CBS

Consumentenvertrouwen blijft laag

Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden is het consumentenvertrouwen in maart ongeveer op hetzelfde niveau gebleven als in februari. De vertrouwensindex is uitgekomen op -38, het laagste niveau sinds eind 1983. Zowel het oordeel over het economisch klimaat als de koopbereidheid is in maart vrijwel gelijk gebleven. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuuronderzoek van het CBS.

Consument negatiever over grote aankopen
De koopbereidheid is in maart per saldo nauwelijks veranderd ten opzichte van februari. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en het doen van grote aankopen. De consumenten zijn iets positiever geworden over hun financiële situatie. Dat geldt zowel voor het oordeel over de afgelopen twaalf maanden als over de komende twaalf maanden. Daarentegen zijn ze een stuk negatiever over het doen van grote aankopen. Ook in eerder periodes van onzekerheid was dat het geval. Het onderzoek is overigens gehouden in de eerste twee weken van maart, dus voor het uitbreken van de oorlog in Irak.

Pessimisme over economie houdt aan
Ook de mening over het economisch klimaat is nauwelijks veranderd ten opzichte van februari. Zowel over de afgelopen twaalf maanden als over de komende twaalf maanden is het oordeel, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, met 1 punt gezakt. De consumenten zijn sinds mei 1983 niet meer zo pessimistisch geweest over het economisch klimaat.

Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend personen. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens. De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten zijn, heeft de index de waarde 0. Een waarde van 10 betekent dat de optimisten een meerderheid van 10 procent hebben ten opzichte van de pessimisten. Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de koopbereidheid. Bij de seizoengecorrigeerde cijfers wordt gecorrigeerd voor het feit dat de consument in bepaalde periodes van het jaar doorgaans wat positiever aankijkt tegen de economische situatie in het algemeen. Bovendien wordt er rekening gehouden met seizoengebonden schommelingen in inkomsten en uitgaven in de loop van het jaar, zoals vakantiegeld en decemberaankopen. Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-058
25 maart 2003
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht