Gemeente Rotterdam
BELEVING EN
WAARDERING VAN HET
COLLEGE DOOR
ROTTERDAMMERS
nulmeting februari 2003
drs. R. Tromp en drs. R. van Duin
Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS)
In opdracht van het college van B&W van de gemeente Rotterdam
© Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS), maart 2003
Auteurs: Robin Tromp en René van Duin
Met medewerking van: Annemarie Reijnen, Paul van Kekem, Piet Schuller,
Najib Adraoui, Grad Koster, Cora Donker
Project: 02-1869
Prijs: 10 (zwart-wit versie)
Adres: Goudsesingel 78, 3011 KD Rotterdam
Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam
Telefoon: (010) 403 25 00
Telefax: (010) 403 25 01
E-mail: info@cos.nl
Website: www.cos.nl
2
INHOUD
Samenvatting en conclusie 5
1 Inleiding 7
1.1 Aanleiding 7
1.2 Onderzoeksvragen en opzet 7
1.3 Respons 8
1.4 Leeswijzer 9
2 Imago van het gemeentebestuur 11
2.1 Imago van het gemeentebestuur volgens Rotterdammers 11
2.2 Waardering in Nederland voor de Rotterdamse aanpak 12
3 Bekendheid van de aanpak van het gemeentebestuur 13
3.1 Bekendheid van de nieuwe aanpak 13
3.2 Bekendheid van bijeenkomsten met gemeentebestuurders 14
4 Meningen van Rotterdammers 17
4.1 Veranderingen volgens Rotterdammers 17
4.2 Mening over maatregelen in Rotterdam 18
5 Prioriteiten voor het gemeentebestuur 21
5.1 Belangrijke onderwerpen volgens Rotterdammers 21
5.2 Waardering voor de aanpak van het gemeentebestuur 22
6 Communicatie met het gemeentebestuur 25
6.1 Praten met het gemeentebestuur 25
6.2 Rotterdammers over de beste methode om met hen te communiceren 25
6.3 Informatievoorziening van de gemeente 26
Bijlagen
A. Begeleidende brief burgemeester Opstelten 29
B. Tabellen 31
3
4
Samenvatting en conclusie
Dit rapport bevat de uitkomsten van de eerste kwartaalpeiling onder 1.250 willekeurig
geselecteerde Rotterdammers van 16 jaar en ouder. In totaal werkten 564 Rotterdammers aan
het onderzoek mee: een respons van 45 procent. Het onderzoek is erop gericht inzicht te
krijgen in de beleving en waardering van het college van burgemeester en wethouders van
Rotterdam en van de aanpak. Het onderzoek kan gezien worden als nulmeting: het onderzoek
is uitgevoerd drie maanden na publicatie van het collegeprogramma en driekwart jaar na
aantreden van het nieuwe college.
De aanpak wordt gezien
Bijna twee op de drie Rotterdammers heeft op één of andere wijze iets gemerkt van de acties
van het gemeentebestuur om de stad te verbeteren. Een kwart van de Rotterdammers ziet het
om zich heen gebeuren. Eenderde van de Rotterdammers zegt weinig tot niets te merken van
de acties van het gemeentebestuur.
Er is draagvlak voor keuzes van het college
`Samenwerken aan leefbaarheid', `aandacht op scholen voor omgangsvormen' en `preventief
fouilleren' krijgen de steun van een duidelijke meerderheid van de Rotterdamse bevolking (70
tot 90 procent). Verbreding van het economisch draagvlak krijgt minder bijval: minder dan de
helft van de Rotterdammers is voorstander van de bouw van dure woningen, uitbreiding van
het aantal luxe winkels en afschaffing van de erfpacht.
De signalen: overeenstemming over prioriteiten
Het lijstje onderwerpen waaraan het gemeentebestuur volgens Rotterdammers moet werken
om de stad te verbeteren bevat vooral zaken op het gebied van leefbaarheid en veiligheid.
Meer dan de helft van de Rotterdammers heeft verwachtingen van het gemeentebestuur als
het gaat om `schoon en heel op straat', `veiliger openbaar vervoer' en `terugdringen van
overlast door verslaafden'.
Veranderingen in de stad worden opgemerkt
Bijna de helft van de Rotterdammers (46 procent) heeft het afgelopen halfjaar een belangrijke
positieve verandering waargenomen in Rotterdam, bijna eenderde (31 procent) heeft een
negatieve verandering ervaren. Met name op het gebied van veiligheid worden meer positieve
dan negatieve veranderingen genoemd. Bij het onderwerp leefbaarheid houden de positieve en
negatieve veranderingen elkaar in evenwicht.
De waardering voor de aanpak van het gemeentebestuur is matig
De waardering voor de aanpak van het gemeentebestuur varieert. Rotterdammers oordelen
overwegend positief over de aanpak van het gemeentebestuur als het gaat om een betere
bereikbaarheid van de stad en het verfraaien van de stad. Bij de meeste andere onderwerpen
die aan Rotterdammers zijn voorgelegd noemt (minimaal) de helft van de Rotterdammers de
aanpak van het gemeentebestuur matig tot slecht. Het sterkst is dat het geval bij `het
terugdringen van overlast door jongeren' (39 procent matig en 32 procent slecht). Verder
hebben veel Rotterdammers `geen mening' als het gaat om hun waardering voor de aanpak
van het gemeentebestuur op de voor hen minder belangrijke onderwerpen.
5
Praten met het gemeentebestuur: liever in de eigen omgeving
Eén op de drie Rotterdammers noemt de kans (zeer) groot dat hij of zij ingaat op een
uitnodiging van het gemeentebestuur om te komen praten over de problemen van Rotterdam
en de mogelijke oplossingen. Wanneer aan Rotterdammers gevraagd wordt om suggesties te
geven hoe het gemeentebestuur het best in gesprek kan komen met Rotterdammers volgt een
`tegenuitnodiging': bijna 60 procent van de Rotterdammers geeft het gemeentebestuur de
suggestie om in de buurt langs te komen om te luisteren naar en te praten met buurtbewoners,
gewoon op straat of in het buurthuis, het deelgemeentekantoor of de bewonersorganisatie.
Beeldvorming gemeentebestuur is diffuus
De meningen van Rotterdammers over het imago van het gemeentebestuur zijn sterk
verdeeld. Veel Rotterdammers hebben over verschillende imago-aspecten geen uitgesproken
mening. Geen enkel aspect wordt door een meerderheid van de Rotterdammers uitgesproken
positief of negatief beoordeeld. Het gemeentebestuur staat volgens Rotterdammers nog het
vaakst voor `normen en waarden' en voor het `verbeteren van de gemeentelijke
dienstverlening'. Met uitspraken dat het gemeentebestuur `doet wat burgers willen' en `grote
problemen snel aanpakt' zijn meer Rotterdammers het oneens dan eens. Verder gelooft bijna
de helft van de Rotterdammers dat het gemeentebestuur `de burgers laat opdraaien voor extra
kosten'. Ruim eenderde van de Rotterdammers denkt dat de Rotterdamse Aanpak (van de
grootstedelijke problemen) veel waardering krijgt in Nederland.
Conclusie
Dit onderzoek is uitgevoerd driekwart jaar na het aantreden van het nieuwe college en drie
maanden na publicatie van het collegeprogramma. In zo'n betrekkelijk korte periode kan veel
gebeuren: nieuwe beleidsvoornemens, concrete acties en de reactie daarop van burgers.
Mede door de grote aandacht in de media voor het gemeentebestuur en het collegeprogramma
is tweederde van de Rotterdammers bekend met de nieuwe aanpak. Ruim een kwart van de
Rotterdammers ziet "het" in zijn of haar omgeving gebeuren. Ook komt het prioriteitenlijstje
van de Rotterdammers in belangrijke mate overeen met de prioriteiten zoals het college die
heeft vastgesteld.
De ogenschijnlijke- tegenstelling die er in de onderzoeksuitkomsten zit (Rotterdammers laten
zich positiever uit over veranderingen in de stad dan over de aanpak van het
gemeentebestuur) verdient een nadere beschouwing.
Op het gebied van de communicatie met burgers lijkt voortgang te zijn geboekt. Wat betreft
acties is de voortgang minder groot. Uit de voorbeelden die burgers spontaan geven over
belangrijke veranderingen die ze in Rotterdam hebben waargenomen, blijkt dat burgers de
verantwoordelijkheid voor veranderingen (verbeteringen) meer leggen op het niveau van de
uitvoering (zoals politie en ROTEB) dan op het besluitvormingsniveau. En het nieuwe
Rotterdamse college laat zich graag afrekenen op de uitvoering.
Verder is van belang dat dit onderzoek gaat over een betrekkelijk korte periode. Bedacht moet
worden dat een andere aanpak van het gemeentebestuur pas na verloop van tijd tot een
verandering in de beeldvorming bij burgers zal leiden.
Tenslotte zal ook een rol spelen dat juist bij belangrijke prioriteiten burgers een kritischer
houding zullen aannemen ten aanzien van de voortgang: er worden resultaten geboekt, maar
er moet nog zoveel meer gebeuren...
6
1 Inleiding
Het Rotterdamse college van burgemeester en wethouders heeft het Centrum voor Onderzoek
en Statistiek (COS) gevraagd een onderzoek te doen naar de mening van Rotterdammers over
de voortgang en de waardering voor het collegebeleid en de herkenbaarheid van het college.
