Ministerie van Buitenlandse Zaken

PERSBERICHT

27 maart 2003

Adviesraad Internationale Vraagstukken: Armoedebestrijdingsstrategie Wereldbank is papieren tijger.

De huidige Poverty Reduction Strategy van de Wereldbank is veelbelovend maar onvoldoende. De Poverty Reduction Strategy Papers (PRSP's) die ontwikkelingslanden zelf moeten opstellen, zijn belangrijk vanwege de mogelijkheden om lokale inzichten bij de besluitvorming te betrekken, vragen op de agenda te zetten en vooruitgang te meten. Maar van de gepropageerde zeggenschap van lokale authoriteiten en de participatie van bevolkingsgroepen in het totstandkomingsproces komt in de praktijk weinig terecht. Donoren hebben een te dikke vinger in de pap, en leggen Afrikaanse landen westerse participatiemodellen op. Die modellen werken in de Afrikaanse werkelijkheid niet. Bovendien staat de integrale beleidssturing die van ontwikkelingslanden wordt verlangd, in schril contrast tot het gebrek aan donorcoördinatie en coherentie. De AIV is van mening dat meer hulpmiddelen moeten worden ingezet om te komen tot daadwerkelijke vermindering van armoede, zoals de versterking van lokale instituties, doeltreffend toezicht en beter inzicht in de effecten van maatregelen op de armen. Ook moet meer aandacht worden besteed aan lokale vormen van participatie. Dat concludeert de AIV in zijn advies 'Pro-poor growth in Sub-Sahara Afrika: een analyse van armoedestrategieën'

Ongeveer één op de vijf mensen in de wereld leeft onder de armoedegrens van $ 1 per dag. Armoede heeft niet alleen betrekking op materiële aspecten maar heeft ook psychologische , sociale en politiek-juridische dimensies. Als reactie op tientallen jaren ontwikkelingshulp en mondiale productiegroei zonder noemenswaardige vermindering van de armoede, is recent het concept van pro-poor growth ontwikkeld. In deel I van het advies geeft de AIV aan hoe economische groei in een zogenaamd groei- en emancipatiekader meer dan proportioneel aan armen ten goede kan komen. In deel II wordt pro-poor growth in de praktijk van de PRSP's in Tanzania, Ethiopië en Uganda onderzocht.

De AIV vindt in de eerste plaats dat een analyse van de belemmeringen voor armen bij pogingen de eigen levensomstandigheden te verbeteren centraal moeten staan in elke PRSP omdat hun 'income-generating efforts' het natuurlijk aanknopingspunt voor pro-poor growth vormen. De AIV adviseert daarom een sterker accent te leggen op lokale bedrijven, inclusief de informele sector.

Ook moet in de visie van de AIV:

de toegang tot micro-krediet en de arbeidsmarkt voor armen worden verbeterd, en rurale inkomensgenererende activiteiten worden gestimuleerd;

armoedebestrijding niet uitsluitend worden betrokken op inkomensgroei voor de armen (het zogenaamde 'groeikader'), maar ook op maatregelen voor een betere toegang van armen tot publieke voorzieningen en participatie van armen aan besluitvorming (het 'emancipatiekader');

de maatregelen die in de PRSP's op nationaal niveau worden uitgezet, in samenwerking met het plaatselijke maatschappelijk middenveld en lokale bedrijven verder op lokaal niveau worden uitgewerkt;

Tenslotte acht de AIV het van wezenlijk belang voor het hele pro-poor growth-concept dat anti-poor effecten van de huidige internationale economische orde met prioriteit worden aangepakt. Zo lijden vele arme boeren in ontwikkelingslanden nog steeds een aanzienlijk inkomensverlies doordat de prijzen van hun producten worden gedrukt als gevolg van prijssubsidies aan boeren in de Noordelijke landen, en hebben ze te lijden van de lage prijzen van hun producten op de internationale markt. Het verdient aanbeveling dat donoren niet alleen hun ontwikkelingsbeleid onderling afstemmen, maar ook belemmeringen op het gebied van het landbouw- of veiligheidsbeleid wegnemen.

Voor meer informatie en/of de volledige tekst van het advies: Andrea Nederlof, secretaris van de Commissie Ontwikkelignssamenwerking, telefoon 070-3485990, fax 0703486256, e-mail andrea.nederlof@minbuza.nl