PRICEWATERHOUSECOOPERS

Financiele instellingen slecht voorbereid veranderende regels

Veel financiële instellingen slecht voorbereid op aanzienlijke veranderingen in internationale verslaggevingsregels

Een nieuwe e-briefing van PricewaterhouseCoopers en de Economist Intelligence Unit heeft uitgewezen dat directieleden nog steeds in onzekerheid verkeren over de inhoud van de IFRS-regels. Tevens weet men niet hoe omvangrijk en uiteenlopend de veranderingen zullen zijn. Dit ondanks het feit dat de meeste financiële instellingen voorstanders waren van de invoering van de International Financial Reporting Standards (IFRS),

De directieleden van 85 financiële instellingen over de hele wereld hebben in februari 2003 meegewerkt aan een online enquête. In deze enquête zijn hun meningen over IFRS geïnventariseerd en is onderzocht in hoeverre zij zijn voorbereid op de veranderingen die de nieuwe verslaggevingsregels met zich mee zullen brengen. Zon 25 directieleden van financiële dienstverleners en belangrijke brancheorganisaties zijn apart geïnterviewd.

92% van de respondenten zijn voorstanders van één set internationale verslaggevingsregels, terwijl maar 34% van hen toegeeft dat zij IFRS als hun primaire waarderingsgrondslagen zullen toepassen in 2005. Tweederde van de respondenten verwacht dat de instellingen die IFRS toepassen met een transparantere jaarverslaggeving zullen komen. De meningen van de respondenten over het belang van de toepassing van IFRS lopen echter ver uiteen. Slechts 22% van de ondervraagden gaf aan dat zij de toepassing van IFRS als een belangrijke prioriteit zien voor hun onderneming. Dit kan verklaren waarom bijna de helft van de ondervraagden, die verplicht zijn IFRS in 2005 in te voeren, hier nog aan moeten beginnen.

Arno Pouw, voorzitter van de financiële sectorgroep en partner bij PricewaterhouseCoopers in Nederland, zegt er hetvolgende over: Slechts 38% van de respondenten geeft aan dat hun instelling een goed inzicht heeft in de voorgestelde verslaggevingsregels. Dit verschilt overigens wel per regio. Het moge duidelijk zijn dat het de hoogste tijd is dat deze branche en haar aandeelhouders over de gehele wereld grondig worden geïnformeerd. In Nederland zijn de grotere financiële instellingen, ook de niet-beursgenoteerde, inmiddels bezig met een conversie naar IFRS. Bovendien zijn er projectplannen opgesteld die binnen nu en circa een jaar zullen leiden tot een conversie. Voor de middelgrote en kleinere financiële instellingen die niet beursgenoteerd zijn, lijken de regels niet van toepassing te zijn, maar wil men zich qua financiële prestaties vergelijken met de rest van de branche, dan zullen ook deze organisaties de slag naar IFRS moeten maken.

De zeer korte tijdspanne waarin deze richtlijnen moeten worden ingevoerd, laten weinig tijd voor overwegingen over, laat staan voor het nemen van maatregelen. In het bijzonder de Europese financiële instellingen die genoteerd zijn aan de beurs moeten nu actie ondernemen om te bepalen welke invloed IFRS op hun activiteiten heeft en om voorbereidingen te treffen voor de aanpassing daaraan.

De discussie heeft zich tot nu toe vooral gericht op IAS 39, de standaard voor financiële instrumenten, en de conceptstandaard voor verzekeringscontracten. Deze richtlijnen zullen o.a. van banken en verzekeringsmaatschappijen verlangen dat zij balansposten, activa en passiva, waarderen op basis van reële waarde (fair value). Deze veranderingen kunnen van grote invloed zijn bij bepaalde ondernemingen, mede gezien het feit dat het gecombineerde effect van een economische neergang, een toename in het aantal grote faillissementen, de erosie van de waarde van de aandelenportefeuille en de val van de rentetarieven de aanwezige solvabiliteit fors heeft aangetast.

PricewaterhouseCoopers heeft in dit onderzoek een aantal belangrijke attentiepunten voor de directie in deze bedrijfstak vastgesteld. De belangrijkste hiervan zijn:

Ondernemingen dienen op de hoogte te blijven van de huidige discussie omtrent IFRS, en ervoor te zorgen dat de regulerende instanties hun stem horen voordat het te laat is;

Ondernemingen dienen te onderzoeken welk effect de voorgestelde wijzigingen op de verschillende afdelingen heeft, d.w.z. van de afdeling financiën en actuariaat, tot aan personeelszaken en de IT-afdeling. Dit kan vragen om een zeer uitgebreid en tijdrovend proces;

Financiële instellingen dienen nieuwe soorten informatie te verzamelen ter rapportering ingevolge IFRS. Dit betekent een integrale aanpassing van het management-informatiesysteem tot aan de IT-afdeling. Zij dienen dit spoedig uit te voeren, omdat alle benodigde informatie ruim voor de formele start van het eerste jaarverslag onder IFRS aanwezig moet zijn;

Instellingen dienen hun interne rapporterings- en controleprocessen af te stemmen op de externe rapportering en meting, en in bepaalde landen dienen zij tevens hun fiscale planning te heroverwegen;

In het ideale geval dienen zij reeds een IFRS-boekhouding parallel te laten lopen met hun huidige boekhouding op basis van Nederlandse wetgeving en richtlijnen vóór de deadline van 2005;

Financiële dienstverleners dienen wellicht hun producten, beleggingsstrategie en risicobeheersingsbeleid aan te passen om tegemoet te komen aan de schommelende resultaten die de IFRS-vereisten kunnen veroorzaken;

Zij dienen alle betrokken partijen uitgebreid te informeren omtrent de invloed van de veranderingen, inclusief de aandeelhouders en de beleggingsanalisten. Dit is een essentiële taak voor de afdelingen Investor Relations en Public Relations. Zij moeten ervoor zorgen dat de markten zich realiseren wat de redenen van de verschuivingen in de gerapporteerde resultaten zijn.

Arno Pouw:We hebben het hier over de allergrootste veranderingen in financiële verslaggeving sinds meer dan 30 jaar. Gezien de onduidelijkheid omtrent de vorm van de definitieve IFRS, is het geen verrassing dat het onderzoek een hoge mate van onzekerheid bij de financiële instellingen uitwijst. Echter, nu de Europese financiële instellingen nog slechts twee jaar de tijd hebben, en overige delen van de wereld deze conversie naar IFRS ook hebben aangenomen, wijst dit onderzoek uit dat veel bedrijven nog heel veel te doen hebben in een korte tijd.