In januari en februari 2003 is aan 1250 Rotterdammers gevraagd een schriftelijke vragenlijst in
te vullen. De respons bedraagt 45 procent.
1.1 Aanleiding
In het collegeprogramma 2002-2006 `Het nieuwe elan van Rotterdam ... en zo gaan we dat
doen' staat het voornemen voor regelmatig opinieonderzoek. Het college wil dat de resultaten
van de aanpak, gepresenteerd in het collegeprogramma, voor iedereen zichtbaar zijn. Verder is
voor het gemeentebestuur van groot belang dat Rotterdammers aan kunnen geven wat zij van
de aanpak vinden en of zij van mening zijn dat het gemeentebestuur op de goede weg is.
Het doel van het opinieonderzoek is informatie verzamelen over de voortgang van het
collegebeleid, de waardering voor het collegebeleid en de herkenbaarheid van het college in de
beleving van Rotterdammers. Het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) is gevraagd
uitvoering te geven aan een representatief en kwantitatief onderzoek, dat eens per kwartaal
wordt gehouden.
1.2 Onderzoeksvragen en opzet
De onderzoeksvragen zijn:
· In welke mate ervaren Rotterdammers dat het college de stad met nieuw elan bestuurt?
(de aanpak)
· In welke mate ervaren Rotterdammers dat er voor vijf beleidsterreinen maatregelen worden
getroffen om de stad te verbeteren? (de uitvoering)
· In welke mate signaleren Rotterdammers andere grootstedelijke problemen of kwesties die
om beleidsaandacht vragen? (de signaalfunctie)
Om te komen tot een representatief en kwantitatief inzicht in de mening van de Rotterdamse
bevolking van 16 jaar en ouder is de voorkeur gegeven aan een schriftelijke enquête. De
enquête is eind januari met een begeleidende brief van burgemeester Opstelten (bijlage B)
toegezonden aan een bruto steekproef van 1250 personen uit het personenbestand (GBA). De
benaderde personen hebben de mogelijkheid gekregen de enquête op internet in te vullen.
Met behulp van twee rappelbrieven is geprobeerd het aantal teruggestuurde enquêtes te
verhogen. Via de media is na verzending van de rappelbrief bekendheid gegeven aan het
onderzoek. Bij slecht responderende bevolkingsgroepen zijn enquêtes door enquêteurs uit de
eigen bevolkingsgroep opgehaald en is indien gewenst hulp geboden bij het invullen. Onder de
inzenders van een ingevulde vragenlijst zijn cadeaubonnen uitgereikt.
De vragenlijst is opgesteld in samenwerking met de vijfsterrenclub waarin communicatie-
medewerkers van de gemeentelijke diensten die het meest betrokken zijn bij de
7
collegeprioriteiten (Programmabureau Veilig, dS+V, DSO, OBR, SoZaWe) zijn vertegenwoor-
digd.
1.3 Respons
In totaal werkten 564 Rotterdammers van 16 jaar en ouder mee aan het onderzoek. Op basis
van dit aantal kunnen responspercentages worden bepaald. De respons bedraagt 45 procent
voor de totale steekproef van 1250 personen.
Figuur 1.1 Responsoverzicht
aantal in %
Verstuurde enquêtes 1250 100%
Totaal geretourneerd 564 45%
Waarvan:
Per post 502 89%
Via enquêteurs SSNT 53 9%
Via internet 9 2%
In hoeverre de steekproef een afspiegeling vormt van de Rotterdamse bevolking van 16 jaar en
ouder, is vast te stellen door de onderzoeksgroep en de bevolking op een aantal
achtergrondvariabelen met elkaar te vergelijken. In de onderstaande tabel is dit gedaan voor
geslacht, leeftijd, woongebied en etniciteit.
Figuur 1.2 Samenstelling responsgroep versus Rotterdamse bevolking
Responsgroep Bevolking Rotterdam
Voor Na
correctie correctie
Geslacht
Man 49% 49% 49%
Vrouw 51% 51% 51%
Leeftijd
16-35 Jaar 25% 36% 36%
35-55 jaar 34% 34% 34%
55 en ouder 41% 30% 30%
Woongebied
Linker Maasoever 39% 38% 40%
Rechter Maasoever 61% 62% 60%
Etniciteit 1
Autochtoon 58% 58% 61%
Allochtoon 42% 42% 39%
Uit de tabel blijkt dat de jongeren in de steekproef zijn ondervertegenwoordigd. Om uitspraken
te kunnen doen die representatief zijn voor de gehele Rotterdamse bevolking van 16 jaar en
1 Etniciteit volgens de BiZa definitie. Autochtoon: persoon zelf en vader en moeder zijn in Nederland geboren.
Allochtoon: persoon zelf en/of vader en/of moeder is buiten Nederland geboren.
---
ouder is herwogen naar leeftijd. De overige achtergrondvariabelen komen goed overeen met
de percentages van de Rotterdamse bevolking.
De meest betrouwbare gegevens over het opleidingsniveau van de Rotterdamse bevolking en
over de dagelijkse hoofdbezigheid zijn gebaseerd op de jaarlijkse Omnibusenquête van het
COS. Vergelijking van die gegevens met de groep respondenten in deze eerste kwartaalpeiling
levert geen grote verschillen op. Iets minder dan de helft (46 procent) heeft een opleiding tot en
met mavo-niveau. Bijna de helft (48 procent) heeft een opleiding op MBO-niveau of hoger.
Op de vraag welke situatie op hen het meest van toepassing is, antwoordt de helft van de
respondenten dat ze werkzaam zijn: 47 procent in loondienst en 4 procent als zelfstandige. 15
procent noemt zichzelf huisvrouw of huisman en 14 procent is gepensioneerd.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het imago van het gemeentebestuur. Hoofdstuk 3 behandelt
de herkenbaarheid van de nieuwe aanpak van het gemeentebestuur. Hoe de Rotterdammers
de aanpak ervaren, wordt beschreven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden de prioriteiten
gepresenteerd die Rotterdammers stellen. Tevens wordt een vergelijking gemaakt met de
waardering voor de uitvoering van die prioriteiten door het gemeentebestuur. Of en op welke
wijze Rotterdammers willen communiceren met het gemeentebestuur wordt beschreven in
hoofdstuk 6.
Bij alle gestelde vragen is nagegaan of er verschillen zijn tussen antwoorden van jongeren en
ouderen, autochtonen en allochtonen en lager opgeleiden (tot en met MAVO) en hoger
opgeleiden (MBO en hoger). Alleen significante verschillen staan in de tekst vermeld.
9
10
2 Imago van het gemeentebestuur
Het imago van het gemeentebestuur is het onderwerp van dit hoofdstuk. Niet alleen is aan de
Rotterdammers een aantal uitspraken voorgelegd over het imago van het gemeentebestuur,
maar ook is gevraagd of naar hun idee de Rotterdamse aanpak in Nederland positief wordt
gewaardeerd. De diverse imago-aspecten zijn ontleend aan het communicatieplan, dat door de
Bestuursdienst is opgesteld op basis van het collegeprogramma.
2.1 Imago van het gemeentebestuur volgens Rotterdammers
Meningen over imago gemeentebestuur zijn verdeeld
Volgens Rotterdammers staat het gemeentebestuur het meest voor waarden en normen en het
verbeteren van gemeentelijke dienstverlening. Opvallend is dat geen enkel imago-aspect door
een meerderheid van de Rotterdammers positief of negatief wordt beoordeeld. Aspecten die
vaak negatief worden gewaardeerd zijn het `aanpakken van grote problemen', het `laten op-
draaien van burgers voor extra kosten' en `datgene doen wat burgers willen'. Over veel aspec-
ten neemt de helft van de Rotterdammers een neutrale positie in. Voorbeelden hiervan zijn het
`tonen van daadkracht', `doen wat men zegt' en het `afschaffen van overbodige regels'.
Figuur 2.1 Hoe kijkt u tegen het gemeentebestuur van Rotterdam aan?
Staan voor de waarden en normen
Verbeteren de gemeentelijke dienstverlening
Nemen burgers serieus
Weten wat er leeft in de stad
Leggen goed uit wat ze aanpakken en waarom
Tonen daadkracht
Stellen duidelijke grenzen
Werken samen met burgers
Spreken de burgers aan op hun verantwoordelijkheden
Pakken grote problemen snel aan
Gedogen weinig overtredingen van de regels
Zorgen voor begrip en respect tussen burgers
Doen wat ze zeggen
Schaffen overbodige gemeentelijke regels af
Laten burgers niet opdraaien voor extra kosten
Doen wat burgers willen
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100
---
(zeer) eens neutraal/geen antwoord (zeer) oneens
---
Leeftijd
Rotterdammers tot 55 jaar zijn het vaker oneens met de uitspraak dat het gemeentebestuur
grote problemen snel aanpakt. 55-plussers hebben vaker geen mening over de kennis van het
gemeentebestuur over wat er leeft in de stad. Jongeren hebben vaker geen mening over het
imago van het gemeentebestuur als het gaat om het gedogen van overtredingen van regels.
Etniciteit
Allochtonen zijn vaker van mening dat het gemeentebestuur overbodige regels afschaft.
Autochtonen zijn vaker van mening dat het gemeentebestuur overtredingen van de regels ge-
doogt.
