
worden toegepast.
Over de ontwerp-richtlijn
De voorgestelde richtlijn bevat essentiële voorschriften voor ontwerp
en constructie van waterscooters, en reglementeert uitlaat- en
geluidsemissies van aandrijfmotoren van pleziervaartuigen en
waterscooters die niet onder Richtlijn 94/25/EG vielen. Bovendien
bevat de voorgestelde richtlijn grenswaarden voor koolmonoxide (CO),
koolwaterstoffen (HC), stikstofoxiden (NOx) en verontreinigende
deeltjes in uitlaatemissies. De grenswaarden voor de geluidsemissies
zijn naar motorvermogen uitgesplitst.
De groei van de gemotoriseerde watersportsector heeft de overlast door
uitlaat- en geluidsemissies van dit soort vaartuigen doen toenemen.
Maatregelen ter bescherming van volksgezondheid en milieu waren
derhalve noodzakelijk, te meer omdat dit soort activiteiten meestal
wordt beoefend in recreatiegebieden of in een ecologisch kwetsbare
omgeving.
De voorgestelde richtlijn is voorts bedoeld tot wijziging van
Richtlijn 94/25/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke
en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot
pleziervaartuigen. Bovendien dient hij, overeenkomstig de
doelstellingen van de interne markt, ook ter voorkoming van
concurrentievervalsing tussen de lidstaten onderling.
Er zij op gewezen dat de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt op 22
april 2002 had vastgesteld.
---