CDA

21-03-03
Nederland zal voortouw nemen in internationale discussie over publiek-private aanpak van watervoorziening voor miljoenen armen

Nederland heeft vrijdag 21 maart tijdens het Derde Wereld Waterforum in het Japanse Kyoto aangekondigd het voortouw te zullen nemen in de internationale discussie over de publiek-private aanpak van de watervoorziening voor miljoenen armen op de wereld. Staatssecretaris Agnes van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) verklaarde tijdens een zitting onder leiding van voormalig IMF-topman Michel Camdessus, dat er voor het tot stand brengen van goede voorzieningen behalve goede regels en wetten ook investeringen nodig zijn. Geld dat bij lange na niet alleen kan worden opgebracht door arme landen en donoren, maar waarvoor ook de inbreng van de private sector nodig is.

"Het debat over publiek-private samenwerking is in het algemeen gericht op de rol van multinationale ondernemingenen en gaat voorbij aan het belang van de wat kleinschaliger private sector in ontwikkelingslanden", aldus Van Ardenne. "Natuurlijk moeten we dit debat niet uit de weg gaan; we moeten de dialoog over publiek-private partnerschappen juist aanmoedigen. Echter, de watervoorziening als een publieke dienstverlening, moet de verantwoordelijkheid blijven van overheden. Zij moeten toezien op de beschikbaarheid van drinkwater van een redelijke kwaliteit voor iedereen tegen een redelijke prijs." Het is hoog tijd het internationale debat aan te gaan over de mogelijkheden van en randvoorwaarden voor publiek-private samenwerking. Nederland is bereid het initiatief te nemen om alle relevante actoren op dit gebied voor deze dialoog bijeen te brengen.

In het in Kyoto besproken rapport van het internationale panel over de financiering van watervoorzieningen (van Camdessus) wordt gepleit voor verdubbeling van de internationale ontwikkelingshulp voor watervoorzieningen. Nederland, dat steeds een hoog percentage van zijn Bruto Nationaal Product, 0,8 procent, voor ontwikkelingssamenwerking heeft uitgetrokken, heeft na het vorige Wereld Waterforum de uitgaven voor wateractiviteiten structureel met 45 miljoen euro per jaar verhoogd. Van Ardenne heeft andere rijke landen gevraagd ook hun algemene hulppercentages op te schroeven. Want doen zij dat niet, dan zal de verhoogde hulp aan waterprojecten slechts ten koste gaan van andere belangrijke prioriteiten voor ontwikkeling, zoals onderwijs. Zij wees daarbij wel op de noodzaak van het bestrijden van corruptie in zowel de publieke, als private sector, zodat de toch al beperkte middelen voor watervoorziening zo effectief mogelijk kunnen worden besteed.