Opleiding
Lager opgeleiden vinden vaker dat het gemeentebestuur burgers aanspreekt op hun
verantwoordelijkheden en antwoorden vaker neutraal over het aspect `staan voor normen en
waarden'. Hoger opgeleiden vinden vaker dat het gemeentebestuur overtredingen van de re-
gels gedoogt en zijn het vaker oneens met de uitspraak dat het gemeentebestuur voor begrip
en respect tussen burgers zorgt.
2.2 Waardering in Nederland voor de Rotterdamse aanpak
39 procent van de Rotterdammers denkt dat de Rotterdamse aanpak veel waardering
krijgt in Nederland
Bijna de helft van de Rotterdammers heeft geen uitgesproken mening over de waardering voor
de Rotterdamse aanpak in Nederland. Twee op de vijf Rotterdammers (39%) is het eens met
de uitspraak dat de Rotterdamse aanpak veel waardering krijgt in Nederland. Dat is een gro-
tere groep dan de groep die zegt het oneens te zijn met de uitspraak (12%).
Figuur 2.2 De Rotterdamse aanpak krijgt veel waardering in Nederland
(zeer)
oneens (zeer) eens
12% 39%
neutraal
/geen
antwoord
49%
Ouderen denken vaker dat de Rotterdamse aanpak van problemen veel waardering krijgt in
Nederland. Bijna de helft (48 procent) van de Rotterdamse 55+-ers is het met deze uitspraak
eens. Van Rotterdammers in de leeftijdsgroep van 16 tot 35 jaar denkt 30 procent dat de Rot-
terdamse aanpak in Nederland veel waardering krijgt.
12
3 Bekendheid van de aanpak van het gemeentebestuur
Sinds het verschijnen van het collegeprogramma in september 2002, is er in de regionale en
landelijke media veel gesproken en geschreven over de `Rotterdamse aanpak'. Dit hoofdstuk
behandelt de bekendheid van Rotterdammers met deze aanpak en de wijze waarop zij zich
daarover hebben geïnformeerd. Verder hebben Rotterdammers aan kunnen geven welke
bijeenkomsten met gemeentebestuurders men kent.
3.1 Bekendheid van de nieuwe aanpak
Tweederde van alle Rotterdammers is bekend met de plannen van het gemeentebestuur
Eenderde zegt weinig tot niets te merken van de acties van het gemeentebestuur om de stad
te verbeteren. Daar staat tegenover dat twee op de drie Rotterdammers zegt wel degelijk iets
te merken van de acties van het gemeentebestuur. Iets meer dan een kwart van de
Rotterdammers `ziet het om zich heen gebeuren'. De Rotterdammers die iets merken van de
nieuwe aanpak zijn het vaakst aan informatie gekomen via de media. Internet en vrienden,
familie en buren blijken minder vaak een bron van informatie.
Figuur 3.1 Merkt u iets van de acties van het gemeentebestuur om de stad te verbeteren?
Ja, gelezen in de krant, 28%
huis-aan-huisblad enz.
Nee, weing tot
niets Ja, gezien en gehoord 27%
34% op televisie en radio
Ja, ik zie het om me 26%
heen gebeuren
Ja, gehoord van buren,
Ja 7%
vrienden, familie enz.
66%
Ja, gelezen op internet 1%
Anders 5%
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%
Als we de resultaten vergelijken naar leeftijd, etniciteit en opleiding dan valt een volgende op:
· Ouderen (55+) hebben vaker dan jongeren (16-35 jaar) iets gemerkt van de acties van het
gemeentebestuur. Ouderen vernamen vaker iets van de acties van het gemeentebestuur
via de krant of het huis-aan-huisblad.
· Autochtonen hebben vaker dan allochtonen iets van de acties van het gemeentebestuur
vernomen via krant of huis-aan-huisblad. Allochtonen zeggen vaker iets van de acties te
merken omdat men het om zich heen ziet gebeuren.
13
3.2 Bekendheid van bijeenkomsten met gemeentebestuurders
44 procent van de Rotterdammers heeft wel eens gehoord van de `Wekelijkse stamtafel
TV Rijnmond'
In het communicatieplan worden verschillende interactiemogelijkheden genoemd om burgers
bij het beleid te betrekken. De `Wekelijkse stamtafel' van TV-Rijnmond is de bekendste
bijeenkomst met gemeentebestuurders. Bijna de helft van de Rotterdammers heeft wel eens
gehoord van deze uitzending.1 Ruim een kwart heeft wel eens gehoord van wijkbezoeken van
wethouders. Eén op de vijf is op de hoogte van het bestaan van inspraakbijeenkomsten, het
referendum, eten bij de burgemeester en spreekuren van wethouders. Vrijwel onbekend zijn de
`dag van de dialoog', het stadsdebat op internet, chatten met wethouders en
verantwoordingsdag.
Figuur 3.2 Over welke bijeenkomsten met gemeentebestuurders heeft u wel eens gehoord of
gelezen?
Wekelijkse stamtafel TV-Rijnmond 44%
Wijkbezoek van een wethouder 28%
Inspraakbijeenkomsten 23%
Referendum 21%
Eten bij de burgemeester 20%
Spreekuur van een wethouder 19%
Dag van de dialoog 6%
Stadsdebat op internet 5%
Chatten met een wethouder 5%
Verantwoordingsdag 1%
0% 10% 20% 30% 40% 50%
De bekendheid van verschillende bijeenkomsten van bestuurders varieert met leeftijd, etniciteit
en opleiding.
Leeftijd
Jongeren (16-35 jaar) zijn vaker bekend met:
· referenda
· wekelijks gesprek op TV-Rijnmond
Ouderen (55+) zijn vaker op de hoogte van:
· Inspraakbijeenkomsten
· eten bij de burgemeester
1 Gezien het feit dat de Wekelijkse Stamtafel nog niet bestaat doelen Rotterdammers waarschijnlijk op andere
programma's zoals Studio R.
14
· wijkbezoeken van wethouders
Etniciteit
Autochtonen zijn bekender met:
· wijkbezoeken van wethouders
· inspraakbijeenkomsten
· eten bij de burgemeester
· spreekuur van wethouders
Allochtonen noemen vaker:
· wekelijks gesprek op TV-Rijnmond
Opleiding
Hoog opgeleiden hebben vaker kennis van:
· spreekuren van wethouders
· inspraakbijeenkomsten
· referenda
Laag opgeleiden zijn vaker op de hoogte van:
· wekelijks gesprek TV-Rijnmond
15
16
4 Meningen van Rotterdammers
Dit hoofdstuk is gewijd aan ervaringen van Rotterdammers in het afgelopen half jaar en de
mening over enkele maatregelen van het gemeentebestuur. In een open vraag hebben
Rotterdammers aan kunnen geven of zij positieve of negatieve veranderingen hebben ervaren
en welke ervaringen dat zijn geweest. Paragraaf 4.2 behandelt de mening van Rotterdammers
over enkele maatregelen en effecten van maatregelen van het gemeentebestuur.
4.1 Veranderingen volgens Rotterdammers
In de vragenlijst "En ... hoe gaat het met Rotterdam" zijn belangrijke onderdelen van het
gemeentelijk beleid in vraagvorm aan burgers voorgelegd, meestal met voorgecodeerde
antwoordmogelijkheden. Het gaat vaak om `grote' thema's: de veiligheid rond het Centraal
Station en in het openbaar vervoer, de overlast van verslaafden, etcetera.
Bij de open vraag " Wat is voor u zelf een belangrijke verandering in Rotterdam in het
afgelopen half jaar?" hebben Rotterdammers in hun eigen woorden aan kunnen geven welke
belangrijke verandering zij de afgelopen zes maanden in Rotterdam hebben waargenomen.
Daarbij konden zij aangeven of het een positieve of een negatieve verandering betreft.
Bijna de helft van de Rotterdammers ervaart een positieve verandering
Uitgaande van de totale groep respondenten (n=564) noemt bijna de helft van de
Rotterdammers (46 procent) een positieve verandering, 31 procent noemt een negatieve
verandering. Bijna een kwart (23 procent) heeft de vraag niet beantwoord.
Tweederde van de Rotterdammers heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in eigen
bewoordingen een belangrijke verandering te beschrijven. Soms gaat het om `grote, stedelijke
veranderingen', maar vaker om kleine veranderingen dicht bij huis zoals de straat die vaker
geveegd wordt. De meeste reacties zijn te herleiden tot één van de collegeprioriteiten (inclusief
het thema `leefbaarheid'). Uit de summiere toelichting die Rotterdammers geven blijkt dat het
ongeveer even vaak gaat om een zichtbare maatregel als om het effect (van een maatregel).
De meeste veranderingen die zijn genoemd gaan over veiligheid en leefbaarheid
Het vaakst genoemd zijn veranderingen met betrekking tot de veiligheid (29 procent) zoals
blauw op straat, toezicht in het openbaar vervoer en preventief fouilleren. Veranderingen met
betrekking tot leefbaarheid worden door 14 procent van de Rotterdammers genoemd.
Veranderingen die te maken hebben met de andere collegeprioriteiten huisvesting, inburgeren,
economie en onderwijs en jeugd worden slechts incidenteel (door maximaal 3 procent van de
Rotterdammers) genoemd.
17
Figuur 4.1 Aantal respondenten dat een belangrijke positieve of negatieve verandering noemt
Veiligheid
Leefbaarheid
Huisvesting
Inburgeren
Economie
Onderwijs en jeugd
Overige verandering
Op het gebied van veiligheid ervaren Rotterdammers vaker positieve veranderingen
Van de Rotterdammers die een belangrijke verandering op het gebied van veiligheid noemen
spreekt tweederde van een positieve verandering en eenderde van een negatieve verandering.
