KNMG

Geactualiseerd euthanasiestandpunt nu online beschikbaar

Op 11 maart jl. heeft het Federatiebestuur (FB) KNMG een conceptversie van een geactualiseerd euthanasiestandpunt besproken. Het FB heeft besloten het concept-standpunt in juni aanstaande opiniërend voor te leggen aan de Algemene Vergadering. U kunt op deze versie nog reageren. Daarna zal het FB de tekst van het standpunt definitief vaststellen.

pdf concept standpunt euthanasie
U kunt reageren op het concept-standpunt door uw reactie te sturen naar: e.van.wijlick@fed.knmg.nl

In het concept standpunt euthanasie wordt dieper ingegaan op de medisch-ethische overwegingen die ten grondslag liggen aan het standpunt van de KNMG over euthanasie en hulp bij zelfdoding en op de in wet vastgelegde zorgvuldigheidseisen die artsen in acht moeten nemen. Doel is om de arts handreikingen te geven voor een zorgvuldige omgang met verzoeken om euthanasie of hulp bij zelfdoding.
---

Ontwikkeling KNMG euthanasiestandpunt


* In 1984 heeft het Hoofdbestuur van de KNMG het standpunt ingenomen dat euthanasie of hulp bij zelfdoding door artsen onder bepaalde omstandigheden aanvaardbaar kan zijn. Dit standpunt bevat ook een formulering van de zorgvuldigheidseisen die naar de mening van de KNMG bij euthanasie en hulp bij zelfdoding in acht moeten worden genomen. Deze standpuntbepaling door de KNMG heeft in de jaren daarna een belangrijke rol gespeeld bij de euthanasiediscussie in Nederland.

* Een actualisering van het standpunt van het hoofdbestuur van de KNMG inzake euthanasie verscheen in 1995.

* Invoering van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding op 1 april 2002

* De ontwikkelingen sindsdien waaronder de invoering van de wettelijke regeling inzake toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding per april 2002 - maken opnieuw actualisering noodzakelijk. De bedoeling is om de ontwikkelingen van de afgelopen jaren te verwerken, zodat iedereen die dit standpunt raadpleegt een goed beeld krijgt van de huidige stand van zaken en de visie van de KNMG daarop.

Euthanasie blijft bijzondere medische handeling Met de invoering van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding op 1 april 2002 is een mijlpaal bereikt in de discussie over euthanasie. Maar de KNMG wil er op wijzen dat deze wettelijke regeling van euthanasie niet betekent dat euthanasie nu tot het normaal medisch handelen behoort. Het blijft gaan om bijzondere medische handelingen waarover op grond van maatschappelijke criteria verantwoording moet worden afgelegd.

Meer rechtszekerheid, maar geen recht en plicht voor patiënt en arts Ook moeten euthanasie en hulp bij zelfdoding nog steeds worden beschouwd als een ultimum remedium voor situaties waarin er geen reële behandelingsmogelijkheden zijn om het lijden van de patiënt te verlichten. Het karakter van euthanasie en hulp bij zelfdoding is door de nieuwe wet niet veranderd. Wel biedt de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding meer rechtszekerheid aan patiënten en artsen. Maar dat wil niet zeggen dat patiënten nu recht hebben op euthanasie. En artsen hebben nog steeds niet de plicht om euthanasie of hulp bij zelfdoding te verlenen.

Openheid bij euthanasie en hulp bij zelfdoding
De KNMG dringt er bij artsen ten sterkste op aan om rondom euthanasie en hulp bij zelfdoding altijd de vereiste openheid te betrachten en alle gevallen te melden bij de gemeentelijk lijkschouwer. Niet alleen omdat de wet dit vereist, maar ook omdat het vanuit het perspectief van de medische ethiek een wezenlijk element vormt in de rechtvaardiging van het handelen van de arts in dezen. Bovendien kan alleen zo de kwaliteit van het handelen van artsen bij euthanasie en hulp bij zelfdoding inzichtelijk worden gemaakt en daarover maatschappelijk verantwoording worden afgelegd.