CDA

Nieuws
28-03-03

Eurlings: Hoop op korte oorlog en het ontzien van Irakese burgers

Tijdens het Algemeen Overleg over Irak van donderdag 27 maart jl., waarin verschillende onderwerpen omtrent de oorlog in Irak besproken werden, heeft het CDA nogmaals duidelijk aangegeven te hopen op een zo snel mogelijke afloop van de oorlog.

Tweede Kamerlid en woordvoerder buitenland Camiel Eurlings: "Ik hoop dat de oorlog kort zal zijn en dat de burgers van Irak kunnen worden ontzien. Ik ben ervan overtuigd dat de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hier hun uiterste best voor zullen doen. En ook dat door veel Irakezen, zowel burgers als militairen, de aanval niet als een vijandelijkheid, maar als een bevrijding zal worden ervaren. Slechts weinigen zullen bereid zijn hun leven te geven voor een dictator die voor het overgrote deel van zijn bevolking een gruwelijke tiran is geweest".

De militaire actie zoals die nu plaatsvindt, vindt haar legitimering in een groot aantal VN-resoluties. Resolutie 687 van 3 april 1991 bood Saddam Hoessein een staakt-het-vuren aan aan het eind van de toenmalige door de VN gelegitimeerde Golfoorlog. Voorwaarde voor deze wapenstilstand was dat Saddam Hoessein binnen 15 dagen, dus voor 18 april 1991 zijn volledig arsenaal aan gevaarlijke wapens aan de VN bekend zou maken. Als hij zich niet aan deze voorwaarde hield, was het staakt-het-vuren niet meer geldig. Op basis van deze resolutie is Irak in 1998 gebombardeerd. Hier komt bij dat in november 2002 een nieuwe resolutie over Irak is aangenomen (1441). Deze resolutie stelde dat Irak inderdaad de afspraken uit 1991 had geschonden. Er werd een allerlaatste kans geboden: of nu wel onmiddellijk en onvoorwaardelijk ontwapenen of er zouden serieuze gevolgen zijn.

Wat betreft het CDA is er voor Nederland een taak weggelegd als het gaat om bescherming bieden aan de burgerbevolking in Zuid-Oost-Turkije door inzet van onze Patriot-eenheden. En ook het verlenen van host nation support; het gaat hier om het voor Britten en Amerikanen openstellen van onze havens, vliegvelden en transportwegen. Inzake Turkije moet duidelijk zijn dat Turkije louter en alleen mag handelen in opdracht van de coalitie. De CDA-fractie is dan ook verheugd dat de chefstaf van de Turkse strijdkrachten, generaal Hilmi Özkök afgelopen woensdag heeft verklaard dat zijn land niet zonder overleg met de VS extra troepen naar Noord-Irak zal sturen.

Aanvullende verzoeken hebben Nederland tot op dit moment niet bereikt. In geval ze nog zouden komen, zal de CDA-fractie in ieder geval vanuit een positieve grondhouding reageren op verzoeken tot het aflossen van Amerikaanse troepen bij reeds bestaande vredesoperaties, het zogeheten backfillen. Operaties als die in Bosnië Kosovo en Afghanistan mogen immers niet in gevaar komen door de te verwachten militaire operatie in Irak. Nederland moet bereid zijn om de gaten die de Amerikaanse militairen achter laten op te vullen.

Ook werd er ingegaan op de gevolgen van de oorlog en de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap hierin. Eurlings:"Het is voor het CDA van groot belang dat de Verenigde Naties de wederopbouw van Irak zal leiden op basis van een nieuwe resolutie. Wij vinden dat Nederland bereid moet zijn hier onder de VN een goede bijdrage aan te leveren. Hopelijk zullen alle Europese landen in het belang van de burgers van Irak hun verdeeldheid aan de kant kunnen zetten en eendrachtig hulp aan Irak bieden. Datzelfde mogen we trouwens verwachten van de Verenigde Staten. Hun bemoeienis met Irak mag niet ophouden wanneer Saddam Hoessein is verdreven".

Blom

De CDA-fractie heeft direct na het optreden van Blom haar verbazing uitgesproken over de aanwezigheid van de Nederlandse verbindingsofficier bij het Amerikaanse hoofdkwartier in Qatar. Hiermee werd een verwarrend signaal afgegeven, omdat wij militair niet meedoen aan de oorlog in Irak.

Minister Kamp heeft duidelijk gesteld, zowel mondeling als per brief, dat hij de prominente aanwezigheid van de Nederlandse officier bij de Amerikaanse persconferentie betreurt, omdat hierdoor mogelijk de indruk wordt gewekt dat Nederland in weerwil van het kabinetsbeleid een bijdrage zou leveren aan het militair optreden tegen Irak. Deze uiteenzetting is voor de CDA-fractie voldoende.

De CDA-fractie gaat er wel vanuit dat in de toekomst dergelijke situaties zich niet meer mogen voordoen en dat de communicatie omtrent dergelijke gevoelige kwesties wordt verbeterd. En daarmee is de kous voor ons af.

Eurlings: "Ik spreek de hoop uit dat de discussie inzake Irak zich niet verengd tot de heer Blom, aangezien mijn fractie geen deel wil uitmaken van Nederlands gemuggenzift, daar waar de uitdaging zou moeten zijn het conflict zo snel mogelijk op een humanitair verantwoord als mogelijke wijze te beëindigen met een toekomstperspectief dat recht doet aan alle inwoners van Irak."