Bij de veranderingen op het gebied van leefbaarheid gaat het ongeveer even vaak om
positieve als om negatieve veranderingen.
De categorie "overige veranderingen" bevat 17 procent van alle veranderingen die genoemd
zijn. Regelmatig terugkerend in de spontane antwoorden1 zijn de veranderde samenstelling van
de gemeenteraad c.q. de veranderde bestuurscultuur, het openbaar vervoer (variërend van de
nieuwe metrolijn tot het opheffen van bushaltes) en het parkeerbeleid. Te overwegen is om
over één of meer van deze onderwerpen in de volgende kwartaalpeiling een stelling op te
nemen.
4.2 Mening over maatregelen in Rotterdam
Samenwerken aan leefbaarheid en aandacht op scholen voor omgangsvormen zijn
belangrijk
Negen op de tien Rotterdammers is het eens met de uitspraak dat in meer straten bewoners en
gemeente samen moeten werken aan de leefbaarheid. Verder vindt een ruime meerderheid
(81 procent) dat scholen meer aandacht moeten besteden aan omgangsvormen van leerlingen.
Driekwart van de Rotterdammers is het eens met de uitspraak dat preventief fouilleren de
veiligheid op straat verhoogt. Van het belang van het afschaffen van de erfpacht, het realiseren
van luxe winkels en het bouwen van dure woningen zijn veel minder Rotterdammers overtuigd.
1 Minimaal 10 keer genoemd
18
Het blijkt dat uitspraken die gaan over effecten van maatregelen minder positieve reacties
onder de Rotterdammers opleveren. Gevraagd naar de kwaliteit van onderhoud van
schoolgebouwen is een kwart van de Rotterdammers positief. Een ongeveer even grote groep
Rotterdammers is niet te spreken over het onderhoud. Over rondhangende jongeren op straat
en omgang van autochtone Rotterdammers met allochtone Rotterdammers is een grotere
groep negatief dan positief.
Figuur 4.2 In hoeverre bent u het (on)eens met de volgende uitspraken over Rotterdam?
In meer straten moeten bewoners en gemeente
samenwerken aan de leefbaarheid
Scholen moeten meer aandacht besteden aan de
omgangsvormen van leerlingen
Preventief fouilleren verhoogt de veiligheid op straat
Als de erfpacht is afgeschaft, willen meer mensen een
huis kopen
Meer luxe winkels zijn goed voor de Rotterdamse
economie
De schoolgebouwen zien er goed onderhouden uit
Er hangen steeds minder vaak jongeren op straat rond,
die eigenlijk op school horen te zitten
Het is belangrijk dat er meer dure woningen in Rotterdam
worden gebouwd
Het gaat steeds vaker goed tussen allochtone en
autochtone Rotterdammers
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100
---
(zeer) eens neutraal/geen antwoord (zeer) oneens
Over de uitspraken wordt door groepen Rotterdammers verschillend geoordeeld:
Leeftijd
Ouderen (55+) zijn het vaker eens met de uitspraken:
· preventief fouilleren verhoogt de veiligheid op straat
· scholen moeten leerlingen meer omgangsvormen bijbrengen
Etniciteit
Autochtonen zijn het vaker eens met uitspraken die gaan over de volgende maatregelen:
· preventief fouilleren verhoogt de veiligheid op straat
19
· het is belangrijk dat er dure woningen in Rotterdam worden gebouwd
· meer luxe winkels zijn goed voor de Rotterdamse economie
Allochtonen zijn het vaker eens met uitspraken die gaan over belevingsaspecten:
· het gaat steeds vaker goed tussen allochtone en autochtone Rotterdammers
· er hangen steeds minder vaak jongeren op straat rond, die eigenlijk op school horen te
zitten
· de schoolgebouwen zien er goed onderhouden uit
Opleiding
Hoog opgeleiden zijn het vaker eens met de uitspraken:
· als de erfpacht is afgeschaft, willen meer mensen een huis kopen
· het is belangrijk dat er dure woningen in Rotterdam worden gebouwd
· meer luxe winkels zijn goed voor de Rotterdamse economie
20
5 Prioriteiten voor het gemeentebestuur
Aan de Rotterdammers is de vraag gesteld wat de belangrijkste onderwerpen zijn waaraan het
gemeentebestuur zou moeten werken om de stad te verbeteren. In dit hoofdstuk worden de
gestelde prioriteiten van de burgers behandeld en vergeleken met de waardering voor de wijze
waarop het gemeentebestuur de problemen aanpakt. Bij de beschrijving wordt een
onderscheid gemaakt naar de vijf, in het collegeprogramma benoemde, prioriteiten van beleid:
veiligheid, huisvesting, onderwijs en jeugd, economie en inburgeren.
5.1 Belangrijke onderwerpen volgens Rotterdammers
Leefbaarheid en veiligheid verreweg het belangrijkste
Onderwerpen die te maken hebben met leefbaarheid en veiligheid van Rotterdam zijn het
meest genoemd als prioriteit waar het gemeentebestuur aan moet werken. Onderstaande
figuur geeft een overzicht van de beleidsprioriteiten van Rotterdammers.
Figuur 5.1 Wat zijn de belangrijkste onderwerpen waaraan het gemeentebestuur moet werken
om de stad te verbeteren?
VEILIGHEID EN LEEFBAARHEID Veiligheid en leefbaarheid
schoon en heel op straat 59%
veiliger openbaar vervoer 54%
terugdringen van overlast door verslaafden 51%
terugdringen van overlast door jongeren 47%
veiligheid rondom Centraal Station 35%
verfraaien van de stad 14%
HUISVESTING Huisvesting
terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties 38%
gevarieerd woningaanbod 26%
INBURGEREN Inburgeren
onderwijs voor kinderen en ouders met taalproblemen 29%
bestrijden van achterstand van immigranten 20%
verantwoordelijkheden geven aan burgers 12%
ECONOMIE Economie
meer werkgelegenheid 24%
goed ondernemersklimaat 16%
betere bereikbaarheid van de stad 7%
ONDERWIJS EN JEUGD Onderwijs en jeugd
bevorderen van sport en recreatie door jongeren 19%
terugdringen van schoolverzuim 15%
anders 9%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
21
De zes onderwerpen die het vaakst genoemd zijn hebben te maken met het thema
leefbaarheid en veiligheid. Schoon en heel op straat wordt het belangrijkst gevonden en blijkt
door 59 procent van de Rotterdammers als aandachtspunt te zijn genoemd. Ook een veiliger
openbaar vervoer en het terugdringen van overlast door verslaafden zijn voor meer dan de
helft van de Rotterdammers onderwerpen waar het gemeentebestuur aan moet werken. Het
terugdringen van overlast door jongeren is door bijna de helft genoemd. Het minst belangrijk
vinden Rotterdammers het beter bereikbaar maken van de stad en verantwoordelijkheden
geven aan burgers. Ongeveer één op de tien vindt dat het gemeentebestuur aan één van deze
onderwerpen moet werken om de stad te verbeteren.
Verschillen tussen achtergrondkenmerken:
Leeftijd
· Veiligheid in het openbaar vervoer en het terugdringen van illegale en onveilige
woonsituaties worden vaker een belangrijk onderwerp voor het gemeentebestuur genoemd
naarmate men ouder is.
· Jongeren pleiten vaker voor een gevarieerd woningaanbod.
· Schoon en heel en het aanpakken van overlast door jongeren wordt door alle
leeftijdsgroepen zeer belangrijk gevonden.
Etniciteit
· Autochtonen vinden het belangrijker dat prioriteit wordt gegeven aan veiliger openbaar
vervoer, het terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties en het terugdringen van
overlast door jongeren.
· Allochtonen zijn vaker van mening dat er voldoende aandacht moet zijn voor een
gevarieerd woningaanbod, onderwijs voor kinderen en ouders met taalproblemen en meer
werkgelegenheid.
Opleiding
· Hoog opgeleiden vinden het belangrijker dat er aandacht is voor een goed
ondernemersklimaat.
· Laag opgeleiden geven meer prioriteit aan een gevarieerd woningaanbod.
5.2 Waardering voor de aanpak van het gemeentebestuur
Gemeentebestuur scoort goed op onderwerpen die minder belangrijk worden gevonden
De vergelijking tussen de waardering voor de aanpak van het gemeentebestuur en de
prioriteiten van Rotterdammers levert interessante informatie op. Over de aanpak van
veiligheid en leefbaarheid hebben bijna alle Rotterdammers een mening. Over de onderwerpen
inburgeren en onderwijs en jeugd hebben veel minder Rotterdammers een mening.
Opvallend is dat Rotterdammers de aanpak van de bereikbaarheid van de stad en het
verfraaien van de stad het vaakst positief waarderen, maar dat deze twee onderwerpen in de
ogen van Rotterdammers niet de belangrijkste prioriteiten voor het gemeentebestuur zijn.
Rotterdammers hebben een minder positief beeld over de aanpak van de onderwerpen die zij
in groten getale belangrijk vinden, zoals leefbaarheid en veiligheid.
