CBS

Inflatie in maart ongewijzigd

De inflatie in Nederland is in maart 2003 uitgekomen op 2,7 procent. Dit is even hoog als in februari. De prijsontwikkeling van verse groenten en van kleding en schoeisel duwde de inflatie iets omhoog. De prijsontwikkeling van benzine compenseerde die stijging echter weer. Dit blijkt uit het nieuwe consumentenprijsindexcijfer van het CBS. De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde index is van februari op maart licht gedaald, en wel van 3,2 naar 3,1 procent.

Inflatie in maart 2,7 procent
De inflatie is in maart, net als in februari, uitgekomen op 2,7 procent. De bijdrage aan de inflatie liep op bij verse groenten en bij kleding en schoeisel. Verse groenten zijn in maart bijna 5 procent duurder dan een jaar geleden. In februari waren zij nog ruim 8 procent goedkoper dan in februari 2002. Kleding en schoeisel zijn in maart van dit jaar gemiddeld 1,7 procent goedkoper dan een jaar eerder. Vorige maand was het prijsverschil op jaarbasis echter een stuk groter. Kleding en schoeisel waren toen 4,9 procent goedkoper dan een jaar eerder. Dat kwam onder meer door een verlengde uitverkoop. Door deze ontwikkeling is het verlagende effect op de inflatie afgenomen. De bijdrage aan de inflatie van benzine daalde. Benzine is in maart gemiddeld 4,4 procent duurder dan een jaar eerder. In februari was dat nog 9,2 procent.

Prijzen in maart 0,8 procent hoger dan in februari Van februari op maart zijn de prijzen gemiddeld 0,8 procent gestegen. Het grootste deel van de stijging is toe te schrijven aan de prijsstijging van kleding en schoeisel. Dat de prijzen van deze producten stijgen, is normaal voor de tijd van het jaar en hangt samen met het einde van de uitverkoop en de introductie van de nieuwe zomercollectie. Daarnaast werden prijsstijgingen gemeten bij voedingsmiddelen, vooral bij verse groenten. Een prijsdaling werd onder andere gemeten voor benzine. Dieselolie en LPG werden echter duurder. Cd's, bloemen en planten werden goedkoper.

Afgeleide consumentenprijsindex
De inflatie volgens de afgeleide consumentenprijsindex voor alle huishoudens komt in maart uit op 2,5 procent. Dat is even hoog als in februari. Afgeleide prijsindexcijfers worden vaak gebruikt bij loononderhandelingen, aanpassingen van tarieven en andere contracten.

Inflatie volgens Europese norm
Het CBS stelt niet alleen de nationale consumentenprijsindex samen, maar ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex voor Nederland (HICP). Deze index maakt deel uit van het inflatiecijfer van de Eurozone dat een officieel richtsnoer vormt voor het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. In maart 2003 komt de inflatie in Nederland volgens de HICP uit op 3,1 procent. Dat is 0,1 procentpunt lager dan in februari. In februari bedroeg de inflatie in de Eurozone gemiddeld 2,4 procent. Dat is 0,2 procentpunt hoger dan in januari en de hoogste uitkomst sinds april 2002. Gemiddeld is de inflatie in de Eurozone in februari vrijwel even hoog als een jaar geleden. Tussen de lidstaten zijn er echter duidelijke verschillen. Zo had een aantal landen te maken met een daling van de inflatie, terwijl andere landen de inflatie zagen oplopen. Het sterkst daalde de inflatie tussen februari 2002 en februari van dit jaar in Nederland en België. In Nederland was dat met 1,3 en in België met 0,9 procentpunt. De grootste toename daarentegen vertoonde de inflatie in Luxemburg en Portugal. In die landen steeg de inflatie met respectievelijk 1,0 en 0,8 procentpunt. Eurostat, het Europese statistische bureau, verwacht dat de inflatie in de Eurozone als geheel in maart ongewijzigd blijft op 2,4 procent. De uitkomsten over maart voor de afzonderlijke landen van de Eurozone en van de Europese Unie, zullen op 16 april worden gepubliceerd door Eurostat. Technische toelichting
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex (CPI) geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dit gemiddeld werd aangeschaft door huishoudens in Nederland. De gemiddelde prijsverandering heeft betrekking op het consumptiepakket van alle huishoudens. De reeks is gebaseerd op het consumptiepakket uit het jaar 2000. De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (EURO-12, CPIMU) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie, ofwel de Eurozone. Tot december 2000 waren dat 11 lidstaten. Vanaf januari 2001 heeft de CPIMU betrekking op de Eurozone inclusief het nieuw toegetreden Griekenland. De EU-15 geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de 15 lidstaten van de Europese Unie. In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de productgebonden belastingen en subsidies en van de consumptiegebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Meer achtergrondinformatie over de consumentenprijsindex is te vinden op: http://www.cbs.nl/nl/publicaties/artikelen/macro-economie/prijzen/index.htm

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB03-064
3 april 2003
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht