Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Noord Afrika en

Midden-Oosten

Afdeling Golfstaten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

25 maart 2003

Behandeld

Josephine Frantzen


Kenmerk

DAM-158/03

Telefoon


+31 (0)70-3486445


Blad

1/3

Fax


+31 (0)70-3486639


Bijlage(n)

1

E-Mail

josephine.frantzen@minbuza.nl


Betreft

Beantwoording vragen van de leden Van Bommel en Karimi over 1500 Turkse elite-eenheden in het noorden van Irak

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het de leden Van Bommel en Karimi over 1500 Turkse elite-eenheden in het noorden van Irak. Deze vragen werden ingezonden op 24 maart 2003 met kenmerk 2020309330.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van leden Van Bommel (SP) en Karimi (GL) over 1500 Turkse elite-eenheden in het noorden van Irak

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het binnentrekken op 21 maart 2003 van zeker 1500 Turkse elite-eenheden in het noorden van Irak? (1)

Antwoord

Naar aanleiding van berichtgeving in de media over mogelijk militair optreden van Turkije in Noord-Irak is door de Nederlandse ambassadeur in Ankara bij de Turkse autoriteiten gedemarcheerd om daarover opheldering te vragen. Bij die gelegenheid is door de Turkse autoriteiten aangegeven dat deze persberichten niet juist zijn. Er is wel sprake van een beperkte Turkse militaire presentie in het grensgebied, maar dat is al geruime tijd het geval. In die situatie is geen verandering opgetreden. Diverse andere bronnen hebben dit beeld bevestigd.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de analyse van betrouwbare Britse inlichtingendiensten dat de afwijzing door het Turkse parlement, op zondag 2 maart j.l., tot het toelaten van Amerikaanse troepen op Turks grondgebied, door de regerende AK-partij is bedoeld om Turkije los van de VS militair op te kunnen laten treden in Noord-Irak? (2)

Antwoord

Stemmingen van het Turkse parlement en motieven hiervoor zijn een aangelegenheid van het Turkse parlement.

Vraag 3

Wat is uw mening over de Amerikaanse houding ten opzichte van deze Turkse invasie?

Antwoord

De Verenigde Staten heeft nadrukkelijk aangegeven ernstig gekant te zijn tegen een militair optreden van Turkije in Noord-Irak dat de verhoudingen met de Iraakse Koerden onder druk zou zetten. Dit is door de VS ook aan de Turkse autoriteiten meegedeeld.

Vraag 4

Bent u bereid de NAVO-raad bijeen te roepen om de Turkse invasie aan de orde te stellen?

Antwoord

Op 24 maart heeft het Defence Planning Committee gesproken over deze kwestie. Op Nederlands voorstel is afgesproken dat de Raad in voorkomend geval voor consultaties bijeengeroepen zal worden om te overleggen over eventuele consequenties voor het collectieve optreden in het kader van artikel 4.

Vraag 5

Bent u met ons van mening dat de Patriots als verdedigingswapen in het kader van een grootschalige Turkse invasie niet mogen worden gebruikt? Zo nee, waarom moet Nederland een tegen de wil van de Amerikanen uitgevoerde Turkse invasie verdedigen?

Vraag 6

Bent u met ons van mening dat de Patriots onverwijld moeten worden teruggetrokken nu Turkije dit wapen voor een eigen politiek doel gaat gebruiken?

Antwoord

De Patriots zijn een defensief wapen dat door Nederland in NAVO-verband in Turkije is ingezet om de Turkse bevolking te beschermen tegen mogelijke raketaanvallen van het Iraakse leger. In geval van Turks militair optreden in Noord-Irak anders dan de huidige beperkte presentie zal Nederland in NAVO-verband bezien of dat optreden gevolgen zou moeten hebben voor de huidige in NAVO-verband getroffen voorzieningen.

Patriots kunnen overigens vanwege hun defensieve karakter niet worden ingezet ten behoeve van eventueel Turks militair optreden in Noord-Irak.

1) NRC 22 maart 2003.

2) www.stratfor.com, 4 maart 2003.

===