22
Figuur 5.2 Waardering van de aanpak van het gemeentebestuur (volgorde als bij figuur 5.1)1
Analyse per beleidsprioriteit
Veiligheid en leefbaarheid
Het gemeentebestuur doet het in de ogen van de Rotterdammers op het thema veiligheid en
leefbaarheid vooral goed als het gaat om het verfraaien van de stad. 43 procent geeft daarvoor
een voldoende of hoger. Een meerderheid is echter minder te spreken over alle andere
1
In de figuur worden alleen Rotterdammers met een mening weergegeven. Hoe langer de balk bij het onderwerp is,
hoe meer Rotterdammers een mening gaven over het desbetreffende onderwerp. Ter illustratie: over de aanpak van
schoon en heel op straat heeft 5 procent van de Rotterdammers geen mening, over het terugdringen van
schoolverzuim heeft 43 procent van de Rotterdammers geen mening. Zie verder bijlage B.
23
aspecten. Gevraagd naar een oordeel over het terugdringen van overlast door verslaafden, de
veiligheid rondom het Centraal Station en het terugdringen van overlast door jongeren vindt
eenderde van de Rotterdammers de aanpak van het gemeentebestuur slecht.
Over de aanpak van veiligheid en leefbaarheid zijn allochtonen positiever dan autochtonen.
Voor de vier belangrijkste aspecten van veiligheid en leefbaarheid (volgens de Rotterdammers)
geven allochtonen voor de aanpak van het gemeentebestuur vaker een voldoende of goed.
Over de aanpak van de (on)veiligheid in het openbaar vervoer en het terugdringen van overlast
door verslaafden oordelen de Rotterdammers van 16 tot 35 jaar positiever dan de 55+-ers.
Huisvesting
Een meerderheid geeft een matige of slechte beoordeling voor de aanpak van de variatie van
het woningaanbod en het terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties. De
Rotterdammers oordelen negatiever over de aanpak van illegale woonsituaties dan over de
variatie van het woningaanbod.
Zowel allochtonen, lager opgeleiden als jongeren hebben vaker een negatieve mening over de
aanpak van het gemeentebestuur voor een gevarieerd woningaanbod. Als het gaat om het
terugdringen van onveilige woonsituaties dan valt op dat autochtonen vaker vinden dat het
gemeentebestuur in gebreke blijft dan allochtonen.
Inburgeren
Bijna de helft van de Rotterdammers is nog niet overtuigd van het succes van de aanpak van
inburgering. Ongeveer een kwart van de Rotterdammers geeft een voldoende of hoger als het
gaat om het geven van verantwoordelijkheden aan burgers en het aanbieden van onderwijs
aan kinderen en ouders met taalproblemen.
Over de aanpak voor het bestrijden van achterstand van immigranten en onderwijs voor
kinderen en ouders met taalproblemen hebben autochtonen vaker geen mening of geven geen
antwoord. Hoog opgeleiden hebben vaker geen mening over onderwijs voor kinderen en
ouders met taalproblemen.
Economie
Een meerderheid van de Rotterdammers is te spreken over de aanpak van het bereikbaar
maken van de stad. Bijna één op de drie geeft een voldoende of hoger voor het creëren van
een goed ondernemersklimaat. Ten aanzien van de werkgelegenheid oordeelt een
meerderheid van de Rotterdammers negatief (matig of slecht) over de aanpak van het
gemeentebestuur.
Laag opgeleiden en allochtonen oordelen negatiever over de aanpak van het gemeentebestuur
als het gaat om het creëren van meer werkgelegenheid dan respectievelijk hoog opgeleiden en
autochtonen. Jongeren en ouderen zijn positiever over de aanpak voor een betere
bereikbaarheid van de stad dan Rotterdammers van middelbare leeftijd.
Onderwijs en jeugd
Eén op de drie Rotterdammers geeft een voldoende of hoger voor de aanpak van het
bevorderen van sport en recreatie door jongeren. Twee op de vijf Rotterdammers geeft het
terugdringen van schoolverzuim een onvoldoende.
Het blijkt dat autochtonen en jongeren en ouderen vaker geen antwoord geven of geen mening
hebben over beide onderwerpen dan respectievelijk allochtonen en Rotterdammers van
middelbare leeftijd.
24
6 Communicatie met het gemeentebestuur
Het Rotterdamse gemeentebestuur hecht grote waarde aan een betere communicatie met de
Rotterdammers. Zij vraagt burgers en bedrijven actief deel te nemen in het totstandkomen van
het beleid. Dit hoofdstuk schenkt aandacht aan de mate waarin Rotterdammers bereid zijn mee
te denken over de problemen van Rotterdam en de mogelijke oplossingen. Verder wordt
behandeld welke wijze van communiceren voor Rotterdammers de voorkeur heeft.
6.1 Praten met het gemeentebestuur
Eenderde wil ingaan op een uitnodiging van het gemeentebestuur om te komen praten
Eén op de drie Rotterdammers acht de kans groot dat ze ingaan op een uitnodiging van het
gemeentebestuur om te komen praten over de problemen van Rotterdam en de mogelijke
oplossingen. Bijna de helft noemt de kans om in te gaan op een uitnodiging klein tot zeer klein.
Eén op de vijf (19 procent) is helemaal niet geïnteresseerd om met het gemeentebestuur over
de problemen in Rotterdam te praten.
Figuur 6.1 Hoe groot is de kans dat u ingaat op een uitnodiging van het gemeentebestuur om
te komen praten over de problemen van Rotterdam en de mogelijke oplossingen?
geen antwoord (zeer) groot
niet 3% 32%
19%
(zeer) klein
46%
Het blijkt dat Rotterdammers tot 55 jaar de kans groter achten dat zij ingaan op een uitnodiging
van het gemeentebestuur dan Rotterdammers van 55 jaar en ouder. Ook zijn hoger opgeleiden
en autochtonen eerder van plan om in te gaan op een uitnodiging om te komen praten.
6.2 Rotterdammers over de beste methode om met hen te communiceren
Nadat aan de Rotterdammers de vraag was gesteld hoe groot de kans is "... dat u ingaat op
een uitnodiging van het gemeentebestuur om te komen praten over de problemen van
Rotterdam en de mogelijke oplossingen" is hen de mogelijkheid geboden te beschrijven hoe
het gemeentebestuur het beste in gesprek kan komen met Rotterdammers.
25
Bezoek aan burgers en buurtinstellingen meest genoemde suggestie
Bijna tweederde van de respondenten heeft een suggestie gegeven hoe het gemeentebestuur
in gesprek kan komen met Rotterdammers. De meest genoemde suggestie is een reactie op
de voorafgaande vraag of burgers bereid waren naar het gemeentebestuur toe te komen. Meer
dan eenderde van de suggesties van Rotterdammers bestaat uit een beroep op het
gemeentebestuur om bij hen in de buurt langs te komen om met buurtbewoners te praten. Ook
het langskomen bij instellingen in de buurt/deelgemeente wordt vaak genoemd. Een andere
veelgehoorde suggestie is niet zozeer plaatsgebonden, maar heeft te maken met de houding
van bestuurders: luisteren naar c.q. open staan voor burgers. Voorts zijn nog praktische tips
gegeven hoe het contact tot stand kan komen (telefonisch uitnodigen, aankondigingen in huis-
aan-huis bladen) en geeft een aantal Rotterdammers de suggestie meer gebruik te maken van
enquêtes en onderzoek.
Figuur 6.2 Hoe kan het gemeentebestuur het beste in gesprek komen met Rotterdammers?
bezoek aan burgers
bezoek buurtinstellingen
luisteren/open staan
hulpmiddelen/media
enquêtes/onderzoek
0% 10% 20% 30% 40%
6.3 Informatievoorziening van de gemeente
Meerderheid van de Rotterdammers tevreden over gemeentelijke informatievoorziening
Drie op de vijf Rotterdammers vindt dat er voldoende plaatsen zijn waar burgers gemeentelijke
informatie kunnen krijgen. 14 procent is het met deze uitspraak oneens en ruim een kwart gaf
een neutraal antwoord.
Figuur 6.3 Er zijn in Rotterdam voldoende plaatsen waar burgers gemeentelijke informatie
kunnen krijgen
(zeer)
oneens
14%
(zeer) eens
neutraal 59%
/geen
antwoord
27%
26
Bijlagen
A) Begeleidende brief burgemeester Opstelten
B) Tabellen
27
28
A. Begeleidende brief burgemeester Opstelten
29
30
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Merkt u iets van de acties van het gemeentebestuur om de stad te verbeteren? ja, ik zie het om me heen gebeuren 27% 24% 27% 22% 29% 23% 30% 26% ja, gehoord van buren, vrienden, familie enz. 7% 5% 8% 9% 4% 5% 9% 7% ja, gelezen in krant, huis-aan-huisblad enz. 18% 25% 42% 27% 28% 31% 22% 28% ja, gezien en gehoord op televisie en radio 26% 24% 31% 28% 27% 25% 29% 27% ja, gelezen op internet 1% 1% 2% 1% 2% 1% 2% 1% nee, weinig tot niets 42% 36% 23% 34% 35% 37% 31% 34% anders, namelijk 2% 7% 6% 3% 7% 7% 2% 5% geen antwoord 4% 6% 6% 7% 4% 4% 7% 5% Percentage antwoorden (meer antwoorden mogelijk) 129% 129% 144% 130% 136% 134% 132% 133% Er hangen steeds minder vaak jongeren op straat rond, die eigenlijk op school horen te zitten. (zeer) eens 26% 19% 26% 27% 22% 17% 33% 24% neutraal 32% 39% 34% 31% 39% 39% 30% 35% (zeer) oneens 39% 39% 31% 36% 38% 40% 32% 37% geen antwoord 3% 3% 8% 6% 2% 4% 5% 4% Preventief fouilleren verhoogt de veiligheid op straat. (zeer) eens 64% 75% 84% 73% 73% 84% 58% 73% neutraal 14% 8% 7% 10% 10% 7% 14% 10% (zeer) oneens 20% 16% 5% 13% 16% 7% 24% 14% geen antwoord 1% 2% 5% 4% 1% 1% 4% 2% Als de erfpacht is afgeschaft, willen meer mensen een huis kopen. (zeer) eens 43% 51% 39% 35% 52% 44% 46% 45% neutraal 39% 37% 45% 46% 37% 44% 34% 40% (zeer) oneens 14% 10% 10% 13% 10% 10% 14% 11% geen antwoord 4% 2% 6% 6% 2% 3% 5% 4% Scholen moeten leerlingen meer omgangsvormen bijbrengen. (zeer) eens 78% 80% 87% 79% 82% 84% 78% 81% neutraal 16% 11% 4% 12% 11% 11% 10% 11% (zeer) oneens 4% 7% 4% 5% 6% 4% 6% 5% geen antwoord 1% 2% 4% 4% 1% 1% 5% 3% Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Het is belangrijk dat er meer dure woningen in Rotterdam worden gebouwd.
