Oorlog roept geen vragen op bij Kamerleden

DEN HAAG, 20030325 -- In de week waarin de oorlog tegen Irak is begonnen, zijn er opvallend weinig Kamervragen gesteld aan de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken. Defensieminister Korthals (VVD) kreeg één vraag, niet over de huidige Amerikaanse militaire acties, maar over het ruimen van oorlogsmunitie.

Slechts één van de vier vragen die gesteld zijn aan minister De Hoop Scheffer (Buitenlandse Zaken) had te maken met de oorlog. SP-Kamerlid Van Bommel wilde weten hoe de CDA-bewindsman denkt over het voorstel van het Amerikaanse ministerie van Defensie om een wet uit 1993 te herroepen die onderzoek verbiedt naar ontwikkeling van kernwapens met een kleine explosieve capaciteit. De PEX eindigde in week twaalf op 47 punten, 4,4 procent hoger dan de week ervoor.

Minister Nawijn van Vreemdelingenzaken en Integratie werd gevraagd waarom de subsidie aan de stuurgroep Islam en Broederschap niet wordt verlengd, ondanks de diversiteit aan ontplooide (onder meer interkerkelijke) activiteiten van de stuurgroep en de opgebouwde relatienetwerken en expertise. Ook de trage naleving van rechterlijke uitspraken door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) leidde tot vragen aan de LPF'er. Uit een rapport van de Nationale Ombudsman bleek dat de IND laks was omgegaan met uitspraken van de rechter. Ambtenaren van de IND zouden zich wegens grote drukte maandenlang onbereikbaar hebben gehouden voor vragen en klachten van cliënten.

De bonussen van de NS-directie stuitten op onbegrip bij veel Kamerleden. LPF-minister De Boer van Verkeer had daarover veel uit te leggen afgelopen week. Ook kreeg hij vragen over de prijs van het rijbewijs, over het project Vleugel/Randstadspoor en over de gevolgen van de bezuiniging op de markering van scheepvaartroutes boven de Waddeneilanden. De longziekte Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) dook ook op in de Kamervragen. De VVD-Kamerleden Wilders en Rijpstra wilden van de minister van Volksgezondheid weten wat de symptomen zijn, of het waar is dat er vooralsnog geen enkel medicijn voor de ziekte is en welke maatregelen de overheid op dit moment neemt om te voorkomen dat de ziekte zich ook in Nederland verspreidt.

Na Amsterdam heeft Den Haag nu ook zijn eigen officiële exchange index. In de vorm van de Parlementaire Exchange Index (PEX Index) wordt wekelijks bijgehouden hoeveel officiële Kamervragen er gesteld worden en aan wie. Het aantal punten geeft een indicatie van de bedrijvigheid in het parlement dan wel van de onduidelijkheden in het beleid. Naast het weektotaal wordt ook per minister bijgehouden hoeveel vragen hij voorgeschoteld krijgt.