Ingezonden persbericht


Persbericht

Datum: 31 maart 2003
Nummer: 2003-10

Richtlijnen als leidraad voor rapportages

WLTO start campagne om Landbouw Effect Rapportage te promoten

Als agrarisch gebied wordt opgeofferd voor andere functies moet voor dit gebied standaard een Landbouw Effect Rapportage (LER) worden uitgevoerd. Met deze boodschap gaat de WLTO de komende tijd de overheden af. In een speciale folder zet de WLTO de richtlijnen voor een goede LER uiteen. Hiermee biedt de WLTO overheden een leidraad voor toekomstige LERs. Uiteindelijk moet dit resulteren in zinvoller opgestelde en gebruikte rapportages. Het onderzoek verschaft de overheid en de agrarische sector inzicht in de gevolgen van mogelijke functieveranderingen en geeft de kans om mogelijke negatieve gevolgen voor de agrarische sector te minimaliseren. De WLTO vindt dat dit instrument daarom een vast onderdeel moet worden van het planologisch beleid.

Inventarisatie effecten
Een LER moet volgens de WLTO worden opgesteld als bij een functiewijziging van het agrarisch gebied een onevenredig nadeel voor de (overblijvende) land- en tuinbouw ontstaat. Hiervan is sprake wanneer wordt getornd aan het duurzaam economisch functioneren van de agrarische bedrijven in het betrokken gebied. De LER is volgens de WLTO de enige manier om effecten van functieveranderingen goed te inventariseren. Een LER kan ook een rol spelen in de discussie over het al dan niet toelaten van aanvullende activiteiten in het totale agrarisch gebied. Denk hierbij aan de introductie van (aanvullende) milieuvoorwaarden, ingrepen in het watersysteem, nieuwe functies in het buitengebied, nevenactiviteiten binnen het agrarisch bedrijf of regelgeving op bestemmingsplanniveau.

Verankeren
,,Het idee van een LER speelt al langer in Noord-Holland", legt WLTO-beleidsmedewerker ruimtelijke ordening Ard Mooij uit. "Het was zelfs in het provinciale beleid opgenomen. Maar toen we de provincie hier aan hielden, gaven zij aan dat ze zelf niet wisten wat wel en wat niet in een LER wordt opgenomen. Op hun verzoek hebben wij dat nu aangegeven." De WLTO wil de LER nu gaan inbrengen bij onder meer de collegeonderhandelingen in Noord- en Zuid-Holland. Daarnaast blijft het onderwerp van gesprek bij iedere streekplanwijziging, het opstellen van milieubeleidsplannen en waterhuishoudingsplannen. ,,Daar moet het gewoon in worden verankerd", stelt Mooij. De WLTO vindt het belangrijk dat de land- en tuinbouwsector bij mogelijke functiewijzigingen in het agrarisch gebied een vinger in de pap heeft. De sector waardeert het als zij als volwaardige partner wordt betrokken bij de afweging en de besluitvorming rond functiewijzigingsprocessen. Zo kan het duurzaam economisch functioneren van de sector namelijk beter gewaarborgd worden, meent de WLTO.

De afgelopen tien jaren zijn LERs voornamelijk ad hoc opgesteld en ingezet. Volgens de WLTO is het aan de provincie om opdracht te geven voor de uitvoering van een LER. Alleen als sprake is van planverantwoordelijkheid op rijksniveau of planuitvoering door de gemeente kan een andere overheid als opdrachtgever optreden.

De volledige tekst van de richtlijnen LER is te vinden op www.wlto.nl/ruimtelijkeordening/ler.htm

Noot voor de redactie (