(zeer) eens 23% 27% 23% 19% 30% 29% 18% 25%
neutraal 22% 27% 31% 25% 29% 31% 20% 26%
(zeer) oneens 52% 44% 41% 50% 40% 38% 56% 46%
geen antwoord 3% 2% 5% 5% 1% 2% 5% 3%
Het gaat steeds vaker goed tussen allochtone en autochtone Rotterdammers.
(zeer) eens 21% 19% 15% 18% 19% 14% 24% 19%
neutraal 34% 39% 41% 39% 39% 40% 35% 38%
(zeer) oneens 44% 39% 36% 38% 41% 43% 37% 40%
geen antwoord 1% 2% 7% 5% 1% 3% 4% 3%
De schoolgebouwen zien er goed onderhouden uit.
(zeer) eens 23% 27% 29% 29% 22% 22% 32% 26%
neutraal 50% 32% 39% 43% 40% 40% 43% 41%
(zeer) oneens 24% 38% 24% 23% 35% 36% 20% 29%
geen antwoord 3% 3% 7% 5% 3% 3% 6% 4%
Meer luxe winkels zijn goed voor de Rotterdamse economie
(zeer) eens 34% 40% 41% 34% 44% 43% 32% 38%
neutraal 28% 31% 28% 32% 28% 29% 27% 29%
(zeer) oneens 34% 27% 26% 30% 26% 26% 34% 29%
geen antwoord 4% 2% 5% 5% 3% 2% 7% 4%
In meer straten moeten bewoners en gemeente samenwerken aan de leefbaarheid
(zeer) eens 91% 89% 90% 86% 93% 90% 89% 90%
neutraal 6% 7% 4% 7% 4% 7% 4% 6%
(zeer) oneens 1% 3% 2% 2% 2% 2% 2% 2%
geen antwoord 2% 2% 4% 4% 1% 2% 4% 3%
De Rotterdamse aanpak van problemen krijgt veel waardering in Nederland.
(zeer) eens 30% 42% 48% 38% 40% 43% 36% 39%
neutraal 56% 43% 36% 47% 45% 45% 46% 46%
(zeer) oneens 12% 12% 10% 10% 12% 11% 12% 11%
geen antwoord 2% 3% 6% 5% 2% 2% 6% 4%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Er zijn in Rotterdam voldoende plaatsen waar burgers gemeentelijke informatie kunnen krijgen
(zeer) eens 58% 57% 65% 60% 59% 62% 56% 59%
neutraal 26% 25% 21% 24% 26% 25% 23% 24%
(zeer) oneens 14% 15% 12% 12% 14% 13% 16% 14%
geen antwoord 2% 3% 3% 4% 1% 1% 5% 3%
Hoe ervaart u een belangrijke verandering in Rotterdam in het afgelopen half jaar?
Positief 46% 45% 48% 47% 46% 46% 45% 46%
Negatief 35% 31% 25% 28% 33% 31% 31% 31%
geen antwoord 19% 24% 27% 25% 21% 23% 24% 23%
Wat zijn de belangrijkste onderwerpen waaraan het gemeentebestuur moet werken om de stad te verbeteren?
schoon en heel op straat 60% 53% 65% 59% 61% 59% 58% 59%
onderwijs voor kinderen en ouders met 32% 32% 24% 29% 28% 26% 35% 29%
taalproblemen
veiliger openbaar vervoer 43% 54% 68% 58% 51% 63% 42% 54%
gevarieerd woningaanbod 33% 24% 19% 31% 22% 17% 39% 26%
betere bereikbaarheid van de stad 4% 9% 8% 7% 6% 8% 6% 7%
terugdringen van overlast door verslaafden 48% 50% 55% 52% 50% 54% 46% 51%
bevorderen van sport en recreatie door jongeren 20% 21% 15% 19% 21% 18% 20% 19%
terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties 28% 40% 48% 40% 34% 47% 25% 38%
verfraaien van de stad 16% 12% 13% 12% 16% 16% 11% 14%
terugdringen van het schoolverzuim 17% 10% 19% 13% 17% 16% 15% 15%
goed ondernemersklimaat 19% 16% 13% 9% 23% 20% 11% 16%
veiligheid rondom Centraal Station 34% 35% 37% 34% 36% 33% 37% 35%
bestrijden van achterstand van immigranten 25% 19% 15% 17% 24% 18% 23% 20%
verantwoordelijkheden geven aan burgers 11% 11% 15% 12% 13% 14% 10% 12%
terugdringen van overlast door jongeren 41% 50% 49% 49% 45% 53% 37% 47%
meer werkgelegenheid 24% 27% 20% 27% 22% 14% 39% 24%
anders, namelijk 8% 11% 7% 6% 10% 10% 7% 9%
geen antwoord 1% 3% 3% 3% 2% 2% 4% 3%
Percentage antwoorden (meer antwoorden mogelijk) 464% 477% 494% 478% 482% 486% 464% 477%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Wat vindt u van de aanpak van het gemeentebestuur als het gaat om ...
... schoon en heel op straat
Goed 9% 6% 10% 7% 9% 6% 12% 8%
Voldoende 21% 23% 18% 24% 17% 17% 27% 21%
Matig 53% 48% 46% 45% 54% 54% 43% 49%
Slecht 14% 18% 18% 18% 15% 18% 13% 16%
Geen mening / geen antwoord 4% 5% 8% 6% 4% 5% 5% 5%
... onderwijs voor kinderen en ouders met taalproblemen
Goed 6% 6% 4% 5% 6% 3% 9% 6%
Voldoende 16% 15% 12% 18% 12% 12% 18% 15%
Matig 29% 33% 30% 34% 28% 27% 35% 30%
Slecht 16% 15% 13% 15% 14% 15% 15% 15%
Geen mening / geen antwoord 32% 32% 41% 28% 41% 43% 23% 35%
... veiliger openbaar vervoer
Goed 9% 2% 7% 6% 6% 5% 8% 6%
Voldoende 34% 21% 15% 21% 27% 19% 32% 24%
Matig 34% 44% 43% 41% 40% 42% 37% 40%
Slecht 18% 24% 23% 22% 21% 28% 13% 21%
Geen mening / geen antwoord 5% 9% 13% 9% 7% 7% 10% 9%
... gevarieerd woningaanbod
Goed 6% 4% 5% 5% 5% 4% 7% 5%
Voldoende 16% 23% 16% 14% 23% 23% 12% 18%
Matig 39% 35% 36% 36% 37% 38% 35% 37%
Slecht 28% 22% 16% 27% 19% 15% 33% 22%
Geen mening / geen antwoord 11% 16% 27% 18% 17% 20% 14% 18%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Wat vindt u van de aanpak van het gemeentebestuur als het gaat om ...
... betere bereikbaarheid van de stad
Goed 21% 12% 22% 18% 19% 17% 20% 18%
Voldoende 46% 49% 36% 44% 45% 47% 40% 44%
Matig 21% 14% 16% 15% 18% 15% 19% 17%
Slecht 4% 12% 6% 8% 8% 10% 5% 7%
Geen mening / geen antwoord 9% 12% 20% 15% 11% 11% 16% 13%
... terugdringen van overlast door verslaafden
Goed 4% 6% 5% 5% 5% 3% 7% 5%
Voldoende 24% 12% 9% 14% 16% 13% 19% 15%
Matig 29% 38% 39% 36% 35% 36% 34% 35%
Slecht 34% 30% 30% 31% 33% 35% 26% 31%
Geen mening / geen antwoord 10% 14% 17% 14% 12% 13% 14% 14%
... bevorderen van sport en recreatie door jongeren
Goed 11% 6% 6% 8% 6% 6% 9% 8%
Voldoende 19% 28% 23% 24% 23% 24% 22% 23%
Matig 29% 32% 21% 28% 27% 25% 31% 27%
Slecht 11% 11% 10% 13% 9% 9% 13% 11%
Geen mening / geen antwoord 31% 23% 40% 27% 35% 36% 24% 31%
... terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties
Goed 6% 2% 4% 4% 3% 3% 6% 4%
Voldoende 13% 15% 10% 10% 13% 10% 16% 12%
Matig 35% 44% 34% 40% 39% 40% 36% 38%
Slecht 25% 20% 27% 25% 21% 26% 21% 24%
Geen mening / geen antwoord 21% 20% 25% 20% 24% 22% 21% 22%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Wat vindt u van de aanpak van het gemeentebestuur als het gaat om ...
