RAAD VOOR WERK EN INKOMEN

RWI wil beter functioneren Wet Sociale Werkvoorziening

Den Haag, 31 maart 2003

De Raad voor Werk en Inkomen wil een betere werking van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). De Wsw levert in de praktijk problemen op die een optimale deelname van arbeidsgehandicapten aan het arbeidsproces in de weg kunnen staan. De RWI, waarin gemeenten, werkgevers en werknemers participeren, bereidt op dit moment een advies aan de regering voor over wijzigingen in de Wsw. In dit kader heeft de Raad een aantal uitgangspunten opgesteld, die de komende weken met direct-betrokkenen bediscussieerd zullen worden.

De Wsw vormt het sluitstuk van het Nederlandse arbeidsmarktbeleid. Het is het vangnet voor arbeidsgehandicapten die buiten alle andere, op uitstroom naar regulier werk gerichte, instrumenten vallen. Het gaat bij de Wsw om bijna honderdduizend mensen (25% van het totale aantal werkende arbeidsgehandicapten) en om een budget van ongeveer twee miljard euro.

De Wsw is een werkvoorziening met als doel arbeidsparticipatie voor arbeidsgehandicapten te realiseren. De RWI wijst erop dat de Wsw meer is dan het werken in de beschutte werkomgeving van de sociale werkplaats. Werk dat binnen de Wsw wordt aangeboden, zou in de ogen van de Raad bij voorkeur gezocht en gecreëerd moeten worden in een zo regulier mogelijke werkomgeving. In eerste instantie zou daarom gekeken moeten worden of een arbeidsgehandicapte met permanente ondersteuning bij een reguliere werkgever aan de slag kan. Vervolgens verdient een baan op basis van detachering de voorkeur, omdat dan in ieder geval de werkomgeving regulier is. In laatste instantie is een beschutte werkplek aan de orde.

De positie van de Wsw-cliënt verdient volgens de RWI een hogere prioriteit. Na plaatsing in een baan moet een cliënt in de gelegenheid gesteld worden zich persoonlijk te ontwikkelen. Als een cliënt beschut werkt, dan is dit waar mogelijk gericht op doorstroom naar een meer reguliere werkomgeving. Als dit te hoog gegrepen is, moet van tijd tot tijd gekeken worden of de matching binnen die beschutte werkplek nog steeds de meest optimale is.

Als ondergrens voor toelating tot de Wsw geldt voor de arbeidsproductiviteit een prestatie-eis van tien procent. De RWI overweegt afschaffing hiervan, omdat dit slechts een schijnobjectiviteit creëert. Prestaties zouden alleen per persoon beoordeeld moeten worden, ze zijn immers gerelateerd aan soort werk en aan de werksetting.

Recht op subsidie en soort plaatsing zou naar de mening van de RWI vastgesteld moeten worden op basis van een onafhankelijke indicatie. Doorslaggevend zijn daarbij de mogelijkheden van de cliënt.

Ten slotte formuleert de RWI als uitgangspunt dat sociale doelstellingen belangrijker zijn dan economische doelstellingen. Het heeft daarom de voorkeur dat de beschutte sociale werkplaats een publieke voorziening blijft die, anders dan activiteiten die uit de primaire opdracht van de wet voortvloeien, geen activiteiten verricht die tot verdringing van de doelgroep of concurrentievervalsing op een private markt kunnen leiden.

De RWI heeft zijn uitgangspunten opgesteld op basis van werkbezoeken bij SW-voorzieningen en gesprekken met deskundigen. Daarnaast zijn twee uitgebreide onderzoeken uitgevoerd in opdracht van de RWI. Uit een onderzoek van TNO Arbeid blijkt dat vergeleken met het buitenland in Nederland relatief veel arbeidsgehandicapten in een beschutte omgeving werken. De belangrijkste conclusie uit een rapport van onderzoeksbureau AStri is dat het proces van aanmelding tot en met plaatsing van cliënten per gemeente grote verschillen vertoont.

Op basis van deze uitgangspunten houdt de RWI een consultatieronde in het land. Gesprekken worden aangegaan met gemeentebestuurders, Sw-directeuren, deskundigen op het gebied van indicatiestelling en met cliënten en hun vertegenwoordigers. Doel hiervan is om de uitgangspunten te toetsen aan de praktijk, draagvlak voor wijzigingsvoorstellen te zoeken en richtingen voor het uiteindelijke advies te bespreken. De RWI hoopt het advies aan de regering voor de zomer af te kunnen ronden.

De Raad voor Werk en Inkomen is het overlegorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten voor de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over arbeidsmarktbeleid. De RWI streeft naar een duurzame verbinding van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt door middel van advies en subsidie.

---

---
Voor de redactie,