Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2003-073

Den Haag, 28 maart 2003

Onderzoekers bevestigen noodzaak overheidsrol bij exportkredietverzekeringen

Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen hebben in opdracht van het ministerie van Financiën onderzoek verricht naar de verzekerbaarheid van exportkredietrisico's. Het onderzoek geeft aan dat er op de markt voor exportkredietverzekering sprake is van marktfeilen. Vooral exportkredietrisico's met een langere looptijd zijn moeilijk verzekerbaar. Ook is het voor kleine bedrijven veel moeilijker om verzekering te verkrijgen dan voor grote bedrijven.

Een ondernemer die exporteert, loopt het risico dat zijn geleverde goederen niet worden betaald. Deze risico's kunnen slechts tot op zekere hoogte worden verzekerd op de particuliere markt. Betrokkenheid van de overheid is daarom in de meeste OESO-landen gebruikelijk. In Nederland kunnen de risico's worden herverzekerd bij de Staat. De uitvoering hiervan vindt plaats door het bedrijf GERLING NCM.

In het onderzoek zijn de volgende vragen onderzocht:

Wat bepaalt of exportkredietrisico's wel of niet verzekerd kunnen worden op de particuliere markt?Welke exportkredietrisico's kunnen door de particuliere markt verzekerd worden?Welke rol moet de overheid spelen?

Het onderzoek bestaat uit een theoretisch gedeelte, een marktonderzoek en aanbevelingen.

Volgens de economische theorie functioneert de markt onvoldoende bij exportkredietverzekering. Dat wordt veroorzaakt doordat de ene partij in een transactie meer informatie heeft dan de andere partij. Dit is een fenomeen dat optreedt op financiële markten in het algemeen en op verzekeringsmarkten in het bijzonder. Een specifiek informatieprobleem treedt op wanneer een partij risicovoller gedrag gaat vertonen wanneer hij eenmaal verzekerd is (zogenaamd 'moral hazard'). Zo'n moral hazard probleem speelt een rol in de relatie tussen verzekerde en verzekeraar en in de relatie tussen verzekeraar en herverzekeraar. Ook andere kenmerken van exportkredietrisico's maken dat de markt niet afdoende funtioneert. Zo zijn exportkredietrisico's vaak gecorreleerd; problemen in een bepaald land kunnen van invloed zijn op het terugbetalingsrisico van alle exporten naar zo'n land. Bovendien kunnen risico's snel veranderen en zijn ze dus moeilijk voorspelbaar. Een overheid die belang hecht aan export, zal dus maatregelen nemen zodat risico's toch te verzekeren zijn.

Het marktonderzoek bevestigt dat er op de markt voor exportkredietverzekering sprake is van marktfeilen. Vooral exportkredietrisico's met een langere looptijd zijn moeilijk verzekerbaar. Ook is het voor kleine bedrijven veel moeilijker om verzekering te verkrijgen dan voor grote bedrijven. Anderzijds blijkt dat alle soorten risico's te verzekeren zijn; commerciële risico's maar ook politieke risico's (zoals het risico op overheidsinterventie). Voor de specifieke herverzekeringsrelatie tussen de Nederlandse Staat en GERLING NCM vermoeden de onderzoekers dat moral hazard een grotere rol speelt dan op de particuliere markt doorgaans het geval is.

De onderzoekers zien een rol voor de overheid in het vergroten van de concurrentie op de Nederlandse markt voor exportkredietverzekering. Ook zien zij een rol voor de overheid in het verschaffen van informatie over alternatieve instrumenten om exportkredietrisico's te beheersen.

De minister van Financiën concludeert uit het onderzoek dat de mate van overheidsbemoeienis in Nederland redelijk aansluit bij de mogelijkheden van de particuliere markt. De gemaakte suggesties voor aanvullend beleid zullen worden besproken met de staatssecretaris van Economische Zaken en andere betrokkenen. De opmerkingen van de onderzoekers over de specifieke herverzekeringsrelatie tussen de Staat en GERLING NCM zullen worden ingebracht in het overleg tussen Financiën, Economische Zaken, DNB en GERLING NCM over stroomlijning van de uitvoeringsstructuur.

Het volledige onderzoek en de begeleidende brief aan de Kamer vindt u op het volgende Internet-adres:

http://www.minfin.nl/BFB03-359.doc