... verfraaien van de stad
Goed 6% 10% 10% 7% 10% 9% 8% 9%
Voldoende 33% 38% 32% 34% 37% 37% 31% 34%
Matig 37% 32% 28% 32% 33% 32% 32% 33%
Slecht 11% 8% 7% 8% 9% 9% 9% 9%
Geen mening / geen antwoord 12% 12% 23% 19% 11% 12% 20% 15%
... terugdringen van het schoolverzuim
Goed 4% 5% 5% 5% 3% 3% 7% 4%
Voldoende 18% 17% 12% 18% 15% 15% 17% 16%
Matig 30% 30% 26% 28% 29% 29% 29% 29%
Slecht 9% 8% 9% 10% 8% 8% 10% 9%
Geen mening / geen antwoord 40% 40% 48% 40% 45% 46% 38% 43%
... goed ondernemersklimaat
Goed 6% 3% 5% 5% 5% 4% 6% 5%
Voldoende 25% 28% 21% 22% 27% 25% 24% 25%
Matig 22% 28% 21% 24% 25% 24% 24% 24%
Slecht 10% 10% 10% 12% 9% 11% 9% 10%
Geen mening / geen antwoord 36% 30% 44% 38% 35% 36% 37% 36%
... veiligheid rondom Centraal Station
Goed 6% 3% 5% 5% 3% 3% 7% 4%
Voldoende 18% 12% 10% 9% 18% 13% 15% 14%
Matig 38% 40% 35% 35% 42% 39% 37% 38%
Slecht 29% 30% 31% 33% 27% 32% 27% 30%
Geen mening / geen antwoord 9% 15% 19% 17% 10% 13% 15% 14%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Wat vindt u van de aanpak van het gemeentebestuur als het gaat om ...
... bestrijden van achterstand van immigranten
Goed 3% 3% 3% 3% 3% 2% 4% 3%
Voldoende 17% 11% 8% 12% 13% 10% 15% 12%
Matig 31% 35% 31% 34% 32% 31% 35% 33%
Slecht 18% 19% 18% 21% 16% 19% 17% 18%
Geen mening / geen antwoord 31% 32% 39% 30% 35% 38% 29% 34%
... verantwoordelijkheden geven aan burgers
Goed 3% 4% 6% 4% 4% 4% 5% 4%
Voldoende 20% 20% 17% 20% 19% 22% 15% 19%
Matig 31% 38% 34% 36% 33% 33% 35% 34%
Slecht 15% 12% 15% 12% 15% 13% 16% 14%
Geen mening / geen antwoord 31% 26% 28% 28% 29% 28% 29% 29%
... terugdringen van overlast door jongeren
Goed 4% 2% 4% 3% 3% 2% 5% 3%
Voldoende 14% 12% 6% 10% 11% 10% 12% 11%
Matig 43% 38% 37% 41% 39% 38% 41% 39%
Slecht 25% 36% 36% 33% 30% 36% 26% 32%
Geen mening / geen antwoord 14% 13% 16% 12% 16% 13% 16% 14%
... meer werkgelegenheid
Goed 6% 4% 5% 6% 4% 4% 7% 5%
Voldoende 19% 19% 10% 13% 20% 17% 15% 16%
Matig 35% 34% 34% 35% 36% 37% 30% 34%
Slecht 17% 19% 16% 22% 12% 9% 29% 18%
Geen mening / geen antwoord 23% 25% 35% 25% 28% 32% 19% 27%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Hoe groot is de kans dat u ingaat op een uitnodiging van het gemeentebestuur om te komen praten
over de problemen van Rotterdam en de mogelijke oplossingen?
Zeer groot 11% 9% 7% 6% 12% 12% 6% 9%
Groot 24% 27% 15% 17% 29% 22% 22% 22%
Klein 34% 28% 31% 32% 32% 27% 37% 31%
Zeer klein 16% 12% 16% 17% 12% 14% 16% 15%
Niet 14% 20% 26% 24% 14% 21% 18% 19%
geen antwoord 1% 3% 5% 3% 1% 4% 2% 3%
Over welke bijeenkomsten met gemeentebestuurders heeft u wel eens gehoord of gelezen?
Dag van de Dialoog 5% 8% 5% 6% 7% 5% 7% 6%
Stadsdebat op internet 6% 6% 4% 4% 6% 6% 5% 5%
Chatten met een wethouder 5% 6% 4% 4% 7% 5% 5% 5%
Eten bij de burgemeester 9% 25% 27% 18% 22% 27% 10% 20%
Wijkbezoek van een wethouder 15% 32% 39% 26% 31% 37% 15% 28%
Spreekuur van een wethouder 18% 18% 23% 11% 29% 24% 13% 19%
Inspraakbijeenkomsten 18% 26% 27% 16% 31% 32% 12% 23%
Verantwoordingsdag 1% 2% 1% 2% 0% 1% 1% 1%
Wekelijks gesprek TV-Rijnmond 51% 43% 38% 50% 39% 37% 54% 44%
Referendum 26% 24% 13% 13% 30% 23% 18% 21%
geen antwoord 16% 18% 21% 19% 16% 19% 18% 18%
Hoe kijkt u tegen het gemeentebestuur aan? Ze ...
... verbeteren de gemeentelijke dienstverlening
(zeer) eens 35% 31% 39% 34% 37% 34% 34% 35%
neutraal 54% 49% 36% 45% 48% 47% 47% 47%
(zeer) oneens 8% 13% 11% 12% 10% 11% 9% 10%
geen antwoord 3% 7% 15% 9% 4% 7% 9% 8%
... leggen goed uit wat ze aanpakken en waarom
(zeer) eens 30% 31% 35% 36% 29% 30% 34% 32%
neutraal 34% 34% 29% 29% 38% 37% 27% 33%
(zeer) oneens 32% 28% 21% 26% 29% 26% 28% 27%
geen antwoord 4% 7% 15% 10% 4% 7% 10% 8%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Hoe kijkt u tegen het gemeentebestuur aan? Ze ...
... werken samen met burgers
(zeer) eens 23% 24% 23% 23% 24% 22% 25% 23%
neutraal 44% 39% 41% 39% 44% 46% 34% 41%
(zeer) oneens 30% 31% 22% 27% 29% 25% 32% 28%
geen antwoord 4% 6% 14% 11% 3% 6% 9% 8%
... stellen duidelijke grenzen
(zeer) eens 26% 25% 26% 26% 26% 24% 29% 26%
neutraal 49% 41% 41% 45% 44% 46% 41% 44%
(zeer) oneens 21% 27% 19% 19% 26% 24% 20% 22%
geen antwoord 4% 7% 14% 10% 4% 7% 9% 8%
... doen wat ze zeggen
(zeer) eens 15% 13% 19% 16% 17% 15% 16% 16%
neutraal 50% 45% 40% 42% 49% 47% 43% 45%
(zeer) oneens 31% 33% 25% 30% 30% 29% 31% 30%
geen antwoord 4% 8% 16% 12% 4% 9% 9% 9%
... schaffen overbodige gemeentelijk regels af
(zeer) eens 17% 10% 14% 15% 13% 9% 20% 14%
neutraal 57% 56% 48% 53% 55% 56% 52% 54%
(zeer) oneens 21% 26% 23% 21% 27% 27% 18% 23%
geen antwoord 5% 8% 15% 10% 5% 8% 11% 9%
... nemen burgers serieus
(zeer) eens 34% 31% 35% 32% 35% 34% 30% 33%
neutraal 34% 30% 29% 28% 36% 34% 29% 31%
(zeer) oneens 29% 33% 23% 31% 26% 26% 32% 28%
geen antwoord 4% 7% 13% 9% 4% 6% 9% 7%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Hoe kijkt u tegen het gemeentebestuur aan? Ze ...
... pakken grote problemen snel aan
(zeer) eens 24% 20% 24% 23% 22% 20% 26% 23%
neutraal 36% 30% 34% 32% 35% 37% 27% 33%
(zeer) oneens 36% 44% 28% 36% 39% 37% 37% 37%
geen antwoord 4% 6% 13% 9% 3% 6% 10% 8%
... zorgen voor begrip en respect tussen burgers
(zeer) eens 22% 17% 23% 23% 18% 18% 24% 21%
neutraal 39% 42% 36% 39% 40% 44% 33% 39%
(zeer) oneens 35% 34% 27% 27% 38% 32% 33% 32%
geen antwoord 4% 7% 14% 11% 4% 7% 10% 8%
... gedogen weinig overtredingen van de regels
(zeer) eens 17% 23% 23% 23% 18% 20% 22% 21%
neutraal 53% 36% 29% 42% 40% 37% 46% 40%
(zeer) oneens 26% 34% 33% 24% 38% 37% 23% 31%
geen antwoord 4% 7% 15% 11% 4% 7% 10% 8%
... doen wat burgers willen
(zeer) eens 11% 11% 8% 9% 11% 8% 12% 10%
neutraal 41% 38% 40% 33% 47% 42% 37% 40%
(zeer) oneens 44% 45% 37% 46% 39% 43% 41% 42%
geen antwoord 4% 7% 15% 11% 4% 6% 11% 8%
... staan voor waarden en normen
(zeer) eens 35% 38% 42% 37% 40% 40% 35% 38%
neutraal 40% 31% 28% 36% 33% 35% 32% 33%
(zeer) oneens 22% 24% 17% 18% 24% 19% 25% 21%
geen antwoord 3% 7% 13% 10% 2% 6% 8% 7%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Hoe kijkt u tegen het gemeentebestuur aan? Ze ...
