Openbaar Ministerie

OM stelt motief verdachte zaak-Fortuyn ter discussie
---

Tijdens de eerste dag van de terechtzitting in de zaak-Fortuyn heeft officier van justitie Koos Plooy het motief van de verdachte ter discussie gesteld. Verdachte verklaarde dat Fortuyn "dood moest omdat hij een groot gevaar was voor de samenleving en in het bijzonder voor kwetsbare groepen als moslims en WAO'ers". Volgens Plooy heeft de verdachte die bezorgdheid met niemand gedeeld. Hij haalde verklaringen aan van collega's, vrienden en familie van de verdachte. Volgens hen sprak hij nooit over Fortuyn en zijn grote maatschappelijke zorgen.

In zijn verhoor, waaruit het leeuwendeel van de eerste zittingsdag bestond, verklaarde de verdachte dat hij al bijna twee maanden voor 6 mei rondliep met de gedachte Pim Fortuyn te vermoorden. De officier van justitie stelde dat hij ook al ruim voor de moord op Fortuyn bezig was met het beramen ervan. Zo had verdachte al op 30 april een print gemaakt van de aankondiging van een televisieprogramma die Pim Fortuyn op 8 mei te gast zou hebben. De verdachte ontkende dit; hij zou pas direct voor de moord, terwijl hij zich had verstopt in de struiken, hebben doorgezet.
Verder verklaarde hij dat hij zelf verantwoordelijk was. Het Openbaar Ministerie gaat er ook vanuit dat niemand anders dan verdachte betrokken is geweest bij de dood van Fortuyn.
De verdachte verklaarde verder dat hij het pistool (Star Fighter) in 1997 of 1998 heeft gekocht in een café in Ede om zich te beschermen tegen boeren, die hem bedreigden vanwege de gerechtelijke procedures die hij tegen hen aanspande. Officier van justitie Plooy achtte het "buitenproportioneel voor zo'n vreedzaam man als u om daarvoor een vuurwapen aan te schaffen". Verder maakte de verdachte duidelijk waarom hij nog vier keer schoot, terwijl Fortuyn na het eerste schot al viel: "Omdat ik er zeker van wilde zijn dat het zou slagen."

De eerste dag van de terechtzitting eindigde om 18.30 uur. De behandeling wordt vervolgd op maandag 31 maart. Dan zal met name het onderzoek naar de geestesvermogens, ofwel de toerekeningsvatbaarheid, centraal staan. Op 1 april volgt het requisitoir van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging. Mogelijk neemt de behandeling nog een vierde dag in beslag: dat zal daan op woensdag 2 april zijn.