... tonen daadkracht
(zeer) eens 24% 24% 33% 28% 26% 27% 26% 27%
neutraal 51% 48% 36% 47% 47% 46% 44% 45%
(zeer) oneens 22% 21% 15% 15% 23% 19% 20% 20%
geen antwoord 4% 7% 16% 11% 4% 7% 10% 8%
... spreken burgers aan op hun verantwoordelijkheden
(zeer) eens 18% 23% 30% 27% 18% 24% 21% 23%
neutraal 52% 41% 34% 42% 46% 41% 46% 43%
(zeer) oneens 26% 29% 24% 22% 31% 29% 23% 26%
geen antwoord 4% 6% 13% 9% 4% 6% 10% 7%
... weten wat er leeft in de stad
(zeer) eens 31% 33% 34% 31% 34% 32% 33% 32%
neutraal 30% 28% 29% 27% 34% 33% 25% 29%
(zeer) oneens 36% 32% 22% 31% 29% 28% 33% 30%
geen antwoord 4% 7% 15% 11% 3% 7% 9% 8%
... laten burgers niet opdraaien voor extra kosten
(zeer) eens 11% 11% 16% 12% 12% 10% 15% 12%
neutraal 34% 32% 31% 31% 35% 37% 27% 33%
(zeer) oneens 49% 49% 39% 46% 48% 46% 46% 46%
geen antwoord 6% 8% 14% 12% 5% 7% 12% 9%
Geslacht
man 46% 52% 48% 44% 54% 46% 52% 49%
vrouw 54% 48% 52% 56% 46% 54% 48% 51%
Leeftijdklasse
tot 35 jaar 100% 0% 0% 25% 48% 27% 50% 36%
35 tot 55 jaar 0% 100% 0% 36% 34% 36% 31% 34%
55 jaar en ouder 0% 0% 100% 39% 19% 37% 19% 30%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Tot welke bevolkingsgroep rekent u zich?
Nederlandse 53% 74% 86% 63% 79% 99% 30% 70%
Antilliaanse/Arubaanse 1% 2% 0% 1% 0% 0% 3% 1%
Surinaamse 6% 4% 3% 5% 3% 0% 10% 4%
Kaapverdische 9% 4% 2% 7% 4% 0% 11% 5%
Turkse 11% 9% 2% 8% 6% 0% 18% 8%
Marokkaanse 11% 6% 3% 11% 4% 0% 16% 7%
anders 8% 4% 3% 4% 7% 0% 11% 5%
geen antwoord 6% 1% 2% 4% 2% 1% 7% 3%
Etniciteit
autochtoon 42% 62% 72% 49% 66% 100% 0% 100%
allochtoon 57% 38% 27% 50% 33% 0% 100% 100%
Onbekend 1% 1% 1% 1% 0% 0% 0% 100%
Opleiding
Laag 31% 48% 61% 100% 0% 39% 55% 46%
midden/hoog 63% 47% 30% 0% 100% 55% 38% 48%
Onbekend 6% 5% 9% 0% 0% 6% 7% 6%
Welke situatie is het meest op u van toepassing?
Ik ga naar school/studeer 24% 2% 0% 6% 11% 6% 14% 9%
Ik verricht betaald werk 56% 66% 13% 36% 61% 49% 44% 47%
Ik ben zelfstandige/ondernemer 2% 6% 4% 3% 5% 4% 4% 4%
Ik ben gepensioneerd 0% 0% 47% 19% 8% 18% 9% 14%
Ik ben werkloos/werkzoekend 4% 4% 5% 5% 4% 2% 6% 4%
Ik ben arbeidsongeschikt 1% 2% 6% 6% 1% 2% 5% 3%
Ik ben huisvrouw/huisman 9% 18% 19% 23% 6% 16% 14% 15%
Anders, namelijk: 4% 2% 3% 2% 3% 2% 4% 3%
geen antwoord 1% 1% 3% 1% 1% 2% 1% 1%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
Leeftijd Opleiding Etniciteit Totaal
16-35 35-55 55 jr e.o. laag hoog autochtoon allochtoon
Woonduur in Rotterdam
10 jaar en minder 44% 11% 5% 13% 30% 16% 28% 21%
11 t/m 20 jaar 29% 17% 3% 14% 20% 10% 28% 17%
21 t/m 30 jaar 21% 21% 10% 20% 17% 12% 25% 18%
meer dan 30 jaar 5% 51% 80% 52% 33% 61% 18% 43%
geen antwoord 1% 0% 2% 1% 1% 1% 2% 1%
Aantal respondenten 205 192 167 258 270 325 235 564
---- --
Nr. 61
03 april 2003
Rotterdammers signaleren vooral veranderingen op gebied van veiligheid en leefbaarheid.
Aanpak Rotterdams College zichtbaar
De nieuwe aanpak van het Rotterdamse college van burgemeester en wethouders wordt herkend. Bijna twee op de drie Rotterdammers heeft op de een of andere wijze iets gemerkt van de acties van het gemeentebestuur om de stad te verbeteren. De prioriteiten van het College sporen goed met die van de burgers. Dit blijkt uit de nulmeting naar beleving en waardering van het college van B en W en zijn aanpak. Het College vindt deze uitkomst een steun in de rug van de Rotterdammers voor de keuzes die zijn gemaakt en om voort te gaan op de ingeslagen weg.
De aanpak van het College wordt door de Rotterdammers herkend. Positieve veranderingen worden opgemerkt, vooral op het gebied van veiligheidsbeleid. Er blijkt ruim draagvlak voor de gemaakte keuzes: het "prioriteitenlijstje van de Rotterdammers" komt goed overeen met dat van het gemeentebestuur. Ondanks het feit dat het tijd kost om de uitvoering gestalte te geven, zijn toch de eerste resultaten van de aanpak van het College al zichtbaar en worden die vaak positief gewaardeerd.
In het collegeprogramma "Het nieuwe elan van Rotterdam . en zo gaan we dat doen!" heeft het gemeentebestuur aangegeven open en afrekenbaar te willen besturen en de burger en zijn mening centraal te stellen. Het regelmatig zichzelf een spiegel voorhouden door elk kwartaal een belevings- en waarderingsonderzoek te houden, werd in het collegeprogramma al voorgesteld. Het nu gereedgekomen onderzoek is een nulmeting, die is uitgevoerd door het Centrum van Onderzoek en Statistiek in opdracht van het college van B en W. Er zijn nog geen vervolgmetingen uitgevoerd, noch is er vergelijkend onderzoek voorhanden. Daardoor is het nog niet mogelijk conclusies te trekken over verschuivingen in beleving of waardering.
Over het geheel bekeken zijn de Rotterdammers nog lang niet tevreden over de uitvoering van de aanpak van het collegebeleid. Veel voornemens zijn nog onbekend, veel van de plannen zijn nog niet in uitvoering. Dat de waardering verschillend uitvalt, is niet verwonderlijk. De collegeprioriteiten staan stuk voor stuk voor grote problemen. De waardering is nu eenmaal laag als iets als een groot probleem wordt ervaren. De prioriteiten van het College worden bevestigd, maar zowel voor het College als ook voor de Rotterdammers geldt dat alleen het eindresultaat telt.
Opvallend aan de uitkomsten van het onderzoek is verder dat een grote groep Rotterdammers vaak als antwoord geeft "weet niet/geen mening/neutraal". Veel van het beleid is nog niet in uitvoering en daarom ontbreekt het vanzelfsprekend nog vaak aan resultaten. Dit blijkt ook uit het onderzoek. Van belang voor het College is het om goede informatie te verstrekken. Kennisoverdracht en informatie zijn belangrijke communicatieve uitdagingen van de gemeentelijke organisatie voor de komende tijd.
Deze eerste enquête werd afgenomen op het moment dat het collegeprogramma ruim drie maanden jong was (en het College zelf negen maanden). In die betrekkelijk korte periode is er veel gebeurd en is er grote media-aandacht voor de veranderingen in Rotterdam ontstaan. Het College ligt met zijn programma goed op schema: plannen zijn gemaakt, de organisatie is er op voorbereid en de belangrijkste zaken worden vanaf het midden van dit jaar effectief aangepakt. Het College is blij met het inzicht dat is verkregen met deze nulmeting. Het versterkt het gevoel dat men op de goede weg is.
Het onderzoek is de uitkomst van een schriftelijke enquête onder 1250 willekeurig geselecteerde Rotterdammers van 16 jaar en ouder. De respons is 45%, de representativiteit van de steekproef is goed. Dit onderzoek wordt elk kwartaal herhaald. Op één vraag na zal telkens dezelfde vragenlijst worden gebruikt. Die ene vraag verandert wat betreft de inhoud, omdat hierin naar actuele thema's en issues wordt gevraagd. Het veldwerk voor het volgende onderzoek start eind april en zal naar verwachting in juli klaar zijn.
noot voor de redactie/
Gemeente Rotterdam